8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Informele Landbouw- en Visserijraad van 6-8 februari 2022 (21501-32, nr. 1380), met als eerste spreker het lid Wassenberg van de Partij voor de Dieren;

  • -het tweeminutendebat Vaststelling Regeling groenprojecten 2022 (30196, nr. 774), met als eerste spreker het lid Van Esch van de Partij voor de Dieren;

  • -het tweeminutendebat Participatiewet/Breed Offensief (CD d.d. 23/02), met als eerste spreker het lid Van Kent van de SP;

  • -het tweeminutendebat Hoofdlijnendebat met de minister van Economische Zaken en Klimaat (CD d.d. 22/02), met als eerste spreker het lid Kröger van GroenLinks;

  • -het tweeminutendebat Ministeriële regeling inspectie belastingen, toeslagen en douane (31066, nr. 973), met als eerste spreker het lid Omtzigt.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet register onderwijsdeelnemers en enkele andere wetten in verband met het uitbreiden van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers (35963).

Aangezien alle sprekers zich hebben teruggetrokken, wordt het tweeminutendebat inzake de fictieve verloning van aanvullende beurzen van de agenda afgevoerd.

Ik stel voor dinsdag 8 maart ook te stemmen over:

  • -de aangehouden motie-Azarkan (35788, nr. 148);

  • -de aangehouden motie-Omtzigt (25295, nr. 1805);

  • -een brief van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (36044, nr. 1).

Ik deel aan de Kamer mee dat:

  • -de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van Meenen en tot haar ondervoorzitter het lid Van Nispen;

  • -de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Hagen en tot haar ondervoorzitter het lid Klink.

Op verzoek van het lid Alkaya stel ik voor zijn motie op stuk nr. 21501-07, nr. 1633 opnieuw aan te houden.

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 35925-V-42; 35925-VI-89; 35925-VI-109; 35925-VI-114; 35925-VIII-104; 35510-77; 29911-321; 35925-XVII-43; 35925-VI-87; 35925-VI-88; 35207-56; 21501-33-893.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 29628-1055; 29668-66; 29628-1053; 31288-939; 29826-132; 33561-52; 31239-339; 31765-615; 31765-612; 22054-356; 32317-736; 33842-6; 35925-XVII-62; 27858-561; 32757-185; 31066-959; 21501-32-1371; 35925-IX-19; 34763-16; 21501-08-846; 21501-32-1365; 21501-32-1366; 30952-401; 35925-VII-104; 33279-33; 21501-32-1368; 21501-02-2445; 21501-02-2441; 32734-53; 35934-(R2158)-16; 29689-1139; 22112-3273; 32813-970; 35925-B-18; 29282-452; 29362-303; 33576-258; 33997-170; 35925-VI-128; 29628-1054; 21501-02-2450; 30196-782; 35927-92; 29754-626; 27925-884; 22112-3258; 35663-36; 25424-600; 29279-687; 30950-279; 31753-245; 35925-VI-17; 29279-673; 31753-244; 29279-660; 24587-804; 28684-664; 31415-28; 35300-VI-136; 29279-584; 26485-322; 26485-321.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan leg ik graag het volgende aan de Kamer voor. Er is een brief gestuurd door het kabinet, door de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. Ze hebben aangegeven dat het debat dat voor vandaag stond ingepland door de uitzonderlijke ontwikkelingen en het aantal overleggen dat nog plaatsvindt moeilijk is in te passen. Ik leg graag aan de Kamer voor hoe daarmee om te gaan. Ik geef als eerste het woord aan de heer Sjoerdsma van D66, de aanvrager van het debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De Kamer had unaniem gevraagd om het debat over de agressie van Rusland tegen Oekraïne. Er was ook alle reden om dat debat vandaag plaats te laten vinden. Maar ik heb ook begrip voor het verzoek van het kabinet. Gezien de crisissituatie zou ik er begrip voor hebben dat de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie hun acute maatregelen en werkzaamheden nu uitvoeren. Daar zou ik hun ook de ruimte voor willen geven. Maar ik denk dat het ook van belang is dat wij in deze Kamer op zo kort mogelijke termijn spreken over de ontstane situatie, wat mijn fractie, die van D66, betreft het liefst maandag al, om duidelijk te maken dat wij solidair zijn met Oekraïne, dat wij het geweld van Poetin scherp en hard veroordelen en dat we het scherpste sanctiepakket willen dat nu mogelijk is.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de leden. Is er iemand die zich niet kan vinden in het voorstel van de heer Sjoerdsma om het debat niet vandaag te hebben, maar maandag aanstaande? Dat is niet het geval. Dan hebben we dit met elkaar zo afgesproken. Ik dank u voor de reactie. We gaan het debat plannen voor maandag aanstaande. Ik dank u zeer. Daarmee zijn we ook meteen gekomen aan het einde van de vergadering. Een aantal leden zie ik in ieder geval volgende week maandag weer terug.

Naar boven