19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1852 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2014

Bij brief van 4 november 2013 zond de Vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie mij een kopie van een brief van de Nationale ombudsman aan Uw Kamer van 9 oktober 2013. De Nationale ombudsman wijst in die brief op de door hem gedane aanbeveling in zijn rapport van 2 oktober 2013, met nummer 2012.06772 016. In dit rapport beveelt hij aan om aan vreemdelingen aan wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag is tegengeworpen op verzoek tussentijdse informatie te verstrekken over de stand van zaken met betrekking tot hun strafvorderlijke status. U verzoekt mij in uw brief van 4 november 2013 om een reactie hierop.

Nadat de Nationale ombudsman het rapport uitbracht, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie hierop bij brief van 22 april 2014 aan de Nationale ombudsman een inhoudelijke reactie gegeven. Daarin heeft de Minister van Veiligheid en Justitie aangegeven dat hij de door de Nationale ombudsman gedane aanbeveling niet overneemt. Graag verwijs ik u naar deze brief, die ik als bijlage hierbij voeg1.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven