19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2172 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2016

Op 3 maart jl. is een motie1 aangenomen van het lid Gesthuizen over de uitvoering door Nederland van de Europese herplaatsingsbesluiten2, in het bijzonder in relatie tot Griekenland. In de motie wordt de regering verzocht om aan de Kamer met spoed een brief te doen toekomen waarin wordt uiteengezet hoe het proces van herplaatsing tussen Griekenland en Nederland er concreet uitziet met daarbij bij elke fase van het proces vermeld de gangbare tijdpaden. Met deze brief geef ik uitvoering aan deze motie.

De aanleiding voor de motie, namelijk dat er een verschil bestaat tussen de Nederlandse en de Griekse interpretatie van de wijze waarop de gemaakte afspraken op dit moment worden uitgevoerd, herken ik niet. Mijn beeld is dat de samenwerking tussen de Nederlandse en Griekse autoriteiten prima verloopt en met respect voor de procedureafspraken zoals die staan beschreven in artikel 5 van de Europese herplaatsingsbesluiten. Bovendien is zowel in Griekenland als in Italië op permanente basis een Nederlandse verbindingsambtenaar werkzaam om het herplaatsingsproces te faciliteren.

Ingevolge de huidige werkwijze gaat de individuele herplaatsingsprocedure van start op het moment dat Nederland richting Griekenland meldt dat het een bepaald aantal herplaatsingskandidaten kan ontvangen. Vanaf dat moment gaat een termijn van maximaal twee maanden lopen om de herplaatsingsprocedure af te ronden. In bepaalde situaties kan deze termijn met twee of vier weken worden verlengd. Hoelang elke afzonderlijke stap binnen de herplaatsingsprocedure mag duren, is evenwel niet bepaald in de Raadsbesluiten. Bij de herplaatsingen die tot nu toe hebben plaatsgevonden, is de maximale termijn van twee maanden steeds gerespecteerd. Op basis van een evaluatie van deze eerste herplaatsingen, wordt bezien of het mogelijk is om de daadwerkelijke duur van de herplaatsingsprocedure te verkorten bij de volgende herplaatsingen.

Nadat Nederland heeft gemeld dat de Griekse autoriteiten kandidaten voor herplaatsing kunnen voordragen, is het aan de Griekse autoriteiten om vast te stellen welke migranten in Griekenland in aanmerking kunnen komen voor herplaatsing. Zij delen de relevante informatie over die migranten met het nationale Nederlandse contactpunt. Vervolgens is het aan de Nederlandse autoriteiten om de voorgelegde zaken goed te keuren. Lidstaten hebben uitsluitend het recht om de herplaatsing van een verzoeker te weigeren indien er redelijke gronden zijn om hem als een gevaar voor hun nationale veiligheid of openbare orde te beschouwen of indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat er sprake is van oorlogsmisdaden in de zin van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag. De snelheid waarmee Nederland zijn goedkeuring kan geven, hangt met name af van de snelheid waarmee Griekenland kandidaten voordraagt nadat Nederland heeft gemeld dat het herplaatsers kan ontvangen. Verder hangt dit ook af van de kwaliteit en volledigheid van de informatie die Griekenland aanlevert. Mits een dossier volledig is, zal Nederland in staat zijn om vrij snel goedkeuring te geven.

Na goedkeuring door Nederland dient Griekenland zo spoedig mogelijk een besluit tot herplaatsing te nemen ten aanzien van de geselecteerde herplaatsingskandidaten en hen van dit besluit in kennis te stellen. Nederland heeft de herplaatsingsprocedure zo vorm gegeven dat ambtenaren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en het Centraal Orgaan voor de Opvang van Asielzoekers vervolgens naar Griekenland gaan om de kandidaten te interviewen en voor te bereiden op hun komst naar Nederland. De duur van deze fase hangt uiteraard af van het aantal mensen dat wordt herplaatst. Het doel van deze interviews is om informatie te verzamelen over de asielzoekers met als doel om snel na aankomst een besluit te kunnen nemen over de asielaanvraag. Daarmee komen herplaatsers in een gunstigere positie dan asielzoekers die ongeregistreerd zijn doorgereisd naar Nederland. Asielzoekers die via herplaatsing naar Nederland komen krijgen sneller duidelijkheid over hun asielaanvraag. Dat is ook nadrukkelijk de bedoeling. Nederland wil de boodschap uitdragen dat asiel in Europa via herplaatsing dient te verlopen en men niet, al dan niet via een mensensmokkelaar, het recht heeft zelf het land van bestemming te kiezen.

Bovenstaande huidige werkwijze is in overeenstemming met het juridisch kader dat staat beschreven in de Raadsbesluiten. Met deze werkwijze wordt enerzijds beoogd om de extra druk op het Nederlandse asiel- en opvangsysteem te beperken en anderzijds om herplaatsing tot een aantrekkelijk alternatief voor asielzoekers in Griekenland te maken, in plaats van het ongecontroleerd doorreizen vanuit Griekenland naar andere lidstaten.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2165.

X Noot
2

Raadsbesluit (EU) 2015/1523 en Raadsbesluit (EU) 2015/1601.

Naar boven