19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1423 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 26 mei 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering vanwege de noodzaak tot aanpassing, de geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Afghanistan en de grote psychosociale druk die dit op verwesterde meisjes legt een specifiek beleid voor deze groep voert;

overwegende, dat ook in andere landen waar de sharia actief wordt toegepast, vrouwen en meisjes zich genoodzaakt zien tot aanpassing en deze vrouwen en meisjes een geïsoleerde positie en een inferieure status hebben, wat voor verwesterde meisjes bij terugkeer een grote psychosociale druk met zich mee kan brengen;

verzoekt de regering ook voor dergelijke landen een thematisch ambtsbericht op te stellen, teneinde te kunnen beoordelen of ook in deze landen de psychosociale druk voor meisjes en jonge vrouwen als gevolg van terugkeer, in welk kader tevens de verwestersing een rol speelt, onderdeel zou moeten uitmaken van het landgebonden beleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Dibi

Schouw

Naar boven