Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 19637 nr. 1985 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 19637 nr. 1985 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2015
Met deze brief bied ik u het onderzoeksrapport «Ranov en afgewezen Naturalisatieverzoeken» aan1. Hiermee voldoe ik aan de toezegging van de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tijdens het Algemeen Overleg vreemdelingen- en asielbeleid van 29 oktober 2014 om u te informeren over de redenen voor afwijzing van 940 naturalisatieverzoeken van Ranov-vergunninghouders (Kamerstuk 19 637, nr. 1936). Bij brief van 21 november 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1928) is toegezegd de onderzoeksresultaten op 1 april 2015 aan de Kamer aan te bieden.
Tevens heeft uw Kamer gevraagd om een onafhankelijk onderzoek naar de motieven van Ranov-vergunninghouders om geen naturalisatieverzoek in te dienen. In de brief van 21 november 2014 is toegezegd dat u de resultaten daarvan op 1 oktober 2015 ontvangt.
Uitkomsten onderzoek
De grondslag voor het onderzoek betrof 820 afwijzingen in plaats van de eerder door mijn ambtsvoorganger genoemde 940 afwijzingen.2 Uit het onderzoek is als gemiddeld profiel van de 820 Ranov-vergunninghouders met een afgewezen naturalisatieverzoek het volgende naar voren gekomen:
• 66% is man; 34% is vrouw;
• de top 3 aan nationaliteiten is de Chinese (11%), Iraakse (10%),
Sierraleoonse (8%);
• de gemiddelde leeftijd is 30 jaar.
In 280 zaken is uitgebreider onderzoek gedaan. Anders dan bij de 820 zaken zijn hierbij ook de digitale dossierstukken geraadpleegd. Dit gedeelte van het onderzoek toont aan dat vier afwijzingsgronden zijn aan te wijzen, die op meer dan 10% van de afgewezen naturalisatieverzoekers van toepassing zijn. Het betreft:
1. identiteit en/of nationaliteit niet vastgesteld (61%)
2. medeverlening van een minderjarige afgewezen (17%)
3. openbare orde aspecten (16%)
4. niet voldoende lang toelating en rechtmatig verblijf (11%).
Het bovenstaande geeft aan dat als een naturalisatieverzoek van een Ranov-vergunninghouder is afgewezen, dit in de meerderheid (61%) van de gevallen is gebeurd wegens het niet hebben overgelegd van (correcte) buitenlandse bewijsstukken ter zake van persoonsgegevens en/of nationaliteit.
Uit het dossieronderzoek in de 280 zaken blijkt tevens dat als de Ranov-vergunninghouder tegen de afwijzing van zijn naturalisatieverzoek (ongeacht om welke reden het verzoek is afgewezen) rechtsmiddelen instelt, dit in beperkte mate alsnog leidt tot inwilliging van het verzoek. Mede omdat soms een tweede naturalisatieverzoek is ingediend, blijken in de groep van 280 personen van wie het dossier is onderzocht 40 personen (15% van de 280) te zitten die na de peildatum 30 september 2014 alsnog het Nederlanderschap hebben verkregen. Van deze 40 personen was 60% in eerste instantie alleen afgewezen omdat de identiteit en/of nationaliteit niet was vastgesteld.
Hoofdstuk 4 van het onderzoek neemt 140 zaken van de 280 nader onder de loep en bekijkt welke actie betrokkene heeft verricht om aan een geldig buitenlands paspoort en/of een gelegaliseerde of van apostillestempel voorziene geboorteakte te komen. Het gaat hierbij om 140 naturalisatieverzoeken die om reden van identiteit en/of nationaliteit zijn afgewezen, waartegen niet met succes een rechtsmiddel is ingesteld en evenmin een geslaagd tweede naturalisatieverzoek is ingediend. Aan de hand van vijf mogelijke acties die betrokkene kan ondernemen om aan juiste documenten te komen, is in deze 140 dossiers onderzocht wat daadwerkelijk was ondernomen.
In zijn algemeenheid blijkt dat in deze dossiers niet naar voren komt dat deze betrokkenen zeer actief en tevens doelgerichte pogingen hebben ondernomen om aan de juiste documenten te komen. Een van de bevindingen in het onderzoek is dat er dossiers zijn waarin, ook na navraag door de IND bij betrokkene, niet duidelijk wordt waarom de verzoeker niet beschikt over de vereiste documenten.
Omdat het van groot belang is dat naturalisatie tot Nederlander plaatsvindt op juiste persoonsgegevens en/of nationaliteit, vind ik dat van betrokkene een voldoende inspanning mag worden verwacht om aan buitenlandse identiteits- en nationaliteitsbewijsstukken te komen. Op 1 januari 2015 waren 850 naturalisatieverzoeken van Ranov-vergunninghouders afgewezen en 8.080 verzoeken ingewilligd. Hieruit volgt dat tot en met 31 december 2015 bijna tien keer zo vaak is ingewilligd als afgewezen.3
Tijdelijke vrijstelling voor Syrisch paspoort en geboorteakte uit Syrië
Met de brief van 21 november 2014 bent u tevens geïnformeerd over het tijdelijk vrijstellen van het overleggen van een Syrisch paspoort en een geboorteakte uit Syrië bij procedures ter verkrijging van de Nederlandse nationaliteit. Van de gelegenheid van deze brief maak ik graag gebruik om u te informeren dat ik heb besloten om de vrijstelling van het overleggen van een Syrisch paspoort en een geboorteakte uit Syrië te verlengen tot 1 april 2016. De reden daarvoor is het op dit moment onvolledig functioneren van de registers van de Syrische burgerlijke stand en de Syrische vertegenwoordigingen in het buitenland.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff
Gebleken is bij een verkennende steekproef voorafgaand aan het dossieronderzoek dat tussen deze 940 dossiers ook verzoeken zaten die al waren ingewilligd. Hierdoor zijn tijdens het debat op 29 oktober 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1936, p. 31) en later in de brief van 21 november 2014 andere cijfers verstrekt met betrekking tot de peildatum 30 september 2014. Voor een toelichting hierop verwijs ik u naar het meegestuurde onderzoek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19637-1985.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.