10 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden.

Ik geef het woord aan het lid Hijink van de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. Meerdere keren is ons in de zaal en ook schriftelijk gezegd dat er geen geluidsopnames meer zouden zijn van vergaderingen die zijn gehouden door het Outbreak Management Team, het OMT. De minister van VWS heeft gisteren een brief naar de Kamer gestuurd waarin staat dat die opnames er nog wel gedeeltelijk zijn. Daarmee heeft de minister de Kamer onjuist geïnformeerd, niet alleen schriftelijk maar ook hier in de plenaire zaal. Voor de SP is dat een heel zwaarwegend punt, omdat voor ons die opnames altijd heel belangrijk zijn geweest, ook om de reconstructies, straks door de parlementaire enquête maar ook door de Onderzoeksraad voor Veiligheid, op een goede manier te kunnen doen. Nu wil de SP een debat houden over de brief die de minister gisteren heeft gestuurd en over wat er het afgelopen halfjaar op het ministerie is gebeurd waardoor de Kamer niet eerder kon worden geïnformeerd.

Ik moet daar het volgende bij zeggen. We zouden natuurlijk een debat hebben over de begroting, de zorgbegroting. Dat vind ik een moeilijke, want hoe kunnen wij een debat over de begroting voeren als wij er niet 100% zeker van kunnen zijn dat deze minister in control is over zijn departement? Ik vind dat dit debat gevoerd moet worden en wel vandaag, voordat wij de zorgbegroting doen. Als dat betekent dat de VWS-begroting moet worden doorgeschoven, dan is dat wat ons betreft ook een uitkomst.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hijink. Ik kijk of er steun is voor uw verzoek om vandaag nog een debat hierover te houden.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun, voorzitter. Ik had het gisteravond al aangemeld, maar de heer Hijink heeft er volledig gelijk in dat het vandaag moet gebeuren. De brief geeft ook geen opheldering over wat er is gebeurd tussen 24 mei en het debat dat wij op 4 oktober hadden, want het RIVM wist het op 24 mei en de minister zat hier op 4 oktober te zeggen dat die tapes er niet zijn. In de brief zegt de minister ook het belang van de Staat voorop te stellen en ze niet te willen openbaren, ook niet aan de Tweede Kamer. Dat stuit mij zeer ernstig tegen de borst. Ik kan ook niet met reces gaan in de wetenschap dat wij een minister hebben die ons van onze grondwettelijke taken weerhoudt — artikel 68 van de Grondwet, het kunnen nalopen van de beslissingen die destijds zijn genomen — en het belang van de Staat interpreteert op een manier die ik niet kan rijmen. Ik kan wel begrijpen dat de OMT-leden het niet fijn vinden als wij gaan nalopen hoe de beslissingen tot stand zijn gekomen …

De voorzitter:

U steunt een debat. Sorry dat ik u kort moet houden, maar we moeten even …

Mevrouw Agema (PVV):

Als u dat dan ook bij mijn collega's doet.

De voorzitter:

We gaan kijken.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter. Ik betreur het dat we opnieuw zo'n debat met elkaar moeten aangaan, maar ik zie dat het nodig is.

De voorzitter:

U steunt het.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Het is ook nodig dat het snel gebeurt, om hier opheldering over te hebben. Ik steun dus het verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het kan niet zo zijn dat eerst stellig wordt gezegd dat de opnames er niet zijn en dat ze er nu wel blijken te zijn. Het heeft er inderdaad alle schijn van dat de Kamer onjuist is geïnformeerd. Wij steunen dan ook de vragen van de heer Hijink. Is deze minister nog wel in control? Hoe heeft dit kúnnen gebeuren? Zo snel mogelijk een debat; hier moet nu opheldering over komen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Eigenlijk is het wel goed nieuws: we hebben een premier die alles heeft gewist, maar er is toch nog iets te vinden. We kunnen dus nog aan waarheidsvinding doen.

De voorzitter:

Dus u steunt het.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik ben zeer benieuwd wat het belang van de Staat dan is en of dat zwaarder weegt dan de waarheidsvinding, dus ik steun het van harte. Ik zou zeggen: laten we het allemaal op één grote hoop gooien en laten we dit gewoon meteen vanmiddag doen, met de begroting erbij, want dan kunnen we alles in een keer afronden.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. We hebben de brief inderdaad gisteravond gekregen. Daarin staat dat de minister, nu hij weet hoe het zit, de Kamer zo snel mogelijk wilde informeren. Dat is positief, maar tegelijkertijd komt erin naar voren dat de Kamer eerder dus feitelijk wel onjuist is geïnformeerd. Dat valt ook onder de verantwoordelijkheid van deze minister, dus het is goed om daarover een debat te voeren. Omdat er ook wat vragen zijn die misschien enige voorbereiding vragen, is het wat ons betreft ook goed als dat snel na het reces zou plaatsvinden. Wat ons betreft hoeft het niet per se vandaag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun ook het verzoek om dit debat, want dat is heel belangrijk. Het is wel triest, want ontzettend veel mensen in de zorg verwachten dat we nu inhoudelijk spreken over de gehandicaptenzorg, over zieken, over ouderen en over bejaarden. Maar ik snap de urgentie wel, dus ik steun het debat. Als het even kan en mogelijk is, zou ik liever eerst het inhoudelijke VWS-debat doen en daarna dit debat. Dat is gewoon een voorkeur van mij, maar ik snap de urgentie. Kortom, ik steun het.

De voorzitter:

U steunt het.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Kortom, ik steun het.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Geen steun voor een debat nu en ook geen steun voor een apart debat. Wij krijgen nog een debat over OVV 1, over OVV 2 en over mondkapjes. Het kan vast ergens worden samengevoegd.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik deel het chagrijn van meneer Hijink wel, maar ik denk, zoals mevrouw Van der Plas ook zegt, dat het gewoon heel belangrijk is om onze begrotingsbehandeling vandaag te doen. Dat gaat over heel veel onderwerpen. Ik zou eigenlijk willen voorstellen om deze brief te betrekken bij het debat over de OVV deel 1, wat volgens mij behoorlijk hoog op de lijst staat en wat volgens mij volgende maand gewoon ingepland moet kunnen worden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dus geen steun voor het debat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik heb twee debatten aangevraagd. Op 24 mei vond er een debat plaats over de gewiste OMT-tapes. Daar is uit-en-ter-na tientallen keren verteld dat die er niet waren. Op dezelfde dag heeft het RIVM meegedeeld aan het ministerie dat ze er wel waren. Dat signaal zou niet de top van het ministerie bereikt hebben. Dat is óf politieke incompetentie óf onwil van het ministerie. Op 4 oktober heb ik nóg een dertigledendebat hier gevoerd. Ook toen is het ontkend. Toen was het er al máánden. En dit gaat niet om zomaar iets. Dit gaat om wat de besluiten in de eerste maanden zijn geweest. Ik wil een tijdlijn hebben van wat er gebeurd is tussen mei en oktober en van wie welke informatie had. En ik wil de hotspotselectielijst hebben binnen anderhalve week.

De voorzitter:

Dank u wel. En u steunt het ...

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En daarna wil ik het debat voeren. En als het nodig is voor de collega's, dan wil ik de vooraankondiging doen dat daar de mogelijkheid is dat de vraag op tafel komt te liggen of deze minister in charge is en of wij hem daarin kunnen vertrouwen. En dan vraag ik de collega's of we daarover kunnen debatteren. Het kan niet zo zijn dat ik hier drie keer in debat over moet. Deze minister had ons ook echt eerder kunnen informeren.

De voorzitter:

Maar even nog, meneer Omtzigt: u steunt het debat, maar het hoeft niet per se vandaag, want u heeft ook nog een aantal informatieverzoeken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik kijk hier naar de meerderheid. Het zal niet vandaag zijn. Als het vandaag is, dan vervallen die informatieverzoeken, want dat kan niet binnen twee uur gedaan worden.

De voorzitter:

Oké, helder.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Als het later is, dan komen die informatieverzoeken erbij. En dan wil ik die informatie binnen een week hier hebben. Het zijn toezeggingen uit mei.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Van harte steun voor dit debat. Voor ons is het vooral van belang dat tijdens dat debat duidelijk wordt hoe het nou in hemelsnaam zo kan zijn dat wetenschappelijke discussies die binnen het OMT gevoerd worden, of wat wetenschappelijke discussies zouden moeten zijn, staatsgeheim zijn. Het is voor ons heel belangrijk om dat te achterhalen.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Maar zoals collega Van der Plas al zei, hebben we best veel onderwerpen. We weten dat we later dit jaar pas over de begroting stemmen. Er zijn best wel veel onderwerpen die ook de actualiteit raken in de zorg. Dus het is echt: ja, steun, maar ook steun om die VWS-begroting vandaag wel te behandelen met elkaar en om te kijken of we met het aanvullende informatieverzoek van de heer Omtzigt snel een debat kunnen hebben na het reces. Want daar moet je gewoon een debat over voeren met elkaar. En even: misschien is het wel goed om het niet te betrekken bij het OVV. Wat mij betreft een apart debat.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter, steun voor het verzoek, dus voor het debat. En ook graag met de juiste informatie en ook graag met een goede voorbereiding. Dus laten we dit zo snel mogelijk voeren en dan vandaag verdergaan met de VWS-begroting.

Mevrouw Paulusma (D66):

Dank. Steun voor het verzoek voor een debat, maar niet vanmiddag, dus het liefst zo snel mogelijk na het reces.

Mevrouw Pouw-Verweij (JA21):

Het voelt wat ongemakkelijk voor mij. Je hoort aan een deel van de Kamer dat er toch grote vraagtekens bestaan rondom het eerlijk dingen delen met onze Kamer door deze minister, met wie wij vervolgens een heel belangrijk debat hebben over de begroting. Dat door laten gaan, terwijl een deel van de oppositie duidelijk met zulke vertrouwensvraagstukken zit, vind ik eigenlijk dus nogal zwaarwegend. Dus wel steun voor het debat, het liefst vandaag, en anders inderdaad zo snel mogelijk na het reces.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. De brief bevatte ook voor mij nieuws waarvan ik dacht: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Ik deel het ongemak dat ik hier breed hoor. Ik waardeer het wel dat de minister, voor mijn idee, dit met de Kamer gedeeld heeft zodra hij dit gehoord heeft. Het is goed dat we daar op een later moment over spreken. Op dit moment gaat het over de grote zorgen die we hebben over de toekomst van de Nederlandse zorg. Dat is de begroting VWS. Die wil ik vandaag graag behandelen. Op een later moment gaan we op meerdere plekken terugkijken op de coronacrisis.

De voorzitter:

U steunt een apart debat?

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik wil kijken wat een goed moment is om dit bij te voegen.

De voorzitter:

U steunt een apart debat, alleen niet vandaag?

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Het heeft mijn voorkeur om het te voegen bij een ander debat, maar in ieder geval moet er over deze brief gesproken worden.

De voorzitter:

Dus u steunt een debat.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik steun niet het verzoek voor een debat vandaag.

De voorzitter:

Maar wel op een later moment.

De heer Dassen (Volt):

Steun voor het verzoek, voorzitter, maar ik kan me ook wel vinden in de woorden van mevrouw Westerveld. Dus daar sluit ik gewoon bij aan.

De voorzitter:

Mevrouw Agema nog even.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik hoor verschillende collega's voorstellen om het debat te voegen bij de debatten die ik al heb aangevraagd, maar dat is niet geschikt. Dat gaat over dingen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid daadwerkelijk heeft onderzocht. De Onderzoeksraad voor Veiligheid had al die tapes niet, dus heeft die niet onderzocht. Dat is echt niet de juiste plek. Ik hoor daar gelukkig geen meerderheid voor, maar ik wil benadrukken dat het echt geen goed idee is.

De voorzitter:

Helder, mevrouw Agema.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik concludeer dat er een meerderheid is voor een debat, en om dat spoedig te houden maar wel na ommekomst van informatie. De heer Omtzigt maar ook mevrouw Agema heeft een verzoek gedaan voor informatie. Het verzoek is ook om het debat dus niet vandaag te doen en de begroting af te maken. Er is wel een meerderheid voor uw verzoek om het debat te houden na ommekomst van informatie.

De heer Hijink (SP):

Dat heb ik gehoord, voorzitter. Ik wil nog wel even het idee tegenspreken dat ik van sommige kanten hoor dat de SP niet over de inhoud van de zorg zou willen spreken. Dat is absoluut niet zo. Ik zou niets liever willen dan de VWS-begroting hier vandaag bespreken, maar het was de minister die gisterenavond een berichtje over de schutting kieperde. Het debat waar het over gaat is niet over de inhoud van de zorg, maar over de vraag of wij het debat wel kunnen voeren met een minister van wie wij niet honderd procent zeker kunnen zijn dat hij de Kamer volledig inlicht.

De voorzitter:

Dat heeft u al gezegd.

De heer Hijink (SP):

Kunnen wij dat debat over de inhoud zo wel voeren?

De voorzitter:

Ik dank u zeer. Ik schors voor een enkel moment. Dan gaan we over tot het debat over de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De vergadering wordt van 14.20 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven