19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1935 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2014

Tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 25 en 26 november jl. heb ik uw Kamer toegezegd bij de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) na te zullen gaan op welke wijze zij adviseert het Nederlandse hervestigingsquotum van 500 plaatsen in te vullen voor 2015 (Handelingen II 2014/15, nrs. 28 en 29).

Aan UNHCR is voorgelegd of het zijn voorkeur heeft dat met name Syrische vluchtelingen worden geselecteerd of dat ook rekening moet worden gehouden met de noden in de rest van de wereld. Het gezamenlijk antwoord van UNHCR Genève, Brussel en Nederland luidt dat zij voorkeur hebben voor de volgende planning: 100 plaatsen voor individuele dossiers, 250 Syrische vluchtelingen en 150 plaatsen voor vluchtelingen uit de rest van de wereld die in aanmerking komen voor hervestiging.

Concreet betekent dit dat de 250 Syrische plaatsen in het hervestigingsquotum voor 2015 in overleg met UNHCR worden gevuld met een missie naar Libanon en een missie naar Turkije en mogelijk nog met een extra missie naar de regio.

De 150 overige plaatsen zullen worden gevuld met een hervestigingsmissie naar Kenia en Thailand voor vluchtelingen van diverse nationaliteiten. De 100 individuele voordrachten kunnen uit de hele wereld worden voorgedragen door UNHCR.

Tijdens de UNHCR Pledging Conferentie over Syrische vluchtelingen die op 9 december plaats vond heb ik opnieuw mijn bereidheid uitgesproken om in 2015 250 Syrische vluchtelingen te accepteren voor hervestiging.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven