8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik in het Presidium het lid Bontenbal tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Geurts.

Op verzoek van de initiatiefnemer stel ik voor om het bij de Eerste Kamer ingediende voorstel van wet van het lid Van Kent tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets) (34325) in te trekken.

Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op maandag 24 januari van 10.00 tot 13.00 uur over het wetsvoorstel Wijziging van de Meststoffenwet in verband met het begrip melkvee en enkele andere wijzigingen betreffende het stelsel van fosfaatrechten (35949).

Ik stel voor dinsdag 25 januari aanstaande ook te stemmen over een brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (33264, nr. 8).

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie-Den Haan bij de stemmingen op 16 december jongstleden over de gewijzigde motie-Simons (35925-VIII, nr. 141) geacht wenst te worden tegen deze motie te hebben gestemd. De fractie van JA21 wenst geacht te worden vóór de motie-Wilders (35788 nr. 80) te hebben gestemd.

Ik deel mee dat de volgende debatten zijn komen te vervallen:

  • -het debat over het functioneren van het systeem waarmee de aardbevingsproblematiek in Groningen moet worden opgelost;

  • -het debat over de situatie in de jeugd-ggz;

  • -het dertigledendebat over de herziening van de migratiedeal met Turkije;

  • -het dertigledendebat over het bericht dat Justitie "illegale" Marokkanen per direct moet vrijlaten.

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 35570-XV-49, 35570-32, 35178-8 en 34919-58.

Ik deel mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het debat over groene industriepolitiek;

  • -het debat over energiearmoede in Nederland.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 33576-232; 28286-1203; 27428-375; 35850-4; 35925-XVI-72; 35925-XVI-66, 35925-XVI-65, 35925-XII-49, 35925-XII-50.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Spoor, spoorveiligheid, ERTMS en internationaal spoorvervoer (22026, nr. 511), met als eerste spreker het lid De Hoop van de PvdA;

  • -het tweeminutendebat Financiële markten - consumenten en dienstverlening (32545, nr. 157), met als eerste spreker het lid Alkaya van de SP;

  • -het tweeminutendebat Motie-Westerveld/Ceder over afspraken met schuldeisers om vordering van financiële compensatie te voorkomen (31839, nr. 813), met als eerste spreker het lid Westerveld van GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Azarkan. Die zit ik nog niet zitten, dus dan ga ik naar mevrouw Kröger van GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Voor de kerst is er veel maatschappelijk debat ontstaan over de komst van het grote datacentrum in Zeewolde. Eigenlijk legt dat een veel bredere discussie bloot over de komst van datacenters en over groene industriepolitiek en hoe we hier als landelijke overheid regie op moeten hebben. Daarom zouden wij graag met de nieuwe minister van Economische Zaken en Klimaat hierover een debat voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Dan kijken we of er steun is voor uw verzoek. Gaat uw gang.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, de Eerste Kamer heeft gelukkig op de rem getrapt. Dat was een motie van de Partij voor de Dieren. Ik vind dat dit ook in de Tweede Kamer thuishoort, dus ik wil hier graag een debat over. Daarom van harte steun, absoluut.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun van de PvdA.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, SP, en dan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

Mevrouw Leijten (SP):

Er liggen ook nog een aantal series schriftelijke vragen die maar niet beantwoord worden. Het is goed als we het hier snel over hebben, juist ook omdat er informatie naar boven is gekomen dat er veel meer datacenters gaan komen dan ons ooit verteld is en dat er dus wel degelijk een strategie was om die hiernaartoe te halen, wat ons ook nooit verteld is.

De voorzitter:

Dus steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Dus steun daarvoor, maar die informatie moet ook wel naar ons toe komen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun voor een debat, maar ik wil wel heel graag snel een brief van het kabinet met duidelijkheid hoe de zin uit het coalitieakkoord uitgevoerd gaat worden, inclusief duidelijkheid over hoe het Rijksvastgoedbedrijf zich gaat opstellen met betrekking tot de actuele kwestie in Zeewolde en inclusief beantwoording van de schriftelijke vragen waar collega Leijten het over had.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

En dan vervolgens een commissiedebat.

De voorzitter:

Kijk eens aan. Dat kunt u via de procedurevergadering regelen. De heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Wel steun voor dit debat. En ook steun voor een uitgebreide brief, niet over de uitleg van het regeerakkoord. Ik vind het fijn dat de regeringspartijen een uitleg van het regeerakkoord willen, maar ik zou graag willen dat we precies weten wat er de afgelopen negen maanden gebeurd is. Welke strategie hebben we gehad en welke andere datacentra komen er nog meer aan? Die brief moet hier ook gewoon binnen een week zijn, want dit speelt al heel lang en het lijkt dat er toch iedere keer nieuwe informatie naar boven komt. En daarna een debat, zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Ja, dank u wel. Dus wel steun voor het debat.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Mede namens de fractie van DENK steun voor dit verzoek.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter, geen steun. Wij denken wel dat je deze ontzettend belangrijke discussie ook iets breder kunt trekken, naar energietransitie en ruimtelijke impact. Ons voorstel zou zijn om er een zelfstandig, apart commissiedebat van te maken, waarbij we de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken uitnodigen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik denk dat we dan meer uit dit discussiepunt halen.

De voorzitter:

De heer Stoffer van de SGP en dan mevrouw Agema van de PVV.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, een terecht punt, maar ik zou graag eerst een brief ontvangen van het kabinet en dan de afweging maken of een debat op zijn plaats is of niet. Dus nog geen steun op dit moment.

De voorzitter:

Nog geen steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun voor een plenair debat. Ook wij hebben de voorkeur voor een commissiedebat.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Ook geen steun van D66, voorzitter.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Geen steun voor een plenair debat, maar wel voor een commissiedebat. Maar ik zou ook eerst een brief willen hebben.

De voorzitter:

Er is geen meerderheidssteun voor uw aanvraag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik hoor hele brede steun voor snel een brief, dus ik hoop dat u dat verzoek kunt doorgeleiden.

De voorzitter:

Ja, dat gaan we doorgeleiden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Snel een brief en dan in ieder geval op enige plek een debat.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger. Dan de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het verzoek om het debat over de Klimaatnota 2021 zo spoedig mogelijk in te plannen, uiterlijk zes weken na heden. Dat is een verzoek aan het Presidium.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is. Dat is prima; het is een verzoek namens de commissie. Dan is er sowieso steun voor, dus dan gaan we dat doen. Waarvoor dank, meneer Azarkan.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Het eerste verzoek zal ik laten vervallen omdat er al debatten over de coronastrategie zijn. Hoewel ik niet helemaal mee zal doen, zal ik daar schriftelijke vragen over stellen, want het lijkt me niet goed als ik daarover een apart debat zou aanvragen.

De voorzitter:

Het eerste verzoek vervalt daarmee. Dank.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Er bleken 1.115 kinderen van toeslagenouders uit huis geplaatst te zijn, en waarschijnlijk heel veel meer. De premier, toen nog de demissionair premier, zei in Brussel in oktober dat hij de onderste steen boven wilde hebben. Op 10 november nam de Kamer unaniem een motie aan die vier zaken vroeg: een onafhankelijk onderzoek, voorstellen hoe de ouders en de kinderen herenigd kunnen worden, een meldpunt voor ouders die hiermee te maken hebben en aangeven hoe recht te doen aan ouders en kinderen. Alleen al tijdens het reces werden we geconfronteerd met toeslagouder Gerrelain. Al dertien jaar kan niemand haar vertellen waarom twee van haar vier kinderen niet thuis wonen. Zij krijgt geen dossier. Het derde kind is met een doos voor haar deur gedumpt.

De voorzitter:

Dank u wel. En u wilt daar een debat over?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nou, ik wil uitvoering van de motie en ik wil het punt samennemen met het volgende punt. Defence for Children zegt dat uit huis geplaatste kinderen niet goed geholpen worden. De helft van de kinderen heeft niet eens contact met de ouders.

De voorzitter:

Voordat ik verderga: u heeft twee verschillende verzoeken, maar daar wilt u dus één verzoek van maken?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Die wil ik samenvoegen, ja.

De voorzitter:

Oké. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Sorry, daar was ik niet helder in, maar dat klopt. Defence for Children was hier duidelijk in. Uit huis geplaatste kinderen hebben nauwelijks contact met hun ouders en worden niet goed geholpen. Er is hier een megagroot probleem met uithuisplaatsingen. En wie mogen het onderzoek doen, zo blijkt gister? De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Dat zijn de twee inspecties die al twintig jaar niet ingrijpen in deze situaties! Die mogen kijken wat er is misgegaan. Ik wil graag een brief waarin staat hoe deze motie wordt uitgevoerd, met de belofte van de premier. Die brief wil ik binnen een week. Ik wil weten hoe er een onafhankelijk onderzoek komt en elk van de vier punten wordt uitgevoerd. Daarna zou ik graag een plenair debat willen voeren over deze belofte van de premier dat de onderste steen boven komt en dat deze 10.000 kinderen geholpen worden.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter, de regering gaat weer een half miljard bezuinigen op de jeugdzorg, dus het lijkt me heel goed om dit debatverzoek te steunen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, twee prima verzoeken, en ook een goed idee om die twee samen te voegen in één plenair debat.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Goed dat deze twee zijn samengevoegd tot één verzoek. Ik had namelijk de indruk dat het eerste verzoek ging over een individuele kwestie. Daar debatteren we niet over, zoals de heer Omtzigt beter weet dan ik. Maar steun voor het verzoek zoals dat nu gedaan is.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ook steun voor beide verzoeken. Het is echt schandalig hoe dat afgedaan wordt. Het is terecht dat we hierover gaan spreken met elkaar.

De voorzitter:

Het is één verzoek geworden, trouwens. Het is één debat.

De heer Azarkan (DENK):

Er is gevraagd om een brief. Daar sluit ik me bij aan: binnen een week. Daarnaast sluit ik me aan bij het plenair debat om hierover met elkaar te spreken.

De voorzitter:

Helder. Ik dank u wel.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik zou hierbij ook graag betrekken de uitzending van Argos, die ging over uithuisplaatsingen en gezagsmaatregelen. Die moeten van tijdelijke duur zijn, maar je ziet toch dat er geen sprake is van beleid inzake het herstel van de relatie tussen kind en ouder. In de brief zou ik, als dat mogelijk is, ook graag een indicatie krijgen van het aantal situaties waarin ouders hun kinderen opvoeden met gezag, maar er tegelijkertijd kinderen uit dat gezin uit huis zijn geplaatst en de ouders uit het gezag ontheven zijn. Bij mijn weten is dat altijd voor het hele gezin. De afgelopen maanden zijn er te veel artikelen — individuele situaties, zeg ik even tegen de heer Stoffer, die wel optellen — verschenen over ouders die zeggen: ik heb over het ene kind wel gezag en over het andere kind niet en ik krijg dat kind nooit meer te zien. Dat lijkt me toch echt een ontsporing van het beleid.

De voorzitter:

We zullen al deze informatie, ook de specifieke vragen, doorgeleiden. Volgens mij is er sowieso steun voor de brief.

Mevrouw Den Haan en dan de heer Van Haga.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Steun voor het hele verzoek van meneer Omtzigt, inclusief de opmerking van mevrouw Leijten.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Steun.

De heer Jansen (FVD):

Steun voor alle verzoeken.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

We steunen de brief. Er staat een commissiedebat Jeugdbescherming gepland voor 17 maart. Als dit debat daarvóór kan, dan zouden we dat natuurlijk wel steunen. Anders is dat misschien een eerdere mogelijkheid.

De voorzitter:

Maar u moet wel uitspreken of u het wel of niet steunt.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Steun voor het debat, helder.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Steun voor het gebundelde verzoek en ook steun voor het addendum van mevrouw Leijten. Dat zeg ik mede namens de heer Nijboer van de PvdA.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Voorzitter, steun voor de samengevoegde verzoeken. Mijn vraag is wel om het debat te houden met de verantwoordelijke bewindspersoon. Op dit moment is onduidelijk wie dat is. De heer Omtzigt vraagt om de minister-president, maar het lijkt me zinvol om het te doen met de verantwoordelijke minister.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, steun. Ik sluit me aan bij de oproep van collega Tellegen om het met de juiste bewindspersoon te voeren.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een meerderheid voor uw verzoek. We zullen alle informatie doorgeleiden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, dank. Aangezien er een Kamerbrede meerderheid is en ik de wens van D66 snap, hoop ik dat het ook binnen ongeveer zes weken zou kunnen worden gehouden en dus ook binnen vier tot zes weken kan worden ingepland. Ik steun ook expliciet wat mevrouw Leijten zegt. Het gaat inderdaad niet om de minister-president. Ik zou er graag de minister voor Rechtsbescherming, de staatssecretaris van VWS en, indien mogelijk, de staatssecretaris voor de hersteloperatie van de kinderopvangtoeslag bij hebben. Die laatste hoeft niet per se, maar met de eerste twee zou ik het debat graag voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En de brief binnen een week.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Bijna een kwart miljoen mensen deden zaterdagavond mee aan de fakkeloptocht Respect voor Groningen. Tienduizenden mensen waren op straat. Je moet Groningers wel heel erg tergen om ze zover te krijgen. Dat is dan ook gebeurd. Mensen zijn de vernedering ontzettend zat: de slecht verlopende schadeafhandeling, jarenlang wachten op versterking en nu gaat de gaskraan mogelijk weer verder open. Dan de mensonterende situaties: in de rij voor wat compensatie.

Voorzitter. Ik vraag een debat over Groningen op een zo kort mogelijke termijn. Het is echt hoog tijd voor respect voor Groningen. De minister-president is tien jaar verantwoordelijk en heeft maar één keer de moeite genomen om naar de Kamer te komen …

De voorzitter:

U wilt een debat met de minister-president.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik wil een debat met de minister-president, die al tien jaar verantwoordelijk is en hier maar één keer een plenair debat heeft gevoerd over Groningen, en uiteraard met de staatssecretaris Mijnbouw.

De voorzitter:

Dank u wel. En dat debat gaan we dan ook voeren, zeg ik tegen mevrouw Beckerman. Ik kijk eerst even naar de heer Stoffer van de SGP. Dan de heer Wassenberg.

De heer Stoffer (SGP):

Ja, voorzitter. Ik was gisterenavond digitaal aanwezig bij de installatie van Ben Visser als nieuwe burgemeester van Eemsdelta. Zijn oproep was heel helder: doe Groningen recht. Dat is, denk ik, hier ook aan de hand. Dus volop steun voor dit debat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Het is echt stuitend hoe de afgelopen jaren met de rechten van de Groningers is omgegaan. Ik steun het debat van harte. Ik vind het echt niet kunnen hoe de vorige minister van EZK dit nog even over de schutting gooide van het nieuwe kabinet.

De voorzitter:

Maar u steunt het debat?

De heer Wassenberg (PvdD):

Dus ik steun dit debat op korte termijn volop.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Volop steun voor dit debat. Het was een hele serene en mooie fakkeltocht, maar dat die er moest zijn, had eigenlijk al niet gemoeten, dus steun. Ik vraag me nog wel even het volgende af. Collega Nijboer had ook een debat staan. Dat staat al een tijdje op de lijst. Ik weet niet of een combinatie mogelijk is, maar dat is misschien mooi. Als dat niet mogelijk is, dan apart steun voor dit debat.

De voorzitter:

We gaan ernaar kijken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Mijn voorkeur gaat ernaar uit om op korte termijn te spreken met degene die direct verantwoordelijk is: Vijlbrief. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging. Als het premier Rutte ook wil afvaardigen, heb ik daar geen probleem mee. Maar ik wil in ieder geval dat Vijlbrief er is. Ik kan mij voorstellen dat vandaag en morgen het onderwerp ook nog wel bij de regeringsverklaring wordt besproken, dus ook met minister-president Rutte.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, van GroenLinks steun voor de Groningers en ook steun voor dit debat.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter, steun voor het debat. Ik sluit mij wel aan bij mevrouw Mulder om te kijken of we het verzoek kunnen combineren met een debataanvraag die al staat. Verder gaat het kabinet over zijn eigen afvaardiging. De staatssecretaris is hierbij het allerbelangrijkste. Hij is daar ook net geweest. Het is van het grootste belang dat we hem hier snel over spreken.

Mevrouw Beckerman (SP):

Rutte mag ook best langskomen.

De voorzitter:

Ik zit even te kijken. Het debat waar een paar keer aan gerefereerd is, is het debat over het functioneren van het systeem waarmee de aardbevingsproblematiek in Groningen moet worden opgelost. Dat debat is aangevraagd door de heer Nijboer van de PvdA.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, mag ik iets toevoegen? Heel veel mensen zeggen: we hoeven niet de minister-president. Hij heeft in 2018 één keer een debat hierover gedaan en heeft drie keer …

De voorzitter:

We maken het eerst even af en dan geef ik u tot slot het woord.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun voor het debat. Steun voor de aanwezigheid van de minister-president. Eigenlijk zou ik het debat pas willen voeren nadat de beleidsbrief binnen is. Dat klinkt misschien heel ambtelijk, maar dat zijn de plannen voor de komende vier jaar en dat gaat over hoe het met Groningen omgaat. Ik denk dat het belangrijk is dat er niet een briefje komt over de vraag of de subsidieregeling nu wel of niet wordt opengesteld, maar dat er ook eens een iets langere visie komt op hoe de Groningers uit de problemen komen.

De voorzitter:

U steunt het debat, maar eerst de beleidsbrief.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nou, u plant dat debat en de regering heeft voor dat debat een beleidsbrief te leveren.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Ik vind het verzoek van de heer Omtzigt zo goed dat ik mij daar namens Volt bij aan wil sluiten.

De voorzitter:

Kijk eens aan.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. JA21 steunt niet elk debat dat hier wordt aangevraagd, maar dit is zo'n debat dat wel echt apart en snel moet worden ingepland. Ik ben het eens met de heer Omtzigt: na die brief. Maar zo'n beleidsbrief kan meteen weer aanleiding zijn om te zeggen: nou, dan doen we het in juni. Dat hebben we hier echt wel vaker meegemaakt. Ik kijk daarom naar u en uw ondersteuning, voorzitter, om dit debat echt op tijd te plannen en de regering te dwingen om die brief vooraf te leveren.

De voorzitter:

Ik dacht dat u wilde zeggen dat wij ook de beleidsbrief schrijven, maar gelukkig doen we dat niet.

De heer Eerdmans (JA21):

Nou, misschien dat dat een stuk beter zou gaan; dat wil ik niet ontkennen. Maar ik zou hier wel serieus werk van willen maken.

De voorzitter:

Ik snap het verzoek. We gaan even checken wanneer die beleidsbrief er kan zijn. De heer Grinwis, ChristenUnie, en dan mevrouw Agema, PVV.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Steun voor Groningen en dus steun voor dit debat. Het is wel handig als oude verzoeken hiermee weggewerkt kunnen worden, dus dat het één groot debat op korte termijn wordt.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor een spoedig debat.

Mevrouw Paulusma (D66):

Zeker steun voor dit debat.

De heer Jansen (FVD):

Voorzitter. Misschien kunnen we het nog net iets breder trekken. Ik denk dat het op hele korte termijn moet gebeuren, want het is echt schandalig wat met de Groningers gebeurt. Maar tegelijkertijd zien we ook de situatie in Rusland zich ontwikkelen. We moeten echt nadenken over de consequenties daarvan voor onze gasleveringszekerheid en voor Groningen. Wellicht ook het verzoek aan de minister van Buitenlandse Zaken om daarbij aanwezig te zijn.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Steun voor dit debat, want de Groningers moeten natuurlijk gecompenseerd worden. Het is schandalig wat er is gebeurd. Maar ik zou ook graag willen kijken naar wat technisch nog mogelijk is, omdat er een hele hoop niet-techneuten naar hebben gekeken en wij nu uiteindelijk met allerlei verplichtingen zitten en een enorm probleem hebben met de gasleveranties. Laten we daar dus nog een keer naar kijken. Daarbij moeten we de Groningers natuurlijk laten meedelen.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Hoewel Groningers zich soms weleens buitenlanders voelen in eigen land, steun ik niet het verzoek van Forum om de minister van Buitenlandse Zaken bij dit debat uit te nodigen. Wel steun ik het verzoek van mevrouw Beckerman om de minister-president erbij te spreken. Hij heeft excuses aangeboden. Wat zijn die excuses waard? Dat willen Groningers ook weleens weten. Er staat nog een debatverzoek van mij, maar mevrouw Beckerman en ik komen daar zeker uit. Ik denk dat ik gewoon aansluit bij mevrouw Beckerman, en ik mijzelf dan als tweede spreker opvoer. Dan kan het allemaal samen.

De voorzitter:

Dat is netjes. Dank u wel daarvoor.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik wil allereerst mevrouw Beckerman en de heer Nijboer een groot compliment geven voor hun niet-aflatende inzet op het dossier Groningen. Die wordt weleens te weinig gezien. De hele Kamer is heel erg begaan met Groningen. Maar ik vind wel dat deze twee mensen zich daar echt knetter- en knetterhard voor inzetten. Dus ere wie ere toekomt, en vanzelfsprekend ook steun voor dit debat.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, u heeft steun. Ook is er het verzoek om de twee debatten samen te voegen, met de heer Nijboer dan als tweede spreker.

Mevrouw Beckerman (SP):

Heel erg bedankt. En dank voor de complimenten, maar het belangrijkste is natuurlijk dat er een meerderheid is die een goed besluit zal nemen voor Groningen. Ik wil nogmaals het verzoek doen aan de minister-president: zorg dat u hierbij bent. Want tien jaar verantwoordelijkheid, maar één keer bij een debat zijn en excuses maken die niet worden ingewilligd: dat tergt mensen, en dat moet echt stoppen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. We zullen dit doorgeleiden aan het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, we hebben het debat over de Energieraad omgezet in een schriftelijk overleg, maar het wordt wel volgende week gehouden. Ik zou daar graag een motie over indienen, en dan moeten de stemmingen dus ook deze week plaatsvinden.

De voorzitter:

Ja. Ik zie dat daar geen bezwaar tegen is. Dan gaan we dat doen. Ik geef het woord aan de heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Als het goed is, hebben we vandaag en morgen een inhoudelijk debat over de regeringsverklaring, maar er zijn ook grote financiële keuzes gemaakt. De afgelopen keer is er over de startnota, waarin de precieze begrotingsregels zijn afgesproken en de echt grote financieel-economische keuzes die gemaakt zijn door de coalitie, een debat gevoerd. Mijn voorstel is om dat dit keer ook weer te doen. Dat hoeft niet per se volgende week. Het kan ook een aantal weken later. Maar het heet wel startnota, dus ik zou het wel een beetje aan de start van deze kabinetsperiode ingepland willen zien.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Nijboer (PvdA):

Het gaat om een debat met de minister van Financiën, vanzelfsprekend.

De voorzitter:

Ja, met de minister van Financiën. Laten we kijken hoeveel steun er is.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, het lijkt me een goed gebruik. Een goed voorstel is het ook. Er is echt heel veel te zeggen over de financiële huishouding van het kabinet.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Steun.

De heer Van Nispen (SP):

Steun van de SP.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Jansen (FVD):

Steun.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Namens de beide Pieters, de heer Omtzigt en mijzelf, steun voor dit debat. Strak plan.

De voorzitter:

Kijk. De heer Omtzigt gaat zich inschrijven, zie ik. Dat is een goede verdeling. De heer Wassenberg stond volgens mij het eerst op.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, ik denk dat de meesten hetzelfde gaan zeggen: steun.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Steun. Ik zou willen vragen of we, voordat we dat debat voeren, een technische briefing kunnen houden met de zeven economen, of een deel daarvan, die in NRC nogal wat te zeggen hadden. Dan kunnen we ook gewoon goed voorbereid het debat in.

De voorzitter:

Dat kunt u via de commissievergadering doen.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Oké. Steun, ook namens collega Sylvana Simons van Bij1.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Ik dank u wel. U heeft een meerderheid voor uw verzoek, meneer Nijboer.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Op 16 december is door tien fracties uit deze Kamer een motie ingediend voor een verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen, een verbod op gokreclames dus. Dat deden we niet zomaar, omdat we ons grote zorgen maken over de financiële effecten, de verslavingsproblemen die het allemaal met zich meebrengt om de argeloze kijker van een voetbalwedstrijd te bestoken met gokreclames en hem daartoe aan te zetten. Die motie is aangenomen. We hebben ook een brief gevraagd omdat wij vinden dat het haast heeft, maar de vorige minister voor Rechtsbescherming liet per brief al weten dat hij deze motie niet gaat uitvoeren. Over dat feit, over de inhoud maar ook over het principe van het niet-uitvoeren van moties zou ik graag een interpellatiedebat willen aanvragen met de minister voor Rechtsbescherming.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Mevrouw Agema, PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Geen steun voor een interpellatie.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter, je wordt hartstikke misselijk van die gokreclames en die leiden tot verslaving. Dus steun voor een interpellatiedebat. Het komt niet vaak voor, maar ik vind dit een onderwerp dat daar bij uitstek voor geschikt is.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Mede namens BIJ1 steun voor dit debat.

De voorzitter:

Mevrouw Palland, CDA.

Mevrouw Palland (CDA):

Die gokreclames gieren de pan uit. Vandaar ook de motie. Daar moeten we over doorspreken. Ik vind de vorm van een interpellatiedebat wat ver gaan, ook omdat er nu een nieuwe bewindspersoon zit. Dus laten we daarmee het gesprek aangaan en in de commissie hernemen op welke wijze we dat doen.

De voorzitter:

Dus geen steun. De heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun. Die gokreclames zijn verschrikkelijk. De ChristenUniefractie staat achter de motie. Wij vinden wat van die brief, maar dat kan prima in commissieverband. Dus geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Het is duidelijk wat de Kamer wil. Als de minister daar geen gehoor aan wil geven, dan rechtvaardigt dat dit debat, dus steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, steun, om twee redenen. Een inhoudelijke reden: ik draag die motie een warm hart toe. En een procedurele reden: als de regering een motie naast zich neerlegt, we laten dat hier lopen en we zeggen "dat doen we wel in de commissie", dan zeggen we tegen de regering "u hoeft nooit meer een motie uit te voeren". Dus dat moet met een interpellatiedebat en snel ook.

De voorzitter:

Dank u wel, steun. De heer Stoffer, SGP.

De heer Stoffer (SGP):

De heer Nijboer verwoordde het op een hele goede manier, daar sluit ik me bij aan, dus steun voor dit debat.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, ook steun en vertrouwen via een interpellatiedebat, prima.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter, geen steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Absoluut steun, voorzitter.

De voorzitter:

Er is voldoende steun voor een interpellatiedebat, want dat vraagt om steun van 30 leden en u heeft er 37.

De heer Van Nispen (SP):

Dank, voorzitter. Dan hoop ik dat dat snel kan worden ingepland omdat het inderdaad gaat over niet-uitvoeren van een motie, en ook over een onderwerp dat niet al te lang kan wachten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Martin Bosma van de PVV.

De heer Martin Bosma (PVV):

Voorzitter, zo kan het niet langer. Ik zeg het even in mijn hoedanigheid van voorzitter van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Ik verzoek u daarom met klem zo spoedig mogelijk het volgende cruciale wetsvoorstel in te plannen, dat heet Verandering in de Grondwet strekkende tot het opnemen van een bepaling over een door niet-ingezetenen gekozen kiescollege voor de verkiezing van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (35785).

De voorzitter:

U doet dat als voorzitter van de commissie, dus we gaan dat doen. Wie kan daartegen zijn, zoals u het net aangaf?

Dan mevrouw Paulusma van D66. Gaat uw gang.

Mevrouw Paulusma (D66):

Voorzitter, dank u wel. Aangezien er nog coronaregels gelden maar deze op verschillende plekken in Nederland op een verschillende manier worden gehandhaafd, zouden wij, mede namens de VVD, het CDA en de ChristenUnie, graag de minister van Justitie en Veiligheid uitnodigen voor het debat aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is. Mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter, ik hoor hier regeling na regeling coalitiepartijen zeggen dat de regering gaat over de afvaardiging naar een debat, en nu staat de coalitie dat hier zelf te verzoeken. Dat is dus een beetje vreemd. De minister mag van mij komen; welkom, maar een vreemd verzoek.

De voorzitter:

U heeft helemaal gelijk, uiteindelijk gaat het kabinet zelf over de eigen afvaardiging. Maar als er een meerderheid is, dan geven we dat ook op die manier door aan het kabinet. De heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dan kunnen we dat argument in de toekomst ook terzijde schuiven.

Voorzitter. Steun, ook al is dat niet eens nodig, want er is natuurlijk al een meerderheid. Maar het is buitengewoon vreemd, hè. Handhaving is niet wat u en ik ervan maken.

De voorzitter:

Ik kijk even of er verder nog steun is. Er is een meerderheid, maar ... Meneer Omtzigt?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Zeker steun voor dit verzoek, voorzitter. Ik hoop nu dat de andere regeringspartijen nog iemand anders erbij uitnodigen, want dan lijkt het me heel gezellig worden.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook namens de Partij voor de Dieren steun.

De voorzitter:

De heer Van Haga nog.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik vind het eigenlijk grote onzin om er nog meer mensen bij te halen. Mensen hebben genoeg te doen. Dan zit hier elke keer weer heel vak-K vol. Volgens mij hebben ze wel wat beters te doen, dus geen steun.

De voorzitter:

Geen steun. Mevrouw Van der Plas van BBB en dan de heer Jansen, maar mevrouw Simons gaat als eerste.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Mede namens Volt: steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Van mij ook geen steun voor dit verzoek.

De heer Jansen (FVD):

Nee, ook geen steun. Het zou beter zijn als de minister helemaal niet zou handhaven.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft in ieder geval een meerderheid. Wij zullen dit op die manier doorgeleiden naar het kabinet. Nogmaals, het kabinet gaat over de eigen afvaardiging.

Ik schors de vergadering voor vijf minuten en daarna gaan we verder met het debat over de regeringsverklaring.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven