9 Afscheid van de leden Azmani (VVD) en Van Rooijen (50PLUS)

Aan de orde is het afscheid van de leden Azmani (VVD) en Van Rooijen (50PLUS).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het afscheid van twee collega's: de heer Azmani van de VVD en de heer Van Rooijen van 50PLUS.

Ik begin met de afscheidsbrief van de heer Azmani.

"Voorzitter. Voor u zit een bevoorrecht mens. Bevoorrecht omdat ik sinds 2010 lid heb mogen zijn van uw Kamer. Bevoorrecht omdat dat niet direct voor de hand lag, als jongetje uit een Marokkaans-Fries gezin waarin studeren al behoorlijk vooruitstrevend was. Bevoorrecht omdat ik hier de afgelopen jaren met heel veel plezier een bijdrage heb mogen leveren aan het een stukje beter maken van ons mooie land.

Voorzitter. Dat jongetje, die kleine Malik, keek toen al gefascineerd naar de politiek. Ik geef toe: normaal is het niet, maar ik volgde liever verkiezingsuitslagen en politieke debatten dan dat ik de Donald Duck las. Ik had al vroeg in de gaten dat die plek, uw Kamer, dé plek is waar je invloed hebt op hoe wij in dit land met elkaar samenleven, waar je daadwerkelijk dingen kunt veranderen. Dus daar moest ik zijn.

Zoals al gezegd: het was niet vanzelfsprekend. Maar ik hoef u denk ik niet uit te leggen dat, wanneer je bereid bent om te strijden en als je — terecht of onterecht — soms een stap harder moet lopen, je uiteindelijk kunt bereiken wat je wilt. Dat het zo snel zou gaan, had ik niet verwacht. Nog voordat ik goed en wel in de gemeenteraad van Ommen op mijn stoel kon gaan zitten, klopte 'Den Haag' al op de deur. Een uitdaging die ik niet kon laten lopen.

De portefeuilles die ik de afgelopen jaren heb gehad, lagen mij allemaal na aan het hart, portefeuilles waarin geknokt moest worden. En al waren andere partijen het lang niet altijd meteen met mijn standpunten eens, ik heb de samenwerking met andere Kamerleden, van PVV tot SP en iedereen die in de plenaire zaal ertussen zit, altijd als prettig ervaren, zelfs als ik het nodig vond om zaken voor of achter de schermen op scherp te zetten, omdat ik ervan overtuigd was dat mijn oplossing het beste was voor dit land.

Ook kijk ik met veel plezier terug op de mooie rol van voorzitter van de commissie Europese Zaken. Het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016, waar ik samen met u bij betrokken was, zal ik niet vergeten!

Het is dan ook met een beetje weemoed dat ik vandaag mijn vertrek aankondig. Alhoewel ... eigenlijk vertrek ik niet. Ik verhuis naar het filiaal in Brussel. Zo zie ik dat echt. Ik blijf immers voor mijn club, de VVD, de beste dingen voor Nederland doen. Ik heb alleen besloten om dat daar te gaan doen waar de problemen waar ons land voor staat, het beste opgelost kunnen worden.

U weet, ik ben geen eurofiel. Integendeel. Maar sommige problemen kúnnen we eenvoudigweg niet hier in Nederland, in dit parlement oplossen. Ons landje is simpelweg te klein om in ons eentje op te boksen tegen China, Rusland of de VS. En sommige problemen trekken zich niets aan van een landsgrens. De uitstoot van een fabriek. De migrant, op zoek naar een plek binnen Europa. Of zelfs de terrorist, die eenvoudig de grens tussen ons en onze buurlanden over stapt.

Als ik een bijdrage wil leveren aan de grote problemen die de politiek de komende jaren voor de mensen in ons land moet oplossen — migratie, veiligheid en klimaat — dan zal ik dat in Europa moeten doen. En neemt u van mij aan, als ik daar toch ben, zal ik tegelijkertijd zorgen dat Europa zich niet bemoeit met zaken waar ze wat de VVD betreft níet over moeten gaan.

Ik hoop dat de collega's die ik hier achterlaat, de komende jaren even scherp op 'Brussel' zullen zijn als ik zal zijn. Dat ze de juiste dingen góéd doen. Dat ze de juiste dingen níét doen. En dat jullie, collega's, op de juiste momenten in de besluitvorming betrokken zijn. En dat die besluitvorming transparant is. Daar zal ook ik mijn best voor doen. Want ik zie het niet voor niets als mijn taak om de banden tussen Brussel en Den Haag strakker aan te halen. Om 'Brussel' daadwerkelijk voor Nederland te laten werken. En om de kiezer daarmee te laten zien dat 'Brussel' meer is dan een geldverslindend instituut dat zich ongevraagd met ons leven in Nederland wil bemoeien. Met die focus ga ik op weg naar het Europees Parlement. Ik ben niet weg, hooguit wat verder weg.

Waar ik ook met weemoed aan zal terugdenken, is de fantastische organisatie die ik hier achterlaat. Van bode tot ober, van griffier tot stenograaf, van persoonlijk medewerker tot secretariaat en iedereen die er een bijdrage aan levert dat wij, de Kamerleden, ons werk goed kunnen doen. Ik zal jullie goede zorgen missen.

Dank voor alles. Het ga jullie goed en tot spoedig!

Hartelijke groet,

Malik Azmani"

(Applaus)

De voorzitter:

Geachte heer Azmani, beste Malik,

Je was inderdaad jong toen je in de Kamer kwam. En andersom was de politiek nog jong voor jou, want hoewel je al op je 11de aan de buis gekluisterd zat om de verkiezingsuitslagen te volgen en je in je maidenspeech sprak over "een jongensdroom die uitkwam", werd je pas in 2008 lid van de VVD.

Dat was op het moment dat de partij in zwaar weer verkeerde. Ook het feit dat Nederland gebukt ging onder een zware economische crisis, weerhield je er niet van om actief te worden. Toen je de overstap maakte van de gemeente Ommen naar de Tweede Kamer, zei je in een interview: "Het is fantastisch om in de politiek in te stromen op een moment dat het niet zo goed gaat met Nederland." Ik vind dat een veelzeggend citaat. Het laat zien dat je gewend bent om een stapje harder te lopen.

Met een taalachterstand en een andere culturele achtergrond kwam het je niet aanwaaien. Je kreeg een lts-schooladvies, maar deed gymnasium en studeerde rechten. En je praat alsof je uit het Gooi komt. Ja, dat is een compliment bij de VVD!

(Applaus)

De voorzitter:

In de Kamer voerde je het woord over asiel, migratie en integratie. Het waren geen gemakkelijke onderwerpen, maar ze lagen je na aan het hart. In oktober 2018 leidde je het werkbezoek van de commissie voor Justitie en Veiligheid aan Tunesië en Libië. Het was een bewogen werkbezoek, mede door het bezoek aan het detentiecentrum in Tripoli en de nachtelijke beschietingen tussen rivaliserende groepen. Ook het werkbezoek van de commissie voor Europese Zaken aan vluchtelingenkampen in Griekenland en Noord-Macedonië maakte emoties los.

In 2015 diende je een initiatiefnota in om asielzoekers alleen nog buiten de Europese Unie, in hun eigen regio op te vangen. Het voorstel werd in eerste instantie niet goed ontvangen, maar werd later omgedoopt tot kabinetsbeleid. Daarmee stond je aan de wieg van het debat over het Europese vluchtelingenbeleid, ook in internationaal opzicht.

Jouw hart heeft altijd sneller geklopt voor Europa. Dat bleek natuurlijk tijdens je voorzitterschap van de commissie voor Europese Zaken, maar ook tijdens het EU-voorzitterschap in 2016. Je was nauw betrokken bij de organisatie van de COSAC-bijeenkomsten. Je wilde die graag op een meer Nederlandse manier vormgeven: discussiëren in kleinere kring om de onderwerpen daarna in een plenaire sessie af te ronden.

Je was ook niet bang om collega's aan te spreken als zij het lieten afweten bij conferenties of inkomende bezoeken. Je hechtte veel waarde aan protocol. Je zei altijd: "Als wij in het buitenland netjes ontvangen willen worden, moeten we er ook zijn als wij hier gasten ontvangen." Daarin vonden jij en Angelien Eijsink elkaar. Bij het afscheid van de vorige Kamer danste je met haar door de wandelgangen. Daar is een prachtige foto van gemaakt. Op die foto ben je niet meer die jonge jongen die in 2010 in de Kamer kwam, maar dat charmante, ervaren Kamerlid van wie wij vandaag afscheid nemen. Een routinier, een pragmatisch en collegiaal Kamerlid met een goede dossierkennis en oog voor de menselijke kant van het Kamerwerk.

Je was altijd begaan met de leden en stafmedewerkers van je commissie en je was makkelijk benaderbaar. Het zijn eigenlijk eigenschappen die in het "filiaal Brussel" van pas gaan komen. Daar zal je niet alleen de belangen van Nederland, maar ook die van het Vechtdal verdedigen, want de inmiddels traditionele spreekuren van jou en Maurits von Martels gaan gewoon door —Brussel of geen Brussel.

Namens de Kamer wens ik je heel veel succes en alle goeds in het Europees Parlement. Dank je wel.

(Applaus)

De voorzitter:

En nu de afscheidsbrief van de heer Van Rooijen. "Mevrouw de Voorzitter. 'In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.' Toen Willem Bilderdijk dit in 1811 schreef, zal hij niet aan mij hebben gedacht. Vandaag, 6 juni 2019, herdenken wij D-day van 6 juni 1944 en het begin van 75 jaar bevrijding.

Als 31-jarige debuteerde ik in 1973 in de politiek, als staatssecretaris van Financiën voor de Belastingen in het kabinet-Den Uyl. In 1977 volgde mijn eerste lidmaatschap van de Tweede Kamer. In 1980, 39 jaar geleden, nam ik afscheid. Er zijn er hier veel die toen nog geboren moesten worden. Vandaag zijn het gewaardeerde collega's. Samen vertegenwoordigen wij de continuïteit van de democratie in Nederland. Binnenkort word ik opnieuw lid van de Eerste Kamer en ook daar heb ik reeds de nodige voetstappen staan.

Het verleden en het heden blijven in mij verbonden. Wat wel verschillend is met vroeger, is dat steeds meer leden relatief jong toetreden, maar ook relatief snel weer vertrekken. Daarmee loopt onze volksvertegenwoordiging het risico dat deskundigheid en ervaring geleidelijk teruglopen. Gezien de twee hoofdtaken van de Tweede Kamer, wetgeving en controle van de regering, zou dat weleens een probleem kunnen worden.

Argumenten vinden hun kracht steeds meer in emoties dan in zorgvuldige onderbouwing. Veel wetgeving moet wel wat langer mee dan de emotie van het moment dicteert.

De inbrengen die ik namens mijn fractie in deze Kamer mocht doen, hebben hun weerslag gevonden in de Handelingen. Het was wellicht steeds een uphill battle,maar toch kijk ik overwegend met voldoening terug. Bij nederlagen dien je altijd eerst bij jezelf te rade te gaan, maar ik vraag me daarnaast oprecht af of deze uitkomst wellicht tevens weerspiegelt dat in deze zaal veel gezegd, maar misschien weleens weinig geluisterd wordt. Het was het waard het politieke gevecht hier te voeren. Met hart en ziel.

Sta mij toe dat ik afsluit met een enkele bespiegeling op het politieke handwerk. Wetgeving moet ook rust kunnen brengen. Er wordt veel te veel en te snel veranderd, zoals bijvoorbeeld bij de hypotheekrenteaftrek. Het was voor mij een bijzonder moment om een filibuster van 270 minuten tot in de nachtelijke uren te houden over een kabinetsvoorstel, onder uw zorgzame leiding: we hebben het samen volgehouden. Te veel fiscale wetgeving komt tot stand onder politieke druk en vertoont grote hiaten. Er is te weinig oog voor de noodzaak van goede uitvoering. Ook bij de overheid vallen slachtoffers. Ik noem voornamelijk de Belastingdienst, nog niet zo lang geleden de beste overheidsdienst en geroemd in het buitenland."

Dan heb ik hier een hele lange tekst, maar die gaat de heer Van Rooijen straks bij het Verantwoordingsdebat zelf voorlezen.

"Dan nog een verzuchting van een financieel woordvoerder. Is het niet te overwegen om de Algemene Beschouwingen en de Financiële Beschouwingen weer los te koppelen van Prinsjesdag? Om na Prinsjesdag ruim tijd uit te trekken — zeg een week of twee, drie — om als Kamer de samenleving te horen over al die plannen in de rijksbegroting? Om dan eerst de Algemene Beschouwingen te houden, zuiver over beleid, en daarna bij de Financiële Beschouwingen de rekening op te maken? Dat brengt overzicht en burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen uitdrukkelijk hun inbreng leveren. Democratie is soms simpeler dan men denkt.

Hoewel ik de hectiek van de Tweede Kamer zeer zal missen, zal dat zeker niet gelden voor mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen, die vaak teleurgesteld waren dat ik veel activiteiten van hen heb moeten missen in de afgelopen twee jaar. Zij kijken dan ook heel erg uit naar de relatieve rust van de Eerste Kamer, die zij zich nog goed herinneren uit mijn vorige senaatsperiode. Wat ik niet zal missen zijn de eindeloze reeksen e-mails, apps en dergelijke digitale communicatiemiddelen.

Dank aan alle collega's. Dank aan alle geweldige medewerkers van dit huis. U bent reusachtig. Dank aan de fractie van 50PLUS en haar medewerkers, en mijn medewerkers in het bijzonder. Dank aan de journalisten. En tot slot dank aan u, mevrouw de Voorzitter, voor uw leiding, steeds in wijsheid en met gezag.

De rekenrenteman, Martin van Rooijen."

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Geachte heer Van Rooijen, beste Martin,

Sinds u op 23 maart 2017 in de Tweede Kamer kwam, heb ik mijn handen aan u vol gehad. Tot en met net; dit om de brief een beetje aan te passen en wat te verkorten. U trekt zich weinig aan van spreektijden en u weet in ieder debat wel een onderwerp aan te snijden dat níét op de agenda staat. Journalist Avinash Bhikhie van NU.nl twitterde tijdens het debat over het klimaatakkoord: "Misschien denkt de heer Van Rooijen dat de plenaire zaal een soort van Stand.nl is, waar je kan inbellen en kan klagen over wat je dwarszit. (...) Kan iemand de heer Van Rooijen influisteren dat dit debat over het klimaatakkoord gaat?"

Op de een of andere manier weet u het debat altijd zo te draaien dat het over pensioenen gaat. Niet alleen in de plenaire zaal, maar ook in commissieverband. Of het nu in de commissie Financiën is of in de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid of in de commissie EUZA.

Binnen de commissie Financiën staat u erom bekend dat u in ieder debat met de minister van Financiën, die vandaag ook hier aanwezig is, begint over de zogeheten rekenrente van pensioenfondsen. U kleedt het altijd zo elegant in dat de andere commissieleden zelfs verbaasd zijn als het onderwerp na enkele minuten nog niet voorbij is gekomen. Minister Hoekstra wordt er soms wel een beetje moedeloos van. In het algemeen overleg Ecofin van 3 april 2019 zei hij: "Ik dacht dat ik me ver voorbij het redelijke had opgerekt en uitgestrekt om de heer Van Rooijen te contenteren bij alle mogelijke vragen die hij heeft gesteld, en dan is er toch nog weer wat waar het ingewikkeld blijkt te zijn."

Wat ook een zekerheid is in de debatten die u voert, is dat u minimaal één keer refereert aan uw tijd als staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Den Uyl. Uw herinneringen aan die jaren — dat was van 1973 tot 1977 — zijn nog altijd springlevend. Misschien was dat de reden waarom u in juni 2018 een motie had ingediend om het leven van de huidige staatssecretaris wat te verlichten door een tweede staatssecretaris te benoemen. Uw naam stond er niet op, maar iedereen wist dat het om de heer Van Rooijen ging. Helaas heeft u die motie nooit in stemming gebracht. Dat kan nog, roept de heer Bosma nu.

Dan was er natuurlijk de filibusterpoging in 2017. Bij het debat over de afschaffing van de wet-Hillen vroeg u vijftien uur spreektijd aan. U had zich helemaal goed voorbereid; dat moet gezegd. Bij de leden van de fractie van 50PLUS zag ik inderdaad een Bigshopper vol hulpmiddelen rondgaan met Pottertjes, snoepjes enzovoorts. En u had die avond ook nog een zonnebril op. Weet u dat nog? Ja, hè. Na viereneenhalf uur sprak u de laatste woorden van uw inbreng uit. Toch kreeg u vanuit verschillende hoeken complimenten, omdat u al die tijd een inhoudelijk betoog wist te houden.

En er was natuurlijk die keer dat uw telefoon steeds afging in de zaal en u de uitknop niet kon vinden. U heeft toen uw telefoon maar bij mij ingeleverd. Leuker kunt u het leven van een Voorzitter niet maken, wel gemakkelijker!

Maar hoewel u een eigen gebruiksaanwijzing nodig heeft, kijk ik met bewondering naar u terug. Ik gun iedereen wat van de energie waarmee u zich inzet voor de belangen van uw kiezers. U bent er altijd, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, en u weet de belangrijkste standpunten van 50PLUS altijd in het debat te betrekken. Die inzet, dat enthousiasme combineert u met een ongekende historische kennis. Uw verhalen gaan soms nog verder terug dan de tijd van Den Uyl. Met uw vertrek vertrekt er dus ook een deel van ons collectief geheugen. Ik weet dat de griffiers van de commissie waar u actief bent u ontzettend gaan missen. Dat zijn allemaal jonge griffiers, die allemaal heel veel hebben gehad aan uw kennis en uw historisch besef.

Ik denk dat ik namens ons allemaal spreek als ik zeg dat we de Eerste Kamer veel succes wensen met uw komst. We gaan u missen, uw bevlogenheid en gedrevenheid, de manier waarop u zich vastbijt en niet loslaat, en uw anekdotes over politiek en over sport. Het was nooit saai als u van de partij was.

Veel dank voor uw inzet en veel succes aan de andere kant van het Binnenhof — maar nog steeds in het hart van onze democratie. Heel veel dank, meneer Van Rooijen!

(Applaus)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven