3 Vragenuur: Vragen Jasper van Dijk

Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "De economie zit in de lift, maar waar blijft de loonsverhoging?".

De voorzitter:

We maken even kort schoon en dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk, die een vraag heeft aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die ik ook van harte welkom heet, over het bericht "De economie zit in de lift, maar waar blijft de loonsverhoging?". Ik wil aan de staatssecretaris vragen om zijn plaats in te nemen. Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank, voorzitter. Ondanks de zojuist besproken problemen rond corona, zien we een aantrekkende economie. Werkgevers staan te springen om mensen. De lonen blijven echter hopeloos achter. Er zou sprake zijn van een gemiddelde loonstijging van 2%. Dat lijkt aardig, maar dat is belabberd vanwege de inflatie. Neem de consumentenprijzen voor boodschappen. Die waren afgelopen maand 3,4% hoger dan een jaar eerder, mede vanwege de energietarieven die door het dak schieten. De inflatie is de hoogste in twintig jaar. Alles wordt duurder en een loonsverhoging van 2% is dan zwaar onvoldoende. Erkent de regering dat? Deelt de staatssecretaris de mening dat lonen dus verder omhoog moeten als je deze trend wilt keren? Kijk bijvoorbeeld naar de eis van de vakbond: €100 per maand loonsverhoging voor werknemers, plus automatische prijscompensatie.

Voorzitter. Dan is er het minimumloon, waar de regering zelf op kan ingrijpen. Dit blijft echter al jaren achter bij de gemiddelde loongroei. Daarom hebben we nu honderdduizenden werkende armen. Ik noem dat Amerikaanse toestanden. We moeten toe naar een situatie waarin het minimumloon 60% van het gemiddelde loon bedraagt. Dat is een soort beschavingsnorm. De regering kan dat regelen door het minimumloon te verhogen. Dan repareer je niet alleen die achterstand, maar dan krijg je ook een opstuwend effect dat een algehele loonsverhoging bewerkstelligt. Is de staatssecretaris daarom bereid het minimumloon te verhogen tot €14 per uur om de armoede tegen te gaan en een algehele loongroei te bevorderen?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Wiersma:

Voorzitter, dank. Dank voor deze vragen, Jasper van Dijk, want dit is volgens mij iets wat de mensen thuis zich ook afvragen. Je ziet dat heel veel zaken duurder worden — de heer Van Dijk noemde de boodschappen, maar denk ook aan de energierekening, die stijgt — en ondertussen werk je hard en denk je: hé, gaat mijn salaris dat wel bijbenen? Als je dat bekijkt in het licht van een economie die groeit en heel veel vacatures, dan voelt dat soms best vreemd. Dat gevoel herken ook ik, net als de heer Van Dijk. Tegelijkertijd zien we gelukkig dat de lonen wel degelijk stijgen. Overigens zien we ook — dat is belangrijk om de vraag van de heer Van Dijk te beantwoorden — dat die loongroei die we in cao's zien altijd een vertraging heeft. Zo kwam het dat we vorig jaar, in 2020, de hoogste loongroei in elf jaar tijd hadden: 2,8%. Gelukkig zien we ook dit jaar bij de cao's die nu afgesloten zijn — dat zijn er flink wat — dat de loonsverhoging gemiddeld richting de 2% gaat. Maar de heer Van Dijk heeft natuurlijk gelijk. Is dat nou genoeg, is eigenlijk zijn vraag. Het eerlijke antwoord is dat we dat zullen moeten bekijken. We moeten er ook vertrouwen in hebben dat op het niveau van werkgevers en werkgevers — daar hebben we meestal samen veel vertrouwen in — dit gesprek ook plaatsvindt en dat zij ook zien dat als de vakbond met een voorstel komt, het belangrijk is om daar met elkaar het gesprek over te hebben.

Tegelijkertijd zie je dat de meeste sectoren zich herstellen. In die zin is dit een oproep aan werkgevers en werknemers om samen te kijken wat er mogelijk is. Gelukkig zie je — dat zagen we ook in het Trouwartikel waar de heer Jasper van Dijk naar verwees — dat werkgevers die beweging maken. Zij willen graag goede mensen kunnen vinden, wat hartstikke moeilijk is. Zij hebben ook wel in de gaten dat je dan ook iets aan de lonen moet doen. Dat is een terecht punt.

Tot slot. De heer Van Dijk stelde een vraag over het minimumloon. Dat is een bekend punt. De heer Van Dijk heeft daar een initiatief voor gestart. Wij hebben hier donderdag een debat over het minimumloon. Het staat hoog op de agenda. Ik zie het gelukkig ook in het verkiezingsprogramma van heel veel partijen staan, dus ik kan me zomaar voorstellen dat de door de heer Van Dijk gewenste doorbraak uit de formatie gaat komen. Hoe en wat het zal zijn, dat weet ik niet. Dat weet de heer Van Dijk ook niet, maar ik zit natuurlijk niet aan die tafel namens het kabinet. We zullen dat dan ook moeten afwachten. Overigens geef ik het volgende in overweging. Ook al zou je dat nu of morgen besluiten, dan ben je met de wetswijziging en de uitvoering echt wel wat tijd kwijt. Dat is ook mijn rol. Het is dus niet de quick fix die je over een maand of over twee maanden geregeld hebt. Daarom kijkt het kabinet ook breder naar mogelijkheden om de lasten van de consumentenprijzen op te vangen. Dat is precies de reden waarom we de lasten van bijvoorbeeld de energiebelasting flink hebben verlaagd met €400 voor een gemiddelde energierekening van een huishouden. We zien dat met name het effect van de inflatie op de gas- en energieprijzen echt torenhoog is. We hopen dat we daar een goede slag weten te slaan om op die manier de portemonnee van mensen vooruit te helpen. Tegen de achtergrond van steeds hogere lonen in de cao's en de verwachting dat dit gaat doorzetten, heb ik goede hoop dat we die verhouding in de lonen bij gaan benen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het klinkt leuk, maar het is allemaal een beetje management by speech. Het zijn toch uiteindelijk sociale partners, vakbonden en werkgevers, die het maar moeten oplossen. Deze staatssecretaris heeft zelf een verleden in de vakbond. Ik zou van hem toch iets meer actie verwachten, een beetje meer activisme in plaats van dat lijdzaam toekijken hoe het allemaal gebeurt. Hij erkent dat de lonen achterlopen. Dat is hartstikke mooi. Ziet hij overigens ook dat de ongelijkheid enorm toeneemt? Vorige week was er nog het bericht dat er weer meer miljardairs zijn gekomen, zelfs mensen die rijker zijn geworden door de coronacrisis. Wij noemen dat "pandemieprofiteurs" en dat is niet alleen Sywert van Lienden. Die zijn er echt miljoenen op vooruitgegaan. Maar tegelijkertijd zien we de werkende Nederlanders van wie de lonen achterblijven en die niet delen in die groei. Je zou dan ook kunnen denken aan winstdeling: geef de werknemers een deel van de winst. Je zou het minimumloon kunnen verhogen. Je zou meer vaste banen kunnen realiseren. Er zijn allerlei manieren om de situatie van gewone werknemers te verbeteren in plaats van lijdzaam toe te kijken. Wil deze staatssecretaris meer actie ondernemen?

Wiersma:

Elke oproep voor meer actie is altijd goed, zeg ik tegen de heer Van Dijk. Die waardeer en voel ik, ook op dit dossier. Daarom noemde ik ook de energieprijzen. Laat ik daar nog het volgende over zeggen. De heer Van Dijk wijst ongelijkheid. Het kan natuurlijk heel goed zijn dat in gemeenten waar mensen met een laag inkomen een heel hoge energierekening hebben — dat gebeurt best vaak — de gemiddelde compensatie van €400 niet genoeg is. Dat is gewoon niet genoeg. Dit kabinet zegt dat we dan ook naar die groep moeten kijken. Dat is gelijk aan de oproep van de heer Jasper van Dijk. Ik ben nu met gemeenten in gesprek om specifiek te kijken wat we die lage inkomens nog aan extra ondersteuning kunnen bieden. Want ongelijkheid is een fenomeen dat groot is. Je moet ook kijken hoe je het dan aanpakt. Een ander voorbeeld van waar we dat doen, is bij schulden. Je ziet dat er een best grote groep is in Nederland van mensen die best ernstige financiële problemen hebben. Het gaat om een groep van 600.000 mensen. Dat is een grote groep. Het aantal mensen in die groep is overigens iets gedaald ten opzichte van vorig jaar en het jaar daarvoor, maar we verwachten dat dit ook een na-ijleffect kan hebben en dat er echt nog wel een grote groep aan komt. Voor die groep zijn we bijvoorbeeld nu met gemeenten een waarborgfonds gestart. Daarbij kan de gemeente die schuld overnemen. Mensen zijn daarmee af van die schuldeisers en hebben nog slechts één regeling. Ze hebben zo een overzicht en kunnen binnen afzienbare tijd uit die schuld komen. Dat zijn belangrijke voorbeelden van dingen waarmee we iets doen aan die ongelijkheid. Het staat dus bij mij zeer op de radar.

Tot slot moet ik nog ingaan op specifiek het minimumloon. Die oproep is volgens mij duidelijk en hij is ook gehoord. Dit staat ook in veel verkiezingsprogramma's. Laten we samen hopen dat op dat vlak binnenkort een goede slag geslagen wordt.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

"Samen hopen" vind ik nou net even iets te weinig. Wij staan hier nu samen. Dit is de Tweede Kamer. Hier worden maatregelen genomen. De staatssecretaris zegt: laat dat nou aan een nieuw kabinet over. Maar wanneer komt dat nieuwe kabinet er? Over drie weken? Over drie maanden? Over drie jaar? Kortom, het duurt me allemaal veel te lang. Volgens mij is de staatssecretaris dat met mij eens. En dus moeten wij tot actie overgaan. Ik begrijp dat er hierover donderdag een debat is. De SP heeft inderdaad een wet gemaakt om het minimumloon te verhogen. De staatssecretaris zou hier natuurlijk echt de show kunnen stelen door te zeggen: ja inderdaad, die wet van de SP moeten we zo snel mogelijk invoeren. We hoeven daarvoor niet te wachten op een nieuw kabinet. Sterker nog, we nemen het nieuwe kabinet hiermee werk uit handen. Kortom, ga daarmee aan de slag én zorg voor winstdeling. Dat vraag ik de staatssecretaris.

Wiersma:

Dank. Ja, "de show stelen". Dat gebeurt vaak in dit huis. Ik wil graag pas ergens de show stelen als we iets ook waar kunnen maken. Vandaar dat ik heb verwezen naar de energieprijzen. In dat verband hebben we gezegd: dit kabinet gaat zich ervoor inspannen om juist de mensen met die lagere inkomens te helpen om de winter door te komen en die hoge rekening zo meteen te kunnen betalen. Ik noemde ook armoede en schulden. We hebben daar nu allerlei extra hulpmiddelen ingezet — ik zal ze hier niet noemen — en we hebben het mogelijk gemaakt dat gemeenten extra geld inzetten in de bijzondere bijstand, voor de aanpak van schulden en armoede, en voor re-integratie. Dat is allemaal bedoeld voor deze groepen. En ja, het zou dan natuurlijk ook heel goed zijn als een discussie over het minimumloon zo snel mogelijk beslecht zou worden in de formatie. Dat zou heel goed nieuws zijn, want dan hebben we namelijk snel een kabinet. Daar zou ik, met u, inderdaad voor zijn. Maar laten we ondertussen zeker doorwerken aan alles wat we nu ook al kunnen doen. Ik heb er een paar voorbeelden van genoemd en daarover staat deze week ook nog een debat gepland. Ik ga daarover graag het gesprek met u aan, want het thema is belangrijk en we zullen heel nauwgezet in de gaten moeten houden wat die prijsontwikkeling doet en wat die lonen doen. En we zullen er met elkaar voor moeten zorgen dat de portemonnee dat bij kan benen. Daar zijn we volgens mij met z'n allen aan gecommitteerd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. En dank ook aan de heer Jasper van Dijk voor het stellen van de mondelinge vraag. Er is een vervolgvraag van mevrouw Maatoug van GroenLinks en een van de heer De Jong van de PVV. Eerst is het woord aan mevrouw Maatoug van GroenLinks.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Van hopen kan je geen boterhammen kopen. De cao-tafel is belangrijk, en de rijksoverheid is een heel belangrijke speler aan een aantal cao-tafels. Ik denk aan de kinderopvang, ik denk aan de zorg, ik denk aan het onderwijs, ik denk aan de politie, ik denk aan defensie. Daarover kan het Rijk beslissingen nemen. Komt daar dus flink geld bij en kunnen de lonen in die sectoren omhoog? Versta ik de staatssecretaris zo goed?

Wiersma:

Heel goed: mevrouw Maatoug wil meteen zakendoen. Ik zit zelf niet aan die cao-tafels voor de sectoren die zij noemde. Ik kan nu ook even niet overzien wanneer daar voor het laatst cao's zijn afgesloten. Ik zag er volgens mij vorige week nog eentje voorbijkomen voor het personeel van de rijksoverheid, maar ik kan het fout hebben. Is dit een oproep dat ik tegen cao-partijen en werkgevers zeg om in actie te komen waar er ruimte is en waar je die ruimte ook kunt bieden in een cao? Dat is denk ik een oproep die we met z'n allen willen doen. Maar het is sinds de jaren tachtig ook een goed gebruik dat we dit wel aan sociale partners laten. Heel veel partijen zijn het daarmee gelukkig ook eens. Sociale partners bekijken met elkaar wat er in een bepaalde sector mogelijk is. De Kamer wijst mij daar altijd en in heel veel gevallen op, dus laat ik dat in dezen dan ook andersom doen.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer De Jong, PVV. Gaat uw gang.

De heer Léon de Jong (PVV):

De mensen thuis zien dat de economie enorm groeit. Ondertussen merken ze er helemaal niets van in hun portemonnee. Maar gezinnen merken wel dat de boodschappen honderden euro's per jaar duurder worden, dat de huren en zelfs de energierekening, waarvan de staatssecretaris zegt dat die wordt gecompenseerd, nog steeds onbetaalbaar zijn. Nou, vandaag kwam in het nieuws dat de mensen thuis gewoon de sjaak zijn, keihard mogen betalen en het vaak niet meer redden, dus red je het ook niet met lonen. Je moet het ook zien in de koopkracht. Wanneer gaat deze staatssecretaris nu eens eindelijk beginnen met echte koopkrachtverbeteringen te geven en ervoor te zorgen dat mensen aan het einde van de maand gewoon hun boodschappen en hun huren kunnen blijven betalen?

Wiersma:

Zoals ik net zei, begrijp ik de zorg die de heer De Jong noemt. Die hoor ik namelijk ook van veel mensen. Dat is ook de reden dat het kabinet bijvoorbeeld in augustus, zoals elk jaar, heeft gekeken wat de prijsstijgingen doen. Dat is de inflatie. Dat is een moeilijk woord, maar dat betekent hoeveel de prijzen stijgen, de boodschappen, zoals de heer De Jong het noemt. We hebben toen gekeken wat we daar, gegeven het demissionaire karakter van het kabinet, aan kunnen doen. Daar zijn stappen in gezet. De inflatie wordt bijvoorbeeld gedrukt door bevroren huren. Je ziet allerlei bewegingen die op elkaar ingrijpen. Eén specifieke zagen we daarna pas en die werd heel groot. Dat waren de energieprijzen. Daar is de inflatie heel hoog. Dat drukt ook de rest van de inflatie omhoog. Specifiek daar zag het kabinet een groot tijdelijk probleem ontstaan dat je ook tijdelijk zou moeten oplossen. Vandaar dat grote pakket van ruim 3 miljard met gemiddeld €400 aan compensatie voor een gemiddelde energierekening, met daarbovenop nog iets voor de lagere inkomens. Specifiek daar waar het een extra groot probleem is, heeft het kabinet juist geacteerd.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik wil de staatssecretaris van harte bedanken voor zijn beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Tellegen

Naar boven