19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1605 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2013

Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer1 en tevens aan te geven op welke wijze een motie van het lid Spekman (PvdA) c.s. van september 20112 is uitgevoerd. Op basis van genoemde motie is toegezegd uw Kamer na een jaar te informeren over de verhuiscijfers van gezinnen met kinderen. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de resultaten van de door het COA verrichte registratie en analyse. Nagenoeg gelijktijdig met het verschijnen van de door het COA verrichte registratie werd door de werkgroep «Kind in azc» het rapport «Ontheemd» over de verhuizingen van asielzoekerskinderen in Nederland gepubliceerd. Ik zal hierna allereerst ingaan op de wijze waarop genoemde motie is uitgevoerd en vervolgens op verzoek van uw Kamer een reactie geven op het rapport over de verhuizingen van asielzoekerskinderen in Nederland.

Uitgangspunten van de registratie

Gedurende het jaar 2012 zijn de verhuisbewegingen van gezinnen met kinderen onder de 18 jaar in de populatie van het COA gemonitord. Zoals hierboven aangegeven vond de registratie plaats vanaf de aankomst in een asielzoekerscentrum. De verhuisbeweging van de centrale ontvangstlocatie naar de procesopvanglocatie en de verhuizing naar een asielzoekerscentrum zijn onderdeel van de procedure en worden daarom niet afzonderlijk geregistreerd. Naast de aantallen verhuizingen worden ook de redenen voor de verhuisbeweging aangegeven. De verhuizingen zijn niet met terugwerkende kracht geregistreerd. Het registreren met terugwerkende kracht kon in de systemen van het COA niet volledig betrouwbaar worden uitgevoerd omdat de systemen van het COA daar niet op waren ingericht. Het belangrijkste is dat de cijfers en redenen van de verhuizingen die op het huidige beleid gebaseerd zijn, worden weergegeven en geanalyseerd.

Inhoudelijke analyse

In het jaar 2012 zijn er 3794 verhuisbewegingen gemaakt door gezinnen met kinderen (exclusief de eerste, proceduregerelateerde, verhuizingen na binnenkomst evenals de verhuizingen naar aanleiding van een herhaalde aanvraag).

Voor wat betreft de oorzaken van de verhuizingen bleek uit de registratie dat veruit de grootste categorie verhuizingen bestond uit de verhuizingen van gezinnen op eigen verzoek (2118). Op de tweede plaats stonden de verhuizingen als gevolg van een overplaatsing naar de gezinslocatie of de vrijheidsbeperkende locatie, in totaal 1276. Het aantal verhuizingen als gevolg van een sluitend centrum (369) of een gedwongen overplaatsing (28) is laag geweest. De veronderstelling dat kinderen vaak verhuizen als gevolg van sluitende centra of door initiatie van het COA (niet zijnde procedurele redenen) wordt door deze registratie ontkracht.

Reeds genomen maatregelen om het aantal verhuizingen nog verder te reduceren

De toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft in een brief aan uw Kamer d.d. 24 oktober3 meegedeeld dat gezinnen met minderjarige kinderen waarvan de asielaanvraag is afgewezen en die niet binnen de wettelijke vertrektermijn zijn vertrokken voortaan rechtstreeks overgeplaatst worden naar een gezinslocatie. Zij hoeven dus niet eerst in een vrijheidsbeperkende locatie te verblijven. Deze keuze zal leiden tot minder verhuisbewegingen die als gevolg van de procedure plaatsvinden. De instroom in de centrale ontvangstlocatie en het verblijf in de procesopvanglocatie blijven gehandhaafd. De activiteiten die daar plaatsvinden maken onderdeel uit van de verbeterde asielprocedure die met instemming van uw Kamer tot stand is gekomen.

Besloten is voorts dat, indien vervolgaanvragen worden gedaan door gezinnen met kinderen, deze niet meer automatisch leiden tot (over)plaatsing naar een procesopvanglocatie. De gezinnen logeren in de procesopvanglocatie en hun plaats in de locatie waar zij verbleven blijft behouden. Het aantal verhuizingen naar aanleiding van de sluiting van centra zal tenslotte ook afnemen omdat het COA steeds meer structurele opvangcentra werft zodat er minder sluitingen plaatsvinden.

Informatievoorziening

Het COA zal de registratie en analyse van de verhuiscijfers structureel inbedden in de eigen informatievoorziening. Ik zal op basis daarvan uw Kamer jaarlijks informeren.

Met bovenstaande uiteenzetting over de resultaten van de door het COA verrichte registratie en analyse van de verhuiscijfers gedurende het jaar 2012 is al ingegaan op een aantal aanbevelingen uit het rapport «Ontheemd» over verhuizingen van asielzoekerskinderen. Hierna geef ik een meer uitgebreide reactie op de aanbevelingen uit het rapport, waarbij een aantal aanbevelingen is samengevoegd.

Aanbeveling

Een kind dat met zijn ouders in Nederland asiel aanvraagt, moet vanaf de aankomst in Nederland worden opgevangen op één vaste plek. Het opvangbeleid wordt losgekoppeld van de asielprocedure. Alle procedurele zaken en gesprekken rondom de behandeling van de asielaanvraag worden vanuit de permanente opvanglocatie geregeld. Dit geldt ook voor het werken aan integratie en terugkeer. Ook als het gezin is uitgeprocedeerd blijft de opvang plaatsvinden op de permanente opvangplek.

Ik deel de opvatting dat het van belang is het aantal verhuizingen van asielzoekers en hun gezin zo veel mogelijk te beperken. Als er een verhuizing plaatsvindt, buiten de verhuizingen die op eigen verzoek dan wel als sanctie plaatsvinden, is uitgangspunt van het COA om de verhuizing zoveel mogelijk tijdens de schoolvakantie te laten plaatsvinden. Als dat niet lukt wordt bezien of de verhuizing binnen de regio gerealiseerd kan worden, zodat kinderen onderwijs op dezelfde school kunnen blijven volgen. Daarnaast is, zoals eerder in deze brief al beschreven, een aantal aanvullende maatregelen getroffen om het aantal verhuizingen nog verder te beperken. Gezinnen met kinderen worden niet meer eerst in de vrijheidsbeperkende locatie geplaatst voordat zij in een gezinslocatie komen. Ook hoeven asielzoekers die een herhaalde aanvraag doen niet meer naar de procesopvanglocatie te verhuizen. Indirect zullen ook het beleid van het COA om meer structurele locaties te verwerven alsmede het beleid dat wordt ontwikkeld om stapeling van procedures te voorkomen bijdragen aan het nog verder verminderen van het aantal verhuizingen. Met de aanbeveling om gezinnen met kinderen vanaf de aankomst in Nederland op één vaste plek op te vangen en het opvangbeleid los te koppelen van de asielprocedure kan ik niet instemmen. De verhuizingen die gerelateerd zijn aan het verblijf in de centrale ontvangstlocatie, na binnenkomst in Nederland, en in de procesopvanglocaties vormen een noodzakelijk onderdeel van de asielprocedure. De centrale ontvangstlocatie en procesopvanglocaties zijn mede bedoeld om voorlichting te krijgen van Vluchtelingen Werk Nederland, contact te hebben met de advocaat, een tbc onderzoek te plannen en te ondergaan, alsmede een medische check. De procesopvanglocaties zijn gevestigd in de nabijheid van een aanmeldcentrum, zodat de asielzoeker niet ver hoeft te reizen, wat ook weer de snelheid van de procedure bevordert. Met het huidige aantal asielzoekerscentra is het voor de partners in de keten niet haalbaar om de activiteiten die worden uitgevoerd in de procesopvanglocaties op ieder asielzoekerscentrum te laten plaatsvinden. Het is juist de concentratie van ketenpartners die het aanbod voor de asielzoeker mogelijk maakt. Dit betekent inderdaad dat aan het begin van de procedure extra reisbewegingen plaatsvinden. Deze vinden echter plaats binnen een korte termijn zodat de kinderen nog niet gesetteld zijn. Het belang van een effectief verblijf in de procesopvanglocaties, met een rust- en voorbereidingstermijn en alle activiteiten die daarbij op één locatie plaatsvinden en een verblijf dichtbij de aanmeldcentra waren punten die destijds ook door uw Kamer als positief werden beoordeeld. De meerwaarde voor de asielzoeker van de activiteiten die op een aantal locaties geconcentreerd worden aangeboden aan het begin van de procedure in combinatie met de bijdrage van deze werkwijze aan een snelle procedure wegen naar de mening van het kabinet op tegen de extra reisbeweging. Hoewel het COA er bij de verwerving van opvanglocaties naar streeft zoveel mogelijk langdurige contracten af te sluiten kan de sluiting van opvanglocaties dan wel de noodzaak een nieuwe locatie te openen niet worden uitgesloten. Verhuizingen om capacitaire redenen zullen dus niet geheel kunnen worden voorkomen. Voor gezinnen waarvan de vertrektermijn is verstreken en die zonder het verlenen van onderdak door de Rijksoverheid in een humanitaire noodsituatie zouden terechtkomen, blijft het recht bestaan op onderdak in een gezinslocatie.

Aanbeveling

Verspreid over het land moeten permanente, kleinschalige en kindvriendelijke opvangplekken worden gerealiseerd.

In het rapport wordt de aanbeveling gedaan om alle gezinnen met kinderen op kleinschalige, kindvriendelijke locaties te huisvesten. Uit eerdere informatie die ik ontving vanuit diverse NGO’s is gebleken dat hierbij de voorkeur bestaat voor het verwerven en inrichten van kleinschalige opvangvarianten die beheerd worden door particuliere, commerciële instanties. Deze vorm van opvang is echter niet aan de orde. De opvang van asielzoekers is een publieke taak die bij wet aan het COA is opgedragen. In de memorie van toelichting bij de Wet COA staat ook uitdrukkelijk vermeld dat het geen voorkeur verdient dat privaatrechtelijke organisaties met de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden worden belast. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat via een contractuele relatie met het COA opvang wordt verzorgd, zoals dat in geval van alleenstaande minderjarige vreemdelingen plaatsvindt. De opvang moet dan worden gerealiseerd conform het beleid dat het COA voert. Een dergelijke vorm van opvang zou echter een duidelijke meerwaarde, zowel inhoudelijk als financieel, moeten meebrengen. Uit de voorstellen die ik daaromtrent tot nu toe heb ontvangen, is die meerwaarde mij echter niet gebleken. Ik zal hierover binnenkort met een aantal NGO’s verder van gedachten wisselen. Daarnaast wil ik benadrukken dat de opvang van het COA voldoet aan alle (internationale) regelgeving. Daarenboven zijn de afgelopen jaren diverse extra voorzieningen, veelal met Europese financiering, tot stand gebracht. Tevens wordt, in goede afstemming met onder andere Defence for Children en Unicef, gewerkt aan voorzieningen zoals een website voor kinderen, ouders en professionals en worden trainingen gegeven aan COA medewerkers om hen nog beter bekend te maken met kinderrechten.

Aanbeveling

Een verhuizing van de ene opvangplek naar de andere vindt alleen plaats als uit een individueel «assessment» blijkt dat het in het belang van het kind is om te verhuizen. Een beslissing wordt alleen genomen als naar de mening van het kind is gevraagd en deze in de besluitvorming is meegenomen. Er wordt één instantie aangewezen die alle verhuisbewegingen van asielzoekerskinderen registreert en die hierover jaarlijks rapporteert aan de Tweede Kamer.

De aanbeveling om een verhuizing slechts te laten plaatsvinden als blijkt dat dit in het belang van het kind is en de mening van het kind in de besluitvorming is meegenomen, wordt onderzocht in een pilot die het COA uitvoert in goed overleg met betrokken NGO’s. In de pilot wordt gewerkt met een zogenaamd «verhuisprotocol». Op basis van dit protocol wordt met ouders gesproken over de gevolgen die een verhuizing voor kinderen kan hebben, zodat ouders zoveel mogelijk maatregelen kunnen nemen om mogelijk nadelige gevolgen voor hun kinderen te voorkomen.

Het COA zal de verhuisbewegingen blijven registreren, zodat ik uw Kamer hieromtrent periodiek, in de Rapportage Vreemdelingenketen, kan blijven informeren.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

VKC Veiligheid en Justitie

X Noot
2

TK 2011–2012, 19 637 nr. 1447

X Noot
3

TK 2012–2013, 19 637 nr. 1587 d.d. 24 oktober 2012

Naar boven