Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 36, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 36, item 8 |
Voorzitter: Van der Lee
Energieraad
Aan de orde is het tweeminutendebat Energieraad (formeel) (CD d.d. 12/12).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Energieraad. Ik heet de minister van Klimaat en Groene Groei, de leden, de mensen op de publieke tribune en iedereen die dit debat op afstand volgt van harte welkom. Twee leden willen in de termijn van de Kamer spreken. Als eerste is dat de aanvrager van het debat, mevrouw Kröger. Zij spreekt namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. We hebben net bij het commissiedebat Energieraad gesproken over de ongelofelijk teleurstellende uitkomsten van de klimaattop in Bakoe. Ik had dat graag plenair gedaan, moet ik zeggen, omdat de klimaattop van cruciaal belang is voor Nederland, de EU en de wereld. Ik denk ook dat het wat meer aandacht had verdiend.
Om de volgende klimaattop een succes te maken, is het denk ik cruciaal dat Nederland met ambitie een stevige inzet pleegt. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet zich heeft gecommitteerd aan het Parijsakkoord en het beperken van de opwarming van de aarde tot onder de 1,5 graad;
constaterende dat er geen verdeelsleutel is afgesproken over wie hoeveel bijdraagt aan de 300 miljard vanaf 2025;
constaterende dat in de praktijk bij de bepaling van de fair share van landen die bijdragen het bbp altijd als richtsnoer is gehanteerd;
constaterende dat Nederland zijn internationale klimaatfinancieringsbijdrage tot nu altijd gestoeld heeft op deze verdeelsleutel en heeft ingezet op een publiek-private bijdrage van 1,8 miljard;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe aanvullende klimaatfinanciering beschikbaar kan worden gesteld voor een rechtvaardige internationale bijdrage aan het tegengaan van klimaatverandering, waarbij dezelfde verdeelsleutel als uitgangspunt wordt genomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dan het andere onderwerp dat cruciaal is voor een eerlijke transitie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet fossiele subsidies in Europees verband wil afbouwen;
verzoekt de regering in Brussel te pleiten voor het prioriteren van het afbouwen van fossiele subsidies in de werkplannen van de relevante Eurocommissarissen en de roadmap voor het afbouwen van fossiele subsidies op te nemen in de Clean Industrial Deal,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Het woord is nu aan mevrouw Teunissen namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er op de COP29 geen concrete afspraken zijn gemaakt voor de afbouw van internationale fossiele subsidies;
overwegende dat Nederland ten aanzien van internationale fossiele subsidies voortrekker is van de Coalition on Phasing Out Fossil Fuel Incentives Including Subsidies (COFFIS);
overwegende dat het kabinet voornemens is om slechts te pleiten voor het in kaart brengen van fossiele subsidies, terwijl dit al de afspraak was op COP28;
verzoekt de regering om in COFFIS-verband aan de slag te gaan met een concreet afbouwpad voor internationale fossiele subsidies en dit zo snel mogelijk en in ieder geval uiterlijk op de COP30 te presenteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat door de schuldenlast veel landen nu al niet de energietransitie kunnen doorlopen en emissiereductieplannen kunnen realiseren;
constaterende dat daarmee de koers richting 1,5 graad verder uit beeld raakt, wat ten nadele is van iedereen;
verzoekt de regering om bij klimaatfinanciering de randvoorwaarde te stellen dat financieringsmechanismen de schuldenlast van landen niet verder vergroten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er een raamwerk komt in Europees verband om fossiele subsidies uit te faseren;
overwegende dat de Europese Unie jaarlijks circa 60 miljard aan subsidies aan de landbouw verstrekt;
overwegende dat, in tegenstelling tot andere sectoren, de uitstoot in de landbouw vrijwel niet afneemt;
verzoekt de regering om in Europees verband te pleiten voor een concreet afbouwpad voor landbouwsubsidies die haaks staan op de gestelde reductiedoelen in de landbouwsector,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik wil besluiten met de minister hartelijk te danken voor het debat zojuist en voor de uitgebreide beantwoording.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dat was het einde van de termijn van de Kamer. We gaan even een minuut of vijf schorsen en daarna krijgen we van de minister een appreciatie van de vijf ingediende moties.
De vergadering wordt van 13.57 uur tot 14.01 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voorzetting van het debat over de Energieraad. We zijn toe aan de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister van Klimaat en Groene Groei.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank u wel. Ik begin bij de motie op stuk nr. 1101. Dat is de motie van mevrouw Kröger om te onderzoeken hoe aanvullende klimaatfinanciering een rechtvaardige bijdrage kan zijn met dezelfde verdeelsleutel. De motie neemt aan dat er toch sprake is van een verdeelsleutel en dat Nederland op basis van een verdeelsleutel de eigen bijdrage heeft bepaald. Dat is niet zo. Dat geldt niet voor hoe wij ons eigen bedrag samenstellen. Maar even generiek voor de mondiale verdeelsleutel: meer dan de helft van de 300 miljard zal worden opgebracht via die MDB's, die multilaterale ontwikkelingsbanken en dan kun je dus niet komen tot een verdeelsleutel per land. Als je dat wel zou kunnen, is het kabinet van mening dat je ook de uitstoot, inclusief de huidige uitstoot, als belangrijke factor mee zou moeten nemen en dus niet alleen het bbp. Net zoals bij het financieringsdoel van 100 miljard, zoals dat nu nog geldt, is er nu dus ook geen verdeelsleutel afgesproken. Dus ook de huidige 1,8 miljard is niet gebaseerd op een verdeelsleutel. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 1101.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dan is er enige verwarring, want in het debat zei de minister: onze huidige bijdrage komt op de lijstjes en het is duidelijk dat wij onze fair share doen. Dat suggereert dus wel degelijk een verdeelsleutel, want hoe bepaal je anders een fair share? De motie tracht dus om wat wij nu al doen voort te zetten. Dat betekent dat wij bij verdere plannen rond de financiering volgens dezelfde lijn of logica doorgaan met wat we al doen.
Minister Hermans:
Dan snap ik de verwarring. Er wordt inderdaad gemonitord hoe de bijdrage van landen in elkaar zit, hoe je die kunt beoordelen en of er sprake is van een fair share. Dat gebeurt op grond van een aantal factoren. Dat is dus geen monitor die wij zelf doen; die wordt extern door een andere partij gedaan. Daarop scoort Nederland goed. Dat zei ik inderdaad vanochtend in het debat. Wij zitten, zeg ik even uit mijn hoofd, conform die berekeningsmethode op 128%. Maar dat zegt dus niks over hoe wij zelf het bedrag dat we reserveren toedelen of verdelen, of op grond van welke factoren we dat doen. Dit is echt zo bepaald door die monitor. De tweede reden dat ik de motie ontraad, los van de toelichting die ik net gaf, zit 'm ook precies in wat mevrouw Kröger nu zegt: ik wil dat de bijdrage van Nederland ten minste zo blijft of dat we 'm zo voortzetten. Dat kan ik op dit moment niet zo toezeggen. Voor 2025 weten we wat de Nederlandse bijdrage zal zijn. Voor 2026 en de jaren daarna zullen die keuzes nog gemaakt moeten worden.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik zei niet dat die bijdrage hetzelfde moest blijven. Dat vind ik misschien wel, maar dat was niet mijn vraag. Mijn vraag was de volgende. De minister gaf eigenlijk als argument in het debat aan dat er nu een fair share is. De inzet van de EU is dat meer landen gaan meedoen. Alleen de vraag was dus of de inzet gehandhaafd kan blijven dat je een fair share bijdraagt, dat we op zoek gaan naar additionele financiering, en dat Nederland het dus ook goed blijft doen op die fair share-indicatoren.
Minister Hermans:
Dat zal natuurlijk afhangen van het uiteindelijke bedrag dat we als Nederland publiek en privaat bij elkaar opgeteld bijdragen. Hoe dat uitpakt in die monitor, durf ik niet op voorhand te zeggen. Daar kan ik dus gewoon geen toezegging over doen. Daarom ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Oké.
Minister Hermans:
De tweede motie van mevrouw Kröger, de motie op stuk nr. 1102, gaat over het prioriteren van het afbouwen van fossiele subsidies in de werkplannen van de commissie en dat ook onderdeel maken van de Clean Industrial Deal. Ik zal mij hiervoor, zoals ik vanochtend ook heb toegezegd, inzetten bij de Milieuraad en de Energieraad komende maandag en dinsdag. Daarom geef ik de motie oordeel Kamer.
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 1103 van mevrouw Teunissen, over het afbouwpad. We hebben in COFFIS-verband afgesproken om te werken aan uitfaseringsplannen. Deze motie gaat echt verder en verzoekt om volgend jaar al een afbouwpad te hebben. Om die reden moet ik de motie ontraden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb nog één verhelderende vraag. Ik heb eigenlijk nog niet duidelijk van de minister gehoord waarom het niet mogelijk is om met een afbouwpad te komen. Want het in kaart brengen van de fossiele subsidies in Nederland is ook in een aantal maanden gebeurd en landen hebben al een jaar de tijd gekregen. Waarom zou het dan niet mogelijk zijn om in een heel jaar tot een afbouwplan te komen?
Minister Hermans:
Toen de internationale coalitie vorig jaar werd opgericht, heeft de coalitie afgesproken om aan drie dingen te gaan werken. Het eerste was transparantie over de eigen subsidies. Daarvoor moeten die lijsten gepubliceerd worden. Het tweede was samenwerken om de internationale subsidies aan te kunnen pakken, van bijvoorbeeld luchtvaart en scheepvaart. Daar hebben we het vanochtend ook even over gehad. Het derde was de dialoog starten om met uitfaseringsplannen te komen. Op dat derde punt is de dialoog voorzichtig aan gestart. Daar gaan we het komende jaar verder mee aan de slag. We gaan kijken welke afspraken we kunnen maken om tot die plannen te komen. Maar mevrouw Teunissen vraagt mij echt om volgend jaar bij de COP een concreet afbouwpad te presenteren, en dat verzoek, zoals het nu in de motie staat, moet ik ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 1104 van mevrouw Teunissen, die verzoekt om als randvoorwaarde te stellen dat financieringsmechanismen de schuldenlast van landen niet verder vergroten. Ook die motie moet ik ontraden. De Nederlandse klimaatfinanciering bestaat niet uit leningen aan andere landen, maar ik kan andere landen niet als voorwaarde opleggen hoe zij hun klimaatfinanciering inrichten. Ik heb vanochtend in het debat wel aangegeven dat ik in mijn gesprekken met andere landen zal aangeven wat ik belangrijk vind en hoe Nederland vindt dat je dit type financiering het beste in kan richten. Ik zal aangeven dat je met een lening op klimaat misschien het ene probleem oplost, maar weer een ander probleem veroorzaakt. Ik zal dus aangeven: kijk nou naar vormen van financiering die geen nieuwe problemen veroorzaken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben ook heel erg blij met de toezegging van de minister dat zij dit bespreekbaar maakt met andere landen, en dat we dus geen leningen verstrekken aan landen die al schulden hebben maar dat we echt uitgaan van uitkeringen en giften. Met mijn motie doel ik er ook op dat Nederland de randvoorwaarden stelt, maar als dat nog niet duidelijk is in de motie, dan wil ik de motie graag aanpassen. Ook vraag ik me het volgende af. Als ik ervan maak dat "de regering bij Nederlandse klimaatfinanciering de randvoorwaarden stelt", kan de motie dan wél oordeel Kamer krijgen?
Minister Hermans:
Ik denk dat dat het geval is, maar als mevrouw Teunissen mij dan zo meteen even exact haar definitie geeft, dan denk ik dat ik 'm oordeel Kamer kan geven.
Voorzitter. De laatste motie, op stuk nr. 1105, van mevrouw Teunissen gaat over het in Europees verband pleiten voor een concreet afbouwpad voor landbouwsubsidies. Die motie moet ik ontraden. We hebben in het regeerakkoord, het regeerprogramma, afspraken gemaakt over hoe we omgaan met de landbouw, ook in relatie tot voedselzekerheid. Deze motie kan ik daar niet mee verenigen. Daarom ontraad ik 'm.
De voorzitter:
Heel goed. Dank aan de minister voor de appreciatie. Mevrouw Teunissen dient nog wel per e-mail een gewijzigde versie van de motie op stuk nr. 1104 in. Als dat in lijn is met wat ze net heeft gezegd, dan krijgt die oordeel Kamer.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan vanavond, aan het einde van de vergaderdag, stemmen over deze moties. We gaan nu kort schorsen. Daarna begint het debat over het akkoord over de Onderwijsbegroting.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-36-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.