19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1813 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2014

Met deze brief kom ik een toezegging na die betrekking heeft op de procedure om vervanging van een verblijfsdocument na verlies, diefstal of beschadiging. Daarnaast informeer ik u over het invoeren van een legesbedrag voor het indienen van een aanvraag om een verblijfsvergunning in het kader van de definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen en voor het indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van het buitenschuldbeleid.

Toezegging over doorlooptijden bij aanvraag om vervanging verblijfsdocument

In de schriftelijke antwoorden in het kader van de begrotingsbehandeling van 20 november 2013 jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 26, item 3 en 6) heb ik uw Kamer aangegeven te bezien of wijzigingen in het beleid noodzakelijk zijn voor de afgifte van een verblijfsvergunning na verlies, diefstal of beschadiging voor wat betreft de doorlooptijden.

De redelijke termijn om te beslissen op een dergelijke aanvraag bedraagt conform de Algemene wet bestuursrecht 8 weken. Deze termijn acht ik redelijk gezien het aantal handelingen dat door de IND moet worden verricht voordat het document kan worden afgegeven. Uit onderzoek over de afgelopen maanden blijkt dat het overgrote deel van deze aanvragen binnen de redelijke termijn wordt afgehandeld. In het geval de betrokken vreemdeling aangeeft dat deze op korte termijn naar het buitenland moet reizen, tracht de IND hier rekening mee te houden bij het behandelen van de aanvraag. De IND beziet dan of het proces versneld kan worden. Ik zie op grond van het voorgaande geen redenen om beleidsmatige aanpassingen door te voeren.

Invoeren leges voor regeling langdurig verblijvende kinderen en buiten schuld

Uit de laatste Rapportage Vreemdelingenketen die op 4 april 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1800) aan de Tweede Kamer is verstuurd, blijkt dat het aantal ingediende aanvragen op grond van de definitieve regeling voor langdurig verblijvende kinderen aanzienlijk groter is dan van tevoren verwacht (400 aanvragen in 2013). Gebleken is dat een aanzienlijk aantal aanvragen wordt afgewezen omdat evident niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Het betreft dan objectieve voorwaarden als leeftijd, niet ten minste vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar een asielaanvraag hebben gedaan of minder dan vijf jaar in Nederland hebben verbleven. In deze gevallen weet de vreemdeling, of kan hij weten, dat hij niet aan de voorwaarden voldoet. Toch wordt in deze gevallen een aanvraag ingediend waarop de IND een beslissing moet nemen en waartegen bezwaar en beroep kan worden ingediend. Ik wil de aanvrager bij laten dragen aan de kosten die het behandelen van een dergelijke aanvraag voor de overheid met zich meebrengt. Het legestarief voor het indienen van dergelijke aanvraag stelt ik vast op € 152. Hiermee verwacht ik ook het indienen van een op voorhand kansloze aanvraag om een verblijfsvergunning te ontmoedigen.

Ook voor de aanvraag om het indienen van een verblijfsvergunning met als reden dat de vreemdeling buiten zijn schuld Nederland niet kan verlaten (buiten schuld) voer ik een legestarief in. Met de inwerkingtreding van het Modern Migratiebeleid op 1 juni 2013 is de buitenschuldvergunning ondergebracht bij «tijdelijke humanitaire gronden». Daarmee is de aanvraag voor deze vergunning legesvrij geworden. Voor deze wijziging was het legestarief voor het zelfstandig indienen van een dergelijke aanvraag € 950.

Bij brief van 13 september 20131 heb ik de Tweede Kamer aangekondigd dat de buitenschuldvergunning ambtshalve door de IND wordt verleend na ontvangst van een positief advies van DT&V en na toetsing aan de algemene verblijfsvoorwaarden. Een buitenschuldvergunning wordt alleen verleend na een positief advies van de DT&V, waarin is geconstateerd dat de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden. Voor deze ambtshalve verlening betaalt de vreemdeling geen leges.

De mogelijkheid om zelfstandig een buitenschuldvergunning aan te vragen bestaat echter nog wel. Dit zijn vrijwel altijd op voorhand kansloze aanvragen omdat een advies van DT&V ontbreekt. Omdat deze aanvraag gratis is, kan deze procedure worden misbruikt om rechtmatig verblijf te creëren gedurende de procedure en de terugkeer te frustreren. Om de aanvrager bij te laten dragen aan de kosten die de behandeling van een dergelijke aanvraag voor de overheid met zich meebrengt, introduceer ik voor het zelfstandig indienen van een aanvraag om een buitenschuldvergunning een legestarief van € 304.

De nieuwe legestarieven voor de aanvragen om een verblijfsvergunning in het kader van de regeling langdurig verblijvende kinderen en «buiten schuld» gaan in met ingang van 1 juni 2014.

Voor de volledigheid zend ik u hierbij tevens een afschrift van de brief aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal waarin ik aangeef de leges voor een aanvraag om vervanging van een verblijfsdocument asiel voor bepaalde tijd te verlagen2.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1721.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven