De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat alle verblijfsaanvragen van Mauro en verzoeken om toepassing van de discretionaire bevoegdheid in het verleden
door de voorgangers van de huidige minister voor I&A telkens zijn afgewezen;
constaterende, dat de minister voor I&A tot eenzelfde afweging en beslissing is gekomen als zijn voorgangers;
constaterende, dat Mauro nimmer in het bezit van een verblijfsvergunning is geweest en nimmer aanspraak op een verblijfsvergunning
heeft kunnen maken;
constaterende, dat de minister voor I&A heeft aangegeven dat het Mauro, gelijk aan andere vreemdelingen, vrij staat om een
aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf in te dienen, gericht op een verblijf voor studiedoeleinden;
constaterende, dat de minister voor I&A heeft aangegeven dat het niet mogelijk is om, vooruitlopend op de daadwerkelijke indiening
van een daartoe strekkende aanvraag, daarover nu reeds een definitief oordeel te geven;
constaterende, dat vanuit de samenleving (meer in het bijzonder, het UAF) aan Mauro financiële en andere steun is toegezegd
om een studie te kunnen volgen, waarmee naar verwachting aan een belangrijke voorwaarde zal worden voldaan om zijn studieloopbaan
te kunnen vervolgen en zijn toekomstkansen te vergroten;
verzoekt de regering een eventuele aanvraag van Mauro voor studie met voortvarendheid af te handelen en daarbij alle mogelijke
regelingen aan te wenden, opdat Mauro het perspectief wordt geboden om zijn verblijf in Nederland voort te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Knops