19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1908 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 30 oktober 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ook kinderen die in Nederland zijn geboren, en via het generaal pardon een vergunning hebben verkregen, niet kunnen naturaliseren en daardoor formeel stateloos zijn;

overwegende dat artikel 7, lid 1, van het Kinderrechtenverdrag voorschrijft dat kinderen bij geboorte recht hebben op een nationaliteit en dat Nederland onder meer volgens het Verdrag tot beperking der staatloosheid uit 1961 de verantwoordelijkheid heeft stateloosheid tegen te gaan;

verzoekt de regering, deze groep kinderen niet tegen te werpen dat de ouders geen paspoort en/of geboorteakte uit het land van herkomst hebben overlegd, zodat deze kinderen succesvol kunnen naturaliseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Schouw

Voortman

Gesthuizen

Naar boven