19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1612 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2013

Tijdens de begrotingsbehandeling op 17 november 2011 heeft de toenmalig minister voor Immigratie en Asiel, naar aanleiding van vragen van het lid Nieuwenhuizen-Wijbenga, uw Kamer toegezegd te onderzoeken in hoeverre het efficiënter is uit te zetten vreemdelingen te laten escorteren door een burgerescorte in plaats van door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Hierbij doe ik, mede namens de minister van Defensie, deze toezegging gestand.

Uit een inventarisatie, waarbij onder meer informatie is ingewonnen bij de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) en een organisatie die private escorts aanbiedt, blijkt dat geen aanleiding bestaat om een andere partij dan de KMar in te zetten bij gedwongen vertrek.

De KMar voert het proces van gedwongen vertrek op een kwalitatief hoogwaardige manier uit. Hierbij wordt veel belang gehecht aan de efficiënte inzet van mens en middelen. Investeringen in opleidingen, waarbij onder meer aandacht is voor de-escalatie en proportioneel gebruik van dwang, dragen hieraan bij. De KMar geniet het vertrouwen van veel vliegtuigmaatschappijen en autoriteiten in het land van herkomst, vanwege de professionele uitstraling van de organisatie en de goede ervaringen die de partijen met elkaar hebben. De inventarisatie toont niet aan dat een private partij dit deelproces efficiënter en op een kwalitatief hoogwaardiger niveau kan uitvoeren. Daarnaast is het gebruik van dwang primair een taak voor de overheid. Wanneer dit belegd zou worden bij een private partij, terwijl de aansprakelijkheid voor diens gedragingen bij de Staat ligt, kan – in geval van incidenten – de legitimiteit van overheidshandelen ter discussie komen te staan. Een dergelijk argument hoeft niet van doorslaggevend belang te zijn. Echter, zolang er geen aanleiding is te veronderstellen dat een private partij dit proces beter en efficiënter kan uitvoeren, verdient het de voorkeur aan dit uitgangspunt vast te houden.

Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer hiermee voldoende heb geïnformeerd.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven