19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2180 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2016

Inleiding

Namens de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie is de Minister van Veiligheid en Justitie gevraagd een reactie te geven op het bericht «Grenscontrole mislukt» in de Telegraaf1. De Tweede Kamer is in reactie daarop toegezegd dat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, als verantwoordelijk bewindspersoon voor Vreemdelingentoezicht, schriftelijk zou reageren. De zorg was dat er onvoldoende wettelijke mogelijkheden voor de politie zijn om gericht op de aanwezigheid van personen in de laadruimtes van voertuigen te controleren.

Dergelijke signalen neem ik zeer serieus. Ik heb hierover dan ook contact gehad met mensen die zicht hebben op de praktijk binnen de belangrijkste toezichthoudende organisaties in het vreemdelingenrecht, de politie en de Koninklijke Marechaussee (Kmar). Zij geven echter aan zich niet te herkennen in de praktijk die in het bericht wordt geschetst.

Strijd tegen illegale migratie

De strijd tegen illegale migratie is een zeer belangrijk onderdeel van het beleid inzake vreemdelingen. Behalve vanwege de bedragen die in het criminele circuit rondom het illegale vervoer van personen omgaan, is deze strijd van belang vanwege het menselijk leed dat de mensensmokkelaars veroorzaken en de mensonterende praktijken die daarbij aan de orde zijn.

Het optreden tegen deze illegale praktijken behoort tot de taken van de politie en de Kmar. Ik wil daarbij allereerst verduidelijken dat het vreemdelingentoezicht in de grensstreek en de bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding een taak is van de Kmar. De eerste lijn van de strijd tegen de illegale migratie is dan ook het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV), uitgevoerd door de Kmar in de grensstreek met België en Duitsland. Daarnaast wordt een tweede lijn gevormd door de politie-inzet rondom bepaalde asielzoekerscentra. De politie zet daarbij de Flexibele Inzet Teams in.

Ik zal hieronder aangeven wat de mogelijkheden zijn om de voertuigen te controleren bij de acties door de Kmar en de politie. Aan de mensen die operationeel in het vreemdelingentoezicht actief zijn, geef ik het signaal dat ik hun inzet van groot belang acht. Ik wil dat zij zich gesteund weten als zij de regelgeving op nieuwe manieren toepassen. Als het zo zou zijn dat de rechter een bepaalde toepassing niet accepteert, is dat voor mij geen eindpunt, maar een startpunt om te zien welke oplossingen daarvoor mogelijk zijn. Op dit moment is er geen richtinggevende jurisprudentie die de mogelijkheden van de toezichthouders te zeer inperkt. Ik heb dan ook niet het signaal dat de mogelijkheden zoals hieronder beschreven, onvoldoende zijn voor een effectief vreemdelingtoezicht in de grensstreek.

Mobiel toezicht Veiligheid

Door middel van het MTV door de Kmar wordt informatie gestuurd toezicht gepleegd in de grensstreek met Duitsland en België. Deze controles zijn door mijn besluit van september 2015 geïntensiveerd. Op 2 maart 2016 heb ik wederom besloten de geïntensiveerde controles voort te zetten. Door de aanpassing van het Vreemdelingenbesluit, ingevoerd per 1 maart 2016, is het nu mogelijk dit intensieve toezicht voor een periode van zes maanden in te zetten.

Uit de resultaten van de Kmar, die het vreemdelingentoezicht in de grensstreken met Duitsland en België hoofdzakelijk uitvoert, blijkt dat de intensivering zijn vruchten heeft afgeworpen. Naast een aanzienlijke vermeerdering van het aantal aangetroffen personen die niet aan de voorwaarden voor inreis voldoen, zijn tussen 13 september 2015 en 31 december 2015 in het MTV 82 aanhoudingen verricht op verdenking van mensensmokkel. Het aantal aanhoudingen per week is sinds de verscherping gestegen naar gemiddeld 5. Voor de verscherping waren dat er gemiddeld 3 per week. In totaal zijn er tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015 in het MTV 198 verdachten van mensensmokkel aangehouden. Tussen 1 januari en 21 februari 2016 zijn 50 aanhoudingen verricht. Dit is een gemiddelde van circa 7 per week. Gezien de mensonterende omstandigheden waarmee mensensmokkel soms gepaard gaat, acht ik de controles van groot belang. Concreet baseert de Kmar haar bevoegdheden op de Vreemdelingenwet 2000, in het bijzonder artikel 50, eerste lid, van de wet, waarin staat dat personen kunnen worden staande gehouden «ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding». Dit is verder uitgewerkt in artikel 4.17a en 4.17b van het Vreemdelingenbesluit 2000. Kort gezegd kan de Kmar een in de hiervoor genoemde artikelen van het Vreemdelingenbesluit afgebakend volume van het grensverkeer controleren. De wet stelt geen voorwaarden aan de keuze welke voertuigen worden gecontroleerd. De Kmar heeft daarin de vrije hand en hoeft niet te onderbouwen waarom zij het ene voertuig wel controleert, en het andere niet. De Kmar werkt wel informatie gestuurd om haar efficiëntie te vergroten. Deze eerste schil van MTV controles kunnen in beginsel hun beslag krijgen op alle aanvoerwegen in de grensstreek met België en Duitsland.

Inzet van politie

De tweede schil in de strijd tegen de illegale migratie wordt gevormd door de inzet van de Flexibele Interventie Teams van de politie. De inzet van deze teams spitst zich concreet toe op het fysieke gebied rondom bepaalde aanmeldcentra van asielzoekers. De leden van deze teams surveilleren zowel in uniform als in burger op en rond de centra om indicaties van mensensmokkel of zelfs mensenhandel op te vangen en verder op te volgen. Ook wordt gesurveilleerd op de wegen in de omgeving van de centra.

Bij de surveillance door de politie op de wegen rondom de asielzoekerscentra, kunnen bevoegdheden uit het vreemdelingenrecht worden ingezet, dit uiteraard naast andere bevoegdheden die de politie in die situaties nog steeds kan toepassen. Binnen het vreemdelingenrecht zal in de eerste plaats gebruik kunnen worden gemaakt van de bevoegdheden in artikel 51 van de Vreemdelingenwet 2000. Uit dat artikel volgt dat de politie, als toezichthouder in het kader van de Vreemdelingenwet, de inzittenden van een voertuig naar identiteitsdocumenten mag vragen. Daarnaast mag de politie dat voertuig onderzoeken. Dat onderzoek kan uiteraard ook een onderzoek van de laadruimte behelzen. Voorwaarde in de wet voor het toepassen van deze bevoegdheden is wel dat er een redelijk vermoeden is dat zich in dat voertuig vreemdelingen bevinden, op wie de politie een toezichthoudende taak heeft. De omstandigheid dat de controle plaatsvindt in de omgeving van een asielzoekerscentrum, waarvan bekend is dat er aanzienlijke aantallen vreemdelingen naar toe worden vervoerd, gecombineerd met een profiel van het type voertuig, kan een dergelijke aanwijzing vormen. Voor de politie geldt dat als er eenmaal voldoende aanleiding is om een voertuig staande te houden op basis van artikel 51 van de Vreemdelingenwet 2000, er ook in de laadruimte gekeken kan worden.

Waar opportuun, kan de politie waarnemingen doen met hulpapparatuur aan de buitenzijde van voertuigen, bijvoorbeeld met warmte camera’s of door CO2 uitstoot uit de laadruimte te meten met apparatuur of met speurhonden.

Maar natuurlijk is er ook een plicht om op te treden als de toezichthouder van de Kmar of politie een geluid of zelfs hulpgeroep hoort. Die plicht ontstaat niet alleen vanuit het oogpunt van opsporing van strafbare feiten en het tegengaan van illegaal verblijf, maar ook uit oogpunt van het voorkomen van humanitaire nood moeten de toezichthouders in die gevallen optreden. Volledigheidshalve wijs ik er op dat de Kmar dezelfde hulpmiddelen en bevoegdheden kan inzetten als de politie.

De in het krantenartikel gestelde problemen met het oog op het doorzoeken van voertuigen zijn besproken met de mensen binnen de Kmar en de politie die zicht hebben op deze acties. Uit die contacten krijg ik geen signalen dat de bestaande bevoegdheden onvoldoende zijn. Ik heb bovendien ook geen signalen dat de rechter het handelen van de Kmar of de politie ontoelaatbaar zou achten. Uiteraard zal ik, zoals ik hiervoor ook opmerkte, in overleg met de politie en Kmar passende maatregelen nemen als blijkt dat de bestaande mogelijkheden het bestrijden van illegale migratie beperken. Daarvoor bestaat echter nu, zoals gezegd, geen aanleiding. Van een «mislukken» van het vreemdelingentoezicht in de grensstreek is dan ook geen sprake.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Artikel «Grenscontrole mislukt», Telegraaf.

Naar boven