35 561 Parlementaire enquête aardgaswinning in Groningen

D BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2024

Met Nij Begun werken we aan een toekomst waar huizen in Groningen en Noord-Drenthe veilig, vrij van schade en duurzaam zijn. Een toekomst waar buurten weer verbondenheid uitstralen en waar het voor iedereen prettig wonen, werken en leven is. Waar bewoners en ondernemers weer de regie hebben over hun eigen leven en een stem hebben in de ontwikkeling van hun straat en buurt. Een situatie waarin bewoners zich gekend en geholpen voelen in hun problematiek, ook mentaal. Geholpen door een benaderbare overheid met één herkenbaar gezicht. De realisatie van deze agenda voor Herstel van Groningen vraagt nadrukkelijk om betere samenwerking tussen de verschillende overheden én om nauwere samenwerking tussen en met de uitvoeringsorganisaties. In het commissiedebat Mijnbouw van 25 januari jl. heb ik toegezegd de Tweede Kamer hierover te informeren. Met deze brief doe ik de toezegging (TZ202401-038) aan de Tweede Kamer gestand. Tevens ga ik in op uitvoering van de motie-Van Langen-Visbeek (BBB) (36 441-H) die in bij de behandeling van het wetsvoorstel beëindiging gaswinning Groningerveld op 16 april jl. in de Eerste Kamer is aangenomen.

De maatregelen uit de kabinetsreactie Nij Begun worden momenteel in nauwe samenwerking tussen het Rijk en de regionale overheden uitgewerkt. Zo hebben het Rijk en de regionale overheden samen kwartiermakers aangesteld om een sociale en een economische agenda op te stellen voor de provincie Groningen en de drie betrokken gemeenten in Noord-Drenthe. De kwartiermakers worden ondersteund door gezamenlijke teams van medewerkers vanuit verschillende ministeries binnen de Rijksoverheid, de betrokken gemeenten en de provincie Groningen (zoals te lezen in de Tweede Kamerbrief Aanstelling kwartiermaker economische agenda Groningen, Kamerstuknummer 35 561, nr. 59; en de Tweede Kamerbrief Benoeming kwartiermaker sociale agenda Groningen en Noord-Drenthe, Kamerstuk 35 561, nr. 55). Ook de aanpak om de komende jaren tienduizenden woningen in de regio te isoleren, is in nauwe samenwerking tussen het Rijk (Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK)) en de medeoverheden tot stand gekomen (Kamerstuk 33 529, nr. 1227). Verder werken medewerkers van alle overheden nauw samen bij de totstandkoming van de Staat van Groningen, de monitor over het resultaat en effect van het beleid zoals is toegezegd in de kabinetsreactie Nij Begun. Ook de lokale volksvertegenwoordigingen, die zich onlangs hebben verenigd in het zogenaamde Regioberaad, worden hier intensief bij betrokken. Zo heeft het Regioberaad via een aparte inspraakronde suggesties kunnen aandragen voor het opnemen van de Staat van Groningen in het voorstel voor de wet Groningen. In de komende periode worden de gemeenteraden en provinciale staten verder betrokken bij het opstellen en vaststellen van de sociale en economische agenda’s. Op 8 juni vindt een Raden- en Statendag plaats waar met de gemeenteraden van de 13 gemeenten en de Statenleden van de twee provincies gesproken wordt over de concept doelstellingen van de sociale agenda en de uitgangspunten van de economische agenda. Zo geef ik uitvoering aan de Tweede Kamer motie van het lid Vermeer (Kamerstuk 33 529, nr. 1226) om de gemeenteraden en provinciale staten in de provincie Groningen de ruimte te geven invloed uit te oefenen op de uitvoering van Nij Begun.

Gebiedsgericht werken aan herstel

Het is de sterke wens van de regio, de NCG, het IMG en mijzelf om vanuit een gebiedsgerichte aanpak bewoners en ondernemers meer regie te geven over hun eigen leven en leefomgeving.

Daarbij zijn twee uitgangspunten van wezenlijk belang.

  • De bewoner en zijn omgeving centraal. Het eerste uitgangspunt is dat het belang van de bewoner centraal staat en dat die niet los kan worden gezien van de straat, buurt of het dorp waarin die woont. Een gebiedsgerichte aanpak is daarvoor van belang. In deze aanpak moet voldoende ruimte zijn voor maatwerk en oplossingen die aansluiten op de problemen die bewoners ervaren, zonder ten koste te gaan van de cohesie binnen een gemeenschap.De overheid moet de randvoorwaarden creëren door slagvaardig samen te werken.

  • Bestendigen van het stelsel. Het helpen van bewoners betekent ook dat er voldoende voortgang wordt gemaakt met de implementatie en uitvoering van de maatregelen uit Nij Begun. Daar hoort bij dat bewoners daadwerkelijk ervaren dat ze goed worden geholpen door een effectieve samenwerking van partijen vanuit de erkenning van ieders rol en verantwoordeljkheid zoals die in de wet ligt vastgelegd. Ik voer daarom geen wijzigingen door in het stelsel en volg daarmee een belangrijk advies van de commissie Van der Lee om geen grote structuurwijzigingen meer door te voeren. De commissie geeft in haar rapport aan dat iedere verbeterpoging in het verleden, met nieuwe (re)organisaties, weer andere, en nieuwe, problemen met zich mee heeft gebracht. Ik ervaar in deze koers ook de steun van de maatschappelijke organisaties in het gebied.

In deze brief kondig ik twee aanvullende maatregelen aan om de samenwerking tussen de overheden de komende periode verder te intensiveren en verbeteren.

De maatregelen in Nij Begun bieden belangrijke bouwstenen om Groningen te herstellen en sterker te maken voor de toekomst.

Een proactieve «één overheid» benadering

Samen met de vijf aardbevingsgemeenten, het Rijk, de provincie Groningen, de NCG en het IMG werken we aan manieren om als één overheid proactief ondersteuning te bieden aan bewoners in het versterkingsgebied. Door als één gebiedsteam met bewoners in gesprek te gaan over waar zij behoefte aan hebben, kunnen bewoners beter worden geholpen. Naast dat de aanpak zich richt op de behoefte van individuele bewoners is er ook aandacht voor de samenhang van opgaven op het gebied van ruimtelijke inpassing, leefbaarheid in wijken en dorpen en de psychosociale impact van de gaswinningsproblematiek, de wettelijke zorgplicht van het Rijk rondom veiligheid en het vergoeden van schade. De komende maanden werken we als overheden de aanpak samen verder uit. Dit doen we niet van bovenaf, maar we beginnen kleinschalig, gebiedsgericht van onderop. Lessen die we hieruit trekken gebruiken we voor de invulling van een meer programmatische uitvoering. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie-Van Langen-Visbeek (BBB) (36 441-H) om te onderzoeken hoe, middels een integrale en gebiedsgerichte aanpak, Rijk en regio intensiever met elkaar kunnen samenwerken. Gezien de primaire beleidsverantwoordelijkheid van provincie en gemeenten ten aanzien van ruimtelijke inpassing, leefbaarheid en psychosociale impact zal de regio een belangrijke voortrekkersrol vervullen in deze «één overheid» benadering. Bij adressen in de versterking, waar de overheid nu al over de vloer komt, is hier al een start mee gemaakt.

De één overheid aanpak bouwt voort op een ontwikkeling die vorig jaar met de dorpenaanpak en de inwerkingtreding van de AmvB samenwerking IMG-NCG is ingezet. Met de start van de dorpenaanpak in 2023 worden bij de versterking van vier dorpen in de gemeente Eemsdelta bewoners actief betrokken en wordt de planning van de versterking op voorhand gedeeld. In het afgelopen half jaar is ook de samenwerking tussen het IMG en de NCG in de vier dorpen een stap verder gebracht. Zo is het IMG vast onderdeel geworden van het dorpsteam Garrelsweer, waarbij door zaakbegeleiders van het IMG twee keer per week in de bouwhub een spreekuur gehouden wordt. Het IMG zal ook vast onderdeel worden van de de dorpsteams in de andere dorpen van de dorpenaanpak. Ondersteunend hieraan is per 1 juli 2023 de AmvB waarmee afspraken over de samenwerking tussen IMG en NCG wettelijk zijn verankerd in werking getreden, op basis waarvan bewoners kunnen rekenen op een gecoördineerde aanpak en één aanspreekpunt voor de afhandeling van schade en de versterking. Eén woning, één plan, één aanspreekpunt. Hiermee wordt concreet en klantgericht invulling gegeven aan de éénloketgedachte in de uitvoeringspraktijk.

Versterken positie lokale stuurgroepen

Het versterken van de lokale stuurgroepen kan bijdragen om als één overheid integraal en gebiedsgericht te kunnen optreden en bewoners beter te helpen. Momenteel sturen gemeenten en de NCG in de vijf lokale stuurgroepen (Midden-Groningen, Het Hogeland, Oldambt, Groningen en Eemsdelta,) gezamenlijk op de voortgang en uitvoering van de versterking ten opzichte van de gestelde jaarplanning en het lokale plan van aanpak. Versterking van de lokale stuurgroepen is kansrijk door bijvoorbeeld:

  • (1) uitbreiding van opgaven waar binnen de lokale stuurgroep afstemming over plaatsvindt,

  • (2) uitbreiding van partijen die aan tafel zitten en

  • (3) inzet van instrumenten die de lokale stuurgroep heeft.

  • 1. Uitbreiding van opgaven.

    Gemeenten hebben een actieve rol in de versterking, bijvoorbeeld als het gaat om planning, prioritering en voortgang. Ook zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van psychische en sociaalmaatschappelijke ondersteuning aan bewoners, het versterken van de leefbaarheid in straten en wijken en hebben zij een rol in de opzet en uitvoering van het verduurzamingsprogramma. Daarnaast hebben gemeenten ook taken in de vergunningverlening, evenals bij de aanleg en het onderhoud van de openbare ruimte. Juist in deze fase van uitvoering moeten gemeenten de kans krijgen hun bredere opgaven te combineren met de herstel- en versterkingsopgaven. Dit kan worden versterkt door bijvoorbeeld het opstellen van één gezamenlijk jaarplan.

  • 2. Uitbreiding van partijen.

    Naast gemeenten en de NCG zal ook het IMG in de toekomst structureel aansluiten bij de lokale stuurgroep. Door structureel aan te sluiten bij de lokale stuurgroep kunnen bij samenloop van de lokale plannen van gemeenten, de versterking en (duurzaam) schadeherstel goed op elkaar worden afgestemd. Afhankelijk van de opgaven die lokaal spelen, worden ook andere samenwerkingspartners uitgenodigd om aan te sluiten bij de lokale stuurgroep. Hierbij kan gedacht worden aan energiemaatschappijen, drinkwatervoorzieningen, woningcorporaties en zorgpartijen. Een roulerend voorzitterschap zou daarbij kunnen bijdragen aan een intensievere samenwerking.

  • 3. Inzet van instrumenten

    Met een aantal in Nij Begun aangekondigde maatregelen krijgt de lokale stuurgroep extra mogelijkheden om knelpunten gebiedsgericht en integraal op te lossen, bewoners op maat te ondersteunen en samen met bewoners te investeren in de leefbaarheid van wijken en dorpen. Een voorbeeld is het knelpuntenbudget voor gemeenten. Daarnaast hebben bewonersbegeleiders bij de NCG mandaat gekregen (tot 50.000 euro) en heeft het IMG ruimere bevoegdheden en middelen gekregen om knelpunten in de schadeafhandeling op te lossen.

Met de ontwikkeling van een meer programmatische uitvoering door als één overheid bewoners proactief te benaderen werk ik samen met medeoverheden aan een stelsel dat werkt vanuit de bedoeling, namelijk het belang van de bewoner. Met de vormgeving van dit stelsel en de lessen die we daaruit trekken, doe ik een eerdere toezegging1 gestand voor het uitvoeren van een exercitie naar een ideaaltypisch systeem ten einde de schadeafhandeling en versterking te verbeteren.

Samenwerking Rijk en regio

Over de samenwerking tussen medeoverheden in het algemeen zijn afspraken gemaakt in de «Code Interbestuurlijke verhoudingen» (bijlage bij Tweede Kamerbrief actieagenda sterk bestuur d.d. 20 januari 2023 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kamerstuk 33 047, nr. 25). In deze code staan omgangsvormen die de uitgangspunten vormen voor de onderlinge samenwerking en taakverdeling tussen het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Bijvoorbeeld dat de aanpak van opgaven gebeurt op basis van gelijkwaardig partnerschap en dat overheden samenwerken als één overheid. Dit zijn ook de randvoorwaarden die nodig zijn om de betere overheid te realiseren, die het kabinet in Nij Begun heeft toegezegd. Ik zal over de resultaten van de hiervoor benodigde cultuurverandering bij mijn eigen ministerie jaarlijks rapporteren in de Staat van Groningen. Daarmee geef ik uitvoering aan de Tweede Kamermotie Bikker (Kamerstuk 35 561, nr. 33). Vanuit dit perspectief gaat het samenspel tussen medeoverheden over het bundelen van ieders krachten, om zo de implementatie van de maatregelen uit Nij Begun snel, effectief en democratisch gelegitimeerd aan te pakken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen op 7 juni 2023.

Naar boven