6 Telecomraad 6 december 2022

Aan de orde is het tweeminutendebat Telecomraad 6 december 2022 (CD d.d. 30/11).

De voorzitter:

Dan is thans aan de orde het tweeminutendebat Telecomraad 6 december 2022. Het commissiedebat vond plaats op 30 november jongstleden. Een hartelijk woord aan de minister en de staatssecretaris; fijn dat u bij ons bent. Voordat we beginnen heeft mevrouw Leijten alweer een mededeling.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb een vraag over de regeling van werkzaamheden, want ik had eigenlijk verwacht dat de Tiende incidentele suppletoire begroting van EZK zou worden toegevoegd bij de regeling vandaag. Die is namelijk gisteren doorgeleid naar plenair bij Economische Zaken. We willen die binnenkort behandelen. Komt die dan morgen in de regeling van werkzaamheden?

De voorzitter:

Die wordt aangemeld zodra de antwoorden binnen zijn. Dat zal dus volgende week dinsdag gebeuren. Ik ben altijd blij als ik u kan helpen, mevrouw Leijten.

Nogmaals, we beginnen met het tweeminutendebat Telecomraad. De eerste spreker is de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie. We hebben drie sprekers en elke spreker heeft uiteraard twee minuten spreektijd. Het woord is aan de heer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen juni waren wij ook hier met de commissie en toen lag er een eerder conceptvoorstel over de digital ID. We hebben toen als Kamer in meerderheid aangegeven dat we geen Europees bsn willen. Aan die wens is voldaan. Daar zijn we blij mee, maar er is destijds ook nog een andere motie ingediend, door mijzelf en mevrouw Dekker-Abdulaziz. Wij vroegen daarin om aandacht voor en om inzet op een aantal belangrijke fundamentele waarborgen: open source, vrijwilligheid en waarborging van privacy, ook als de ontwikkeling van digital ID verder uitgewerkt wordt.

Voorzitter. We hebben net een commissiedebat gehad en onze fractie constateert dat er, ondanks de inzet — want die heb ik ook gezien — van onze staatssecretaris, een voorstel ligt waarin we op sommige punten nog onvoldoende waarborgen zien. We vinden dat niet alleen jammer, maar ook gevaarlijk, omdat wij bang zijn voor een hellend vlak als je het nu niet aan de voorkant goed met elkaar regelt. Dit zien we ook terug in het ingewikkelde speelveld tussen Europese regelgeving en de rol van de Kamer. Dat maakt dat wij de regering toch ook zouden willen vragen om volgende week tijdens de Telecomraad op te roepen om het voorstel, dat voor ons nog onvoldragen is en echt verbeterd kan worden, van extra waarborgen te voorzien. We denken dat dat het voorstel alleen maar ten goede kan komen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de compromistekst voor het raamwerk voor een Europese digitale identiteit nog onvoldoende waarborgen bevat op onder meer het gebied van vrijwilligheid en bescherming van gebruikersgegevens;

overwegende dat de compromistekst daarmee slechts deels tegemoetkomt aan de motie-Ceder/Dekker-Abdulaziz (21501-33, nr. 932) en de motie-Ceder c.s. (21501-33, nr. 933), maar dat de regering al wel voornemens is om in te stemmen;

verzoekt de regering in te zetten op heropening van de onderhandelingen over het raamwerk om op in ieder geval genoemde elementen het voorstel fundamenteel te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 984 (21501-33).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. Mocht dit toch aangenomen worden, dan zou ik ervoor willen pleiten om tijdens de triloog tijdens de Europese onderhandelingen over dit voorstel toch echt nog volop in te zetten op de punten die wij genoemd hebben en ook als Kamer hebben uitgesproken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Dekker van de fractie van D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. We hebben net een goed debat gehad. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor het toezeggen van een implementatiekader voor de AI-verordening. Voor het eind van het jaar zouden we daar een brief over krijgen. Voor D66 is belangrijk dat een mensenrechtentoets, een toezichthouder en een register goed geregeld zijn. We zijn daar blij mee, maar we hebben er nog één vraag over. Op welke algoritmes gaat de algoritmewaakhond uiteindelijk toezicht houden? Gaat die toezicht houden op bijvoorbeeld de algoritmes van de politie, van big tech en van de Belastingdienst? Graag antwoord op deze vraag.

Dan ga ik naar de AI Act. Daarin zitten uitzonderingen op de registratieplicht van hoogrisico-AI. Dat vinden wij jammer. Die uitzondering geldt onder andere voor law enforcement. Dat vinden wij een gemiste kans. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat publieke transparantie van gebruik van AI-systemen door de overheid belangrijk is voor de parlementaire controle en toezicht hierop;

overwegende dat wetshandhaving uitgesloten is van registratieplicht ondanks dat deze AI-systemen als "hoogrisico" worden geclassificeerd;

verzoekt het kabinet in de Telecomraad te pleiten voor het transparant registreren en laagdrempelig publiceren van alle hoogrisico-AI-systemen van de overheid en de uitzonderingen te schrappen in artikel 51 en 29, lid 5a van de AI-verordening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dekker-Abdulaziz, Leijten en Ceder.

Zij krijgt nr. 985 (21501-33).

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Leijten van de fractie van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Tsjechisch voorzitterschap een Raadsconclusie heeft voorbereid over de Europese digitale identiteit en dat hierin de eerdere zorgen van de Tweede Kamer, zoals over de opslag van data en betrouwbare technologieën, onvoldoende zijn weggenomen;

verzoekt de regering niet in te stemmen met de Raadsconclusie en met een aanhangsel aan te geven dat de positie van het Nederlandse parlement anders is dan het bereikte compromisvoorstel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten.

Zij krijgt nr. 986 (21501-33).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat eenieder die geconfronteerd wordt met een besluit dat gemaakt is op basis van (geautomatiseerde) artificiële intelligentie (Al) dit besluit moet kunnen begrijpen;

verzoekt de regering te regelen dat in de Raadspositie over de Al-verordening duidelijk wordt dat een genomen besluit altijd begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt, waarbij ook de gebruikte data worden vermeld teneinde iemand kan toetsen of het besluit op correcte gegevens tot stand is gekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten.

Zij krijgt nr. 987 (21501-33).

Mevrouw Leijten (SP):

Dan heb ik een motie die een beetje vreemd is aan de orde. Dat geldt hier niet in de Tweede Kamer, maar dit raakt wel aan dit dossier. Het gaat namelijk over de ontwikkeling van een digitale identiteit die ook wel de "wallet" is gaat heten. Tijdens een ander debat viel mij op dat deze staatssecretaris hierop al aan het vooruitlopen is met de ontwikkeling van een e-wallet in Nederland. Dat moet volgend jaar al vliegen. Daarover is nauwelijks debat geweest en heeft geen besluitvorming plaatsgevonden. Daarover zou ik graag de volgende motie willen indienen. Als dat kan, dan kan een ander tweeminutendebat, dat ziet op dat andere debat, vervallen. Ik kijk even naar de voorzitter.

De voorzitter:

Laat het even horen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet inzet op een eerste proefversie van een publieke digitale portemonnee in 2023;

constaterende dat uitvoeringsinstanties aangeven niet meer in staat te zijn regelingen als gratis kinderopvang of de €190 tegemoetkoming in de energiekosten uit te voeren;

constaterende dat er geen Europese overeenstemming is rondom het gebruik van e-wallets en de Wet digitale overheid (WDO) nog niet eens in werking is getreden;

constaterende dat gemeenten aangeven moeite te hebben met de implementatie van de e-wallet zolang de eerste tranche van de maatregelen uit de WDO nog niet is geïmplementeerd;

verzoekt de regering op dit moment af te zien van de implementatie van de e-wallet in 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten.

Zij krijgt nr. 988 (21501-33).

Prima. De motie wordt gewoon geaccepteerd. Ik schors een paar minuutjes en dan gaan we luisteren naar de beide bewindspersonen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. En we gaan er kort en puntig doorheen.

Minister Adriaansens:

Ja. Ik doe maar een van de moties die is ingediend. Daar begin ik mee, en dan praat ik langzaam. Nou, dat is nu opgelost.

Dank u, voorzitter. Ik ben bij de tweede motie, die op stuk nr. 985, de motie die de regering verzoekt om het registreren van hoogrisico-AI-systemen en om de uitzonderingen te schrappen. Die moet ik ontraden, en daar wil ik graag een toelichting bij geven. Nederland heeft ingezet op het uitbreiden van de registratieplicht voor het gebruik van hoogrisico-AI-systemen door overheden. Die verplichting gold eigenlijk eerst alleen voor aanbieders van hoogrisico-AI-systemen, maar is dus uitgebreid naar overheden, en daarmee zijn we heel erg blij. En de AI-verordening maakt een uitzondering voor rechtshandhaving. Daar hebben we ook over gesproken in het debat. Die uitzondering is in bepaalde situaties noodzakelijk, omdat het geven van transparantie over modellen die worden ontwikkeld voor een specifiek onderzoek ertoe kan leiden dat dit onderzoek onmogelijk wordt gemaakt doordat criminelen dan inzicht hebben in operationele informatie. Wij vinden wel, met D66, dat de uitzondering inderdaad niet ruimer moet zijn dan noodzakelijk. Daarom heeft het kabinet er ook voor gepleit om die uitzondering te beperken tot de gevallen waarin dat noodzakelijk is met het oog op het voorkomen van, het onderzoek naar, en de opsporing en de vervolging van strafbare feiten, en/of de tenuitvoerlegging van straffen. Daarnaast heeft het kabinet bepleit om dit ook in de tijd te beperken, dus alleen zolang dat noodzakelijk is. Wanneer dat onderzoek dan is afgerond en ook het gebruik van die AI-toepassing, zou het AI-systeem waar we het over hebben volgens het kabinet alsnog moeten worden geregistreerd, waarmee we dus achteraf die transparantie bereiken.

De voorzitter:

Prima. Een goede vraag van mevrouw Dekker.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ja, dank, voorzitter, en ook dank aan de minister voor dit antwoord. Toch volg ik het niet helemaal. In bepaalde situaties met alleen maar handhaving ... Nu is het zo dat de politie altijd doet aan rechtshandhaving, of aan handhaving bij criminele activiteiten. Ik kan het niet helemaal volgen, dus kan de minister misschien een concreet voorbeeld noemen waarbij deze uitzondering wel zou moeten gelden, en ook een waarbij dat niet zo is?

Minister Adriaansens:

Dan toch even de opmerking dat dit natuurlijk eigenlijk het terrein is van mijn collega's bij JenV. Maar ik heb begrepen dat voor het doen van onderzoek, in de verschillende fasen van onderzoek, opsporing tot de tenuitvoerlegging van straffen, soms AI-systemen worden gebruikt. Als je die transparant zou maken aan de voorkant, dan kunnen in sommige gevallen ook criminelen daar kennis van nemen en daarop inspelen, en die gegevens zijn dan minder toegankelijk ten behoeve van het onderzoek. Dat heb ik begrepen. Als het concretere voorbeelden moeten zijn, dan zou ik dat toch nog even moeten navragen, of dan zou u het op een andere manier bij dat ministerie moeten neerleggen. Maar dat is dus de reden. Ik begrijp het standpunt ook, omdat je eigenlijk niet wil dat je de dupe wordt van je eigen transparantie. Dat wil de samenleving niet. Het gaat dan om het afwegen van belangen, en het belang van het hebben van een veilig Nederland is heel zwaar meegewogen in deze situatie. Maar vervolgens wordt achteraf dan wel die transparantie gerealiseerd, dus dan is er ook controle mogelijk.

De voorzitter:

Kort, afrondend.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ja. D66 snapt dat het belang van een veilig Nederland voorop ligt. Maar het belang van mensenrechten is nog zwaarder voor ons, dus dat is wel een ding. Ik snap dat de minister zegt: als we bijvoorbeeld mevrouw Dekker aan het volgen zijn, dan maken we die algoritmen niet transparant. Maar als we het hebben over predictive policing, waar we het net in het debat ook over hadden, dan gaat het om hele grote groepen mensen of om hele buurten, en dan is het wel fijn om te weten waarom de politie in mijn wijk zit, en niet in uw wijk bijvoorbeeld. Dus ik ben nog niet tevreden. Kan de minister dan misschien een brief vragen aan JenV, zodat we morgen voor de stemming weten waar we aan toe zijn?

Minister Adriaansens:

Ik ga mijn best doen om dat voor elkaar te krijgen, om snel die reactie te krijgen. U geeft aan: vóór het debat. Ik kan mij wel voorstellen dat het soms ook voor groepen niet handig is, maar laten we dat toelichten in een brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb in het debat ook gevraagd naar de uitzonderingen die bijvoorbeeld onder terrorisme worden geschaard, en of daar niet te vaak, te snel iets onder geschaard wordt. Ik vraag de minister eigenlijk het omgekeerde te beredeneren. Want je kan deze motie ook omarmen, en dan zeggen: mits er echte uitzonderingen zijn, beargumenteerd, dan mag het niet. Want we weten dat het enorm wordt opgerekt als je het niet beperkt. Dat wil niemand, volgens mij. Als je nou met die uitleg de Europese onderhandelingen ingaat, sta je volgens mij toch sterker op het punt waar wij willen zijn.

Minister Adriaansens:

Het heeft er volgens mij veel mee te maken of je die belangen boven- of nevengeschikt maakt. Daar heeft het mee te maken. Het heeft ook te maken met hoe je het vervolgens omschrijft. Het lijkt het kabinet goed om daar geen onduidelijkheid over te laten bestaan. Volgens mij bedoelen we hetzelfde, namelijk dat het alleen in uitzonderingsgevallen wordt gebruikt. Daar moeten we transparant over zijn. Ik zou dus toch willen voorstellen om die brief met nadere concretisering even af te wachten.

De voorzitter:

Kort, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, maar juist die uitzonderingsgevallen kunnen zo enorm opgerekt worden. Straks komt een briefje van Justitie en Veiligheid waarin ze zeggen: maar anders is de veiligheid in het geding, dus weg met die motie. We weten allemaal hoe het enorm kan worden opgerekt en hoe onschuldige mensen schuldig worden gemaakt door deze intelligentie. We weten ook dat je daar niet uit kunt ontsnappen. Met het toeslagenschandaal net achter de rug, ga ik er toch van uit dat Nederland het beste beentje voorzet in Europa.

Minister Adriaansens:

Een laatste woord hierover: we delen die zorg. Ik denk dat het hele kabinet die zorg deelt. Daarom is die transparantie achteraf ook zo belangrijk. Daarover zou je misschien nog wat kunnen afspreken qua termijn. Ik denk dat de vraag om concrete voorbeelden te geven wellicht nog wat meer basis geeft aan waar we het precies over hebben.

De voorzitter:

Prima. Gaat u ons al verlaten of blijft u nog even?

Minister Adriaansens:

Ik blijf nog even.

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 984 van de heer Ceder vraagt om de onderhandelingen over het raamwerk voor de Europese digitale identiteit opnieuw te starten. We zijn op dit moment in een vergevorderd stadium; de onderhandelingen worden volgende week afgesloten in de Telecomraad. Ik zou willen voorkomen dat wij buiten de onderhandelingen komen te staan. Ik zou willen toezeggen — ik hoop dat ik daarmee tegemoetkom aan de wens van de heer Ceder — dat ik dit punt tijdens de Telecomraad actief zal opbrengen. Ik zal aangeven dat het van belang is om de mogelijkheid te houden dat het vrijwillig blijft, specifiek voor de bedrijven. Ik zal dat punt inbrengen. We zullen uiteraard ook inzetten op dat punt in de triloog met het Europees Parlement. Ik neem het voorstel en de punten die u heeft, mee in de Telecomraad. Ik zal dat ook inbrengen in de triloog. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan zou ik die oordeel Kamer kunnen geven. Misschien moet ik daarvoor even naar de heer Ceder kijken.

De voorzitter:

Ik tuur ook al een tijdje naar hem, maar hij heeft zijn pokerface op staan.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Volgens mij komen wij een eind. Volgens mij is het belangrijk om volgende week op te werpen dat er bezwaren zijn vanuit het parlement, dus niet daarna, want dan is de stemming al geweest. Het is belangrijk dat u die nog ter tafel brengt. Ik weet dat we niet kunnen beslissen wat andere landen doen, maar dat zou ik wel echt willen markeren. Ik wil dat Nederland daarover een duidelijke positie inneemt. Dat zou volgende week moeten gebeuren en niet pas daarna, want dan is het voor mij een beetje mosterd na de maaltijd, nog los van de triloogonderhandelingen. Dan begrijpen we elkaar. Dat is voor mij wel een belangrijk punt, omdat we dat een tijdje geleden met elkaar hebben uitgesproken als parlement.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Zoals ik zei, zal ik dat punt volgende week meenemen, maar ik neem het ook in de triloogfase mee. Dat is namelijk een moment waarop er echt nog wordt onderhandeld over de teksten en de inzet. Ik neem dat in beide gevallen graag mee. Dan zijn we volgens mij tot overeenstemming gekomen.

De voorzitter:

Namelijk dat de motie op stuk nr. 984 oordeel Kamer krijgt?

Staatssecretaris Van Huffelen:

De motie krijgt oordeel Kamer, met de interpretatie die ik er net bij heb gegeven.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten vraagt of de motie kan worden aangehouden? Nee. De motie wordt niet aangehouden en krijgt gewoon oordeel Kamer. We gaan door met de motie op stuk nr. 986.

Staatssecretaris Van Huffelen:

De motie op stuk nr. 986 is van mevrouw Leijten, die verzoekt om niet in te stemmen met de Raadsconclusie. Die motie ontraad ik. Op dit moment zou niet instemmen met de Raadspositie betekenen dat we als enige land tegenstemmen en onszelf daarmee buiten de onderhandelingen zetten. De zorgen en aandachtspunten die ook in het debat vandaag aan orde zijn gekomen, zal ik uiteraard meenemen. Die breng ik ook naar voren in de triloogfase. Ook een aanhangsel ontraad ik.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 987. Mevrouw Leijten vraagt daarin om te regelen dat in de Raadspositie over de AI-verordening duidelijk wordt wanneer of hoe een besluit wordt gemaakt. Dit is een punt dat wij delen, in die zin dat we heel graag willen dat dit wordt geregeld. We kunnen het melden, maar het zal niet meer mogelijk zijn in de Raad, omdat er bij de andere lidstaten onvoldoende steun voor is. Maar ik blijf mij voor dit punt inzetten, zeker ook om in de triloogfase de notificatieplicht in de tekst te laten opnemen. Ik ontraad de motie daarom, maar zal dit punt wel opnemen. Ik wil uw Kamer ook vragen om daarover met uw collega's in het Europees Parlement contact op te nemen.

De voorzitter:

Een vraag van mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Dit onderwerp heb ik in zo'n beetje acht van de tien debatten over digitale zaken aan de orde gesteld, omdat ik graag wil dat de Nederlandse regering dit gaat doen en omdat ik weet dat de Franse regering dit allang doet. Nu zit het in een motie en is het te laat. Dat voelt niet oké. We gaan nu namelijk Europees regelen hoe er moet worden omgegaan met geautomatiseerde besluitvorming, zonder vast te leggen dat als dat plaatsvindt, degene over wie het gaat daarover wordt geïnformeerd. Dat willen we wel, maar we hebben het niet geregeld. Mij is dus niet duidelijk wat de positie van Nederland gaat zijn. Het is mij ook niet eerder helder geworden wat andere landen doen en wat bijvoorbeeld de positie van Frankrijk hierin is, dat dit zelf al wettelijk heeft verplicht. Dus ik vraag echt of de staatssecretaris iets meer wil meebewegen, want het gebrek aan antwoord op dit punt in de afgelopen debatten maakt dat deze motie er nu ligt, dat we geen stap vooruitzetten en dat we de boot missen. En dat vind ik zo ontzettend jammer.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Misschien een paar dingen. We gaan dit in Nederland doen. Ik begrijp dat het ook in Frankrijk zo is. Ik ken die details niet, maar wij gaan het in Nederland in elk geval doen. In de onderhandelingen hebben we er enorm op ingezet om dit voor elkaar te krijgen, ook in Europees verband. Dat punt hebben wij niet binnengehaald. Ik ga het tijdens de Raadsdiscussie van aanstaande dinsdag opnieuw opbrengen, maar het zal onderdeel van de triloog moeten zijn om te zorgen dat we het in Europees verband gaan realiseren. Voor Nederland gaan we het sowieso doen.

Mevrouw Leijten (SP):

Is hierop dan een aanhangsel mogelijk? Want dit is wel een cruciaal punt. Ik weet zeker dat een land als Frankrijk dan gaat meedoen. In de trilogen is dan wel duidelijk dat de Raadspositie hierover verdeeld is. Dat maakt het onderhandelingsmandaat in de trilogen dan straks ook steviger.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Ik zal kijken welke vorm ik hiervoor kan kiezen. De inzet is duidelijk. Wij vinden de notificatieplicht ook heel belangrijk. Naar aanleiding van eerdere debatten hebben we dat ook aangegeven. We gaan er ook zelf mee aan het werk. Ik zal bekijken welke vorm het beste is om dit onderwerp verder te brengen.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 988.

Staatssecretaris Van Huffelen:

De motie op stuk nr. 988 is ook van mevrouw Leijten en gaat over de start van de wallets. Die motie wil ik ontraden. Wij bouwen open source een publieke voorbeeldwallet, juist om te bekijken hoe we op een zo goed mogelijke manier de publieke waarden kunnen borgen. Die wordt niet volgend jaar al breed geïntroduceerd, maar we gaan die wel maken, toetsen, testen en we gaan er met u over in gesprek. We hebben dit aangekondigd in de werkagenda en er ook Kamervragen over beantwoord. We gaan die niet zomaar introduceren zonder overleg met uw Kamer, maar we gaan wel zorgen dat we goed weten wat zo'n wallet is en hoe die kan voldoen aan de vereisten. Dat doen we binnen Nederland, maar ook in Europees verband. Die motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

Prima. Dan was er nog een vraag van mevrouw Dekker.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Ja, dat was de vraag of de algoritmetoezichthouder ook toezicht houdt op de Belastingdienst en de politie. Dat doet de AP. De AP houdt toezicht op de verwerking van persoonsgegevens, ook in algoritmes en ook bij die instanties.

De voorzitter:

Prima. Heel kort, mevrouw Dekker, want ik moet echt door naar het volgende debat. Kort, kort, kort.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ik weet dat de AP toezicht houdt op persoonsgegevens. De vraag is natuurlijk of de algoritmewaakhond toezicht gaat houden op algoritmes. Want dat was een beetje het punt van discussie tijdens het debat zo-even.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Uiteraard gaat de algoritmetoezichthouder toezicht houden op algoritmes.

De voorzitter:

Dat klinkt logisch. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de minister en de staatssecretaris. We wensen de minister een veilige reis naar Brussel. Rij voorzichtig.

Ik schors een enkel ogenblik en daarna gaan we naar de Transportraad.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven