19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1512 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2012

Op 28 en 29 maart 2012 heb ik een werkbezoek gebracht aan Angola, met als doel het ondertekenen van het Memorandum of Understanding inzake samenwerking met Angola op het gebied van terugkeer en de bestrijding van illegale migratie. Ik heb ook een bezoek gebracht aan een school en een opvanghuis voor minderjarigen in Luanda. Tijdens dat werkbezoek heb ik gesproken met twee journalisten van Dagblad Trouw en de Telegraaf. Daarbij kwam ook Mauro ter sprake. Ik hecht eraan om richting uw Kamer, duidelijk aan te geven wat ik heb gezegd en in welke context. Ik benadruk dat hierbij door mij geen feiten zijn genoemd dan die reeds bij uw Kamer bekend zijn. Dat geldt ook voor de woordvoering richting media hierover.

Op verzoek van de twee journalisten, heb ik op 28 maart in Luanda met hen gesproken. Dit gesprek ging onder meer over het feit dat in het verleden veel alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit Angola naar Nederland zijn gekomen. Ik ben dan ook uitgebreid ingegaan op het amv-beleid.

Duidelijk is dat er over Mauro is gesproken, duidelijk is ook dat waar dat ging over zijn individuele omstandigheden, het initiatief lag bij de journalisten. Als wordt gevraagd naar de consequenties van het beleid, mag verwacht worden dat ik daar, waar mogelijk in algemene zin, antwoord op geef. Dit heb ik gedaan waar het onderwerp van gesprek fraude was. In de context van het werkbezoek, de zaken die spelen in Angola, vond ik het ook logisch om vragen over de zaak Mauro te beantwoorden. Waar ik me echter niet in herken, is het beeld dat ik in verband met het afleggen van onjuiste verklaringen door Mauro, zou hebben besloten dat Mauro – al dan niet voortijdig – zou moeten terugkeren naar Angola.

Het feit dat Mauro een studievergunning heeft gekregen, heb ik – in antwoord op een vraag daarover- genoemd in de context van de vaststelling dat er in Angola behoefte is aan geschoolde mensen. Ik heb de stelling van een van de journalisten bevestigd dat voor Mauro na ommekomst van zijn verblijf voor studie, terugkeer aan de orde is. Deze bevestiging is gebaseerd op het algemene feit dat een studievergunning altijd tijdelijk is voor de duur van de opleiding onder de daarvoor geldende voorwaarden. Ik ben hierbij niet vooruitgelopen op een afweging die bij een eventuele vervolgaanvraag aan de orde kan zijn. Ik sta dan ook voor de conclusies die uw Kamer en ik hebben getrokken in de debatten hierover.

Terugkijkend op het werkbezoek, dat vooral in het teken stond van opvang en terugkeer van amv’s, betreur ik het dat een misverstand is ontstaan dat vervelend is voor alle betrokkenen. Om die reden geef ik in deze brief de hiervoor geboden verduidelijking van de feiten.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers

Naar boven