19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2133 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2016

Tijdens het Algemeen Overleg op 21 januari ter voorbereiding op de JBZ raad heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het bijdragen aan de opvangkosten zodra een asielzoeker of vergunninghouder beschikt over eigen vermogen of inkomsten.

Het beleid om asielzoekers en vergunninghouders in de opvang te laten bijdragen aan de opvangkosten is vastgelegd in artikel 20 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) en nader uitgewerkt in de Regeling Eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 (Reba 2008). Uit de Rva 2005 volgt dat, indien een asielzoeker of vergunninghouder in de opvang beschikt over een vermogen groter dan de vermogensgrens ex artikel 34 van de Participatiewet of inkomsten heeft, anders dan een uitkering op grond van de Kinderbijslagwet of op basis van deze regeling, die asielzoeker of vergunninghouder in de opvang aan het COA een vergoeding verschuldigd is in de kosten van zijn opvang alsmede van de opvang van zijn gezinsleden. Persoonlijke bezittingen, zoals horloges, trouwringen, computers en telefoons worden doorgaans niet beschouwd als eigen vermogen.

Tijdens de identificatie- en registratieprocedure wordt door de Vreemdelingenpolitie de bagage en de kleding van asielzoekers gecontroleerd. De waardevolle zaken die worden aangetroffen (zoals geld) worden geregistreerd. Wanneer aan de asielzoeker opvang wordt verleend, stelt het COA aan de asielzoeker de vraag of hij/zij beschikt over eigen middelen of inkomen. Als dat niet het geval is, dan wordt de asielzoeker in het kader van het rechten- en plichtengesprek gevraagd een formulier te ondertekenen waarin de asielzoeker verklaart geen eigen middelen te hebben die de bovengenoemde vermogensgrens overschrijden. Het COA heeft geen inzicht in (buitenlandse) bankgegevens van een asielzoeker.

Voor asielzoekers of vergunninghouders in de opvang die inkomsten ontvangen uit werk geldt dat het COA 6 weken na ontvangst van de loonstrook zorgt voor een inhouding. Het gaat hierbij om een verrekening met het eet- en leefgeld. Indien achteraf blijkt dat een vreemdeling tijdens zijn verblijf in de COA-opvang beschikte over een vermogen of inkomsten, dan kan het COA de kosten van de opvang terugvorderen.

Het COA heeft in 2014 in totaal 178.000 euro ingehouden in het kader van de Reba 2008. Voor 2015 is het definitieve bedrag nog niet beschikbaar. Het COA onderzoekt momenteel de mogelijkheden om beter inzage te krijgen in de gegevens die noodzakelijk zijn ter vaststelling van inkomen en vermogen als bedoeld in de Reba 2008. Hiertoe zal het COA in overleg treden met betrokken instanties, zoals de Belastingdienst en het Bureau Keteninformatisering Werk & Inkomen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven