5 Arbeidsmigratie

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD d.d. 07/07).

De voorzitter:

De eerste spreker in dit debat is de heer Van Kent van de SP-fractie.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Ik was recent bij het Polenhotel van uitzendbureau OTTO in Boskoop. Wat ik daar aantrof, was echt verschrikkelijk. Een kamer zonder ramen met nauwelijks ventilatie, die voor €800 werd verhuurd aan twee arbeidsmigranten. Iedereen die eraan twijfelt of er snel ingegrepen moet worden, raad ik aan om daar eens te gaan kijken. Met 65 mensen één wasmachine delen. Ik trof daar een doodzieke jongen aan die aan zijn lot werd overgelaten, waarbij OTTO pas na een dag lang bellen in actie wilde komen. Toen was ik al met die jongen in het ziekenhuis. Een vreselijke situatie die wat ons betreft aantoont dat er snel gehandeld moet worden en dat wij niet kunnen wachten op de kabinetsformatie. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten onder leiding van de heer Roemer brede steun heeft in de Kamer en dat het oplossen van de schrijnende woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten niet kan wachten;

verzoekt het kabinet zo snel mogelijk over te gaan tot uitvoering van de aanbevelingen van het aanjaagteam, en daar waar nodig aan te geven waar budgettaire vraagstukken liggen en politieke keuzes nodig zijn in de nadere uitwerking, zodat de Kamer zich daarover kan uitspreken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Kent, Ceder, Piri, Maatoug, Van Beukering-Huijbregts en Palland.

Zij krijgt nr. 71 (29861).

Dan komen wij de volgende spreker, de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. We hebben voor de zomer een goed debat gehad over arbeidsmigratie. Er is veel werk aan de winkel om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. De minister is hier ook mee bezig, maar wat mijn fractie betreft mag er nog wel een tandje bij. Demissionair of niet: we moeten snel werk maken van de aanbevelingen van de commissie-Roemer. Daarom heb ik de motie van de heer Van Kent meeondertekend.

Ik heb zelf ook een motie, om de toegang tot DigiD voor arbeidsmigranten te verbeteren. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat DigiD noodzakelijk is in het contact met de landelijke en gemeentelijke overheid, Belastingdienst, UWV, SVB en zorgverzekeraars;

overwegende dat de gegevens voor de eerste inlog bij DigiD naar een postadres in Nederland worden gestuurd dat vastligt in de BRP of RNI;

constaterende dat van EU-arbeidsmigranten het actuele verblijfsadres veelal niet vermeld staat in de BRP of RNI en zij de voertaal op de website voor aanvraag van een DigiD veelal niet machtig zijn;

constaterende dat de aanvraagprocedure voor een DigiD voor EU-arbeidsmigranten daardoor momenteel ontoereikend is en zij daardoor geen gebruik kunnen maken van essentiële maatschappelijke voorzieningen;

verzoekt het kabinet om in overleg te treden met de VNG en NVVB over hoe de aanvraagprocedure voor een DigiD voor EU-arbeidsmigranten toegankelijk kan worden gemaakt en voor het einde van dit jaar een plan van aanpak hiervoor naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, Van Beukering-Huijbregts en Maatoug.

Zij krijgt nr. 72 (29861).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter. Arbeidsmigranten krijgen in ons land helaas structureel te maken met uitbuiting en mishandeling. Ze worden structureel geconfronteerd met onderbetaling en lange werkdagen. Ze maken veel meer kans op een arbeidsongeval en ze worden met regelmaat slachtoffer van intimidatie vanuit opdrachtgevers. Ik ben blij dat de minister aandacht heeft voor deze misstanden. Ze vallen momenteel echter niet onder de juridische definitie van arbeidsuitbuiting, waardoor het strafrecht de handvatten niet heeft en dus tekortschiet in het beschermen van de al enorm kwetsbare rechtspositie van arbeidsmigranten. Daarom dien ik samen met het lid Maatoug van GroenLinks de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid constateert dat veel arbeidsmigranten in Nederland structureel slachtoffer zijn van onderbetaling, te lange werkdagen, arbeidsongevallen, mishandeling of intimidatie;

overwegende dat dergelijke mishandeling en/of uitbuiting niet via het strafrecht te vervolgen is, omdat het officieel niet onder de definitie van arbeidsuitbuiting valt;

overwegende dat arbeidswetgeving en het strafrecht daarom tekortschieten bij de bescherming van de rechtspositie van arbeidsmigranten;

verzoekt de regering te verkennen hoe de juridische definitie van arbeidsuitbuiting verbreed kan worden, zodat de mishandeling en uitbuiting van arbeidsmigranten in Nederland strafbaar worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Simons en Maatoug.

Zij krijgt nr. 73 (29861).

Mevrouw Simons (BIJ1):

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan wij over naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Beukering-Huijbregts van D66-fractie.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Dank u wel, voorzitter. Voor het reces hebben we verschillende onderwerpen uitgewisseld. Ik ben tevreden met de antwoorden van de minister. Daarom dien ik geen motie in. Mijn spreektijd wil ik benutten om extra stil te staan bij arbeidsuitbuiting.

Laat ik beginnen met te stellen dat het zeker niet makkelijk is om je eigen huis en haard te moeten verlaten. Toch werken op dit moment 750.000 arbeidsmigranten voor Nederlandse bedrijven om zo in hun levensonderhoud en dat van hun families te kunnen voorzien. Daarbij leveren ze een belangrijke bijdrage aan onze maatschappij door de grote tekorten op onze arbeidsmarkt op te vangen. Een groot deel van deze arbeidsmigranten heeft gelukkig een veilige en behoorlijke baan, maar helaas gaat het ook nog veel te vaak mis. In de afgelopen jaren hebben we steeds meer meldingen gezien van slecht werkgeverschap en arbeidsuitbuiting. Het gaat dan om werkgevers die van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten misbruik maken en hen onder onmenselijke omstandigheden aan het werk zetten. Zo heb ik schriftelijke vragen gesteld over Filipijnse vrachtwagenchauffeurs die structureel veel te veel uren maakten, en onderbetaald en voorgelogen werden. Het OM heeft besloten om de zaak na drie jaar te seponeren.

Zolang werkgevers steeds maar weer kunnen wegkomen met dit soort wanpraktijken, is het toekomstbeeld weinig hoopvol. Het groeiend aantal van dit soort afschuwelijke verhalen vraagt om een daadkrachtige oplossing. Daarom benadruk ik nogmaals, in aanwezigheid van de minister, dat kwetsbare arbeidsmigranten niet in de positie verkeren dat zij rustig de formatie en een wetgevingstraject kunnen afwachten. Er moet zo snel mogelijk actie vanuit de maatschappij komen. Die is nodig. Ik vraag de minister daarom of hij iets kan vertellen over de voortgang van de maatregelen vanuit de sociale partners. Hoe staat het met de aanpak en op welke termijn kunnen we concrete daden verwachten?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U ook hartelijk dank. Ik kijk even naar de minister om te zien hoelang hij wil schorsen. Ik hoor: vier minuten.

De vergadering wordt van 11.15 uur tot 11.19 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister graag het woord.

Minister Koolmees:

Dank, voorzitter. Ik dank de Kamer voor de gestelde vragen en de ingediende moties.

Ik begin bij de motie op stuk nr. 71, van de heer Van Kent c.s. over het uitwerken van de voorstellen van de heer Roemer. In februari van dit jaar hebben we daar natuurlijk een debat over gehad met uw Kamer. Ook toen heb ik gezegd dat ik met gezwinde spoed allerlei voorstellen zou gaan uitwerken. Dat gebeurt en dat is al gebeurd. Ik noem een paar voorbeelden. Voor het versterken van de registratie zijn we allerlei dingen in gang aan het zetten. Staatssecretaris Knops is bijvoorbeeld bezig met de RNI-loketten. De zorgaanbevelingen uit het rapport van de heer Roemer zijn al geïmplementeerd door het ministerie van VWS. Huisvesting is een project van langere adem, maar om meters te kunnen maken, hebben we wel 100 miljoen euro gereserveerd voor de kwetsbare groepen. Ik heb een heel lijstje met allemaal stappen die genomen zijn. We zijn natuurlijk nu ook de wetgeving aan het voorbereiden om de uitzendsector te reguleren. Het streven is om medio 2022 het wetsvoorstel in consultatie te brengen. Dat heb ik ook al gezegd in het commissiedebat dat daar vóór de zomer over plaatsvond, waarin er ook voorstellen voor een arbeidscommissie waren.

Tegelijkertijd begrijp ik de opmerking van de heer Van Kent heel goed dat we nu zes à zeven maanden verder zijn en er nog steeds geen zicht is op een nieuw kabinet. Ik zit dus een beetje te zoeken naar wat ik wel kan doen. Ik wil namelijk graag doorgaan met het uitwerken van de maatregelen. Op een gegeven moment heeft dat ook budgettaire consequenties. Zoals ik voor de zomer al zei: uw Kamer moet daar dan toch een besluit over nemen. Mijn ervaring is dat dat niet makkelijk is. Dat betekent namelijk dat je ergens geld vandaan moet halen en dat je gezamenlijk overeenstemming moet bereiken over waar het dan vandaan komt. De minister van Financiën zal niet zeggen: haal het maar even uit de schatkist.

Dat gezegd hebbende, we zijn ermee bezig.

Ik lees de motie op stuk nr. 71 zo dat u aan de regering verzoekt om zaken voor te leggen wanneer deze gereed zijn voor besluitvorming. Dat wil ik graag doen. Sowieso ga ik aan het einde van het jaar, vóór de kerst, een update geven van hoever we zijn met alle aanbevelingen. Dus deze motie krijgt oordeel Kamer, maar wel met de opmerking dat ik demissionair ben. Ik kan niet aan besluitvorming doen. Het is aan uw Kamer om keuzes te maken en daarvoor geld te regelen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 71: oordeel Kamer.

Minister Koolmees:

Dan de motie op stuk nr. 72, van de heer Ceder, mevrouw Maatoug en mevrouw Huijbregts over de DigiD-toegang. We zijn daarmee bezig. Arbeidsmigranten kunnen al een DigiD krijgen, maar het klopt dat we echt nog wel wat dingen te verbeteren hebben. Er moet bijvoorbeeld worden gewerkt aan de toegankelijkheid. Een gesprek met de NVVB en de VNG is niet nodig om het probleem aan te pakken, want BZK is op dit punt zelf aan zet. Logius werkt op dit moment aan verbeteringen. Voor het eind van dit jaar ontvangt uw Kamer een voortgangsrapportage over alle aanbevelingen, waarin ook wordt gerapporteerd over de DigiD-toegang. Ik kan de heer Ceder daar hopelijk mee geruststellen. Ik zou kunnen zeggen dat deze motie overbodig is, maar gezien de goede verhoudingen met uw Kamer geef ik haar oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 72 krijgt oordeel Kamer.

Minister Koolmees:

Dan de motie op stuk nr. 73, van mevrouw Simons. Dat is een terecht punt. We hebben het daar in het debat vóór de zomer ook over gehad. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft in haar brief van 1 juli jongstleden, over de beleidsontwikkelingen ten aanzien van mensenhandel, waar arbeidsuitbuiting ook onder valt, aangegeven dat onderzocht is welke ruimte internationale verdragen en richtlijnen bieden om artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht op nationaal niveau anders vorm te geven. Uit de analyse is gebleken dat die ruimte om het op een andere manier vorm te geven, er inderdaad is. Vervolgens is er samen met de partners uit de strafrechtketen en met wetenschappers onderzocht hoe een eventuele herziening van de strafbaarstelling van mensenhandel zou kunnen worden vormgegeven. Ook uit die gesprekken kwam naar voren dat het wenselijk is om die aan te passen en om mensenhandel daarmee beter vervolgbaar te maken. We zijn nog wel in gesprek met allerlei deskundigen over de precieze uitwerking. Ik moet ook hierbij zeggen dat als je dat doet, er aanzienlijke kosten mee gepaard gaan. Dat is eigenlijk hetzelfde als met de motie-Van Kent op stuk nr. 71. De Kamer moet de financiële consequenties daarvan meenemen en inzichtelijk maken en er ook een dekking voor vinden. Die gaan we wel nader in kaart brengen. We zullen uw Kamer daarover informeren. Eigenlijk loopt dit ook, maar in het kader van de goede verhoudingen met uw Kamer laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 73: oordeel Kamer. Er zijn ook nog een paar vragen.

Minister Koolmees:

Precies. Tot slot is er een vraag van mevrouw Huijbregts over de inzet van sociale partners en de voortgang. Inderdaad zijn sommige aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Roemer, het aanjaagteam-Roemer, specifiek gericht aan de sociale partners. Dit geldt bijvoorbeeld voor het opbouwen van schulden, maar ook voor een gegarandeerd inkomen voor de eerste vier maanden. Het aanjaagteam adviseerde dat sociale partners met betrekking tot deze aanbevelingen afspraken met elkaar zouden moeten maken in de cao's. Als dat niet lukt, is er altijd nog de mogelijkheid van wetgeving. Voor de zomer heb ik de oproep gedaan aan sociale partners om hier meer vaart mee te maken. Die oproep wil ik graag hier weer doen. We zien hetzelfde als op andere terreinen: het gaat nog te langzaam. Ook hierbij vanaf deze plek de oproep aan sociale partners om op deze onderwerpen stappen te zetten. Overigens zal ik uw Kamer aan het einde van het jaar in de voortgangsrapportage informeren over hoe ver we zijn met alle aanbevelingen van het aanjaagteam.

Dat was het, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

Minister Koolmees:

Keurig op tijd, hè?

De voorzitter:

Ja, we zijn heel mooi op tijd geëindigd, want om 11.30 uur begint hier het debat over Afghanistan. Dan kan dat ook goed plaatsvinden. Ik schors de vergadering zo voor enkele ogenblikken, tot 11.30 uur.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen over de moties die we hier vanmorgen hebben besproken zijn aankomende dinsdag. Dan weet ook iedereen dat. Ik dank de minister en schors de vergadering.

De vergadering wordt van 11.24 uur tot 11.30 uur geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

Naar boven