19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1548 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2012

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 7 juni 2012 met kenmerk 2012Z11441/2012D24322 inzake aanvragen visa en verblijfsvergunning mensen met Iraanse nationaliteit.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de Raad van de Europese Unie hebben sancties uitgevaardigd tegen Iran. Meest recentelijk zijn EU sancties vastgelegd in EU verordening 267/2012 van 23 maart 2012. Deze sancties verbieden in bepaalde sectoren overdracht van kennis over bepaalde technologie aan Iraanse personen bestemd voor gebruik in Iran. Het verrichten van arbeid of onderzoek door Iraanse onderdanen in bepaalde bedrijfssectoren in Nederland of aan Nederlandse universiteiten kan door dit verbod worden geraakt.

In afwachting van een nieuw beleidskader als gevolg van deze sanctieverordeningen, worden momenteel aanvragen van Iraniërs voor een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) of een verblijfsvergunning ten behoeve van werk en/of promotie aangehouden. De aanvragen voor studie en/of kort verblijf worden op de gebruikelijke wijze afgehandeld.

De inzet van het Kabinet is er op gericht dat ook de aanvragen voor arbeid voor de zomer zullen worden afgehandeld.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven