2 Aanbieding Prinsjesdagstukken

Aan de orde is de aanbieding van de Prinsjesdagstukken door de minister van Financiën.

De voorzitter:

Aan de orde is de aanbieding van de begroting van het jaar 2020. Ik geef het woord aan de minister van Financiën.

Minister Hoekstra:

"Mijne Heeren! Ingevolge de machtiging door de Koning verleend, heb ik de eer de ontwerpen der algemeene begrootingswetten voor komend dienstjaar over te leggen. Mijnen indruk omtrent den gang der middelen zou ik aldus willen samenvatten, dat gelukkig over het algemeen nog steeds een geleidelijk accres valt waar te nemen, doch dat de tijden waarin de ontvangsten ook zonder belastingverhooging met sprongen vooruitgingen, voorlopig achter ons liggen."

Voorzitter. Tegenwoordig spreken we in deze Kamer via u. Toen deze tekst voor het eerst werd uitgesproken, zaten er enkel mannen in deze zaal. Het betreft hier namelijk de tekst van de allereerste Rede bij het indienen van de Staatsbegroting. Die sprak toenmalig minister van Financiën Theodoor Herman de Meester in september 1905 uit. In deze rede behandelde hij de begroting over wat toen heette het dienstjaar 1906. Daarmee begon hij de traditie om tijdens Prinsjesdag door middel van een speech de begroting aan u en aan de Kamer aan te bieden. Het is me een eer en een genoegen om dat vandaag aan u te mogen doen.

Ik neem u graag kort mee naar het Nederland van 1906. De familieroman van Louis Couperus met de titel Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan ... wordt voor het eerst als boek gepubliceerd. Een verwijzing naar het onherroepelijk voortschrijden van de tijd. Van democratie is in 1906 nog geen sprake, en van sociale zekerheid evenmin. Ja, in die jaren kent ons land, vergeleken met het buitenland, relatieve vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en van gelijkheid tussen man en vrouw, maar nog geenszins in de mate en wijze zoals wij die nu kennen. In het jaar 1906 is Theodoor de Meester zowel minister van Financiën als voorzitter van de ministerraad. Hij dient binnen het zogenoemde "kabinet van kraakporselein", een instabiel kabinet, omdat het niet over een vaste meerderheid in het parlement beschikt en op gedoogsteun moet leunen.

Voorzitter. Een van de zaken die in de begroting van 1906 overigens direct opvallen, is dat "de meerdere kosten welke de instelling van een afzonderlijk departement van Landbouw zal meebrengen, zal neerkomen op ongeveer 100.000 gulden". Zoals u weet is dit niet de laatste keer dat we de kosten voor de oprichting van het ministerie van Landbouw op de begroting terugzien. Er wordt weleens beweerd dat de geschiedenis zich herhaalt. Ging de begroting over 1906 nog over een totaal aan uitgaven van 181.714.219 gulden en, om precies te zijn, 95 cent; tegenwoordig tellen de werkelijke totale uitgaven iets meer dan 300 miljard euro. Bedroegen de totale overheidsuitgaven in 1906 nog 11% van het bruto binnenlands product; dat percentage ligt inmiddels op 43%.

Voorzitter. Het onherroepelijk voortschrijden van de tijd. Laat ons terugkeren naar vandaag. We bevinden ons in economisch veranderlijke tijden. In landen om ons heen zakt de economische groei weg en dreigt er zelfs krimp. Internationale handelsspanningen zorgen voor aanhoudende onzekerheid, en de brexit staat voor de deur. Maar ondanks de onrust in de wereld om ons heen toont de Nederlandse economie zich vooralsnog robuust. Ja, na jaren van hoogtij vlakt de economische groei wel wat af, maar met 1,8% dit jaar en 1,5% in 2020 zien we nog steeds groeipercentages die normaal zijn voor ons land. De werkgelegenheid is daarnaast ongeëvenaard hoog. Veel mensen die niet zo lang geleden nog dagelijks naar werk zochten, gaan inmiddels dagelijks naar hun werk. Dat is goed voor velen. Maar ik haal ook hier graag de woorden van Couperus aan: "Zeker, het zaligst is te blijven wiegen in de wellust der herinneringen. Maar zo leeft men niet voort, zo dommelt men gedachteloos in."

Voorzitter. Dit kabinet wil niet achteroverleunen, maar werkt onverminderd door op de lijn die het binnen het regeerakkoord heeft uitgezet. Daarom wil het kabinet blijven investeren in de samenleving, en trekken we extra geld uit, bovenop het regeerakkoord, voor onder andere jeugdzorg, betaalbare woningen en defensie. Daarnaast nemen we extra maatregelen om de lasten van huishoudens te verlichten. Bovenop de eerdere maatregelen van het kabinet zorgt deze Miljoenennota voor structureel 3 miljard lagere lasten voor burgers. Daarmee zorgen we ervoor dat huishoudens, en met name werkenden, meer profiteren van de welvaartsgroei.

We willen ook de toenemende onzekerheid op de arbeidsmarkt aanpakken, en dus de balans tussen werknemers en zelfstandigen evenwichtiger maken. Een van de stappen die we hierin zetten, is een verlaging van de belasting voor werkenden ten opzichte van zelfstandigen om zo deze beide situaties meer gelijk te trekken. Naast deze en andere maatregelen op relatief korte termijn houden we uiteraard ook oog voor de lange termijn. Met het Klimaat- en het pensioenakkoord zijn belangrijke stappen gezet voor een duurzaam Nederland en een pensioenstelsel voor de toekomst. Dit zijn akkoorden die we op korte termijn verder praktisch zullen uitwerken.

Voorzitter. Het onherroepelijk voortschrijden van de tijd. Natuurlijk kan niemand hier aanwezig precies voorspellen hoe onze wereld er over 30 tot 40 jaar uitziet. Wel kunnen we diverse uitdagingen benoemen die nog voor ons, voor de samenleving, in het verschiet liggen. Ingrijpende veranderingen maken dat onze samenleving en onze economie er in de toekomst heel anders uit zullen zien. Ook de manier waarop we met elkaar ons geld verdienen, zal veranderen. We krijgen vaker te maken met nieuwe technologieën — denk aan kunstmatige intelligentie, algoritmes en biotechnologie — die onze manier van werken en van leven zullen bepalen. Daarnaast neemt de vergrijzing toe. De productiviteit groeit minder hard en tegelijkertijd worden door meer vraag naar onder andere zorg en sociale zekerheid, de collectieve uitgaven eerder hoger dan lager. En dat zet het verdienvermogen van Nederland, juist op de lange termijn, onder druk. En daar komt nog iets bij. De huidige rentestand is ongekend laag en historisch gezien zonder precedent. Dat is ingewikkeld voor spaarders, dat is ingewikkeld voor pensioenfondsen, maar biedt tegelijkertijd kansen ten gunste van investeren in duurzame economische groei.

Om de uitdagingen die zich aandienen, de komende decennia het hoofd te kunnen bieden, zijn in de toekomst investeringen in onder meer research en development, kennisontwikkeling en infrastructuur van groot belang. Daarom werken we op korte termijn de details uit van een fonds dat voeding biedt aan verstandige investeringen ten bate van de economische groei, juist op lange termijn. De komende periode zullen we afspraken maken over de exacte criteria en de governance, om te waarborgen dat de investeringen ook daadwerkelijk ten goede komen aan het langetermijnverdienvermogen.

Voorzitter. Als politici leveren we onder andere door middel van deze Miljoenennota een bijdrage aan de kaders waarbinnen we de toekomst vorm kunnen geven. Niet Theodoor de Meester, maar zijn door mij bewonderde naamgenoot Theodore Roosevelt zei eens tegen een zaal burgers: "De overheid is van iedereen, van u, van mij, van ons allemaal." Het vormgeven van de toekomst is geen taak die enkel aan het kabinet of aan de politiek is. Integendeel, het vormgeven van de toekomst gebeurt door u, door mij en door Nederland als geheel. Zoals belastinggeld niet van de politiek is, maar van de burger, is deze Miljoenennota nadrukkelijk ook ván ons allemaal, vóór ons allemaal. Waar ik dan ook van overtuigd ben, is dat deze begroting ons allemaal opnieuw een stap vooruit zal brengen. Met deze Miljoenennota werken we niet alleen aan de welvaart van ons allemaal hier en vandaag, maar juist ook aan die van toekomstige generaties.

Voorzitter. Graag bied ik u de Miljoenennota 2020 aan, en daarbij ook het inmiddels bijna traditionele Blauwe Boekje, in de hoop dat u en uw leden er weer net zo snel en net zo vaak hun voordeel mee kunnen doen.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De Miljoenennota 2020 en het Blauwe Boekje worden door de bode aan de Voorzitter overhandigd.

De voorzitter:

Ik dank de minister van Financiën voor het aanbieden van de begroting voor het jaar 2020.

Naar boven