19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2136 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND

Voorgesteld 16 februari 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het WODC-onderzoek blijkt dat een overgrote meerderheid van de Ranov-vergunninghouders zich Nederlander voelt en wil naturaliseren, maar dit onder meer vanwege tegenwerking van het land van herkomst onmogelijk wordt gemaakt;

overwegende dat inmiddels om dezelfde reden is overgegaan tot versoepeling van het beleid voor etnische Armeniërs uit Azerbeidzjan;

verzoekt de regering, dezelfde versoepeling toe te passen op de resterende groep Ranov-vergunninghouders indien de vooruitzichten voor deze groep om te naturaliseren vóór 1 juli aanstaande niet zijn verbeterd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Naar boven