Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2016
In het Algemeen Overleg van 4 februari jl. heb ik u toegezegd u voor het reces nader
te informeren over of het aantal veroordelingen van asielzoekers vanwege een misdrijf,
kan worden meegenomen in het halfjaarlijkse overzicht van incidenten in- en om COA-opvanglocaties
(Kamerstuk 19 637, nr. 2178).
Het halfjaarlijkse overzicht van incidenten in- en rondom COA-opvanglocaties richt zich primair op incidenten die zich op de COA-opvang locaties zelf
hebben voorgedaan. Om te kijken naar incidenten, gepleegd door asielzoekers in het
publieke domein, heb ik eerder het WODC verzocht een onderzoek te starten, namelijk
naar de criminaliteit buiten de COA-opvanglocaties. Ik heb het WODC recent verzocht
om ook het aantal veroordeelde asielzoekers hierin mee te nemen. Het WODC heeft mij
laten weten dat het aantal veroordeelde asielzoekers van 2009 tot en met 2014 wordt
meegenomen in dit onderzoek. Zij gebruiken hiervoor een opgeschoond bestand, waarbij
enkel daadwerkelijk veroordeelde asielzoekers zijn opgenomen (het Herkenningsdienstsysteem
en de Basisvoorziening Handhaving). Vanwege dit onderzoek van het WODC wordt het aantal
veroordeelde asielzoekers naar aanleiding van delicten gepleegd in publiek domein
niet meer apart opgenomen in het halfjaarlijks overzicht van incidenten in- en rondom
COA-opvanglocaties.
In het halfjaarlijkse overzicht van incidenten in- en rondom COA-opvanglocaties dat in september wordt gepubliceerd wordt ditmaal ook in beeld gebracht in
hoeveel gevallen incidenten op COA-opvang locaties hebben geleid tot het opleggen
van een strafmaatregel door het COA, een aangifte bij de Politie of tot een vervolging
die door het OM is ingezet. Bij de cijfers van het OM wordt nagegaan in hoeveel gevallen
incidenten op COA-locaties hebben geleid tot instroom bij het OM, vervolging en veroordeling.
Tevens zal in het halfjaarlijkse overzicht in kaart worden gebracht in hoeveel gevallen
de DT&V over is gegaan tot uitzetting, naar aanleiding van incidenten gepleegd op
COA-opvang locaties. Deze laatste cijfers zullen dan overigens niet gerelateerd zijn
aan de incidenten die genoemd zijn in het incidentenoverzicht zelf, maar zullen naar
alle waarschijnlijkheid betrekking hebben op incidenten die – in verband met tijdsverloop
van het strafrechtproces – in voorgaande jaren hebben plaatsgevonden.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff