Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2016
Tijdens het Algemeen Overleg op 21 januari ter voorbereiding op de JBZ raad heb ik
toegezegd uw Kamer te informeren over het bijdragen aan de opvangkosten zodra een
asielzoeker of vergunninghouder beschikt over eigen vermogen of inkomsten.
Het beleid om asielzoekers en vergunninghouders in de opvang te laten bijdragen aan
de opvangkosten is vastgelegd in artikel 20 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers
en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) en nader uitgewerkt in de Regeling
Eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 (Reba 2008). Uit de Rva 2005
volgt dat, indien een asielzoeker of vergunninghouder in de opvang beschikt over een
vermogen groter dan de vermogensgrens ex artikel 34 van de Participatiewet of inkomsten
heeft, anders dan een uitkering op grond van de Kinderbijslagwet of op basis van deze
regeling, die asielzoeker of vergunninghouder in de opvang aan het COA een vergoeding
verschuldigd is in de kosten van zijn opvang alsmede van de opvang van zijn gezinsleden. Persoonlijke
bezittingen, zoals horloges, trouwringen, computers en telefoons worden doorgaans
niet beschouwd als eigen vermogen.
Tijdens de identificatie- en registratieprocedure wordt door de Vreemdelingenpolitie
de bagage en de kleding van asielzoekers gecontroleerd. De waardevolle zaken die worden
aangetroffen (zoals geld) worden geregistreerd. Wanneer aan de asielzoeker opvang
wordt verleend, stelt het COA aan de asielzoeker de vraag of hij/zij beschikt over
eigen middelen of inkomen. Als dat niet het geval is, dan wordt de asielzoeker in
het kader van het rechten- en plichtengesprek gevraagd een formulier te ondertekenen
waarin de asielzoeker verklaart geen eigen middelen te hebben die de bovengenoemde
vermogensgrens overschrijden. Het COA heeft geen inzicht in (buitenlandse) bankgegevens
van een asielzoeker.
Voor asielzoekers of vergunninghouders in de opvang die inkomsten ontvangen uit werk
geldt dat het COA 6 weken na ontvangst van de loonstrook zorgt voor een inhouding.
Het gaat hierbij om een verrekening met het eet- en leefgeld. Indien achteraf blijkt
dat een vreemdeling tijdens zijn verblijf in de COA-opvang beschikte over een vermogen
of inkomsten, dan kan het COA de kosten van de opvang terugvorderen.
Het COA heeft in 2014 in totaal 178.000 euro ingehouden in het kader van de Reba 2008.
Voor 2015 is het definitieve bedrag nog niet beschikbaar. Het COA onderzoekt momenteel
de mogelijkheden om beter inzage te krijgen in de gegevens die noodzakelijk zijn ter
vaststelling van inkomen en vermogen als bedoeld in de Reba 2008. Hiertoe zal het
COA in overleg treden met betrokken instanties, zoals de Belastingdienst en het Bureau
Keteninformatisering Werk & Inkomen.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff