6 Klimaat

Aan de orde is het VAO Klimaat (AO d.d. 01/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Klimaat. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom. Ik geef de heer Van der Lee van GroenLinks als eerste spreker het woord.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Er gaat bijna geen week voorbij dat we niet over het klimaat spreken, maar ook over de noodzaak om van het gas af te gaan. Daar zal de rest van de dag ook weer verder over gesproken worden. Ik kom nu even specifiek terug op het algemeen overleg Klimaat van vorige week, met één opmerking. Verder zal ik een motie indienen.

De opmerking houdt verband met een begin van de week op verzoek van Milieudefensie gepubliceerd rapport van CE Delft, waaruit blijkt dat de lasten-en-lustenverdeling van het klimaatbeleid scheef uitpakt. Met name de lage inkomens zijn daar een relatief groot deel van hun inkomen aan kwijt en 80% van de beschikbare subsidies komt bij bedrijven terecht. Ik zie uit naar een wat uitgebreidere schriftelijke reactie daarop van de minister. Ik hoop ook dat hij dit ziet als een aansporing om, zodra er een klimaat- en energieakkoord uitonderhandeld is, ook daarvan goed inzichtelijk te maken hoe de lusten-en-lastenverdeling daarvan gaat uitpakken. Ik hoop dat dat ook beschikbaar is voor Prinsjesdag dit jaar.

Dan even één onderwerp waar we ook al bij het algemeen overleg Energie over hebben gesproken, namelijk SDE+ en met name de regeling voor zon.

De voorzitter:

Heeft u een motie?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja.

De voorzitter:

Ik zou daarmee beginnen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Die ga ik nu voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het omwille van draagvlak en beschikbare ruimte belangrijk is om nog vóór 2020 meer duurzame stroom op te wekken uit zonnepanelen op Nederlandse daken;

overwegende dat er terecht een verschil gemaakt gaat worden in onrendabele toppen van eigen gebruik en levering aan het net, maar dat snelle invoering van een hoger correctiebedrag onvoorziene knelpunten in de projectontwikkeling op daken veroorzaakt, waardoor een grote hoeveelheid initiatiefnemers tijdens de komende voorjaarsronde niet meer kan indienen;

overwegende dat het risico op over-subsidiering van dakgebonden projecten beperkt is omdat men gewend is op een zo laag mogelijk subsidiebedrag in te schrijven vanwege het tendersysteem en er in het najaar 2018 een structurele en gedragen oplossing komt;

verzoekt de regering de invoering van het correctiebedrag voor het eigen verbruik (niet-netlevering) voor zon-PV-projecten uit te stellen tot de najaarsronde van 2018,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Beckerman en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 160 (32813).

Precies op tijd, keurig. Dank u wel. Dan ga ik nu naar mevrouw Agnes Mulder namens het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. We hebben uitgebreid met de minister gesproken in een commissiedebat over het onderwerp waar we nu ook en motie over willen indienen. Die gaat over de wijziging van de SDE+-regeling voor zonnepanelen. Het CDA vindt het van belang dat met name kleinere projecten in aanmerking komen voor zonne-energie op daken. Daarnaast wordt de systematiek van de SDE+ in de ogen van het CDA er niet rechtvaardiger op doordat, ondanks een laag subsidiebedrag, zonneprojecten minder kans maken op toekenning, terwijl zonne-energie voor onze energietransitie en het draagvlak nu juist een grote en belangrijke rol spelen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kleinere zon-PV-projecten ondanks een lager subsidiebedrag minder kans maken op toekenning;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer in 2015 de aanbeveling deed om de volgorde waarin projecten kunnen meedingen naar SDE+-subsidies niet te laten afhangen van de kostprijs van energie, maar van de hoeveelheid subsidie die moet worden uitgekeerd;

verzoekt de regering in het onderzoek voor de openstelling van de SDE+ in het najaar 2018 mee te nemen hoe het subsidiebedrag leidend kan worden in de toekenning van projecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 161 (32813).

Mevrouw Yeşilgöz?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Dank u, voorzitter. Het subsidiebedrag leidend maken: zou het niet over de inhoud en het effect moeten gaan? Ik begrijp niet helemaal hoe ik die motie moet duiden. Misschien kan mevrouw Mulder dat nog toelichten.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Natuurlijk gaat het ons ook om het resultaat, maar wij willen voorkomen dat het hele bedrag dat er uit de SDE+ beschikbaar ook voor zonne-energieprojecten beschikbaar wordt gemaakt, alleen naar de heel grote jongens toe gaat. Juist voor de energietransitie is het nodig dat daar een wat rechtvaardigere verdeling in zit. Ik vraag dus de minister om daarnaar te kijken. Dank voor de mogelijkheid om dit nog even verder toe te lichten. Anders komen alleen de grote projecten aan bod en juist niet die vele kleinere projecten. We krijgen ook nog een brief van de minister over hoe hij verder met de kleinere projecten en de salderingsregeling wil omgaan, maar dit is daarin ook een heel belangrijk onderdeel.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Dank voor de toelichting. Ik begrijp wat er gezegd wordt. Ik zou mevrouw Mulder wel nog eens willen vragen om naar die motie te kijken, waarin nu staat dat het subsidiebedrag leidend moet zijn; zo hoorde ik het althans. Dat roept bij mij zo veel vragen op dat ik denk: goh, zouden wij dat wel kunnen steunen, want het zou toch over het effect en de inhoud moeten gaan? Dus misschien wil ze daar nog even naar kijken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij gaan er zeker over in gesprek. Dat lijkt mij heel goed, want hoe meer mensen zich erachter kunnen scharen dat ook kleinere projecten echt in aanmerking kunnen komen voor de SDE+-regeling, des te beter het is voor de totale energietransitie. Dus dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot ga ik naar de heer Jetten namens D66.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter, dank u wel. Geen motie van D66, wel nog enkele woorden. We hebben een goed debat gehad met de minister tijdens het AO Klimaat. Je kunt in zo'n debat ook merken dat het deze minister echt menens is: we gaan die klimaatverandering aanpakken.

Maar tegenover die mooie woorden moeten natuurlijk daden staan, ook in Brussel. Ik maakte me een beetje zorgen over zijn reactie op mijn vraag of Nederland onverkort de aangescherpte doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie steunt wanneer daar in Europa over gestemd zal worden in de Energieraad. Hoe gaan wij Europees leiderschap en een kopgroep voor elkaar krijgen als we dwars gaan liggen op energiebesparing en hernieuwbare energie? Ja, de inzet van deze minister op CO2-reductie is goed, maar ik hoor ook in Brussel graag een volmondig ja van Nederland als het gaat om de aangescherpte Europese doelstellingen en de Europese klimaatwet.

Voorzitter. Ten aanzien van zon-PV hebben we ook in het AO een goede discussie gehad, denk ik. Ik ben het eens met mevrouw Mulder dat we ervoor moeten zorgen dat ook kleine projecten goed aan subsidie kunnen komen, maar de minister was streng richting ons als Kamer. Hij noemde zichzelf ook krenterig. Laat ik vooropstellen dat ik de toezegging van de minister, dat hij op basis van de ervaringen in de voorjaarsronde bij de najaarsronde weer kritisch gaat kijken wat er moet gebeuren met de basistarieven, een goede toezegging vind. Maar tegelijkertijd vraag ik me ook af of we de effecten daarvan nu goed kunnen overzien. Welke effecten verwacht de minister? En wanneer is hij bereid om daarop in te grijpen in die najaarsronde? Dus welke terugval moeten we zien om de minister tot het inzicht te laten komen dat hij toch wat moet doen om de kleine projecten voldoende te helpen? We kunnen nu die motie van de heer Van der Lee aannemen. We kunnen ook, gezien de stelligheid van de minister, zeggen: geef hem even de kans om de komende maanden te laten zien dat het ook met die aangepaste regeling gewoon kan. Ik hoor graag de nadere toelichting van de minister en mijn fractie zal daarna bepalen wat te doen met de motie van Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb hierover een vraag aan de collega van D66, de heer Jetten. Ik heb hier een kaartje, maar eigenlijk is dat een geheugensteun die de heer Jetten niet nodig zal hebben. Het kaartje gaat over het aandeel hernieuwbare energie in Europa. Nederland kleurt dieprood, want maar 6% van onze energieconsumptie is uit een hernieuwbare bron en daarvan is maar 6% uit zon. We hebben nog een enorme afstand af te leggen. Bent u het niet met mij eens dat het cruciaal is om te zorgen dat ook in de voorjaarsronde dakprojecten volop mee kunnen draaien?

De heer Jetten (D66):

Op dat kaartje staan Nederland en Malta helemaal onderaan. We moeten ons ervoor schamen dat Nederland het zo slecht doet qua duurzame energie, dus we willen daar ook vol op inzetten. Maar de minister heeft de Kamer uitgelegd dat we ook met de aangepaste regeling gewoon volop doorgaan met zon-PV op daken. Als we met datzelfde bedrag subsidie meer voor elkaar kunnen krijgen dan onder de oude regeling, dan ben ik daar alleen maar voorstander van. Maar ook ik heb de signalen uit de branche gehoord, die daar zorgen over heeft, dus vandaar ook mijn aanvullende vragen aan de minister.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Eerst: de heer Van der Lee maakte slechts een opmerking. Ik heb de opmerking gehoord en ik zal er ook één opmerking over maken. Dat is namelijk dat uiteindelijk CE Delft niet de belangrijkste adviseur is op het terrein van koopkracht en lastenverdeling, maar dat we daar andere instanties voor hebben. Maar dat is slechts een opmerking.

Dan zijn motie. Ik heb de heer Van der Lee leren kennen als een supporter van belangrijke onderdelen van het regeerakkoord, zoals ook op het terrein van klimaat. Onderdeel daarvan is natuurlijk het ophogen van het aandeel duurzame energie. De vraag is even of dat gebeurt met deze motie. Kijk, de kleinere zon-PV-projecten behoren tot de duurste jongens in de SDE. 12 cent is ongeveer de kostprijs, de subsidie kan dus oplopen tot 8 cent. Op dit moment oversubsidiëren wij dat. Dat verzin ik niet zelf, dat zeggen het ECN, de Technische Universiteit Wenen en het Fraunhofer Instituut, niet de eersten de besten, die daar nog aan toevoegen dat hen opvalt dat Nederland hier ten opzichte van bijvoorbeeld Duitsland relatief veel subsidie aan besteedt. Dat komt natuurlijk omdat wij dubbel subsidiëren: enerzijds het ontgaan van de belastingen die erop zitten en anderzijds nog de subsidie. Die oversubsidiëring gaat niet om klein geld. In de vorige ronde was hiervoor anderhalf miljard aangevraagd. Men denkt dat dat ook best drie of vier miljard kan worden, en dan kan oversubsidiëring oplopen van 150 miljoen tot misschien wel 500 miljoen. Met 500 miljoen à €50 per ton oversubsidie heb je — ik reken even meerjarig incidenteel — 10 megaton, oftewel 10 miljoen ton die we niet halen, die we níét halen. Ik begrijp wel dat een belangenorganisatie dat vervelend vindt, want hoe meer subsidie hoe beter. Dan kun je ook projecten doen met minder gunstig gelegen daken of met meer kosten daaraan. Maar dit beleid doorzetten gaat werkelijk ten koste van het klimaat, maar ook ten koste van het aandeel duurzame energie. Ja, dat is wel degelijk iets wat we ook moeten doen, dat aandeel duurzame energie, maar het oversubsidiëren voortzetten leidt tot minder duurzame energie, minder klimaat. Voorzitter. Daar vind ik niets groen aan. Ik spreek de naam van de partij van de heer Van der Lee altijd met respect uit, maar ik kan hier noch iets groens, noch iets links aan vinden, want uiteindelijk lopen we hier achter lobbyorganisaties van het bedrijfsleven aan. Ik zou dit zeer sterk willen ontraden en maar willen afwachten wat we wel kunnen bedenken voor een meer lange termijn om op een passende wijze en met een passende maatvoering de zon-PV-projecten een kans te geven.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik vind het jammer dat de minister de verschillen tussen hem en mijn partij weer uitvergroot.

Minister Wiebes:

Nou, dat probeer ik juist niet.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Maar goed, in de motie geef ik ook aan dat ik het terecht vind dat het onderscheid tussen onrendabele toppen gemaakt gaat worden. Ik vind het ook goed dat dat structureel wordt aangepast. Het gaat er alleen om dat in de voorjaarsronde nu heel veel projecten gaan uitvallen, omdat het op zo'n korte termijn gebeurt. Dan wijs ik er toch op dat ik vandaag een actiegroep aan de bel hoor trekken over zonnevelden, omdat ze zich daartegen verzetten. We hebben de ruimte op die daken nodig. Juist dat type projecten is cruciaal voor het draagvlak.

De voorzitter:

Ja?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

En niet alleen vanuit kosteneffectiviteit. We moeten ook kijken of we iedereen meenemen. Dus nog één keer de oproep: steun de motie alstublieft.

Minister Wiebes:

De verschillen tussen de gewoonlijke standpunten van de heer Van der Lee en die van het kabinet probeer ik juist naar elkaar toe te brengen. Maar dan is dit daar een kleine anomalie in, omdat ik juist denk dat dit leidt tot minder duurzame energie en minder klimaateffecten. De heer Jetten vraagt zich af of alle projecten wel doorgaan. Nou ja, het doel van de SDE is natuurlijk niet om alle projecten te laten doorgaan, het doel van de SDE is precies, maar dan ook heel bewust om de beste projecten te laten doorgaan. Ik wil dit dus niet omarmen, maar ik wil uitdrukkelijk wel — de heer Jetten verwijst daar ook naar — in het najaar meer diepgaand en meer structureel nadenken in welke mate en op welke manier dit een plaats moet krijgen in de SDE. Ik wil het dus uitdrukkelijk op die manier doen.

Dan de inbreng van mevrouw Mulder, waarvoor dank. Ik zeg even van tevoren al dat het subsidiebedrag leidend laten zijn, niet onlogisch is. Er zitten echter allerlei kanten aan, die ik nu niet ga toelichten. Ik moet de motie-Agnes Mulder op stuk nr. 161 ontraden, omdat deze strikt gaat over het "hoe". Maar hier speelt zowel het "of" als het "wanneer" als het "hoe". Ik moet de motie in deze vorm daarom echt ontraden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De minister heeft net een toezegging gedaan richting de heer Jetten van D66. Zou hij de zaken die ik in de motie naar voren breng daarbij mee willen nemen? Dan kunnen we het daar in het najaar goed over hebben. Ik ben dan bereid om de motie aan te houden.

Minister Wiebes:

Laat ik dat in een ander verband doen, niet in het kader van de herziening en de nadere blik op de zon-PV-projecten in het algemeen, maar in het kader van de verbreding van de SDE. Daar moeten we sowieso ten principale over nadenken, want er is nog wel meer waar we over moeten nadenken dan alleen de grondslag voor de rangschikking. Op dit moment worden bijvoorbeeld warmte en kracht hetzelfde behandeld. Er zijn dus allerlei dingen waar je over na kunt denken. De verbreding staat in het regeerakkoord en is dus een plan. In dat kader wil ik dit meenemen. Het past ons ook om dit mee te nemen. Het is namelijk niet ten principale een raar idee. Die toezegging doe ik graag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Dan hou ik de motie nu aan en ga ik kijken hoe het allemaal wordt verwerkt en hoe het naar ons terugkomt. Als ik vind dat het nog niet voldoende is meegenomen, kan ik de motie in het najaar opnieuw indienen.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Agnes Mulder stel ik voor haar motie (32813, nr. 161) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Wiebes:

De heer Jetten heeft nog één antwoord van mij tegoed. In zijn zorg kwam het woord "dwarsliggen" voor. Ik kijk de heer Jetten even aan als ik zeg dat wij beiden geen dwarsliggers zijn. Wij sturen daadwerkelijk op één doel. Dat staat in het regeerakkoord. Als dat doel niet bedreigd wordt door subdoelen, dan is dat acceptabel, maar als dat wel gebeurt, dan is het in zekere zin een aantasting van onze doelen in het regeerakkoord. Alleen dan zou ik daar iets tegen in willen brengen en daar niet voor gaan, maar dat zal niet de vorm hebben van dwarsliggen, maar dan zal ik te allen tijde proberen via een klein positief getint hoorcollege te vertellen waarom wij onze ambitie juist willen waarmaken met iets meer armslag.

Tot zover.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van het VAO Klimaat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen volgende week dinsdag over de resterende motie stemmen.

De vergadering wordt van 14.33 uur tot 14.40 uur geschorst.

Naar boven