19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2009 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2015

Bij de regeling van werkzaamheden van 19 mei 2015 (Handelingen II 2013/14, nr. 84, Regeling van Werkzaamheden) heeft uw Kamer verzocht om een brief over de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2015 (zaaknr. AWB 14–4474). Met deze brief geef ik invulling aan dit verzoek.

De uitspraak ziet op een niet rechtmatig in Nederland verblijvende meerderjarige vreemdeling, en zijn verzoek aan de gemeente Amsterdam om opvang te verlenen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mede gelet op het rapport van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) van 1 juli 2014 is de rechtbank van oordeel dat ook een meerderjarige vreemdeling zonder geldige verblijfsstatus een onvoorwaardelijk recht heeft op toegang tot onderdak.

Tegen de uitspraak staat voor de gemeente Amsterdam hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep. Ten tijde van het opstellen van deze brief, bestudeerde de gemeente Amsterdam de uitspraak nog. Van de uitspraak van 8 mei jl. gaat geen precedentwerking uit, dat wil zeggen dat andere rechtbanken niet verplicht zijn deze uitspraak te volgen. Er zijn, zoals ook eerder bericht, ook andere zaken in behandeling bij zowel de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State als bij de Centrale Raad van Beroep, waarin een in de kern vergelijkbare rechtsvraag aan de orde is. Uitspraken van deze hoogste instanties inzake het bestuursrecht bieden wel een precedent en zullen zoals te doen gebruikelijk door mij ook worden meegenomen bij het ontwikkelen van het beleid.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven