19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2086 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2015

Inleiding

De nu al geruime tijd aanhoudende hoge asielinstroom heeft tot gevolg dat een goede uitvoering van het vreemdelingenbeleid alleen mogelijk is als het Kabinet steeds alert blijft op benodigde maatregelen en aanpassing van relevant beleid en regelgeving. Deze brief gaat in op enkele maatregelen die het Kabinet neemt in de asielprocedure en op het terrein van nareizende gezinsleden

Sporenbeleid

In de huidige situatie behandelt de IND alle (eerste) asielaanvragen (met uitzondering van Dublin-claimanten) volgens eenzelfde werkwijze. Dit heeft vanwege de huidige hoge instroom tot gevolg dat de wachttijden voor alle aanvragers aanzienlijk opgelopen zijn en bij ongewijzigd beleid verder zullen oplopen. Zowel voor kansrijke aanvragen als voor kansarme aanvragen. Deze gelijkvormige aanpak doet geen recht aan de verschillen tussen aanvragers en leidt tot een suboptimale besteding van capaciteit en geld. De IND heeft daarom een sporenbeleid ontwikkeld om voor verschillende doelgroepen verschillende procedures (sporen) te kunnen gebruiken. Door binnen deze sporen bepaalde procesaanpassingen door te voeren, kan de asielprocedure op een effectievere manier plaatsvinden.

Concreet bestaat het sporenbeleid uit vijf sporen. In een vroeg stadium (aanmeldfase) bepaalt de IND welke procedure (spoor) wordt gevolgd voor de asielaanvraag. De kansrijkheid van de asielaanvraag wordt onderkend en de te volgen procedure gekozen. Het kabinet hecht er overigens aan te benadrukken dat de betreffende sporen volgen ná identificatie en registratie. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, is het proces van identificatie en registratie zeer van belang om te voorkomen dat vreemdelingen met bijvoorbeeld een 1F-verdenking, kwade intenties of mogelijk onjuiste motieven eenvoudig instromen in onze asielprocedure.

De vijf sporen:

  • Evident kansarme asielaanvragen kunnen snel worden behandeld en afgewezen, waarnaar kan worden ingezet op terugkeer. Dublin-claimanten zijn hier een voorbeeld van (spoor 1).

  • Evident kansarme asielaanvragen kunnen snel worden behandeld en afgewezen voor asielzoekers afkomstig uit een veilig land van herkomst of die reeds elders in de EU bescherming hebben (spoor 2).

  • Evident kansrijke asielaanvragen kunnen versneld worden behandeld en ingewilligd (spoor 3). Te denken valt aan goed gedocumenteerde Syriërs, Staatloze Palestijnen uit Syrië en Eritreërs. Deze groep krijgt in beginsel geen gefinancierde rechtshulp meer.

  • Daarnaast zijn er asielaanvragen die de IND behandelt in de asielprocedure zoals die in de huidige situatie wordt toegepast (spoor 4).

  • Tot slot zijn er zaken waarbij er sprake is van een mogelijke inwilliging, maar waarvoor aanvullend onderzoek nodig is naar identiteit/nationaliteit (spoor 5). Te denken valt aan niet goed gedocumenteerde Syriërs.

Elk spoor blijft met voldoende waarborgen omkleed. Het sporenbeleid voorziet nadrukkelijk in terugvalscenario’s bij signalen van bijvoorbeeld identiteitsfraude of gevaar voor de openbare orde. In zulke gevallen wordt de behandeling van de asielaanvraag voortgezet in de asielprocedure zoals die in de huidige situatie wordt toegepast (spoor 4), dan wel vindt er aanvullend onderzoek plaats. Het is daarom vooraf niet te zeggen in hoeveel gevallen de snellere sporen kunnen worden benut. Ook is gezien de hoge instroom niet te verwachten dat de wachttijden (snel) zullen dalen. Wel kan de IND met dit sporenbeleid gerichter werken, mensen die misbruik maken van de asielprocedure sneller afwijzen en bij blijvend hoge instroom verdere oploop van de wachttijden temperen.

Nareizende gezinsleden

Nareizende gezinsleden van asielzoekers vormen een fors aandeel in de huidige instroom. Het behandelen van de nareisaanvragen vergt IND capaciteit die niet ingezet kan worden voor andere aanvragen. Nareizende gezinsleden die in Nederland arriveren, maken gebruik van opvang bij het COA voordat zij worden gehuisvest in de gemeente. Deze COA-opvang duurt nu te lang en is mede oorzaak van grote druk op de opvang.

Om de asielinstroom ook op het terrein van gezinshereniging in goede banen te leiden, neemt het Kabinet de volgende maatregelen.

Verlenging van de beslistermijn

Zodra een asielzoeker een asielvergunning heeft ontvangen, kan hij/zij binnen 3 maanden (indientermijn) een nareisaanvraag indienen voor gezinsleden.

Daarna heeft de overheid een standaard beslistermijn van 3 maanden (met de mogelijkheid in individuele gevallen te verlengen met nog eens 3 maanden). De hoge instroom dwingt de IND om, naast het sporenbeleid, prioriteit te geven aan het onderzoeken en behandelen van asielaanvragen van reeds in Nederland verblijvende asielzoekers. Daarom wil ik de ruimte die de EU Gezinsherenigings-richtlijn biedt benutten en de standaard beslistermijn verlengen naar 9 maanden.

Ook de mogelijkheid die de EU Gezinsherenigingsrichtlijn biedt om de indieningstermijn van een aanvraag te verlengen van 3 naar 6 maanden wil ik benutten.

Het Kabinet zal hiertoe een wetswijziging voorbereiden.

Nareizende gezinsleden direct huisvesten in de gemeente

Nareizende gezinsleden die in Nederland arriveren, maken in eerste instantie gebruik van opvang bij het COA voordat zij worden gehuisvest in de gemeente. Dit legt druk op de opvangplekken bij het COA, die hard nodig zijn voor het onderdak bieden aan nieuwe asielzoekers. Daarom werken COA, Platform Opnieuw Thuis en gemeenten samen om nareizigers bij aankomst in Nederland direct of zo snel mogelijk te huisvesten in de gemeente. Zij tellen mee in de taakstelling voor gemeentelijke huisvesting van vergunninghouders.

Vanuit het Platform Opnieuw Thuis worden verbeteringen in gang gezet op het gebied van de digitale gegevensuitwisseling tussen IND, COA en gemeenten over nareisaanvragen. IND en COA zorgen dat het voor gemeenten eerder inzichtelijk wordt dat er nareizende gezinsleden komen naast de aanvragende vergunninghouder die reeds in Nederland is. Gemeenten committeren zich op hun beurt om aan de slag te gaan met het zoeken en regelen van woonruimte voor de nareizigers (en aanvragende vergunninghouder) zodra een nareisaanvraag is ingediend. Dat betekent overigens niet dat de aanvragende vergunninghouder (de referent) voor aankomst van het gezin reeds in een gezinswoning wordt gehuisvest. Door versnelling van de informatie-uitwisseling vermindert alleen de tijd die nagereisde gezinsleden drukken op de COA-capaciteit.

Bewijsnood en kosten nader onderzoek voor aanvrager

Nareisaanvragen worden ingewilligd als de gezinsband aannemelijk wordt gemaakt. Als de aanvrager geen bewijsmiddelen kan overleggen, dan neemt de IND vaak bewijsnood aan en is er de mogelijkheid voor nader onderzoek (DNA-onderzoek en/of ID-gehoor op de buitenlandse post). Deze procedure is conform de EU Gezinsherenigingsrichtlijn.

Met name bij Eritrese nareisaanvragen is er vaak bewijsnood en vinden er vaak nadere onderzoeken plaats (DNA onderzoek en/of ID-gehoor). Ook na zulk onderzoeken zijn er relatief veel afwijzingen (circa 70%) van Eritrese aanvragen. Dit legt een beslag op de capaciteit en de kosten van de IND en de buitenlandse posten. Op de buitenlandse post in Khartoem is er sprake van sterk oplopende wachttijden bij het afhandelen van Eritrese nareisaanvragen doordat er veel tijd en capaciteit besteed wordt aan vaak kansloze aanvragen.

Het streven is om voor deze kansloze aanvragen de drempel te verhogen en de druk te verminderen op de capaciteit en middelen van de IND en buitenlandse posten.

Als de aanvrager niet beschikt over officiële documenten om de gezinsband aan te tonen, dan zal de IND voortaan vragen om andere (privé)documenten te overleggen (foto’s, check op facebook, beeldmateriaal et cetera). Hieruit kan een gezinsband aannemelijk blijken, maar ook kan dit leiden tot een afwijzing. Bij twijfel kan de IND een DNA onderzoek en/of ID-gehoor op de buitenlandse post aanbieden. Het voornemen is om in geval van afwijzing van de aanvraag na een DNA-onderzoek en/of ID-gehoor op de buitenlandse post de kosten daarvan in rekening te brengen bij de aanvrager. Wel zal nog gekeken worden naar de doelmatigheid van deze maatregel. Immers, de administratie last moet opwegen tegen de baten. Dat deze maatregel een drempel opwerpt voor aanvragers met een kansloze aanvraag is voor het kabinet een belangrijk signaal.

Zoals bericht in een eerdere brief aan uw Kamer heeft de IND in de afgelopen periode substantieel extra capaciteit ingehuurd om de vele asiel- en nareisaanvragen af te handelen. Desalniettemin zijn ook de in deze brief opgenomen maatregelen nodig om de gestegen asielinstroom op ordentelijke wijze het hoofd te kunnen bieden.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven