19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2029 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2015

Met deze brief informeer ik uw Kamer over een beleidswijziging ten aanzien van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (lhbt) asielzoekers afkomstig uit de Russische Federatie. Aanleiding voor deze beleidswijziging is het recent verschenen ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ambtsbericht beslaat de periode van juli 2014 tot en met juli 2015.

Tijdens het verslag algemeen overleg met uw Kamer op 2 juli jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 104, item 5) heb ik uw Kamer toegezegd om na het verschijnen van het algemeen ambtsbericht over de Russische Federatie nader in te gaan op de vraag of Russische lhbt’s zouden moeten worden benoemd tot speciale groep in het landenbeleid. Tevens heb ik toegezegd om het vestigingsalternatief voor Russische lhbt’s nader te bezien.

Het ambtsbericht stelt dat het klimaat voor leden van de lhbt-gemeenschap in Rusland niet is verbeterd ten opzichte van de vorige verslagperiode. Door het in werking treden op 1 juli 2013 van de federale wet, die het propageren van niet-traditionele seksuele relaties onder minderjarigen verbiedt, zijn de antihomo sentimenten onder de bevolking verder aangewakkerd. Ook verschaft de wet in de praktijk radicale groeperingen een vrijbrief om lhbt’s aan te vallen, te intimideren of te discrimineren, aangezien autoriteiten nauwelijks optreden tegen uitingen van geweld en intimidatie jegens lhbt’s.

Niet alleen is de situatie niet verbeterd, er vinden, aldus een vertrouwelijke bron die in het ambtsbericht wordt geciteerd, ook steeds meer aanvallen op lhbt’s plaats. Er zouden zich overal in het land homofobe groeperingen en individuen bevinden en actief zijn. Ook de media dragen bij aan een homofoob klimaat. Tevens worden lhbt’s bedreigd via internet. Het Russisch onderzoekscentrum SOVA gaf aan dat het aantal aanvallen op lhbt’s in 2014 was afgenomen. Dit zou echter deels samenhangen met het feit dat er minder openbare orde acties door lhbt’s worden georganiseerd. Het toegenomen aantal aanvallen dat eerder werd genoemd op basis van een vertrouwelijke bron lijkt dan eerder te maken te hebben met individueel gerichte aanvallen.

Ook staat, anders dan in het vorige ambtsbericht, niet vermeld dat de stigmatisering en sociale buitensluiting van lhbt’s in de Russische regio’s en plattelandsdelen over het algemeen erger zijn dan in de grotere Russische steden zoals Moskou en Sint-Petersburg.

Zoals bij uw Kamer bekend (Kamerstuk 19 637, nr. 1880), werd het asielbeleid ten aanzien van lhbt’s afkomstig uit de Russische Federatie in augustus 2014 versoepeld. Die versoepeling hield in dat van Russische lhbt’s, die aannemelijk maken dat zij in de Russische Federatie een gegronde vrees hebben voor vervolging of schending van artikel 3 EVRM, niet langer verwacht wordt dat ze, voorafgaand aan hun vertrek, bescherming bij de Russische autoriteiten vragen. De informatie in het ambtsbericht gaf destijds geen aanleiding tot een verdergaande beleidswijziging.

De beschrijving in het nieuwe ambtsbericht heeft ertoe geleid dat ik heb besloten om lhbt’s aan te wijzen als risicogroep. De vreemdeling die behoort tot een bevolkingsgroep die in het landgebonden beleid is aangewezen als een risicogroep kan al met geringe indicaties aannemelijk maken dat hij op grond van de gestelde problemen vreest voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag.

De gestelde vrees voor vervolging zal wel nog steeds met individuele feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt moeten worden.

Voorts zal er, nu er in het ambtsbericht niet langer sprake is van een verschil tussen de Russische regio’s en plattelandsdelen enerzijds en grotere Russische steden anderzijds, uiterst terughoudend worden omgegaan met het tegenwerpen van een vestigingsalternatief.

Voor het overige geeft de informatie in het ambtsbericht geen aanleiding om het beleid ten aanzien van Russische vreemdelingen te wijzigen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven