7 Milieuraad op 16 maart 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Milieuraad op 16 maart 2023 (CD d.d. 08/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Milieuraad op 16 maart 2023. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de woordvoerders van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Vestering. Zij zal spreken namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik sta hier vandaag namens mijn collega Eva van Esch, omdat zij een ander overleg heeft. Wij willen het graag hebben over pfas. De Europese Commissie heeft wat ons betreft een prima voorstel gedaan om de normen voor onder andere pfas aan te scherpen. Helaas wil de regering hier pas in 2033 aan voldoen. Zoals de heer De Groot van D66 dan altijd over andere partijen zegt: een dag niet uitgesteld, is een dag niet geleefd. Wat de Partij voor de Dieren betreft mag hier wat meer ambitie getoond worden. Daarom een motie om de regering ertoe aan te zetten om snel te beginnen met wat nodig is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een EU-voorstel ligt om pfas in het oppervlaktewater en grondwater strenger te normeren;

constaterende dat de regering pas in 2033 de nodige maatregelen wil nemen om te voldoen aan de voorgestelde pfas-normen;

verzoekt de regering om niet te wachten tot 2033, maar al in 2027 alle mogelijke maatregelen te onderzoeken en te implementeren om te voldoen aan de voorgestelde pfas-normering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering, Van Esch, Bouchallikh en Thijssen.

Zij krijgt nr. 893 (21501-08).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vestering. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Hagen, D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. Zoals gisteren aangekondigd in het commissiedebat één motie van mijn hand om ervoor te zorgen dat we de medicijnresten in het afvalwater en ons drinkwater zo veel mogelijk terugdringen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er jaarlijks 190.000 kilo medicijnresten in het oppervlaktewater belandt;

overwegende dat het als het gaat om schoon water vaak wordt gekeken naar de landbouw, maar dat producenten van medicijnen ook een medeverantwoordelijkheid hebben;

overwegende dat er jaarlijks elf keer meer medicijnresten in het water belanden dan gewasbeschermingsmiddelen;

overwegende dat in plaats van farmaceuten nu de belastingbetaler opdraait voor de kosten van de waterzuivering;

overwegende dat een UPV voor medicijnen de verantwoordelijkheid voor de zuiveringskosten zou terugleggen van de consument naar de medicijnproducenten;

verzoekt de regering om in samenwerking met de medicijnproducenten een UPV medicijnen in te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 894 (21501-08).

Mevrouw Hagen (D66):

De motie is dus mede-ingediend door Peter de Groot, pardon, Tjeerd de Groot. Vergissing.

De voorzitter:

Dat kan in de beste fractie voorkomen. Peter de Groot is er nu een beetje bij. De staatssecretaris heeft aangegeven ongeveer vijf minuten nodig te hebben om zich voor te bereiden. Ik schors de vergadering tot 13.40 uur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Er waren twee moties. De eerste, die op stuk nr. 893, is van mevrouw Vestering en mevrouw Van Esch. Ik vind het een terechte vraag om alle acties in beeld te brengen. Bij pfas zet het kabinet nu voortdurend al in op het terugdringen van emissies, zoals met de inzet op de REACH-restrictie. Vooruitlopend op de REACH-restrictie loopt het pfas-actieprogramma. We brengen dus al maatregelen in kaart en voeren die ook uit. In die zin is de motie ook een ondersteuning van het beleid dat al geldend is. Alleen, we moeten wel het onderscheid maken tussen de bestaande KW-verplichtingen, waarvoor 2027 als doeljaar geldt, en de nieuwe verplichtingen, waarvoor dan weer 2033 geldt. Als de motie aangepast zou kunnen worden naar 2033, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven, met daarbij de uitleg dat we alle matregelen identificeren en, waar dat mogelijk is, ook voor 2033 uitvoeren. Van belang bij dit soort zeer persistente stoffen die ook breed verspreid en diffuus in het milieu zitten, is dat het tijd kost om het effect van de maatregelen te zien. Dus er moet na vaststelling van de richtlijn voldoende tijd zijn om via monitoring te kunnen zien waar en hoe groot de opgave is voor de nieuw toegevoegde stoffen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Vestering of ze bereid is om de motie aan te passen.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Nee. Wat ik net al zei: een dag niet uitgesteld lijkt wel een dag niet te hebben geleefd. Precies wat we zeggen dat we niet moeten doen, is wat de staatssecretaris ons nu vraagt. Dus ik ben er absoluut niet toe bereid; we laten de motie zoals deze is.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan zal ik de motie helaas moeten ontraden.

De voorzitter:

Het is wél helder.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie van mevrouw Hagen op stuk nr. 894. Als de UPV kan worden uitgewerkt in het kader van de Richtlijn stedelijk afvalwater, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. De Europese Commissie stelt in de herziening van de Richtlijn stedelijk afvalwater een UPV voor die is gericht op producenten van geneesmiddelen. Het is namelijk niet gewenst om vooruitlopend daarop al een aparte UPV op te zetten. Voor een gelijk speelveld zet het kabinet in op meer uitwerking op Europees niveau in plaats van uitwerking door iedere lidstaat afzonderlijk, in de context van de Richtlijn stedelijk afvalwater. Dus als de motie kan worden aangepast, zodat die met de Richtlijn stedelijk afvalwater kan worden behandeld, dan geef ik oordeel Kamer, en anders moet ik haar helaas ontraden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Van Hage of zij de motie wil aanpassen.

Mevrouw Hagen (D66):

Het is mevrouw Hagen, maar ik vergis me ook weleens in namen, voorzitter. Maar betekent dit dat we nu wel of niet een UPV voor medicijnen gaan instellen?

Staatssecretaris Heijnen:

Wij hebben een Richtlijn stedelijk afvalwater en een UPV gericht op producenten van geneesmiddelen. Het is niet wenselijk om al vooruitlopend daarop een UPV in te stellen. Dus we kunnen zeggen dat het parallel kan lopen. Dan kan ik daar wel positief advies over geven. Maar het is niet handig om daar al op vooruit te lopen. Dus vandaar dat ik de motie zoals deze nu geformuleerd is, moet ontraden. Maar als mevrouw Hagen deze aan kan passen, dan kan ik haar wel oordeel Kamer geven.

Mevrouw Hagen (D66):

Dat kan, als er parallel gesprekken plaatsvinden met de medicijnproducenten zodat we hiertoe overgaan. Wij stellen best vaak convenanten en zo in het leven. Heel vaak merk je dat dat niet voldoende zorgt voor het gewenste effect op, in dit geval dus, de vervuiling van water. Dus mijn voorkeur zou uitgaan naar een UPV medicijnen. Maar als het gesprek gaat starten, naar aanleiding van deze motie, om dat niet eens meer te onderzoeken maar echt over te gaan tot instellen, dan wil ik haar wel zo aanpassen.

Staatssecretaris Heijnen:

Het belangrijkste is natuurlijk dat we de prijs van medicijnen ook op een betaalbaar niveau houden en dat er toegang blijft tot geneesmiddelen. Daarover hebben we het in het commissiedebat ook gehad. Er zijn dus best veel neveneffecten waarmee we rekening moeten houden. Ik kan toezeggen dat we kijken in hoeverre we tot een UPV kunnen komen. Maar we willen ook graag zorgen dat we alles zo veel mogelijk in Europees verband doen en parallel aan andere lopende processen, omdat anders de boel een beetje door elkaar gaat lopen. Zoals gezegd moet ik de motie zoals die nu geformuleerd is dus ontraden, maar als de UPV kan worden uitgewerkt in het kader van de Richtlijn stedelijk afvalwater, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Mevrouw Hagen, gaat u de motie aanpassen? Dan weten we namelijk de appreciatie.

Mevrouw Hagen (D66):

Dat snap ik, voorzitter. Ik begrijp alleen niet zo goed wat het onderscheid is tussen de UPV voor medicijnen en de Richtlijn stedelijk afvalwater. Dat wil zeggen, ik begrijp wel wat dat is, maar ik begrijp niet of de impact dan voldoende is zodat dit het effect heeft dat ik graag wil met deze motie.

De voorzitter:

Dat betekent dat u de motie niet aanpast?

Mevrouw Hagen (D66):

Vooralsnog houd ik haar zo.

De voorzitter:

Dat betekent dat ze wordt ontraden.

Dan wil ik de staatssecretaris danken voor haar aanwezigheid hier. Ik dank de woordvoerders.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering tot 14.00 uur. Dan starten we met het debat over de toekomst van de euro.

De vergadering wordt van 13.45 uur tot 14.00 uur geschorst.

Naar boven