2 Informele Landbouw- en Visserijraad d.d. 3-5 september 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Landbouw- en Visserijraad d.d. 3-5 september 2023 (21501-32, nr. 1569).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Landbouw- en Visserijraad van 3-5 september 2023. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de woordvoerders in de zaal van harte welkom. Ik nodig mevrouw Vestering uit van de Partij voor de Dieren voor haar inbreng.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft dit debat aangevraagd, en wel met een belangrijke reden, want de Europese Commissie wil in oktober gaan stemmen over de verlenging van het gebruik van het landbouwgif glyfosaat. Misschien kent u het wel. Glyfosaat is een stof die schadelijk is voor de biodiversiteit. Het is schadelijk voor ons drinkwater, het heeft hoge risico's voor neurologische ziektes, zoals parkinson, en de Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat het waarschijnlijk ook kankerverwekkend is. Nu is er een gelukkig een alternatief voor dit stofje; dat is de ploeg. Je kan namelijk ook prima machinaal zorgen dat je eventueel onkruid van je land afhaalt.

In Europa wordt nu voorgesteld dat dit stofje nog vijftien jaar langer op de markt mag blijven en dat het dus nog vijftien jaar langer mag worden gebruikt, maar gelukkig zijn er ook twee Europarlementariërs geweest, Anja Hazekamp van de Partij voor de Dieren en Gerben Gerbrandy van D66, die anderhalf jaar in een commissie hebben gezeten en onderzoek hebben gedaan. Zij hebben vijf jaar geleden gezegd: die verlenging mag nog één keer gebeuren met vijf jaar, maar daarna is het wel echt afgelopen. Laat dat nou 1 december dit jaar zijn.

Voorzitter. Daarom de volgende motie, die een hele mooie kans biedt om vandaag een halt toe te roepen aan het gebruik van glyfosaat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie voorstelt om de toelating van het landbouwgif glyfosaat te vernieuwen voor vijftien jaar;

constaterende dat glyfosaat door de Wereldgezondheidsorganisatie in verband wordt gebracht met het risico op kanker en dat in verschillende wetenschappelijke studies een verband wordt gelegd met de ziekte van Parkinson;

constaterende dat voedselveiligheidsorganisatie EFSA in de risicobeoordeling verschillende kennisgaten benoemt, onder andere in relatie tot gifresten op voedsel, effecten op het microbioom in de darmen en de mogelijke kankerverwekkendheid van een onzuiverheid in glyfosaat;

constaterende dat de EFSA zelf heeft geconstateerd dat het toelatingsbeleid van pesticiden momenteel onvoldoende is om het risico op neurologische ziektes te kunnen beoordelen;

constaterende dat glyfosaat zeer schadelijk is voor de biodiversiteit, waaronder het waterleven en bijen, en dat het een probleemstof is voor de drinkwaterwinning;

verzoekt de regering tegen de nieuwe Europese toelating van glyfosaat te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering en Bromet.

Zij krijgt nr. 1570 (21501-32).

Dank u wel, mevrouw Vestering. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bromet van GroenLinks. Nee, zij ziet af van haar termijn. Volgens mij zijn we dan aan het einde gekomen van de termijn van de kant van de Kamer. Ik kijk of de minister meteen in staat is om te reageren op de motie. Dat is het geval. Kijk. Dan geef ik het woord aan de minister. Gaat uw gang.

Adema:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Het klopt inderdaad dat de EFSA van de Europese Commissie het voorstel doet om de toelating van glyfosaat voor een periode van vijftien jaar te verlengen. De EFSA en het Ctgb zijn instituten die wij hoog hebben zitten en die op basis van veel wetenschappelijk onderzoek en alle bekende wetenschappelijke rapporten komen tot keuzes over het al dan niet toelaten van stoffen. Dat zijn zorgvuldige processen. Het zijn processen waarin de wetenschappelijke onderzoeken worden meegenomen. Ook in deze herbeoordeling zijn veel wetenschappelijke onderzoeken meegenomen.

Mevrouw Vestering noemde al eventjes het alternatief van omploegen. Ik heb bij mijn aantreden al aangegeven dat wij het doodspuiten van gras willen voorkomen en dat dat eigenlijk machinaal moet. Ik heb dus ook al geprobeerd om het gebruik van glyfosaat zo veel mogelijk te beperken. Daar blijven we natuurlijk mee doorgaan. Wij hebben als regering nog geen standpunt ingenomen ten aanzien van de keuze die de Europese Commissie ons voorlegt. Het kabinet moet zich daar nog op beraden. Ik heb op dit moment dus nog geen standpunt voor u. Ik kan niet zeggen dat wij het voorstel wel of niet gaan steunen. Er moet echt nog onderzoek naar gedaan worden. We willen dat goed uitzoeken en ik wil daar een goed gesprek over hebben in het kabinet.

Daarbij komt dat wij natuurlijk een demissionaire status hebben. Dit is wel een groot en belangrijk thema, ook voor de agrarische sector. Het is een belangrijke keuze en ook wel een grote keuze. Dat noopt ook tot een zekere bescheidenheid in het omgaan met makkelijke besluitvorming. Ik wil het op een zorgvuldige manier doen. Wij komen natuurlijk naar de Kamer toe. Voordat wij ons standpunt innemen in de Landbouw- en Visserijraad zullen wij ons standpunt met de Kamer delen. Dan kunnen we het gesprek met elkaar voeren over het standpunt van het kabinet, als daar behoefte aan is. Ik wil u vragen om de motie aan te houden tot het standpunt van het kabinet op tafel ligt. Dan gaan we daar met elkaar de discussie over voeren. Als u dat niet doet, moet ik de motie helaas ontraden.

Mevrouw Vestering (PvdD):

De minister zegt terecht dat enige bescheidenheid nu op zijn plaats is voor het kabinet. Ik denk dat dit waar is. Daarom komt de Tweede Kamer met deze motie: om u een beetje richting te geven inzake dit dossier. De minister geeft aan dat je op de EFSA kunt vertrouwen. Maar de EFSA geeft ook aan dat er een belangrijk kennishiaat is, echt een gat in de kennis, als het gaat om de neurologische effecten van het gebruik van dit landbouwgif. Vindt de minister dat een belangrijke overweging? Vindt hij dat we toch moeten gaan kijken hoe we mensen, omwonenden en de gebruikers zelf kunnen beschermen tegen belangrijke en gevaarlijke ziektes zoals Parkinson?

Adema:

Voorzitter, u en mevrouw Vestering zullen weten dat we bezig zijn met het opstarten van een langjarig onderzoek naar neurotoxische effecten van glyfosaat en andere bestrijdingsmiddelen. Dat willen we op een zorgvuldige manier doen. Wij doen dat onderzoek omdat de tot nu toe bekende onderzoeken eigenlijk nog onvoldoende inzicht bieden. We willen nu een degelijk onderzoek hebben, zodat we ook een degelijke en zorgvuldige beslissing kunnen nemen. Het is een langjarig onderzoek, maar mocht al veel sneller, voor het einde van het onderzoek, bekend zijn dat er toch grote risico's zijn, dan zullen wij direct acteren. Dat geldt overigens ook voor de EFSA, het Ctgb en de Europese Commissie. Het voorstel is nu om vijftien jaar te verlengen. Ik kan me voorstellen dat dit best een lange periode is, gelet op alle discussie die er nu is. Ik snap dat heel veel mensen daar vraagtekens bij hebben. Hoe kun je nou zo'n stof voor vijftien jaar goedkeuren, terwijl je nog niet weet wat er aan nieuwe informatie boven tafel komt? Op het moment dat uit onderzoek blijkt dat het verband er wel degelijk is en dit hard wordt aangetoond — dat zou ook uit het Nederlandse onderzoek kunnen blijken — dan zullen het Ctgb en de Europese Commissie zonder meer direct moeten ingrijpen. Het is dus niet zo dat die vijftien jaar een gegeven is in de zin dat er tussen nu en vijftien jaar geen ontwikkelingen meer zouden kunnen zijn die tot een ander standpunt kunnen leiden.

Nogmaals, wij hebben het voorstel natuurlijk bestudeerd. We willen daar op een zorgvuldige manier antwoord op geven. U heeft ook al gezien — dat heb ik al gezegd — dat het gebruik van glyfosaat uiteindelijk een onderdeel is van een geïntegreerde gewasbescherming. Maar dan moet het wel op een zodanige manier gebruikt worden dat het daar wordt toegepast waar het niet anders kan. Daarom hebben wij gevraagd: zou je het omzetten van grasland ook op een andere manier kunnen doen? U geeft zelf al aan dat dit machinaal kan. Zoals u weet, is dat de afgelopen periode ook de inzet van deze minister geweest. We proberen het dus zoveel mogelijk te beperken. Ik vind dat we dat met alle chemische middelen moeten doen. Nogmaals, op dit moment komt deze motie te vroeg. Wacht eerst even het standpunt van het kabinet af; dan kunnen we de discussie met elkaar voeren.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):

De minister geeft aan dat hij dat onderzoek heel graag zorgvuldig wil doen. Ik denk dat twee dingen daarbij heel belangrijk zijn. Eén is dat de EFSA aangeeft dat er geen volledig onderzoek is gedaan. Er is bijvoorbeeld niet gekeken naar de neurologische effecten voor mensen en dieren. Dat stuk ontbreekt nu. Ik wil graag om een reactie van de minister daarop vragen. Twee is dat er wel degelijk gegevens zijn. Gegevens over hoe schadelijk het is en of het veilig is — de giffabrikant zelf beweert natuurlijk van wel — worden pas bekend gemaakt na de stemming. Dat is een rapport van duizenden pagina's. De minister kent vast alles rondom de Monsanto Papers. Ik wil hem vragen hoe hij denkt over dit specifieke voorbeeld, in het kader van transparantie, maar ook in het kader van het voorzorgsbeginsel.

Adema:

Ik ben het met mevrouw Vestering eens dat de procedures volledig transparant moeten zijn. De procedures zijn ook transparant. Ik heb er zelf weleens vraagtekens bij als stukken pas na het besluit openbaar worden gemaakt. Dat wil niet zeggen dat het niet transparant is. Degenen die daar echt een oordeel over moeten vormen, hebben toegang tot de stukken. U zegt dat de neurotoxische effecten niet zijn meegenomen. Dat is juist de reden dat wij dit onderzoek hebben opgestart. Laten we straks gaan kijken wat de uitkomsten van dat onderzoek zijn. Nogmaals, ik wil nog geen standpunt innemen.

De voorzitter:

Dank. Dat heeft u gezegd. Ik kijk even naar mevrouw Vestering om te zien of zij bereid is om de motie aan te houden. Dat is niet het geval. Dat betekent dat wij vandaag gaan stemmen over deze motie. Mevrouw Bromet, GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik luister naar de minister. Het lijkt net alsof hij nog niet in de gaten heeft dat het kabinet is gevallen en dat het demissionair is. De Kamer is niet demissionair. Er komt een voorstel vanuit de Kamer. De minister heeft nog geen standpunt ingenomen. Hoe kijkt de minister daarnaar? Als we vanavond gestemd hebben en de motie een meerderheid krijgt, gaat hij dan tegenstemmen?

Adema:

Als er een motie in de Kamer ligt, zullen we die natuurlijk meenemen in de afweging over het innemen van een standpunt bij de Europese Commissie. Dat is volstrekt helder. Maar we hebben een goed gebruik in dit land, namelijk dat we het standpunt en onze inzet aan de vooravond van de Landbouw- en Visserijraad delen met de Kamer. Dan kan daar ook een goed gesprek over plaatsvinden. Vaak gebeurt dat schriftelijk, maar het zou ook mondeling kunnen. Ik ben daar van harte toe bereid. Dat is de procedure die we volgen in dit huis. Dat standpunt komt straks naar u toe. Daar kunt u op gaan reageren. Daar wil ik graag het debat met u over aangaan. Als er een uitspraak van de Kamer ligt, zullen we ons daartoe verhouden, ook als het gaat om onze inzet en ons standpunt in Europa.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

De Tweede Kamer is het hoogste orgaan en gaat over wat er moet gebeuren in dit land. De ministers zijn daar dienstbaar aan, dus als de Kamer zegt dat wij het gebruik van glyfosaat niet meer willen de komende vijftien jaar, dan hoort de minister te zeggen dat hij aan die wens van de Kamer gaat voldoen, en niet "ik ga het meenemen", want dat is niet hoe de verhoudingen liggen. De Kamer is het hoogste orgaan. Is de minister dat met mij eens?

Adema:

Ik ben het volstrekt met u eens dat de Kamer het hoogste orgaan is in het democratische bestel; geen enkele discussie daarover. Daarom zeg ik ook dat we die motie, als die wordt aangenomen, zeer zullen betrekken bij de inzet. Die inzet is niet meer dan een inzet. Die leg ik ook weer bij u terug en dan kunnen we het er met elkaar over hebben.

Ten tweede ken ik het dictum van de motie niet. Ik weet niet precies wat er allemaal in gezegd is; het werd snel voorgelezen. Ik wil dat dus gewoon op een zorgvuldige manier kunnen wegen met elkaar. Er zijn belangen, er zijn risico's en er zijn zorgen in de samenleving. Ik begrijp ook die zorgen rondom alle publicaties die er zijn rondom glyfosaat. Laten wij op een zorgvuldige manier afwegingen maken en tot keuzes komen met elkaar. Ik denk dat de samenleving daar recht op heeft.

De voorzitter:

Heel kort nog, mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

De suggestie dat het na tien jaar discussie over deze gifstof niet zorgvuldig gebeurt, werp ik verre van mij. Ik vind echt dat een minister die straks ja of nee moet zeggen tegen een voorstel, gewoon moet zeggen: als de Kamer iets wil, doe ik dat.

De voorzitter:

De minister, tot slot.

Adema:

Dan val ik toch in herhaling. Het kabinet komt met een voorstel. Dat voorstel wordt met de Kamer gedeeld voordat we de inzet gaan plegen in Europa. Daar kunnen we met elkaar het gesprek over gaan voeren, over de inhoud, op een zorgvuldige manier, zodat onze inzet op een goede manier is voorbereid met de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan vandaag nog stemmen over de motie van mevrouw Vestering. Ik dank de minister voor zijn aanwezigheid, evenals de woordvoerders. Ik schors de vergadering tot 10.45 uur en daarna gaan we verder met het burgerinitiatief.

De vergadering wordt van 10.31 uur tot 10.45 uur geschorst.

Naar boven