19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1383 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2010

Tijdens het begrotingsdebat op 1 december 2010 heb ik u toegezegd u te informeren over de overheveling van de nareisprocedure van asiel naar regulier, nadat verschillende partijen hun zorg hebben uitgesproken dat nareis nagenoeg onmogelijk zou worden gemaakt door het stellen van reguliere voorwaarden voor gezinshereniging. De leden Voordewind, Van der Staaij, Schouw en Dibi hebben een motie ingediend waarin – kort weergegeven – wordt verzocht om het recht op gezinshereniging van nareizigers te eerbiedigen en geen extra drempels op te werpen. Ik heb u toegezegd u per brief te informeren. Deze toezegging doe ik u met deze brief gestand.

Zoals ik ook in het debat heb aangegeven, staat in het Regeerakkoord vermeld dat nareizende gezinsleden niet meer automatisch een asielstatus zullen krijgen maar onder het reguliere beleid voor gezinsmigratie worden gebracht, waarbij geen vereisten worden gesteld aan het inkomen of inburgering in het buitenland.

De wijziging naar een reguliere procedure betekent niet dat hiermee de nareis van gezinsleden van asielvergunninghouders onmogelijk wordt gemaakt of dat daarmee nieuwe drempels worden opgeworpen. Het gaat om een procedurele wijziging, die tot doel heeft de nareisprocedure efficiënter te maken. De aanvraag hoeft niet meer getoetst te worden in een asielprocedure maar enkel aan de criteria van het nareisbeleid. Daartoe wordt een reguliere aanvraag vanuit het buitenland ingediend, waarna in het geval van een inwilliging de nareizigers kunnen inreizen en snel in het bezit kunnen worden gesteld van een reguliere vergunning.

De nareiziger zal zich zoveel mogelijk direct voegen bij de hoofdpersoon die in veel gevallen al gemeentelijke huisvesting heeft en hoeft dus niet meer te worden opgevangen in een asielzoekerscentrum.

Het uitgangspunt van het nareisbeleid is en blijft dat het gezin, zoals dat bestond voor het vertrek van de hoofdpersoon uit het land van herkomst, met elkaar herenigd moet kunnen worden. Juist daarom is in het Regeerakkoord opgenomen dat met het wijzigen van de nareisprocedure in een reguliere procedure niet de reguliere gezinsherenigingseisen, zoals het inkomensvereiste of het inburgeringsvereiste in het buitenland worden gesteld.

Dit alles neemt niet weg dat om andere redenen, bij voorbeeld ter bestrijding van fraude door nareizigers, het kabinet kan besluiten om het nareisbeleid te wijzigen of aan te scherpen. Mocht dat het geval zijn dan wordt uw Kamer hiervan uiteraard op de hoogte gesteld.

De minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers

Naar boven