6 Begroting Economische Zaken en Klimaat 2021 (voortzetting)

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 ( 35570-XIII ).

De voorzitter:

We gaan gewoon door met het debat over de begroting Economische Zaken en Klimaat. We waren bij de heer Moorlag gebleven.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

De heer Moorlag namens de PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

We kampen met een acute coronacrisis en met een sluipende maar urgente klimaatcrisis. Hoewel er wordt gesproken over steunpakketten, wil ik toch iets zeggen over de effecten van de coronacrisis op de economie. Ik ga het niet hebben over de steunpakketten, want daar zijn separate debatten voor. Maar vorige week, tijdens een algemeen overleg over toerisme, heb ik aandacht gevraagd voor de binnensteden en de potentieel verwoestende effecten van de coronacrisis op de binnensteden in de mix van detailhandel, horeca, culturele en openbare voorzieningen. Alleen al in de detailhandel werken 800.000 mensen. Ik ben blij dat mijn motie vorige week is aangenomen om met de brancheorganisaties een verkenning te gaan doen hoe de vitaliteit van de binnensteden en van de centrumplaatsen op peil gehouden kan worden. De heer Verhoeven vroeg in zijn bijdrage naar de stand van zaken van een taskforce voor de retail. De zaak is urgent. Mijn vraag aan de staatssecretaris is hoe zij die moties gaat uitvoeren. Ik breng bij de staatssecretaris ook nog een motie van vorig jaar in herinnering. Die ging met name over de bezorgeconomie en het ongelijke speelveld voor de detailhandel en de bezorgeconomie. Ik wil ook graag weten hoe het staat met de uitvoering van die motie.

Een tweede punt dat ik wil noemen, is dat wij door de coronacrisis te maken hebben met een scherp oplopende werkloosheid. Dan is het wel een heel schril contrast en eigenlijk ook een schande dat het bedrijfsleven — met name de technische sectoren, maar ook de procesindustrie — kampt met tienduizenden vacatures. Er zijn gewoon tienduizenden onvervulbare vacatures. Het is jammer dat de heer Verhoeven niet in de zaal is, want hij zei dat dit zijn tiende begroting EZK is. Ik had hem willen vragen of dat tekort aan vakmensen tien jaar geleden ook al een probleem was. Volgens mij was dat inderdaad zo. Mijn vraag aan de bewindslieden is: wat gaan wij daaraan doen? Wij moeten mensen van werk naar werk gaan helpen. Hoe gaan we die vacatures vervullen? We kunnen wel spreken over een economisch groeifonds, maar als wij potentiële groei laten liggen omdat we tienduizenden vacatures niet weten in te vullen, is dat eigenlijk een grote schande. Wij laten potentiële economische groei gewoon liggen doordat bedrijven onvoldoende mensen hebben en opdrachten die ze kunnen krijgen, van de hand moeten gaan wijzen.

Voorzitter. Annex daaraan is dat de instroom bij die sectoren ook op dreigt te drogen. Heel veel stages gaan op dit moment niet door. Ik wil niet direct spreken over een verloren generatie, maar we lopen wel het risico dat er een grote groep jongeren is die pas later of niet zal instromen in de sectoren waar we zo veel vacatures hebben en waar zo'n schreeuwende behoefte aan vakmensen is. Wat doet het kabinet op dat terrein? Ik kan wel een beetje ruiken wat de bewindslieden gaan zeggen, namelijk dat dat ter gelegenheid geadresseerd moet worden bij de minister van Onderwijs of bij de minister van Sociale Zaken. Maar mijn stelling is dat onderwijsbeleid en sociaal beleid economisch beleid zijn, dus ook al hebben de bewindslieden hier niet formeel een bevoegdheid in, ze hebben er wel een belang bij om onze economie zo snel mogelijk weer op gang te brengen.

Voorzitter. Dan de langetermijncrisis en de aanpak daarvan. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft vorige week toch wel een rijkelijk vernietigende evaluatie gegeven van het klimaatbeleid. Mijn vraag aan de bewindslieden is ... Even kijken of hun subvergadering inmiddels is afgerond, want ik zie dat ze druk met elkaar in gesprek zijn. Mijn vraag is: wat gaat het kabinet doen om de klimaatdoelstellingen te halen? Het snijdt me door m'n ziel. Ik kreeg een mail van de Jonge Klimaatbeweging. Die vragen om een klimaatautoriteit, om doorzettingsmacht. Het gaat om hun toekomst, om de toekomst van de jongere generatie. We hebben een Klimaatwet en we hebben een Klimaatakkoord. Die zien er prachtig uit, maar mijn vraag aan de bewindslieden is wel: wat is hun realisatiekracht? Die vraag is, denk ik, wel legitiem. Die moet je ook stellen voor die structureel onvervulbare vacatures in de techniek en de procesindustrie. Wat is de realisatiekracht van dit kabinet, als we die opgaven zo langdurig laten liggen en onvoldoende beantwoorden? Welke aanvullende maatregelen — daarmee sluit ik aan bij de vragen van andere fracties — gaat het kabinet treffen om het klimaatschip weer op de goede koers te krijgen?

Dat gebrek aan realisatiekracht zie ik ook bij het Groeifonds. Allereerst: dat Groeifonds heeft een olifantsdracht gekend. Het heeft ongelofelijk lang geduurd voordat het eerste idee was omgezet in een concreet plan en de vraag is of het wel concreet genoeg is. Wat is de impact van die 20 miljard? Oorspronkelijk was er sprake van 50 miljard. Ik roep even in herinnering dat de netwerkbedrijven alleen al in de komende tien jaar 40 miljard investeren, dus ja, hoe moeten we dat in perspectief zien? Is die 20 miljard wel voldoende? Dat vraag ik aan de minister. De governance is ook heel ingewikkeld. Wat de PvdA betreft, moet er gewoon veel scherper worden gekozen. We kunnen de keuzes die moeten worden gemaakt over de besteding van de middelen van het Groeifonds niet overlaten aan externen. Dat zijn gewoon politieke keuzes.

Wat de PvdA betreft, komen er twee scherpe prioriteiten. Allereerst: het versterken van innovatie en scholing. Bij een krimpende beroepsbevolking moeten we de scholingsgraad gaan verhogen om de productiviteit van de economie op peil te houden en verder te verhogen. Delen de bewindslieden die zienswijze? Delen zij ook het pleidooi van onder meer onze Nobelprijswinnaar, de heer Feringa, die zei dat er vooral ook in fundamenteel onderzoek moet worden geïnvesteerd? De toepassingen komen dan vervolgens wel los, en daarmee ook de werkgelegenheid. Het tweede waarin geïnvesteerd moet worden, is de waterstofeconomie. Waterstof is een belangrijke energiedrager. Nederland heeft alle troeven in handen om die waterstofeconomie te ontwikkelen.

Mijn vraag aan de bewindslieden is of zij daar echt absolute prioriteit aan willen geven. Er liggen gewoon enorme kansen. Onder meer in Noord-Nederland liggen er kansen om die waterstofeconomie op gang te brengen. Wij zien ook bij concrete cases — ik noem bijvoorbeeld het project van de gaszuiveringsinstallatie in Emmen waar een waterstofproject loopt — hoe moeilijk het is om die keten goed georganiseerd te krijgen. Daar moeten we echt werk van maken.

Dan kom ik bij waterstof, bij het afscheid nemen van de fossiele economie. We gaan over naar een waterstofeconomie. Om die transitie sociaal-economisch te ondersteunen, heeft de Europese Commissie het Just Transition Fund ingericht. Noord-Nederland is echt als kerngebied aangewezen, als targeted area. Het schiet mij een beetje in het verkeerde keelgat dat mevrouw Mulder zegt: de helft van de middelen kunnen ook wel in andere regio's worden besteed. Ik breng in herinnering dat van de eerdere aardgasbaten die zijn gestoken in het Fonds Economische Structuurversterking, slechts 1% in Noord-Nederland terechtgekomen is. Ook in het regionaal economisch beleid waren het de mainports, de brainports en de greenports. In het verleden, ten tijde van de veenwinning, was Pekela in Noord-Nederland een steenrijke plaats. Oost-Groningen is in verval geraakt nadat de veenwinning stopte. Dat mag niet gebeuren na de gaswinning. Er gaan 20.000 arbeidsplaatsen verloren in Noord-Nederland. Ik vind dat Noord-Nederland met het Just Transition Fund niet mag worden afgescheept met een half ei, want Noord-Nederland heeft recht op het volle pond. En ik zeg daar niet mee dat dat echt 100% moet zijn, ik wil niet alles in beton gaan gieten, maar ik vind wel dat een veel groter aandeel van het Just Transition Fund naar Noord-Nederland moet gaan. Daar vindt de grootste disruptie van de fossiele economie plaats. Daar zijn die middelen ook voor bedoeld.

Dan kom ik bij industriepolitiek. Het kabinet maakt daar meer werk van. Hulde daarvoor. In mei is er een brief over verschenen, maar is er wel concrete actie nodig. Eerder vanmorgen is VDL genoemd. Ja, we moeten helpen om de automobielindustrie naar een next level te brengen. Ik doel op de productie van elektrische auto's. Maar ik wil ook met name aandacht vragen voor Tata Steel. Ik heb in juni een motie ingediend om desnoods met onconventionele middelen Tata Steel, de staalindustrie in Nederland, te helpen naar een volgende fase. Uiteindelijk moet dat leiden tot een staalindustrie die waterstof als energiebron heeft. Op dit moment liggen er gewoon concrete plannen en concrete voorstellen. Er is een uitgebreide werkgroep, met daarin mensen van naam en faam die zich daarvoor inzetten. Mijn vraag is of de minister met de initiatiefnemers wil gaan spreken, of hij dat plan wil omarmen en of hij daadwerkelijk, desnoods ook door de vorming van een consortium en met investeringsmiddelen, bereid is om Tata Steel naar het next level te brengen.

Ten slotte, voorzitter. Mevrouw Beckerman vroeg aandacht voor de steenkolenketen. Er gaat een elektriciteitscentrale, een steenkoolcentrale, op de Maasvlakte sluiten, maar stroomopwaarts heeft dat ook z'n effecten. De aanvoer, de import van steenkool zal afnemen. Ik weet hoe lastig de discussie indertijd was om de FNV mee te krijgen in het energieakkoord. Het kolenfonds was daar echt een hiccup. Ik vind dat er echt aandacht moet zijn voor de werkgelegenheidseffecten in de hele steenkolenketen, dus niet alleen bij die elektriciteitscentrale die in het geding is.

Voorzitter. Ik sluit af. Ik ben ook aan het einde van mijn spreektijd. Ik heb bij interruptie gezegd dat het verder kapitaliseren van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen mee kan helpen als het gaat om bedrijven die financiering zoeken en die een kapitaalsbehoefte te hebben. Die kunnen niet terecht in het Groeifonds. Er is een stap gemaakt in augustus, maar mijn vraag aan de staatssecretaris is of zij bereid is om extra kapitaal ter beschikking te stellen aan de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, zodat ze meer investeringskracht krijgen om de regionale economie te stimuleren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bruins namens de ChristenUnie.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Toen mevrouw Mulder vanochtend meldde dat het dankdag is vandaag, zag ik aan de lichaamstaal van de minister dat hij geen idee had waar dat nou over ging. Dankdag, ja. In Nederland bestaat al zeker sinds de middeleeuwen de gewoonte om te bidden en te danken voor een goede oogst. Biddag in het voorjaar, dankdag in het najaar. En toen de industrialisatie toenam, werd de dankdag voor gewas een dankdag voor gewas en arbeid.

Laat ik vandaag dan ook gewoon eens beginnen met het bedanken van al die ondernemers die knokken voor behoud van werkgelegenheid en voor het voortbestaan van hun bedrijf. Zij vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie. Maar ik kijk ook met dankbaarheid naar een robuuste overheid, die buffers heeft opgebouwd en die nu een tijdelijk vangnet kan creëren om de ergste klappen op te vangen.

Voorzitter. Voor de ChristenUnie is de onderneming een waardengemeenschap, waar mensen samen werken aan een gemeenschappelijk doel. Die waardengemeenschap geven wij vorm door hoe werkgever en werknemer met elkaar omgaan en hoe zij verantwoordelijkheid nemen voor de impact van de onderneming op de omgeving, de natuurlijke omgeving en de maatschappij, hier en ver weg. De onderneming als waardengemeenschap is het fundament voor een economie waarin relaties tussen mensen centraal staan en waarin we ons gedragen als goede rentmeesters voor de schepping. Een economie die we aan onze kinderen en kleinkinderen door willen geven, een die ruimte biedt aan economische groei, maar ook aan rust en aandacht voor dat wat echt telt. Daarin zetten we een aantal mooie stappen.

Het kabinet heeft mijn voorstel voor de maatschappelijke onderneming, de bvm, overgenomen. De bvm is wat de ChristenUnie betreft de vaandeldrager voor die economie van de toekomst. De onderneming met een maatschappelijke missie voorop zal steeds meer de standaard en steeds minder de uitzondering worden. Daarnaast zien we de keuzes voor imvo en voor Rijnlandse voorwaarden bij staatssteun aan individuele bedrijven die dit kabinet begin mei formuleerde. We zien de aangenomen motie over de nationale bedrijvengarantie waarmee die ideeën verder vormgegeven kunnen worden en we zien volop aandacht voor familiebedrijven, ook vanuit de politiek. Familiebedrijven zijn het voorbeeld van de onderneming als waardengemeenschap met per definitie een langetermijnfocus. Dat is Nederland, dat is ondernemen en deze bedrijven willen we koesteren.

Aan het begin van de coronacrisis zagen we een aantal bedrijven snel omschakelen, maar toch was het ontluisterend dat we de meest vitale producten met een luchtbrug uit Azië moesten halen, met weken vertraging en pas na politieke druk. We hebben een wendbare, innovatieve maakindustrie nodig die slimme producten maakt en exporteert. De economische basis is ook in de eenentwintigste eeuw onze maakindustrie. Nederland moet technologisch en qua productie weer leren zijn eigen broek op te houden, samen met zijn nabije buren. Ik zou graag van het kabinet willen horen hoe het staat met de uitvoering van de motie-Heerma/Segers over strategische afhankelijkheden van vitale sectoren. Maar je kunt nooit voorspellen wat je precies nodig hebt in de toekomst, dus bouw nu niet opeens een mondkapjesfabriek. We hebben een veelzijdige en wendbare maakindustrie nodig, met slimme, praktisch opgeleide techneuten. Technici zijn letterlijk van levensbelang.

Daarom ga ik in op de drie m'en, mensen, middelen en meten. Eerst mensen. Zelfs met de werkloosheid van nu zijn er grote tekorten in de maakindustrie. We missen tienduizenden praktisch opgeleide vakmensen, terwijl tegelijk veel pas afgestudeerden nu niet weten hoe ze aan een baan moeten komen. Vakonderwijs in bèta en techniek moet laagdrempeliger worden, ook in studiekosten. We moeten volop investeren in technische vmbo-, mbo- en hbo-opleidingen. Tot aan universiteiten toe moeten we juist die studies aantrekkelijk maken waar werkgevers aan de poorten staan te rammelen als er een diploma-uitreiking is. Voelt het kabinet deze urgentie met mij en deelt het kabinet mijn opvatting dat we weer moeten durven sturen op de instroom in het onderwijs? Er mag best een rem gezet worden op opleidingen die een mager arbeidsmarktperspectief hebben, zeker in crisistijd waarin toch al veel mensen moeten worden omgeschoold. Hoe gaat het kabinet hierop sturen, zodat we de vakmensen van de toekomst gaan opleiden? Dat is voor mij een EZ-vraag en niet alleen een OCW-vraag.

De tweede m staat voor middelen. Investeren in innovatie loont. Daarom is het goed dat het Groeifonds er komt. Wat betekent alles wat ik hiervoor heb gezegd over langetermijnfocus, wendbare maakindustrie en het opleiden van vakmensen voor het Groeifonds, dat ons die groene en circulaire toekomst in moet loodsen? Hoe gaan we zorgen dat het hele land profiteert van het Groeifonds, wetend dat die innovatieve maakindustrie zich ook — en misschien wel vooral — bevindt in Twente, in de Achterhoek, rondom Brainport, bij Chemelot, in Zuidoost-Drenthe? Hoe versterkt het Groeifonds ons verdienvermogen in het hele land? En hoe gaat het de Randstad ontlasten?

Voorzitter. Het kabinet ondersteunt R&D met de Wbso-regeling. Heel goed, maar is het niet ook tijd om eens te kijken naar een verlengde eerste schijf of een nieuwe tweede schijf, om bedrijven ook te prikkelen meer aan innovatie te gaan doen en het niet alleen maar goedkoper te maken? Heel goed dat de staatssecretaris meerjarig de duurzame scheepsbouw ondersteunt, maar komt de maritieme industrie ook aan bod bij de middelen uit het Europese recovery fund? We zien nu immers dat ook andere landen daarmee hun maritieme industrie ondersteunen. Bewaakt het kabinet het Europese level playing field in deze zeer internationale sector met zware concurrentie? Wanneer gaat de overheid nou eens echt innovatief inkopen? Het aantal SBR-projecten is nog steeds heel laag. Het lijkt er wel op dat inkoopafdelingen van overheden er nooit aan denken om op innovatie gericht in te kopen, terwijl je daarmee heel gericht de Nederlandse maakindustrie en juist het mkb kunt steunen. Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat het aantal SBR-projecten over de volle breedte van de overheid toeneemt, juist nu, in crisistijd?

Voorzitter. De derde m staat voor meten. De ijking van meetinstrumenten is van groot belang voor de Nederlandse maakindustrie. Al jaren maak ik mij zorgen over de beschikbaarheid van meetstandaarden en het voortbestaan van hoogwaardige ijkingsfaciliteiten in Nederland. Het personeelsverloop bij ons nationale meetinstituut VSL is groot en door de coronacrisis is de financiële situatie ernstiger geworden dan ooit tevoren. Nog steeds ben ik van mening dat het een foute keus was van het vorige kabinet om dit instituut af te stoten en volledig in de markt te zetten. De noodzaak om nu financieel bij te springen laat dat al zien. De basisinfrastructuur van metrologie is vitale infrastructuur die in overheidshanden hoort te zijn. Maar nu het is zoals het is, moet de overheid in ieder geval controle hebben over de diensten die het instituut aanbiedt en de unieke meetstandaarden die daarbij horen. Ik constateer dat de staatssecretaris dat inziet, en met haar brief hierover zet ze ook weer een aantal belangrijke stappen. Toch zijn de onderscheiden taken, rollen en verantwoordelijkheden van het ministerie, het instituut en de raad van deskundigen gewoon nog te onduidelijk. Als bezorgd controleur van de regering wil ik gewoon zeker weten dat alle diensten die cruciaal zijn voor de Nederlandse hightechmaakindustrie gecontinueerd worden, crisistijd of geen crisistijd. Graag een reactie.

Voorzitter. Dan nog het klimaat. We zien dat Nederland steeds groener en schoner wordt, maar we moeten extra stappen zetten in onze zorg voor de schepping. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat we samen met burgers, coöperaties en ondernemers bouwen aan een klimaatneutrale economie en samenleving. De KEV laat zien dat er een forse tand bij moet de komende jaren, met als grote uitdagingen de warmteproductie en het verdubbelen van de energiebesparing. Een nationaal isolatieprogramma zoals bepleit in de motie-Segers/Klaver waarmee we mensen helpen hun huis te verduurzamen, is urgenter dan ooit. Daarom is het goed dat alle sectoren in de economie hun verantwoordelijkheid snel nemen en dat er een stevige CO2-heffing gaat gelden voor door de industrie te veel uitgestoten broeikasgassen. Maar de Raad van State is kritisch. Ik ken de minister van EZK als een rasoptimist, maar er zijn hier echt meer maatregelen nodig. In november liggen er voorstellen van een studiegroep op tafel. Vind ik de minister aan mijn zijde als ik hem vraag om samen met mij met een open mind naar die voorstellen te kijken om te zien wat we nu al snel kunnen oppakken, zodat we het niet doorschuiven naar een volgende kabinetsperiode?

Voorzitter. Ook regionaal en lokaal is men met de energietransitie bezig, maar wat ik mis is een eenduidige boodschap vanuit het Rijk. Wanneer de minister van EZK weer eens een kerncentrale aanprijst of wanneer de minister van BZK alle wind op land de zee denkt in te schuiven, merken gemeenten dat het weer een stukje moeilijker is om draagvlak te creëren voor de lokale transitie. Want waarom een windmolen in mijn tuin, als meneer Wiebes toch een kerncentrale gaat bouwen? Is het ministerie bereid om in woord en daad de gemeenten te steunen in de lokale transitie? En is de minister bereid om de landelijke regels voor lokaal eigendom en burgerparticipatie zo aan te passen dat hobbels worden weggenomen, zodat dit ook echt op gang kan komen?

Voorzitter. De ChristenUnie en het CDA bepleiten dat het grootste deel van het Just Transition Fund wordt ingezet om de waterstofeconomie in Noord-Nederland een boost te geven. Hoe staat het met de uitvoering van de motie hierover? Welke middelen en instrumenten voorziet de minister om de opschaling van de waterstofeconomie mogelijk te maken en zo de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen?

Ik sluit af. Ik begon met de uitleg over dankdag voor gewas en arbeid. En ja, er is veel om dankbaar voor te zijn, ook in crisistijd. Maar dankbaarheid is nooit zelfgenoegzaamheid. Ora et labora, bid en werk. De handen moeten uit de mouwen voor een deltaplan maakindustrie, voor het opleiden van vakmensen, voor het bouwen aan een volledig circulaire economie, voor het innoveren en tot stand brengen van de noodzakelijke transities zodat we bouwen aan de economie van de 21e eeuw, de economie van onze kinderen. En misschien moeten we die eeuwenoude gewoonte van een dankdag voor gewas en arbeid maar aanpassen naar deze tijd. Een dankdag voor gewas, arbeid en innovatie en dan doen de minister en staatssecretaris, hen kennende, vast wel met ons mee.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dat is allemaal mooi, van die dankdag, en ik deel dat natuurlijk ook vanuit mijn opvoeding en geloof, maar een goede herder brengt zijn schapen op tijd binnen en beschermt ze tegen het binnendringen van wolven. Dat moet je doen als goede herder. Je doet alles om je schapen te beschermen, je zet er honden bij, je plaatst prikkeldraad en zet daar stroom op, en doet wat je nog meer kunt doen. Maar je gaat geen wolven toelaten. Laat ik het even omdraaien naar economische zaken. Het is allemaal heel mooi om dat te zeggen, maar wij helpen onze ondernemers zelf om zeep, allemaal. Daar heeft de ChristenUnie ook aan bijgedragen, met alle respect. Ze hebben nooit moties van mij gesteund die dat tegen kunnen gaan. We laten valse concurrentie toe, we financieren via de Europese Unie valse concurrentie vanuit het voormalige Oostblok.

De voorzitter:

Uw vraag is, meneer Graus?

De heer Graus (PVV):

Het wordt allemaal gefinancierd. Ze financieren hun eigen concurrentie. We laten iedereen maar toe en alles wordt om zeep geholpen, alles. Onze hele economie, onze hele zorg, alles wordt om zeep geholpen.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heer Graus (PVV):

Nee, geen vraag, ik wilde een boodschap meegeven. Ik heb niet eens een vraag, want ik kan hem daar geen antwoord op laten geven. Ik zou hem dan enorm voor joker zetten. Het is heel mooi om hier dank te zeggen, maar we doen er helemaal niets aan. Het is heel moeilijk om dat te zeggen.

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt.

De heer Graus (PVV):

We helpen onze ondernemers, onze eigen mensen, om zeep. We zijn slechte hoeders van de schapen. Wij niet, maar de meesten hier wel, net als ook veel kabinetten. Dank u wel.

De voorzitter:

Dat was een boodschap. U hoeft daar niet op te reageren, meneer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik zou heel graag veel willen zeggen over hoe wij inderdaad in Europa het beste jongetje van de klas willen zijn als het gaat om open markten, terwijl andere Europese landen hele slimme spellen spelen om hun eigen industrie te beschermen. Wij doen dat weinig, wij doen dat te weinig. Vandaar ook mijn oproep om bijvoorbeeld via SBR en innovatief aanbesteden ons veel meer op onze eigen industrie te richten. Ik vind dat we alle regels maximaal moeten inzetten om ervoor te zorgen dat de overheid als launching customer met z'n grote inkoopmacht zo veel mogelijk Nederlandse producten koopt en Nederlandse producten gebruikt en daarmee de innovatie in Nederland weet te stimuleren. Ik kan nog drie kwartier doorgaan ...

De voorzitter:

Nee, dat zou ik niet doen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Maar dit lijkt mij een prima inleiding op een college over innovatie. Dank u wel.

De voorzitter:

Een laatste vraag. De heer Öztürk heeft ook nog een vraag voor u.

De heer Öztürk (DENK):

Ik snap het idee van Nederlandse producten en Nederlandse innovatie, maar als wij VDL Nedcar willen openhouden, moeten we toch buitenlandse autofabrikanten naar Nederland uitnodigen om hier te produceren en werkgelegenheid te creëren. We kunnen dus niet alleen werken met alleen Nederlandse producten en moeten internationaal bezig zijn. Daarvoor vraag ik de ChristenUnie een bijdrage te leveren om een internationale partner te vinden, ook voor Limburgs VDL Nedcar.

De voorzitter:

Concrete vraag?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ja, voorzitter, ik heb in mijn bijdrage bepleit dat we onze eigen broek moeten kunnen ophouden, samen met onze nabije buren. We leven in een gezegend stukje land van de wereld met goede buren om ons heen. Bij elkaar zijn we een van de sterkste industriële clusters van de wereld. Het is belangrijk dat wij maakindustrie houden in ons land en dat we daarbij ook over de grens kijken, maar het allerbelangrijkste is dat we gaan voor innovatieve, wendbare maakindustrie, zodat we producten kunnen maken die slimmer zijn dan producten uit andere landen. Dan kunnen we ze exporteren en er geld mee verdienen, zodat we een sterk land zullen zijn en we daarmee de kwetsbare mensen in ons land kunnen beschermen. Daarvoor zal je ook een sterke economie moeten hebben en een innovatieve maakindustrie. Dat is het enige wat uiteindelijk echt geld oplevert.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bruins. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Voor een minister over wie sommigen zeggen dat hij zich liever richt op techniek dan op de mens heeft hij opvallend veel bereikt. Tegen alle waarschuwingen in weet hij namelijk aardig de fossiele industrie in stand te houden. Ja, hij sluit het gasveld in Groningen versneld, en dat verdient complimenten. Zeker, bij dezen. Maar, rien ne va plus. Dat zegt de croupier in het casino wanneer je niet meer mag inzetten, als je niet meer kan gokken. Gokken is wat de minister deed met het klimaatbeleid. Rien ne va plus, want het is pijnlijk duidelijk geworden dat de kans veel te groot is dat we de klimaatdoelen niet halen, noch op het gebied van CO2-reductie, noch op het gebied van energiebesparing, noch op het gebied van hernieuwbare energie. Het Urgendadoel van 75% CO2-reductie aan het einde van dit jaar kan volgens het PBL alleen worden behaald in zeer onwaarschijnlijke situaties. In dit kader wil ik wijzen op de aangenomen motie van de Partij voor de Dieren om geen risico te nemen met het Urgendavonnis en een uiterste inspanning te leveren om het Urgendadoel te halen. Ik overweeg opnieuw een motie hierover.

Voorzitter. Van het reeds genoemde en ruim tekortschietende 49%-reductiedoel voor 2030 is al helemaal geen sprake. 34%, en misschien wat meer, als maatregelen worden doorgevoerd die nog helemaal niet concreet zijn. Het is schokkend hoe weinig "het groenste kabinet ooit" voor elkaar heeft gekregen op het gebied van klimaat voor deze generatie en voor de volgende generaties. Wat misschien nog veel erger is, is hoe de minister zich verschuilt achter het klimaatbeleid dat nog in de pijplijn zit. Laat ik de minister even wakker schudden. Dat beleid is met een reden niet meegerekend door het PBL. Het is namelijk nog veel te weinig concreet om doorgerekend te worden. Hoe kan het dat het, naar eigen zeggen groenste, kabinet zo weinig voor elkaar heeft gekregen? Waar zit hem dat in? Hoe kan het dat in Europa door Nederland wordt gepleit voor het ophogen van het klimaatdoel naar 55%, terwijl in Nederland zelf, in tegenstelling tot Denemarken, Finland en Oostenrijk, gewacht wordt totdat er overeenstemming is binnen de EU? Ik denk dat ik het antwoord daarop weet. De focus van dit kabinet ligt nog te veel op de kortetermijnbelangen in met name de fossiele industrie, de vee-industrie en de luchtvaart.

Er wordt niet gekeken naar wat wetenschappelijk gezien noodzakelijk is, maar er wordt wel gekeken wat, met inachtneming van met name de belangen van de fossiele industrie, haalbaar is. Thunberg verwoordde het scherp. Ze zei: totdat u zich gaat focussen op wat moet gebeuren in plaats van wat politiek mogelijk is, is er geen hoop. Ik zal een aantal voorbeelden geven van het wereldvreemde kortetermijnbeleid van dit kabinet. De vijftien meest vervuilende bedrijven in Nederland, die voor 86% bijdragen aan de CO2-uitstoot, dragen niet voor 86% bij aan het oplossen van de problemen waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn. Integendeel, de grootste vervuilers krijgen allerlei fiscale voordelen en betalen dus veel minder dan u en ik. De tuinbouw verbruikt 80% van de energie in de landbouw, maar betaalt hiervoor minder dan grootverbruikers en krijgt ook nog eens ontheffing van de opslag duurzame energiebelasting. Is de minister het ermee eens dat een gelijkere fiscale behandeling nodig is? Graag een reactie.

Voor zover wij weten, houdt 6,6% van de bedrijven die onder de besparingsplicht vallen zich voor 100% aan de belasting. Stel je voor dat slechts 6,6% van de belastingplichtigen in Nederland ook daadwerkelijk belasting zou betalen. Of dat slechts 6,6% van de vliegtuigen die zouden vertrekken, ook zou aankomen. Is de minister het ermee eens dat hij zich hier eigenlijk een beetje voor moet schamen? Ik overweeg dan ook een motie in te dienen om de decentrale overheden te helpen bij de handhaving op dit gebied. De luchtvaart wordt op deze manier de hand boven het hoofd gehouden en mag naar eigen inzicht klimaatdoelen instellen die zo gunstig mogelijk zijn voor de sector. Het reduceren van de uitstoot komt voornamelijk neer op compenseren. En dit terwijl de sector jaarlijks vrijgesteld is van het betalen van 2,45 miljard aan kerosinebelasting. Ik weet dat de minister daar formeel niet over gaat, maar voelt hij zich toch ook niet een beetje verantwoordelijk voor die sector, die zo'n impact op het klimaat heeft? Ik kom tot de vraag: is de minister het ermee eens dat zijn klimaatbeleid eigenlijk ongeloofwaardig is?

Voorzitter. Verbonden met de focus op de korte termijn is het feit dat er geen rekening wordt gehouden met de post onvoorziene kosten. Daar heb ik al vaker over gesproken, over de zogenaamde onverwachte klimaattegenvallers. Telkens weer blijkt dat de klimaatcrisis zich sneller ontvouwt dan ooit voor mogelijk werd gehouden en dat de gevolgen ook groter zijn dan gedacht. Ik denk aan nieuwsberichten als "oceanen warmen 40% sneller op dan gedacht", "klimaatverandering versnelt", "permafrost 70 jaar eerder ontdooid", "warmste september ooit", "warmterecord novembernacht", "aanhoudende hittegolven boven de poolcirkel". Rien ne va plus. Ik vraag de minister waarom hij zo graag aan de verkeerde kant van de geschiedenis wil staan.

Daarover gesproken: de foute kant van de geschiedenis is een mooi bruggetje naar biomassa. Ik zie dat de minister al aan het nadenken is, want hij grijpt nu naar zijn hoofd. Hij zal zich afvragen wat ik bedoel, maar ik zal dit toelichten. Er wordt een desastreus beleid gevoerd ten aanzien van houtige biomassa, een brandstof die niet bijdraagt aan het oplossen van het klimaatprobleem, maar het juist verergert. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. In de afgelopen vier jaar lijkt het wel of de minister het beleid expres op zijn beloop heeft gelaten, met nog een onderzoek hier, een rapport daar, om vervolgens duidelijke conclusies weer uit te stellen. En dat terwijl de onrust in de samenleving daarover groeit en ook de onrust in de coalitie groeit. Maar toch zet de minister zijn oude beleid door en tilt hij beslissingen over de verkiezingen. Zo zadelt de minister het volgende kabinet op met zijn biomassacentrales, net zoals hij ook de volgende generatie opzadelt met zijn klimaatbeleid en met name de gevolgen daarvan. De minister houdt tot nu toe liever vast aan de boekhoudkundige schijnwerkelijkheid die stelt dat houtige biomassa CO2-neutraal is.

Ik heb nu een vraag die eigenlijk gemakkelijk met een ja of nee te beantwoorden is. Denkt de minister zelf, los van boekhouders in Europa en wat die voorschrijven, als hij zich baseert op zijn eigen waarnemingen, zijn eigen observaties en redeneringen en zijn cognitieve vermogens, dat houtige biomassa als brandstof voor centrales op de schaal die hij wil toepassen CO2-neutraal is, mede gezien het feit dat een boom pas na 50 jaar weer terug is gegroeid? Nu ligt het misschien voor de hand dat de minister gaat antwoorden: het gaat er niet om wat ik denk. Dat zou een antwoord kunnen zijn. Maar in dit geval gaat het er nu juist wél om. Want ik meen bijna zeker te weten dat de minister zelf ook wel doorheeft dat biomassa niet CO2-neutraal is.

Ik heb verder de volgende vragen aan de minister. Kent de minister de brandbrief van 70 bewonersorganisaties, wetenschappers en buitenlandse ngo's die gisteren in De Telegraaf verscheen? Kan hij daarop reageren? Kan hij aangeven of kolencentrales open mogen blijven als zij voor 100% op een andere brandstof dan kolen draaien? En zouden de centrales bij 100% stook van houtige biomassa een nieuwe SDE-subsidie voor het stoken van houtige biomassa kunnen aanvragen?

Voorzitter, ik ga afronden. De minister en ik zijn van een leeftijd dat wij waarschijnlijk de ergste gevolgen van de klimaatverandering zelf niet meer meemaken. Maar wij zijn wel van de generatie die medeverantwoordelijk is voor de enorme toename van de CO2-uitstoot in de afgelopen 40 jaar. En wij zijn ook van de laatste generatie die daar nog iets aan kunnen doen.

In de drie voorgaande begrotingen heb ik wel de overtuiging gekregen dat de minister zijn taak op het vlak van economische zaken serieus heeft genomen, maar eerlijk gezegd geldt dat niet voor zijn taak als klimaatminister. Hij heef het Urgendadoel niet gehaald, hij heeft de energietransitiedoelen niet gehaald en het 2030-doel niet gehaald. We moeten helaas concluderen dat de afgelopen jaren verloren jaren zijn geweest. De dupe daarvan zijn niet alleen de toekomstige generaties, maar ook de kwetsbare samenlevingen elders, die de gevolgen nu al hard voelen. Dit verwijt ik de minister. De Partij voor de Dieren wil de minister eraan herinneren waarom we dit doen, waarom we ons nu inzetten voor de reductie van CO2. Dat is niet voor een biomassaboekhouding in Europa. Het is niet voor de windcijfers van de industrie. Het is voor het lijfsbehoud van onszelf.

Voorzitter. We zullen meerdere moties en amendementen indienen die er bijvoorbeeld voor zullen zorgen dat financiële prikkels ten behoeve van de fossiele economie worden afgebouwd. Ze zullen bijvoorbeeld de energiebesparing makkelijker maken en het verbranden van bomen een halt toeroepen. We zullen tot slot een voorstel doen voor een uniforme CO2-heffing.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan. Dan geef ik nu het woord aan de heer Stoffer namens de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Het is mooi dat mijn collega's Mulder van het CDA en Bruins van de ChristenUnie begonnen met het memoreren dat het vandaag dankdag is, voor gewas en arbeid. De minister heeft nog een beetje door waar het over gaat, met de uitleg erbij. Nog voor de helderheid zeg ik erbij: het is een dag om God te danken voor al het goede wat hij ons geeft. Dus het is niet alleen voor de ondernemers en de overheden enzovoorts; het is een dag om God te danken. Ik vond dat ook wel iets om te overwegen. De heer Bruins zei: laten we het nog wat uitbreiden; we kunnen het gewas, arbeid en innovatie laten zijn. Nu ben ik toch een wat conservatief persoon, dus ik denk: laten we de traditie maar houden zoals deze is: gericht op gewas en arbeid. Desondanks ben ik eigenlijk wel heel dankbaar voor die innovatie. Ik ben namelijk gewend om op deze dag naar de kerk te gaan. Dat zou ik vanavond doen, en ik doe het ook wel een beetje, maar wel achter de digitale middelen, want we mogen helaas niet allemaal samen dat kerkgebouw in. Dus eigenlijk ben ik ook wel heel dankbaar voor de innovatie waardoor we op afstand kerkdiensten mee kunnen maken. Mocht er iemand geïnteresseerd zijn, en mocht de minister of een ander vanavond vrij hebben: de link kan ik zo doorsturen.

Goed, voorzitter, daar laten we het bij. Het meest mooie vind ik nog altijd dat we God kunnen danken voor het feit dat hij ons zijn Woord geeft, want daarin staan hele mooie en goede lessen voor ons dagelijks leven. Een van die lessen die ik meeneem naar deze begroting is die van de wijze en de dwaze bouwer. Dat is niet alleen een les voor ons persoonlijk leven, maar ook voor ondernemers, het klimaatbeleid en ga zo maar door. Want zonder een goed fundament is een huis, hoe snel je het ook bouwt, niet tegen stormen bestand. Voor bedrijven, en dan met name de mkb-ondernemers en hun gezinnen, zijn het enorm stormachtige tijden, met grote onzekerheden. Gisteravond hebben we een debat gevoerd over het steunpakket en hebben we ingezet op het onderstutten op korte termijn. Maar vandaag is, denk ik, de dag om verder te kijken en echt te kijken naar het leggen van een goed fundament onder onze economie.

Voorzitter. Ik wil beginnen met de financiering van het mkb. Er is al eerder gememoreerd door collega's dat de financiering van het mkb bij banken nogal te wensen overlaat, zeker op dit moment. Er zijn genoeg particuliere investeerders die wel willen, maar aanhikken tegen bijvoorbeeld de vermogensrendementsheffing. De Stichting MKB Financiering pleit voor invoering van de Winwinlening en de Durfkapitaalregeling. In omliggende landen pakken zulke regelingen heel positief uit. Mijn vraag aan de bewindslieden is of zij op korte termijn willen onderzoeken wat de mogelijkheden hiervoor zijn.

Voorzitter. Ik had ook een heel stuk staan over de mogelijkheden van de maritieme maakindustrie. Maar met name collega Bruins haalde me de woorden uit de mond, dus dat ga ik niet doen. Ik ga alleen een vraag in het verlengde hiervan neerleggen: wat gaat het kabinet doen om onze maritieme maakindustrie te ondersteunen? Dan denk ik bijvoorbeeld: laten we zorgen dat we de onderzeeboten die we als Nederland gaan bouwen toch vooral hier houden. Daar kom ik op terug bij de minister van Defensie, maar dan is dat maar vast gememoreerd.

Voorzitter. Ik ga verder met het Groeifonds, want daar heeft de SGP toch wel wat vraagtekens bij. Ik ben blij dat we een apart debat krijgen, waarin we over het budgetrecht van de Kamer kunnen spreken, over de toegevoegde waarde van het aparte fonds en over het ontbreken van een proactieve investeringsagenda op dit moment. Maar ik geef alvast twee vragen mee richting het kabinet voor het debat dat we nog gaan voeren. Ik heb begrepen dat vanuit verschillende ministeries plannen zijn ingediend voor de eerste ronde. Mijn vraag aan de minister is eigenlijk of wij als Kamer die plannen ook kunnen krijgen. Dat geeft een beetje inzicht in en een beetje gevoel bij die black box die het nu voor ons als parlementsleden toch nog is. Dat is de eerste vraag.

De tweede vraag is of de minister voor het komende debat inzicht kan geven in het perspectief voor het mkb. Hoe gaat het mkb het in dit Groeifonds niet afleggen tegen het grote bedrijfsleven? Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap constateert dat veel overheidsregelingen zich richten op ontwikkeling van innovaties, maar niet op het toepassen daarvan. Het Comité pleit daarom voor een investeringsregeling, gericht op toepassing van innovaties door het mkb. Hoe waarderen de bewindslieden dit pleidooi in het licht van de groeifondsambities? Daar wil ik graag in dit debat al iets over horen.

Dan de regeldruk. In tegenstelling tot het vorige kabinet had dit kabinet geen duidelijke doelstelling voor de aanpak van regeldruk. Wat zagen we gebeuren? De regeldruk nam sluipenderwijs toe, ter waarde van — als ik het goed las — 1,2 miljard euro. Ik noem onder meer de privacyregeling, waar vooral kleinere bedrijven grote moeite mee hebben, maar ook de OESO heeft stevige kritiek op de toepassing van het integraal afwegingskader bij nieuwe regelgeving. Kortom, het is hoog tijd voor een duidelijke doelstelling met op z'n minst een nullijn, en voor een betere toepassing van het integraal afwegingskader. Kabinet, pakt u deze handschoen op?

Voorzitter. Dan digitalisering. Dat is natuurlijk het terrein van collega Verhoeven, maar ik zou daar graag iets over willen zeggen. Want digitalisering biedt kansen, maar ook risico's voor veiligheid en privacy. Ik wil eerst even stilstaan bij de kansen. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap, waar ik zojuist al over sprak, pleit voor opschaling van het digitaliseringsprogramma voor het mkb. MKB-Nederland pleit voor een pilot met innovatieprestatiecontracten voor digitalisering. Willen de bewindslieden dit oppakken? Tijdens de Algemene Beschouwingen — ik kom nu bij de risico's — heeft onze fractievoorzitter gewezen op de versnipperde aanpak in het digitale domein. Dat is ook bevestigd door de premier, die in zijn beantwoording niet wist bij welke minister hij moest zijn. Ik geef maar een voorbeeld. Tienduizenden laadpalen in ons land voldoen niet aan de eisen van cyberveiligheid. Stel nu eens dat hackers toegang krijgen, dan kunnen ze grote storingen veroorzaken. Dan zijn er drie ministeries die daarin een verantwoordelijkheid hebben: EZK, IenW en JenV. Hoe ga je dan voorkomen dat die ministeries naar elkaar wijzen? Kortom, hoe gaat het kabinet een versnipperde aanpak en daardoor verlies aan slagkracht in het digitale domein, zeker als het erop aankomt, voorkomen?

Voorzitter. Dan nog kort even over de Klimaatwet. We staan aan het begin van een ingewikkelde verbouwing van onze energievoorziening. Denk aan de discussie over biomassa, de gebouwde omgeving, regionale infrastructuurknelpunten en het mooie betoog van de VVD daarstraks. Dat ga ik niet herhalen, want daar heb ik de tijd niet voor. Maar nu denkt het kabinet dat het verstandig is om de boel op te zwepen door een bindende Europese doelstelling van 55% CO2-reductie in 2030 en een aanscherping van onze eigen Nederlandse Klimaatwet. Laat ik heel helder zijn: daar ben ik het niet mee eens. Want weet het kabinet wat de impact is? Volgens de BNC-fiches nog niet. De Europese ambities suggereren bijvoorbeeld een verdubbeling van onze reductieopgave voor de gebouwde omgeving. Ik zeg: vergeet dat maar. Laten we alsjeblieft het realisme terug laten keren. Dus wat ons betreft in ieder geval geen aanscherping van de Klimaatwet. Want als het Planbureau berekent dat het 49%-doel voor 2030 niet gehaald dreigt te worden, dan is er paniek, terwijl het probleem volgens mij veel meer zit in de huidige lage gasprijzen, die op EU-niveau overigens juist gunstig zijn voor het halen van CO2-doelen. Het zit volgens mij niet in gebrek aan beleid hier in Nederland. Dus wat mij betreft moeten we niet gaan jongleren met CO2-doelen en -maatregelen, maar rustig aan, realistisch en nuchter doorgaan.

Voorzitter. Dan nog heel kort even over energiearmoede. De SGP vraagt opnieuw aandacht voor de leniging van energiearmoede. Anderen hebben dat ook gedaan. Eigenlijk wil ik de minister vragen of hij in overleg met gemeenten en collega-bewindslieden werk wil maken van een gezamenlijke aanpak, in plaats van dat dat nu versnipperd blijft gebeuren. Voor de rest laat ik mijn tekst op dit punt gelet op de tijd achterwege; ik denk dat de vraag helder is.

Helemaal tot slot, voorzitter. Dan eindig ik toch met de Bijbel, de SGP eigen. Want koning Salomo, vast wel bekend, zegt dat een handvol rust veel beter is dan de beide vuisten vol met arbeid. Ik, en ik hoop ook ieder ander, gun iedereen zijn zondagsrust, zeker de winkeliers. Het kabinet moet nog reageren op mijn schriftelijke inbreng bij het wetsvoorstel om gedwongen winkelopenstelling tegen te gaan, maar tegelijk speelt naast die zondag ook een bredere wens van winkeliers om buiten de reguliere openingstijden te allen tijde de vrijheid te hebben om een eigen lijn te kiezen wanneer men open en dicht wil. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of zij daarin mee wil denken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Vanmorgen stapte ik in de trein in Roermond. Ik was niet de enige Limburger. Meerdere Limburgers stapten in de trein. Het waren medewerkers van VDL Nedcar. Ze maakten zich zorgen om hun baan. Niet alleen om hún baan, want ruim 5.000 mensen werken bij VDL Nedcar. Die banen staan op de tocht. BMW heeft aangegeven vanaf 2023 te willen stoppen met de productie in Born. De fractie van DENK wil dat de regering aangeeft wat zij voor deze mensen kan betekenen en voor de werkgelegenheid en technologie in Limburg.

Voorzitter. Dit is in het verleden vaker gebeurd, toen Daimler en Mitsubishi de productie van auto's in Born stopten. Daarom is het belangrijk dat het kabinet nu een duurzame oplossing vindt en ook alle grenzen overschrijdt waar dat nodig is om een autofabriek in Limburg te behouden, om werkgelegenheid in Limburg te behouden en om de technologie in Limburg te behouden. Daarvoor zou het kabinet desnoods onorthodox te werk kunnen gaan om autofabrikanten over de grens naar Nederland te halen om daarmee de werkgelegenheid hier te houden.

Voorzitter. Niet alleen de Limburgers, maar iedereen in Nederland maakt zich zorgen over zijn baan of onderneming. Dat maakt deze begroting van Economische Zaken en Klimaat ook zo bijzonder. Dit is de laatste kans voor de bewindspersonen om de signalen van ondernemers en werknemers op te pikken. Het is de laatste kans voor hen om de economie een impuls te geven. Drie jaar geleden, in december 2017, bespraken wij voor het eerst een begroting van EZK met minister Wiebes en staatssecretaris Keijzer. Toen hebben wij onze visie op de economie gegeven. We hebben dit ook in een document neergelegd: "DENKEND aan Economie. Diversiteit als kracht voor de economie." We hebben dat toen aangeboden aan de staatssecretaris en de minister. Dat zullen we vandaag via de voorzitter weer aanbieden.

Waarom doen we dat? Omdat wij graag willen vernemen wat zij hiermee hebben gedaan in die drie jaar en wat zij voornemens zijn om het komende jaar daarmee te doen. Graag hoor ik dat, desnoods schriftelijk.

We hebben bijvoorbeeld voorgesteld om te komen tot een kenniscentrum voor diversiteit en economie. We hebben een voorstel ingediend om het tweede ziektejaar niet langer door ondernemers te laten betalen in bedrijven met minder dan 25 werknemers. Om discriminatie harder aan te pakken — ook ondernemers die discrimineren. Om de belastingen te verlagen voor mkb-bedrijven. Om een maatschappelijke kosten-batenanalyse te maken van het negatieve effect van xenofobie op de economie.

Als het gaat om belastingverlaging voor het mkb, zien wij dat er een stap in de goede richting wordt gezet door het vennootschapsbelastingtarief naar 15% te verlagen voor mkb-bedrijven. Maar ja, wat het kabinet met de ene hand geeft, pakt het met de andere hand weer af, zoals met de verlaging van de zelfstandigenaftrek, die van €7.200 naar €3.200 gaat. Op andere punten die ik heb genoemd, zie ik weinig vooruitgang. Waarom heeft het kabinet toch afgezien van de afschaffing van de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar voor kleinere bedrijven? Een van de weinige goede plannen uit het regeerakkoord is daarmee om zeep geholpen. Er zouden betaalbare private polissen voor terugkomen, maar ik heb hier nog weinig over gehoord. Wat is de stand van zaken hiervan? Is het überhaupt wel een serieus alternatief voor het zelf doorbetalen van het tweede ziektejaar?

Er is te weinig aandacht voor de zzp'ers. Zij krijgen midden in de crisis een verlaging van de zelfstandigenaftrek van het kabinet. Maar dat is niet het soort aandacht dat zij nodig hebben. Ze hebben vooral een duwtje in de rug nodig. Werknemers krijgen de kans om zich om te laten scholen met heel veel regelingen van een baan tot een andere baan, maar zzp'ers ... Tja, die zouden ook de kans moeten krijgen om van de ene naar een andere werkgever te kunnen gaan, of naar een andere baan. Wat ze zouden kunnen gebruiken, zijn speciale vouchers om zich om te scholen of gecoacht te worden. Kan de staatssecretaris overwegen om zo bijscholingsvouchers of coachingsvouchers voor zzp'ers in het leven te roepen? Graag een reactie. Ik overweeg ook een motie op dit punt.

Dan wil ik het nu graag hebben over een onderwerp waar ik me de afgelopen jaren enorm veel mee heb beziggehouden: de kredietverstrekking aan het mkb. We hebben meerdere discussies gevoerd met collega's hierover. En toch is het heel moeilijk om als kleine ondernemer krediet te krijgen. En als je krediet krijgt, dan zie je gewoon dat er torenhoge rentes of kosten daartegenover staan. Hoe kun je dan de kleine ondernemer helpen om uiteindelijk toch aan de economie een bijdrage te leveren? Met name in de periode 2013-2017 zakte de kredietverstrekking door de banken in elkaar. In deze periode daalde de kredietverstrekking in totaal met zo'n 10%. Uit onderzoek in 2015 door onderzoeksbureau Panteia in opdracht van de EU bleek dat 39% van de kredietaanvragen in Nederland meteen werd afgewezen. Dat was toen het hoogste percentage in Europa. De laatste jaren na 2017 leek het erop dat het een beetje beter gaat, laten we dat ook gezegd hebben. In de eerste golf hebben de banken zich redelijk goed opgesteld. Ze waren in sommige gevallen coulant met oplossingen en rentebetalingen. Het aantal faillissementen bleef vooralsnog laag. De werkloosheid bleef ook nog beperkt. Dit kwam vooral door de steunpakketten NOW 1 en NOW 2. De fractie van DENK heeft dit ook gesteund. De fractie van DENK heeft zich uitgesproken tegen de versoberingen in het tweede en het derde pakket, want juist nu de tweede golf hard toeslaat, gaan ondernemers het heel moeilijk krijgen, wat betekent dat er veel levensvatbare bedrijven onnodig failliet kunnen gaan. Mijn vraag aan de minister en de staatssecretaris is dan ook: is het kabinet bereid om de versobering van het steunpakket ongedaan te maken?

Het steunpakket moet meeademen met de economie, maar op deze manier zal de economie alleen maar stikken. Ik krijg signalen dat banken nu, in de tweede golf, minder coulant beginnen te worden, dat kredieten mogelijk niet verlengd gaan worden en dat nieuwe kredieten steeds moeilijker verstrekt worden. Uit een onderzoek van Stichting MKB Financiering blijkt dat 54% van de mkb-ondernemers binnen zes maanden liquiditeitsproblemen verwacht en behoefte heeft aan financiering. Een gebrek aan financiering zou desastreus zijn, zeker omdat ondernemers tijdens de eerste golf zijn ingeteerd op hun reserves. De bodem is nu bij veel ondernemers in zicht. De rek is eruit. Krediet is als zuurstof voor een onderneming; zonder zuurstof stikt de onderneming. En als een onderneming om kan vallen door faillissementen, dan treedt er een negatief domino-effect op. Uiteindelijk komen we dan in een onbeheersbare negatieve spiraal terecht; scenario zwart voor de economie. Dat moeten we ten koste van alles zien te voorkomen, dus de banken moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. In de periode 2008-2009 is een aantal Nederlandse banken gered met belastinggeld, van ondernemers, van de mensen, met name ING en ABN AMRO. In 2013 werd SNS REAAL gered door de nationalisatie van deze bank. Nu is het moment om iets terug te doen voor de maatschappij. Zijn de minister en staatssecretaris bereid om in overleg te treden met de banken, om zo de kredietverlening op gang te houden? Ik overweeg een motie op dit punt.

Klopt het dat de garantieregelingen van de overheid, zoals de BMKB, slechts over één procent van alle leningen gaat? Dan heeft het overheidsbeleid op deze manier toch geen enkele impact? Op welke manier kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat de garantieregelingen van de overheid een veel groter bereik krijgen, en bijvoorbeeld voor 10% van alle leningen gaan gelden? Er zijn een aantal garantieregelingen opgetuigd speciaal voor de coronacrisis: BMKB-C, KKC, GO-C en COL. Klopt het dat maar 5% van deze regelingen daadwerkelijk benut wordt? Al die regelingen, al die middelen die wij ter beschikking stellen, waarom wordt er nauwelijks gebruikgemaakt van deze regelingen? Zijn zij onbekend, of zijn zij te ingewikkeld in de uitvoering? Graag een reactie van de staatssecretaris.

Het kabinet kan ook nog op andere manieren de kredietverlening vooruithelpen. De ondernemersvereniging ONL heeft een panel met daarin ondernemers en weet daardoor best wel goed wat er speelt bij de ondernemers. De ONL doet jaarlijks een aantal terechte aanbevelingen, onder andere minder regels en betere toegang tot krediet voor het mkb, bijvoorbeeld door de tanteagaathregeling opnieuw in te voeren die al eerder bestond tussen 2001 en 2011. Deze regeling heeft een heffingskorting voor beleggingen in durfkapitaal. Een ander voorbeeld is de Winwinregeling. Ook deze regeling bevat een belastingkorting op de rente voor leningen aan mkb-ondernemers. Beide regelingen hebben een vorm van verliesaftrek. Dus een verlies of afschrijving op de lening of belegging mag in mindering worden gebracht op de belastbare som. Graag een reactie van de staatssecretaris.

De fractie van DENK zou graag zien dat de banken wat meer empathie zouden tonen voor de mkb-ondernemers. Dit zouden de banken bijvoorbeeld kunnen doen door niet te vragen om aflossingen op de lopende kredieten. Dat hebben ze de afgelopen zes maanden gedaan. Als ze nog een paar maanden uitstel bieden, kunnen een aantal ondernemers overleven. Ik overweeg op dit punt een motie. Ook denk ik hierbij aan het beter gebruikmaken van diverse garantieregelingen, waar zij in het voorjaar zelf op aangedrongen hebben.

Ook belangrijk is eerlijk ondernemen, waarvoor ook een aantal collega's terecht aandacht hebben gevraagd. Dat betekent ook dat niemand gediscrimineerd mag worden. Er is discriminatie op de werknemersmarkt maar er is ook discriminatie op de ondernemersmarkt. De ondernemers met een migratieachtergrond worden nog steeds gediscrimineerd op de ondernemersmarkt. Ik doel dan op de aanbestedingen van de overheid, die 73 miljard euro per jaar uitgeeft, maar ook op de bestedingen tussen ondernemers onderling. De werknemer stuurt een sollicitatiebrief. De ondernemer stuurt een offerte. De uitsluitingsmechanismen die hierop volgen zijn vergelijkbaar. Er wordt steeds meer discriminatie ontmaskerd. Discriminatie op de woningmarkt, discriminatie op de arbeidsmarkt, discriminatie door en binnen de politie, discriminatie in het onderwijs, discriminatie op straat en discriminatie op het internet. Het discriminatiespook is een veelkoppig monster dat lastig te bestrijden is en steeds weer opnieuw opduikt. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Tamara van Ark, is bezig op de arbeidsmarkt met mysteryguests en antidiscriminatieplannen die bedrijven moeten maken. Daar is ze ook best wel goed mee bezig, maar dat gaat vooral over het personeelsbeleid van bedrijven. Dit kan trouwens nog beter door het charter diversiteit verplicht te stellen voor bedrijven met meer dan 50 medewerkers en door het charter ook verplicht te stellen bij aanbestedingen. Graag een reactie van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Tamara Van Ark is inmiddels minister voor Medische Zorg.

De heer Graus (PVV):

Ik ken heel veel mensen uit alle windrichtingen, maar ook een Turk die meneer Öztürk ook goed kent en die we best wel bij de naam mogen noemen omdat hij het heel ver geschopt heeft, namelijk Atilay Uslu, een van de beste en een van de topondernemers hier in Nederland. Die man heeft alle kansen gehad. Ik geloof dat hij 1 jaar was toen hij naar Nederland kwam. Hij heeft alle kansen gehad en is nooit gediscrimineerd. En kijk naar onze Voorzitter die hier zit en kijk naar heel veel vrienden en bekenden van mij die het helemaal gemaakt hebben. En die komen uit allerlei landen vandaan die je maar kunt voorstellen. Ik vind toch dat u de boel een beetje moet nuanceren. U brengt alles nu in de vergrotende trap, maar dat klopt volgens mij helemaal niet. Als mensen ergens een eerlijke kans krijgen, is dat hier wel.

De heer Öztürk (DENK):

Gelukkig wordt niet iedereen gediscrimineerd. Gelukkig zijn er mensen die er toch alles aan doen om een bijdrage te leveren aan de Nederlandse samenleving, maar toch zijn er tientallen, honderden onderzoeken, internationaal, nationaal en Europees, die bewijzen dat er discriminatie is en dat we die moeten aanpakken. Daar zullen we ook voor blijven vechten.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Öztürk (DENK):

Voor discriminatie ven bedrijven door andere bedrijven is helemaal geen beleid. De fractie van DENK wil dat hier onderzoek naar komt. DENK wil dat in beeld gebracht wordt hoe en op welke manier ondernemers gediscrimineerd worden en hoe dit keihard aangepakt kan worden. Graag een reactie van de staatssecretaris en ik overweeg op dit punt een motie.

Dan Invest-NL, waarvan de heer Wouter Bos als directeur zegt: 5 miljoen en hoger, daar ga ik mijn best voor doen. Dit terwijl hij als sociaaldemocraat zou moeten weten dat kleine ondernemingen toch die kredieten zouden moeten kunnen krijgen. Daarnaast is er Qredits die kleine ondernemingen helpt met 7,75% rente. Dat kan niet. Dat is woekerrente. Qredits moet hierop aangesproken worden. Qredits moet ervoor zorgen dat er juist in deze tijd genoeg geld is met lage rente om kleine ondernemers te helpen.

Tot slot, voorzitter, wil ik toch het punt van de bedrijfsoverdracht inbrengen. Wij zitten met vergrijzing. Heel veel bedrijven gaan stoppen, ook door de coronacrisis. Het belangrijkste is dat we deze bedrijven met jonge mensen in aanraking laten komen, zodat er een goede bedrijfsoverdracht plaatsvindt. Dat is goed voor de integratie, voor de samenleving en voor de economie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Otterloo namens 50PLUS.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Dank u wel, voorzitter. EZK is een heel breed terrein. Mijn tijd is beperkt. Daarom bij voorbaat excuses voor de wat fragmentarische benadering en het ontbreken van vergaande bespiegelingen. Over het klimaatgroeifonds en Groningen spreken wij nog op andere momenten in de Kamer, dus dat laat ik vandaag ook liggen.

Ik heb wel een paar opmerkingen die mensen in het algemeen raken en 50PLUS'ers in het bijzonder. Dat doe ik ook in de wetenschap dat er verbindingen zijn met wonen en belastingen, maar dat is nog geen reden om het er vandaag niet over te hebben of om geen antwoorden te kunnen krijgen.

Energiearmoede is namelijk een groeiend probleem. De vraag is wat nu het aandeel van de bewindslieden van EZK is in het voorkómen van energiearmoede. Mevrouw Beckerman had het er al over dat een aantal mensen nu meer thuis moet werken. Ik heb de vorige keer ook al geroepen dat vooral ouderen last hebben van de gasbelasting, omdat zij de hele dag thuis zijn. Nu zijn er veel meer mensen die thuis moeten werken. Zij merken dat de kachel de hele dag moet branden, en wel op een temperatuur die naarmate je ouder wordt ook wat hoger is, in de gemiddelde ervaring. Dat leidt dus tot een forse belasting en tot een probleem met energiearmoede.

Dat wil niet zeggen dat ouderen niet willen meedoen aan de klimaatregels. Zij zouden ook graag zien dat hun lasten op die manier beperkt zouden kunnen worden. Dan kom ik bij de vraag die al eerder vandaag aan de orde is geweest: waarom zijn zo veel daken van huurflats nog leeg als het gaat om zonnepanelen? Ik heb het amendement nog niet gelezen, maar ik begrijp dat dat amendement erin zou kunnen voorzien dat er vanuit EZK veel meer daken voorzien worden van zonnepanelen. Laat ik het dus zo zeggen: ik heb de hoop dat ik mee zou kunnen tekenen met dat amendement. Maar net als GroenLinks moet ook ik zeggen: eerst zien en dan handelen. Anderen hebben het over "geloven" gehad. Dat wil ik hier niet mee verbinden. Juist in Nederland kun je er met de daken op de huurflats er in de agglomeraties voor zorgen dat er juist daar energie kan worden opgewekt. Dan hoeft het niet van buiten naar binnen te worden gebracht.

Datzelfde geldt overigens niet alleen voor de huurders, maar ook voor de eigenaren. Als je op leeftijd bent, word je er namelijk mee geconfronteerd dat je vanwege de leeftijdsgrens van 75 jaar niet meer kunt lenen voor een aanpassing van de woning, terwijl wij van opvatting zijn dat zo'n aanpassing ook voor de volgende gebruiker z'n voordelen heeft. En ondanks dat sommigen graag willen beweren dat het anders is, hebben toch niet heel veel ouderen dat soort bedragen op de bank of nog in een oude sok liggen om direct uit te geven. Wij vragen dus aandacht voor die leeftijdsgrens. We hebben er al vaker aandacht voor gevraagd dat een aantal gemeenten daar nog te weinig ruchtbaarheid aan geven. We zullen dat bij het onderwerp wonen ook nog weer doen. Daar zit de minister van BZK bij.

Wat betreft Economische Zaken hebben wij grote zorgen of er straks nog wel voldoende beroep kan worden gedaan op de Europese fondsen. Want er zijn verontrustende signalen — u kent het spreekwoord "be careful what you wish for" wel — dat we als Nederland een koekje van eigen deeg krijgen, zoals ik helaas al had aangekondigd. Dit kabinet wilde heel graag het verhogen van de pensioenleeftijd, van de AOW-leeftijd, als exportartikel gebruiken; dan moesten herstructureringen worden gevraagd van de economie. En wat krijgen we ervoor terug? Dat er geen gebruik gemaakt kan worden van de fondsen omdat Nederland niet herstructureert. Ik heb er toen nog voor gewaarschuwd dat we daarmee onze eigen soevereiniteit kwijtraken. Straks moeten we de hypotheekrenteaftrek en nog een aantal andere dingen aanpakken, willen bedrijven bij het geld kunnen dat Europa daarvoor gereserveerd heeft. Graag krijg ik van de minister en de staatssecretaris van EZK een reactie: hoe kunnen zij de bedrijven geruststellen? Want die moeten toch bij die bedragen kunnen die ze nodig hebben om de gevolgen van de coronacrisis op te kunnen lossen voor hun eigen bedrijf.

Voorzitter. Ik had het al over de coronacrisis, maar er is iets wat daarmee verband houdt. Het is misschien verrassend, maar dan kom ik bij het CBS. Het CBS heeft de erfenis van Jan Tinbergen in de afgelopen jaren omgevormd tot een "Centrum Bashen Senioren", zoals het door veel ouderen genoemd wordt. Want het CBS doet uitlatingen over rijke ouderen; mensen in een huurwoning worden erop aangesproken dat ze rijk zijn omdat ze een afbetaald eigen huis hebben en dat soort dingen. Eén element is daarbij nog wat onderbelicht gebleven, terwijl dat juist actueel is. Indertijd — dan praat ik over 2012-2013 — heeft het CBS nieuwe cijfers over de levensverwachting gepubliceerd. Die waren gebaseerd op de aanname dat de Nederlandse cijfers te negatief waren omdat we een goede gezondheidszorg hebben en de levensverwachting in het buitenland hoger was. In de cijfers van de OESO staan wij qua feitelijke levensverwachting niet bovenaan, maar ergens onderaan. De vraag is wat daarin nu gewijzigd is. Want er zit lucht tussen die levensverwachtingen. Dan kun je zeggen dat dat iets voor statistici is, maar het wordt wel direct vertaald in het traject voor de verhoging van de AOW-leeftijd. Dat betekent dat zaken als de griepgolf van 2017-2018 er sowieso in verwerkt zouden moeten zijn, maar dat betekent ook dat die lucht ertussenuit moet. Wat dat betreft kijken wij met veel zorg naar wat de coronacrisis oplevert aan uitgestelde reguliere zorg, wat volgens een aantal medici weer leidt tot een verdergaande daling van de levensverwachting. Dus graag een antwoord hierop van de staatssecretaris en de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Otterloo. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. Ik kan de heer Graus geruststellen. Ik had me ingeschreven voor 25 minuten, maar ik denk dat het om en nabij de 15 minuten wordt. Mijn bijdrage is ook namens Forum voor Democratie.

Voorzitter. In de afgelopen tien jaar is het voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf steeds moeilijker geworden. Er zijn ongeveer 2 miljoen Nederlandse ondernemers, waarvan 1 miljoen zzp'ers. Het mkb zorgt voor meer dan 4 miljoen banen, en twee derde van ons inkomen wordt verdiend in het mkb. Toch is het mkb al tien jaar de melkkoe van de overheid. Dat geldt overigens niet alleen voor het mkb, maar ook voor onze prachtige multinationals, die buiten Nederland met groot ontzag worden onthaald, maar die hier worden weggepest door lijzige Haagse bureaucraten. We zouden juist trots moeten zijn op bedrijven zoals Shell, Unilever, Philips en Heineken. Dat zijn bedrijven die niet alleen hoogwaardige producten maken, maar ook op alle fronten in de top van de wereld meedraaien. In plaats daarvan is in het diep socialistische Nederland van de afgelopen jaren een afkeer ontstaan van het bedrijfsleven, een afkeer van ondernemers en een afkeer van succes. Dat vertaalt zich weer in allerlei rancuneuze wetten en jaloeziebelastingen. Ik noem de dga-taks, ozb, box 3, Vpb, ODE, btw; het gaat maar door. Unilever heeft al gestemd met de voeten en is naar Londen uitgeweken, alle staatspropaganda over de negatieve gevolgen van de brexit ten spijt. En Shell staat ook op het punt om het zinkend schip te verlaten. Ik geloof niet dat het kabinet doorheeft wat de impact is van de verplaatsing van het hoofdkantoor van Shell naar Londen. Daarom een eerste vraag. Heeft het kabinet in kaart gebracht hoeveel het de samenleving per jaar zal kosten als Shell zou vertrekken? Wat gaat deze minister doen om dat te voorkomen?

Voorzitter. Terug naar het mkb. Unilever en Shell kunnen besluiten om hun hoofdkantoor te verplaatsen. Een supermarkt, een horecagelegenheid, een administratiekantoor of een bouwbedrijf kan dat niet. Het mkb is overgeleverd aan de grillen van dit kabinet zonder de mogelijkheid om te kunnen ontsnappen. Dit middenklassekabinet is vergeten waar de banen gecreëerd worden en waar het geld verdiend wordt, namelijk in het mkb. In de afgelopen jaren is het steeds onaantrekkelijker gemaakt om te ondernemen. De belastingen gingen omhoog terwijl de belastingdruk in Nederland al tot de hoogste ter wereld behoort. Binnen de OESO-landen staan we op een treurige tiende plaats met een duizelingwekkende belastingdruk van 39%. Voor de goede orde: het OESO-gemiddelde is 34%, en dat is al heel erg hoog.

De energieprijzen gingen omhoog om de klimaatgekte te financieren. Miljardensubsidies gingen naar het subsidiëren van het verbranden van biomassa. Vorig jaar verdedigde deze minister — en dan heb ik het natuurlijk over minister Wiebes — het verbranden van biomassa nog te vuur en te zwaard. Maar ik mag aannemen dat hij inmiddels alles heeft nagerekend en tot de conclusie is gekomen dat biomassa verbranden niet zo heel erg slim is. Vorige week is de motie van de heer Van Raan en mij aangenomen waarin wordt opgeroepen om te stoppen met het verbranden van biomassa. Ik ben erg benieuwd wat deze minister nog voor stappen gaat zetten voor de verkiezingen om deze motie uit te voeren. Graag een toelichting.

Voorzitter. De kosten rond ziekte gingen verder omhoog. En de bureaucratie uit Den Haag rond ziekte is werkelijk grensoverschrijdend. In de zorgvuldig gecultiveerde zieligheidsindustrie die UWV heet, werken inmiddels zo'n 20.000 mensen. Dat is niet alleen een netto kostenpost voor de samenleving, maar het UWV zorgt ook voor een enorm beslag op tijd en energie van het mkb. Als een klein bedrijf met een eigenaar en vier werknemers plotseling geconfronteerd wordt met de vreselijke situatie dat een van de medewerkers kanker krijgt, dan is het leed niet te overzien. Allereerst natuurlijk voor de werknemer zelf, maar vervolgens ook voor de werkgever. De papierwinkel is enorm, de re-integratieverplichting is onwerkelijk en de overgebleven eigenaar en zijn of haar werknemers krijgen een burn-out omdat het werk toch gedaan moet worden. Wat is overgebleven van het voornemen van het kabinet om doorbetaling bij ziekte terug te brengen van twee naar een jaar? Het staat in het regeerakkoord en het was het enige lichtpuntje dat er voor het mkb te bekennen was. Gaat dit nog gebeuren in deze kabinetsperiode of kunnen we het toevoegen aan de lijst met gebroken beloftes?

Daarbovenop kwamen er ieder jaar ook meer regels vanuit Brussel, waardoor we nog eens te maken kregen met allerlei privacy-eisen en eisen voor de banken, waardoor ook de financieringsmogelijkheden beperkt werden. Daar waar de banken vroeger naast de ondernemers stonden in hun streven naar groei en succes, zijn de banken nu gereduceerd tot kille papierschuivers die bezig zijn hun eigen straatje schoon te houden, omdat ze moeten voldoen aan het know-your-customerprincipe. En als het je lukt om de stapels papieren in te vullen en alle ondersteunende documentatie aan te leveren, ben je een maand verder en krijg je meestal alsnog nul op het rekest. Vervolgens moet je een zinloos ISO-certificaat regelen, het UBO-register invullen en heb je een dagtaak aan het voldoen aan de AVG. Aan ondernemen kom je in het mkb in Nederland niet meer toe. Kan de minister aangeven wat hij vindt van het financieringsprobleem in het mkb? Welke mogelijkheden ziet hij nog om dit op te lossen?

De toename van de regeldruk is in de afgelopen jaren enorm. Zowel MKB-Nederland als ONL hebben hier herhaaldelijk aandacht voor gevraagd, maar er gebeurt niets. Sterker nog, de bureaucratie nam alleen maar toe. En de bureaucratie van dit kabinet is niet gratis. MKB-Nederland rekende uit dat dit kabinet heeft gezorgd voor een stijging in de regeldruk van maar liefst 1,15 miljard euro per jaar. Kan de minister mij uitleggen hoe hij deze peperdure regelregen gaat stoppen? Ik begrijp wel waarom de bureaucratie is geëxplodeerd. Er zit namelijk vrijwel niemand in het kabinet, en ook niet in de coalitiefracties, die enig raakvlak heeft met het mkb. Ik hoor nu iemand protesteren. Dan moet ik een uitzondering maken, begrijp ik. Vrijwel niemand heeft ooit zelf een bedrijf gehad en heeft zelf ondervonden hoe vreselijk onzinnig de regels zijn die dit kabinet produceert. En dat is jammer, want deze abstracte, wereldvreemde en bureaucratische benadering leidt tot een rem op het mkb. Het leidt tot een rem op ontwikkeling en uiteindelijk tot een rem op succes. En dat vertaalt zich weer in een neerwaartse spiraal waarbij ondernemende mensen zich gaan afvragen waar ze het allemaal nog voor doen.

Waarom zou je dat risico nemen? Waarom zou je 80 uur per week werken? Waarom zou je je eigen pensioen moeten verdienen? Waarom zou je al je spaargeld op het spel zetten? Waarom zou je ondernemer willen zijn in een land met een kabinet dat zo veel onzinnige regels bedenkt dat je uiteindelijk een boete krijgt voor succes? De cruciale denkfout die dit kabinet maakt, is dat het kabinet denkt dat de overheid een ondernemer moet stimuleren via subsidies en regelingen. Via het RVO worden de meest betuttelende subsidies en stimuleringsprogramma's over het mkb uitgestort, van de WBSO tot innovatiefinanciering, van duurzaamheidinitiatieven tot een Nationaal Groeifonds.

En ook allerlei nieuwe wetten leiden tot extra bureaucratie: de Wet digitale overheid, kansspelen, Woningwet, ga zo maar door. Wanneer houden we eens een keer op met het laten bepalen door ambtenaren hoe een ondernemer zijn bedrijf moet runnen? Waarom stoppen we niet gewoon met al die onzinregelingen en verlagen we gewoon de belastingdruk? Ik ben benieuwd wat de minister van dit idee vindt. Vroeger vond de VVD dat namelijk ook.

Voor de goede orde: het komt niet alleen van dit ministerie. De stapeling van alle maatregelen is het probleem. Volgende week staat het debat over het Belastingplan op de agenda, dus ik zal u mijn klachten over de dga-taks, de ozb voor woningen en niet-woningen, de villataks, de zelfstandigenaftrek, het box 3-verhaal allemaal besparen, net als vorig jaar overigens. Maar het ondernemersklimaat wordt er niet beter op. Ja, ik geef nog wel eens wat weg.

Ik ben dan ook benieuwd of iemand in het kabinet bijhoudt wat de resultante is van al deze verschillende maatregelen uit de verschillende ministeries. Of gaat elke minister gewoon zijn of haar eigen goddelijke gang? Ik heb begrepen dat collega Aartsen met een motie komt om die stapeling tegen te gaan. Ik ben erg benieuwd naar die motie en zo mogelijk kan ik die meetekenen.

Voorzitter. In maart kwam daar de coronacrisis nog eens bij. Natuurlijk heeft iedereen last van de coronacrisis, misschien niet eens zozeer van het virus zelf, maar wel van de coronamaatregelen die door dit kabinet zijn genomen. Maar sommige groepen zijn wel heel erg de klos. Er zijn grote groepen mensen die bedreigd worden in hun bestaan en die hun onderneming dreigen kwijt te raken.

In de horeca is het een bloedbad en meer dan de helft van de horecaondernemingen dreigt failliet te gaan. Hetzelfde doemscenario geldt op dit moment voor heel veel sectoren in het mkb. Het is goed om daar even stil bij te staan. Wij krijgen allemaal elke maand ons salaris, net als alle ambtenaren in Den Haag, en vakantiegeld, een dertiende maand, een eindejaarsbonus; het is allemaal gegarandeerd. Over ons pensioen hoeven we ons geen zorgen te maken en ambtenaren kunnen nauwelijks ontslagen worden, dus het risico is gelijk aan nul. Ik moet wel zeggen dat dat ook voor mij geldt, want ik ben blij dat ik eindelijk ook eens een keer een beetje pensioen heb. Dat is tot nu toe nooit zo geweest.

Dat een ondernemer dit allemaal niet heeft, wisten we al. Dat een ondernemer altijd risico loopt om alles kwijt te raken, is bekend. Maar dat wordt normaal gesproken beloond met vrijheid, succes en winst. Maar nu de overheid besluit dat hele sectoren gesloten moeten blijven, verandert dat de zaak. Dit is geen normaal bedrijfsrisico en ik vind dan ook dat de overheid ver buiten haar boekje gaat door te besluiten dat feitelijk alle ondernemers op de fles gaan.

Dit is geen coronadebat en ik herinner mij de opmerking van de voorzitter van daarnet, dus ik zal mijn kritiek bewaren tot het coronadebat van vanmiddag. Maar ik blijf erbij dat de maatregelen disproportioneel zijn en dat de medische, sociale, culturele en economische nevenschade enorm is. Ik vind het absoluut onredelijk om de rekening van het falende coronabeleid van dit kabinet integraal bij het mkb neer te leggen. De verschillende steunpakketten zijn omvangrijk maar worden gekenmerkt door een gebrek aan realiteitszin en door bureaucratische rompslomp. Maatwerk lijkt volledig te ontbreken, terwijl geen enkel bedrijf hetzelfde is, en ook binnen de sectoren zijn er enorme verschillen. Bij een bowlingbaan valt door de coronamaatregelen de omzet weg in de winter en bij een strandtent juist in de zomer. Het gestuntel met referentieperiodes, derdenverklaringen en SBI-codes was werkelijk tenenkrommend, en het lijkt alleen maar erger te worden. Risicoloze bureaucraten hebben de macht gegrepen. Misschien is het nog het best om dat te illustreren met een voorbeeld, als ik zo vrij mag zijn. Een tenniscentrum heeft bijvoorbeeld drie inkomstenbronnen. Ten eerste de verhuur van tennisbanen, ten tweede de horeca, ten derde het verzorgen van trainingen. De baanhuur is opgesplitst in vaste contracten voor langere tijd, incidentele baanhuur en het organiseren van competities. Tijdens de "intelligente" — tussen aanhalingstekens — lockdown, was in maart, april en mei alles gesloten. Dat was uitermate slecht, maar het was in ieder geval duidelijk. Op dit moment is de situatie veel gecompliceerder. Verhuren van een baan mag, maar de competitie mag niet, want het virus weet blijkbaar of je vrij speelt of een partijtje doet. En de horeca is gesloten. De vaste contracten worden lang van tevoren betaald en daardoor lijkt de liquiditeit op orde, maar tegelijkertijd krijg je een probleem met de referentieperiode voor de omzetdaling. Doordat een deel van de omzet wegvalt, namelijk de horeca, valt ook de mogelijkheid weg om de dagelijkse kosten te betalen, terwijl de kosten niet omlaaggaan, omdat de boel open moet blijven omdat de baanhuur doorgaat.

Voorzitter. U zult begrijpen dat dit soort ondernemers massaal een burn-out krijgen van dit kabinet. De TOGS, de Tozo, de NOW: het zijn allemaal bureaucratische gedrochten, waar de gemiddelde mkb'er knettergek van wordt. Waarom kunnen we niet op een realistische manier met steunpakketten omgaan en gewoon maatwerk leveren? Waarom is het uitgangspunt niet dat we ervoor willen zorgen dat de ondernemer gewoon volledig gecompenseerd wordt voor de ingreep die de overheid heeft gedaan? Stop anders gewoon met de aantoonbaar niet werkende coronamaatregelen! Dat zou de juiste steun zijn voor het mkb.

Voorzitter. Wat nu speelt, is dat het statistisch gezien voor de meest getroffen ondernemers helemaal voorbij is. Ze gaan failliet. En het kabinet kijkt weg. De angst regeert. Terwijl er dagelijks gerapporteerd wordt hoeveel mensen er op de ic liggen, interesseert het blijkbaar niemand dat de derde golf voornamelijk zal bestaan uit mkb'ers die hun bedrijf zullen moeten sluiten.

Voorzitter. Ik kom op Europa. In het EU-coronafonds zit 750 miljard euro. Niemand begrijpt waarom we in een dergelijk zware crisis ons geld hebben overgemaakt aan Europa. Maar goed, het is gebeurd. Van deze 750 miljard is ongeveer 6 miljard beschikbaar voor het Nederlandse bedrijfsleven, maar dankzij de keiharde onderhandelingen die onze premier in Brussel heeft gevoerd, worden daar zo veel eisen aan gesteld dat de kans klein is dat wij iets van dat geld terugzien. Zo eist Brussel in ruil voor het teruggeven van ons eigen geld dat we de hypotheekrente verder beperken en dat we belastingregels voor grote ondernemingen aanpassen. Dit kan toch niet waar zijn? Graag hoor ik van de minister hoe hij ons eigen geld gaat terughalen, zonder dat we door allerlei eurohoepeltjes moeten springen.

Voorzitter. Dan China en de Nederlandse detailhandel. Vorig jaar hebben we uitgebreid over China gesproken en ook bij de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is dit al langsgekomen. Er is een keiharde oorlog gaande tussen China en ons eigen mkb, met onze eigen winkeliers, en die gaan we verliezen, want er is geen gelijk speelveld. Voor de goede orde nog een keer de redenen waarom er geen gelijk speelveld is. China houdt zich niet aan de regels van de WTO en ook niet aan de standaarden van de OESO. Chinese bedrijven kunnen naar hartenlust onze bedrijven kopen, maar omgekeerd kan dat niet. De Chinese overheid sponsort Chinese bedrijven zonder scrupules met staatssteun en er is sprake van grootschalige schending van patenten en intellectueel eigendom. Keurmerken worden vervalst en namaakproducten worden voor een fractie van de prijs op Alibaba aangeboden. Onder de €150 worden geen invoerrechten betaald. Dan heb je ook nog het postverdrag, dat stelt dat China een ontwikkelingsland is, waardoor ze nauwelijks transportkosten betalen.

Voorzitter. Ik zou graag van de minister willen horen wat hij in het afgelopen jaar heeft gedaan om het Nederlandse bedrijfsleven te beschermen tegen China. Dat is met name van belang omdat China geen corona meer heeft en op overnamepad is. Verschillende prachtige Nederlandse bedrijven dreigen nu ten prooi te vallen aan Chinese kapers. Kan de minister aangeven of hij dit als een probleem ziet? En zo ja, heeft hij een beeld hoe groot het probleem is en wat hij hieraan gaat doen? Hoe gaan wij ervoor zorgen dat de productie gewoon weer lokaal in Nederland gaat plaatsvinden?

Voorzitter. Dan klimaat en energie. De stikstofgate is er nog, net als de CO2-gekte, het zelfgecreëerde pfas-probleem en de klimaatreligie. De ondernemers die de coronamaatregelen overleven, kunnen straks hun borst nog nat maken. Nederland heeft geen stikstofprobleem, geen pfas-probleem en ook geen CO2-probleem. We hebben een bestuurlijk probleem en de overheid bewijst opnieuw, de grootste vijand te zijn van de ondernemer.

Dan nog de energietransitie. Duurzaamheid is prima, maar dan wel op een technisch en economisch verantwoorde manier. De subsidie op biomassa heb ik al eerder genoemd. We weten dat die leidt tot meer fijnstof en CO2-uitstoot en dat die minder rendement oplevert. Kan de minister toezeggen dat hij hier zo snel mogelijk mee stopt?

Ik zie een interruptie.

De voorzitter:

Ja, ik zie er twee. De heer Sienot en dan de heer Van der Lee. De heer Sienot.

De heer Sienot (D66):

De heer Van der Lee mag eerst, want die van mij gaat niet specifiek over dit onderwerp.

De voorzitter:

Prima. De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik aarzelde even, maar wil weten waarom al die problemen stelselmatig worden ontkend. Ik doel op de problemen die echt serieus zijn en waar de heer Van Haga en ook Forum voor Democratie niet omheen kunnen. Door de manier waarop wij omgaan met onze grondstoffen, met flora en fauna, met de leefwereld en met het klimaat, is het voor onze kinderen en kleinkinderen straks onmogelijk om nog een normaal leven te leiden op deze planeet. Waarom worden al die problemen stelselmatig ontkend? En waarom denkt u dat bedrijven dan zonder problemen kunnen floreren? In welke wereld leeft u?

De heer Van Haga (Van Haga):

Dat is een vrij algemene vraag: in welke wereld leeft u?

De voorzitter:

Ik vind het wel een leuke vraag.

De heer Van Haga (Van Haga):

Ja, het is een mooie vraag. Ik denk in dezelfde wereld als u. Ik denk dat ik de problemen misschien iets technischer benader dan u en dan kom ik tot de conclusie dat het stoppen met aardgas niet goed is voor het milieu, dat het sluiten van hypermoderne kolencentrales niet goed is voor het milieu, dat het misschien verstandiger zou zijn voor het milieu om over te schakelen op kernenergie en dat het verbranden van biomassa volslagen idioot is als je je wilt inzetten voor een beter milieu. Wat dat betreft denk ik dat we echt wel in dezelfde wereld leven en met dezelfde goede intenties voorstellen doen. Maar blijkbaar denken we daar anders over.

De heer Sienot (D66):

Ik wil de heer Van Haga allereerst feliciteren met zijn achtste plek bij Forum voor Democratie.

De heer Van Haga (Van Haga):

Ja, dank u wel.

De heer Sienot (D66):

U bent een ondernemer in de politiek, zegt u. Dan valt mij op dat u ondernemers laat zitten. Forum voor Democratie kruipt juist weg van alle klimaatproblemen. Wat zegt u tegen ondernemers die zich zorgen maken over de droogte? Neem alle boeren die daar echt heel veel problemen mee hebben. Of neem tuinders die dikke hagelstenen door hun kassen zien vallen. Neem verzekeraars die eigenlijk nauwelijks de schades nog kunnen uitkeren. Laat u echt al die ondernemers zitten?

De heer Van Haga (Van Haga):

Ik begrijp deze vraag helemaal niet. We laten geen enkele ondernemer zitten, maar we jagen ze ook niet op bizarre klimaatkosten. Kijk, ik wil een heel eind met u meegaan. Iedere technische verbetering juich ik toe, maar we moeten het wel netjes in een spreadsheet zetten en dan kijken wat goed is en wat niet goed is. Een warmtepomp is dan bijvoorbeeld niet goed, want daar maak je geen rendement op, en dubbel glas misschien wel. Dat moet je dan allemaal in je spreadsheet zetten. Voorlopig zie ik in uw partij meer een soort religieuze benadering van het klimaatprobleem, waardoor je allerlei stupide dingen gaat doen, die heel veel geld kosten maar niet noodzakelijkerwijs leiden tot de bijvoorbeeld door uw partij gewenste CO2-reductie.

De heer Sienot (D66):

Ik constateer toch echt dat de heer Van Haga ondernemers laat zitten. Die religie waar hij het steeds over heeft, wordt dan beleden door De Nederlandsche Bank, door de Sociaal-Economische Raad, door het Planbureau voor de Leefomgeving, een echt enorme groene kerk. Dat zou ik niet voor mijn rekening willen nemen. Ik denk dat het veel belangrijker is om te constateren dat Nederlandse bedrijven juist voorop willen lopen en een wereldmarkt willen aanboren in het bouwen van comfortabele huizen, in het bouwen van groenere steden, in het zorgen voor schone lucht. Ik krijg het idee dat u al die ondernemers die kansen wilt onthouden en die ondernemers gevangen wilt houden in het fossiele tijdperk. Is dat echt wat u wilt?

De heer Van Haga (Van Haga):

Ja, kijk, er ligt natuurlijk veel aanname besloten in die vraagstelling. Vooruitgang is goed. Als we schone energie kunnen opwekken, moeten we dat voornamelijk doen. Als we een motie indienen voor een kerncentrale, neem ik aan dat u die steunt, want dat is uitermate schoon. Voor het overige blijf ik bij het feit dat je het op een technisch verantwoorde manier moet benaderen. Dat doet uw partij bij uitstek niet.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat.

De heer Van Haga (Van Haga):

Ik heb het eigenlijk al gezegd. Anders val ik in herhaling.

De voorzitter:

Ja, dat denk ik ook.

De heer Van Haga (Van Haga):

Misschien moeten we buiten deze zaal eens met elkaar gaan praten.

De voorzitter:

Dat is altijd goed.

De heer Van Haga (Van Haga):

Het is echt heel belangrijk dat mensen gaan begrijpen dat bepaalde maatregelen echt heel slecht zijn voor het milieu. Met name die biomassacentrales zijn een mooi voorbeeld. Tot voor kort was iedereen lyrisch over de biomassacentrale. Minister Wiebes heeft vorig jaar nog een verhaal verteld over een woestijn waarin hij een boom ging planten. Die ging hij dan kappen. Dat was leuk, circulair, prachtig. En nu heeft hij inmiddels door dat het gewoon een grote fopspeen is en dat het heel dom is …

Zal ik verdergaan?

De voorzitter:

Ja, doe maar.

De heer Van Haga (Van Haga):

Oké. Vriend en vijand verbazen zich over het feit dat Nederland van het aardgas af gaat, terwijl zelfs niet-techneuten weten dat methaan de schoonste fossiele brandstof is en wij dat in overvloed bezitten. Misschien in aanvulling op de vraag van zonet: in de tussentijd moet je natuurlijk wel aardgas blijven produceren. Dat is hartstikke schoon, veel schoner dan al die opties die u heeft aangedragen. Als transitiebrandstof is aardgas onmisbaar. We zouden onze gasinfrastructuur moeten koesteren en onderhouden, zeker zolang het nog onzeker is wat de energiedrager van de toekomst wordt.

Dit kabinet doet precies het tegenovergestelde. Nederland wordt volgebouwd met windmolens en zonneakkers, die vanwege de onvoorspelbare bijdrage aan het elektriciteitsnet meer een probleem zijn dan een oplossing. Bovendien is de energiebijdrage van een zonneakker verwaarloosbaar klein en de schade aan het landschap en de economie enorm groot.

Voorzitter. Ik rond af. De geschetste problemen bij deze begrotingsbehandeling zijn allemaal terug te voeren op de rol van de overheid. Het kabinet kiest voor een grote, logge, allesbepalende en vaak volkomen onvoorspelbare overheid met veel regels en veel bemoeienis. Dat is precies waar het om draait. Willen wij zelf kunnen bepalen hoe wij ons leven of ons bedrijf inrichten, of willen we dat de overheid dat voor ons doet? Willen we dat risicomijdende bureaucraten kunnen besluiten dat hele sectoren op de fles gaan, omdat dezelfde bureaucraten in de jaren daarvoor de zorg kapot hebben bezuinigd en er daardoor een capaciteitsprobleem is ontstaan? Laten we daarom één ding leren uit deze coronacrisis: de belangen van het mkb worden op grote schaal verkwanseld. Dat komt doordat wij in 2017 hebben gestemd op mensen die weinig gevoel hebben voor het mkb. Dat blijkt ook uit hun daden. Ik denk niet dat dit in de laatste maanden van deze kabinetsperiode nog gaat veranderen, dus ik hoop op een frisse wind na de verkiezingen van 2021.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Als het goed is zullen de minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris donderdag verdergaan met de beantwoording van de vragen.

Ik dank de minister en de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven