19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2301 NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 2296

Voorgesteld 21 februari 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterend dat bij de uitvoering van de definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen 95% van de aanvragen wordt afgewezen;

constaterend dat het in die gevallen vrijwel altijd het meewerkcriterium is dat wordt tegengeworpen;

van mening dat het kinderpardon ruimhartig moet worden toegepast en het VN vluchtelingenverdrag en het internationaal kinderrechtenverdrag te allen tijde gerespecteerd en nageleefd moeten worden;

van mening dat procedures sneller en efficiënter vormgegeven moeten worden zodat kansloos doorprocederen door zowel ouders als IND wordt tegengegaan waarbij misbruik, criminaliteit en identiteitsfraude wordt aangepakt;

van mening dat de regering extra menskracht en middelen voor opvang, procedure, begeleiding en uitzetting beschikbaar dient te stellen;

verzoekt de regering gewortelde kinderen van wie de ouders een aanvraag hebben ingediend tot verblijf (asiel of regulier humanitair), vijf jaar in Nederland in beeld zijn geweest en ouders beschikbaar waren voor terugkeer, in aanmerking te laten komen voor een kinderpardon,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Voortman

Gesthuizen

Sjoerdsma

Naar boven