5 Vragenuur: Vragen Groothuizen

Vragen van het lid Groothuizen aan de minister voor Rechtsbescherming over een tekort aan rechters in Middelburg.

De voorzitter:

Tot slot gaan we naar de vragen van de heer Groothuizen namens D66 aan de minister voor Rechtsbescherming over een tekort aan rechters in Middelburg.

De heer Groothuizen (D66):

Voorzitter, dank u wel. De rechtbank in Middelburg heeft de afgelopen tijd met extra zittingen geprobeerd om de wachttijd voor echtscheidingszaken op een aanvaardbaar niveau te krijgen. Mensen die gingen scheiden, moesten soms wel een jaar wachten totdat er in hun zaak was beslist. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar lang. Scheiden is op zichzelf al heel ingrijpend, maar als je nog een jaar moet wachten op een beslissing, wordt het helemaal tragisch. Mensen willen weten waar ze aan toe zijn met betrekking tot de te betalen of te ontvangen alimentatie en met betrekking tot de kinderen. Laat ik er geen misverstand over laten bestaan: soms zijn juridische procedures helaas onvermijdelijk, maar als die worden gevoerd, moeten ze wel zo snel mogelijk worden gevoerd. Dat lijkt in dit geval behoorlijk mis te zijn gegaan.

De grote vraag is hoe dit komt. In het bericht op de webpagina van de NOS wordt gesproken over een tekort aan rechters. Ik heb daarover een aantal vragen aan de minister voor Rechtsbescherming. Klopt het dat de wachttijd is veroorzaakt door een tekort aan rechters? Klopt het dat dit probleem inmiddels is verholpen? Zo ja, hoe is het verholpen? Hoe kijkt de minister eigenlijk aan tegen de efficiencyproblemen bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant waarover de advocatuur spreekt? Hoe zit het bij andere rechtbanken? Zijn er andere plaatsen waar vergelijkbare problematiek bestaat? Kan de minister aangeven wat de gemiddelde wachttijd bij echtscheidingen is over alle rechtbanken in het land?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Dekker:

Voorzitter. Het is uiteraard onwenselijk dat de behandeling van echtscheidingszaken vertraging oploopt. Dat is heel erg slecht voor het rechtsgevoel van burgers en voor de effectiviteit van de rechtspraak.

Dat gezegd hebbende is er soms sprake van piekbelastingen bij gerechten; in dit geval een tijdelijk tekort aan personeel. Ik ben bang dat dit van alle tijden is en dat dit nooit volledig te voorkomen is. De vraag is dan hoe je dit oplost. Ook in Zeeland was hier sprake van. Inmiddels is dit probleem — ik zou haast zeggen vrijwel geheel, maar misschien moet ik mij voorzichtiger uitdrukken — grotendeels verholpen. Het ging in totaal om 159 scheidingszaken op tegenspraak waarvan er inmiddels 107 op zitting zijn gepland en voor nog 20 zaken wordt binnenkort een zitting gepland.

Dan was de vraag van de heer Groothuizen of dit te maken heeft met financiële problemen. Ik heb de indruk dat dit niet het geval is. Het heeft meer te maken met frictie tussen rechtsgebieden en het feit dat nieuw aangetrokken rechters niet onmiddellijk goed zijn opgeleid. Ik hoop dan ook dat echtscheidingszaken sneller tot aanvaardbare doorlooptijden kunnen komen. Als ik bekijk hoe het op dit moment uitpakt binnen de rechtspraak, dan lezen wij in het jaarverslag van de rechtspraak over 2017 dat de rechtspraak erin slaagt om het overgrote deel, 95%, binnen een jaar af te doen en bij scheidingen op gemeenschappelijk verzoek is dat binnen twee maanden.

De heer Groothuizen (D66):

Dank aan de minister voor de antwoorden, maar een aantal vragen heeft hij nog laten liggen. Ik vroeg hem onder andere hoe hij aankijkt tegen de efficiencyproblemen waar de advocatuur blijkens het bericht van de NOS over rept. Ik heb hem ook gevraagd hoe het bij andere rechtbanken zit. De minister heeft het over piekbelasting. Ik vind het wat complex om dat te begrijpen, want wordt er dan in Zeeland veel meer gescheiden dan in andere delen van het land? Ik zou daar wel wat meer over willen weten. Hoe zit het bij die andere rechtbanken en wat is de gemiddelde wachttijd?

De minister zegt terecht dat er financiële problemen zijn bij de rechtspraak. Ik wil daar toch wel wat meer over weten. Wij hebben al eerder gehoord over vertraging in de rechtspraak, in het noorden van het land bij het hof in Leeuwarden en eerder in strafzaken bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dezelfde rechtbank waar wij het nu over hebben. Ik hoor heel vaak dat rechtbankpresidenten terughoudend zijn bij het aantrekken van nieuwe rechters juist omdat er financiële knelpunten zijn. Dit betekent dan dat je mensen niet tijdig kunt opleiden en dat je op een gegeven moment aanloopt tegen die problemen. Herkent de minister dat beeld van die terughoudende invulling van vacatures? Is de minister het met mij eens dat het belangrijk is dat wij voldoende mensen blijven selecteren en opleiden om ook in de toekomst goede rechters te hebben? Het is immers een moeilijk vak en je kunt niet zomaar een blik rechters opentrekken als je een keer een piekbelasting hebt.

Tot slot in dit blok graag nog een andere vraag. Wij hebben het over scheiden en soms moet je, zoals ik al zei, een procedure volgen, maar heel vaak is dat ook niet de beste methode. Ziet de minister nog andere mogelijkheden om in echtscheidingszaken te beslechten? Is hij daarmee bezig? Kan hij een tipje van de sluier oplichten als dat het geval is?

Minister Dekker:

Ik begin bij de vraag waar het probleem zit. De heer Groothuizen vraagt hoe het zit met zo'n piekbelasting. Soms heeft dat te maken met het feit dat er op een bepaald terrein een wat snellere instroom van zaken is of dat er door personele wisselingen tijdelijk wat minder personeel is. Dat gebeurt niet alleen in Zeeland, het gebeurt bijvoorbeeld ook in andere gebieden in het land maar dan vaak op andere zaken. Noord-Nederland en familiezaken zijn daar volgens mij een voorbeeld van dat wij eerder in de Kamer hebben besproken.

De heer Groothuizen vraagt ook of het te maken met efficiencyproblemen. Ik kan niet precies inschatten waar de advocatuur het over heeft, maar het lijkt mij wel verstandig als de president van de rechtbank eens een gesprek voert met de lokale orde daar om te zien wat daarmee wordt bedoeld en of daaruit lering kan worden getrokken.

Dan vraagt hij of er terughoudendheid is bij de rechterlijke macht bij het aantrekken van rechters. Ik heb dat beeld niet. Ook als je kijkt over 2017 zie je eerder een groei van het aantal rechters en wel met 167 fte, weliswaar ook ten behoeve van afspraken die "professionele standaarden" zijn gaan heten, maar toch. Dus het aantal rechters in Nederland is toegenomen. En wij hebben nu ook voor 2019 een afspraak gemaakt dat de bestaande tekorten bij de rechtbanken worden gecompenseerd. Dus er is ook geen aanleiding om terughoudend te zijn. Ik zou het ook slecht vinden, als dat zou gebeuren, want de heer Groothuizen heeft geheel gelijk: je trekt niet zomaar een blik rechters open, je moet rechters opleiden, het is een moeilijk vak en we willen goede rechters hebben. Het vergt dus tijd om ons ook steeds weer voor te bereiden op de toekomst en eventuele fluctuaties die er optreden.

De heer Groothuizen (D66):

Dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen. In tweede termijn is er wat meer duidelijkheid. Ik ben heel blij om te horen dat hij zegt: het kan niet zo zijn dat we vacatures niet invullen, want het is inderdaad een lastig vak en we moeten zorgen dat we dat altijd op peil hebben. D66 hecht heel veel waarde aan onze rechtspraak, zoals u weet, voorzitter. Het is wat mij betreft ook belangrijk dat mensen het idee hebben dat zij echt bij de rechtspraak terechtkunnen voor een oplossing voor hun probleem. Dat betekent ook dat zij binnen een redelijke termijn een uitspraak hebben. Wij zullen deze kwestie blijven volgen. Ik denk dat er over de financiering van de rechtspraak nog wel het nodige gesproken zal worden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Bosman, namens de VVD.

De heer Bosman (VVD):

Het is goed dat er aandacht voor Zeeland is. Als inwoner van Middelburg weet ik als geen ander hoe belangrijk het is dat die rechtbank in Middelburg er is en ook benut kan worden. Ten aanzien van de rechtspraak en de rechters die beschikbaar zijn, heeft mijn collega Van Oosten samen met de heer Van Dam een motie ingediend om de beschikbaarheid van rechters door het land te benutten. Kan de minister aangeven in hoeverre hij daar invulling aan gaat geven?

Minister Dekker:

Er zijn gesprekken geweest met de Raad voor de rechtspraak, om te kijken hoe we daar invulling aan kunnen geven. Dat vraagt een wat activistischer houding van de Raad voor de rechtspraak. Daarnaast vraagt dat een aanpassing van de regels. Ik ben op dit moment bezig met een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om waar sprake is van te veel zaken, waardoor ze te lang blijven liggen, die te behandelen bij andere gerechten.

Mevrouw Bergkamp (D66):

We vragen veel van de rechtspraak, als het gaat om capaciteit en kwaliteit. Daarom vindt D66 het ook belangrijk om te kijken hoe we zo efficiënt mogelijk kunnen omgaan met de rechters. Wil de minister een keer onderzoeken of toch misschien een oplossing is om te scheiden, in simpele zaken, als er geen kinderen zijn, zonder tussenkomst van een rechter?

Minister Dekker:

Ik ben blij dat mevrouw Bergkamp die vraag nog een keer stelt, want toen bedacht ik dat het een vraag was die de heer Groothuizen had gesteld, maar die ik was vergeten te beantwoorden. Jazeker. Het programma Scheiden zonder Schade is er juist op gericht om lichtere vormen van echtscheidingszaken af te doen met zo min mogelijk gebruikmaking van de rechter; minder het model waarbij twee ex-geliefden tegenover elkaar komen te staan en er soms te lang wordt doorgeprocedeerd, met soms veel schade voor kinderen als gevolg. Dus die zie ik zeker. Ik heb met mijn collega Hugo de Jonge en met André Rouvoet, die dat programma leidt, ook weer vervolgafspraken gemaakt hoe we daar concreet vorm aan geven.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Financiële problemen bij de rechtspraak. Nu gaat het over Zeeland, maar ook op andere plekken in het land zijn er financiële problemen, zijn er te weinig rechters en is de werkdruk te hoog. Vorige week lazen we al in de krant dat de minister voor Rechtsbescherming mogelijk van plan is om grote rechtsgebieden uit te sluiten voor mensen die hun recht willen halen. Ik heb die plannen nog niet gezien maar mijn vraag aan de minister voor Rechtsbescherming is: hoe heeft dit allemaal zover kunnen komen? En wanneer gaat de minister voor Rechtsbescherming de belangen weer centraal stellen van de mensen die hun recht willen halen?

Minister Dekker:

Dat laatste doe ik dagelijks. Daarvoor hebben we een goede rechterlijke macht nodig, die zo snel mogelijk zaken in behandeling neemt en afdoet, op een kwalitatief hoogstaande manier. Dat vraagt om toegankelijkheid van het recht en als het nodig is ook toegang tot de rechter. Daarvoor hebben we in Nederland een stelsel van rechtsbijstand dat piept en kraakt. Sterker nog: dat lijkt echt volkomen vastgedraaid. En dat moeten we dus op een andere manier gaan organiseren. Zoals u weet, ben ik op dit moment heel druk doende met heel veel betrokkenen om te kijken hoe we dat anders kunnen vormgeven. Ik heb u dat na de zomer beloofd. Dan kunt u zeggen: dat is het nu. Ik kan u wel zeggen dat ik er alles aan ga doen om dat in ieder geval voor de begrotingsbehandeling in uw Kamer te hebben liggen.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit vragenuur. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur en dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 14.47 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven