3 Vragenuur: Vragen Kuik

Vragen van het lid Kuik aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Pepdrank alleen voor 18-plus".

De voorzitter:

Dan gaan wij nu naar de vraag van mevrouw Kuik namens het CDA aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die ik ook van harte welkom heet, over het bericht "Pepdrank alleen voor 18-plus". Het woord is aan mevrouw Kuik.

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter. Ik wil het inderdaad hebben over die mierzoete energiedrankjes. De Vereniging voor Kindergeneeskunde slaat alarm over het gebruik van deze drankjes door kinderen. Het lijkt misschien onschuldig, zo'n energiedrankje. En natuurlijk, alles wat je te veel neemt is slecht. Maar we weten uit onderzoek in 2012 dat energiedrank door vele jongeren wordt gedronken. We krijgen nu ook het signaal van kinderartsen over ernstige gevolgen, zoals rusteloosheid en hartritmestoornissen. Dan gaat het natuurlijk vaak om een hoge inname.

Maar waar je helemaal van schrikt, is dat de NVK aangeeft dat er ook enkele sterfgevallen bekend zijn, waarbij hoge doses de oorzaak bleken. In 2012 waarschuwde de GGD hier ook al voor. Nu is er weer een duidelijk signaal. Mooi dat de staatssecretaris onderzoek wil doen naar de gezondheid van energiedrank. Prima, maar is hij ook bereid, want we weten dat het slecht is, om nu direct aan de slag te gaan met betere voorlichting en informatie hierover? En welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om het voor jongeren minder aantrekkelijk te maken energiedrankjes te kopen? Gaat de staatssecretaris ook hier onderzoek naar doen?

We zien nu dat er een waarschuwing op het blikje staat. Dat zijn zulke kleine lettertjes dat je je kunt afvragen of het überhaupt effect heeft. Wij achten dat als CDA onvoldoende. We zouden graag zien dat de staatssecretaris zich ook hier inzet voor heldere waarschuwingen, zoals ook bij sigaretten plaatsvindt.

Mijn derde vraag, welke rol ziet de staatssecretaris voor de industrie zelf? Houden zij zich bijvoorbeeld ook aan hun eigen richtlijnen over marketing? We zien dat op 140 van de 400 scholen het drankje wordt verboden. Het is natuurlijk heel mooi dat die scholen daaraan werken. Kunnen de andere scholen hier ook op worden aangesproken?

Tot slot, wordt dit ook meegenomen in het preventieakkoord, om ook afspraken te maken met bijvoorbeeld sportverenigingen?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Blokhuis:

Voorzitter, dank u wel. Duidelijke vragen van mevrouw Kuik. Om te beginnen wil ik ook namens het kabinet aangegeven dat het kabinet begrip heeft voor de zorgen die worden uitgesproken rond het overmatig gebruik van energiedrankjes. Iedereen zal beamen dat te veel energiedrankjes gewoon niet gezond zijn, vanwege het cafeïnegehalte maar zeker ook vanwege de veelheid van calorieën en suikers daarin.

Mevrouw Kuik vraagt wat wij op korte termijn gaan doen. Ik heb inderdaad gisteren al namens het kabinet laten weten dat wij voornemens zijn een onderzoek te starten. Wij geven op heel korte termijn ook opdracht tot dat onderzoek, aan een gerenommeerd instituut als het RIVM of de Gezondheidsraad, om een aantal zaken in beeld te brengen. Wij willen bijvoorbeeld in beeld brengen wat nu precies de omvang van het probleem in Nederland is. Wij nemen de signalen van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde uiteraard heel serieus, maar wat is precies de omvang van het probleem? Ik denk dat niemand dat weet in Nederland. In welke setting vindt dat overmatig gebruik vooral plaats? Dat zijn onderzoeksvragen die ik graag wil voorleggen. In welke mate gebeurt het bijvoorbeeld in combinatie met alcohol?

Ook zou het een onderzoeksvraag kunnen zijn — dat vind ik een heel goede suggestie van mevrouw Kuik, naast de vraag om eens te kijken hoe het in andere landen is geregeld — hoe wij in Nederland eventueel restrictieve maatregelen kunnen vormgeven als wij ervan overtuigd zijn dat die een toegevoegde waarde hebben. Daar zou onder andere toe kunnen behoren hoe je de consumptie of de aanschaf van dit product minder aantrekkelijk maakt. Ik zeg toe dat ook dat een onderzoeksvraag wordt, dus dat nemen wij zeker mee.

Voorzitter. Er gebeurt al heel veel. De sector zelf doet van alles. Er werd terecht door mevrouw Kuik gerefereerd aan de code die de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen zelf heeft gemaakt — heel mooi als de sector dat zelf doet — waarin onder andere wordt ingespeeld op het tegengaan van kidsmarketing, door jongeren van 16 jaar niet te verleiden om die drankjes te kopen. Ik wil ook graag mevrouw Kuik beloven dat ik met deze sector in gesprek ga om te vragen hoe serieus ze hun afspraken naleven. Heel belangrijk is wat mij betreft het Nationaal Preventieakkoord, waar wij stappen toe zetten. Ik wil dit punt agenderen. Ik heb donderdag weer een afspraak met een hele groep betrokkenen uit de samenleving over dit preventieakkoord. Wat mij betreft is het een heel belangrijk thema om ook dit te adresseren, mede in het licht van het onderzoek dat ik van plan ben te starten.

Mevrouw Kuik (CDA):

Dank voor de beantwoording van de staatssecretaris. Er is nog een vraag blijven liggen: die over de kleine lettertjes, de waarschuwing. Als ze zo klein zijn, vraag ik me af of het überhaupt effect heeft. Dank dat ook de onderzoeksvraag naar restrictieve maatregelen wordt meegenomen. Tot slot ben ik wel benieuwd wanneer de staatssecretaris verwacht het onderzoek klaar te hebben, zodat we er verder over kunnen praten.

Staatssecretaris Blokhuis:

Wat de kleine lettertjes betreft: dan heb je het wel over de categorie "mogelijke oplossingsrichtingen". Niemand heeft wat aan kleine lettertjes die niemand kan lezen. Dat is ook maar een schijnoplossing. Ik wil dit een van de thema's maken die ik bespreek in het kader van het zoeken naar oplossingen. Ook in het kader van het nationaal preventieakkoord denken we heel oplossingsgericht over zulk soort zaken. Ik neem de suggestie dus graag mee om ook daaraan aandacht te besteden. Ik zeg niet dat het vanaf augustus heel grote letters of heel nare plaatjes worden, zoals bij roken, maar ik neem de suggestie mee. Het wordt dus besproken. Wat de scope van het onderzoek betreft: het nationaal preventieakkoord zou rond de zomer gesloten moeten zijn, dus we moeten heel snel stappen gaan zetten. Als het aan mij ligt, wordt dat onderzoek dus op heel korte termijn gestart en ook voor de zomer afgerond. Daar is mijn streven op gericht.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Kooiman namens de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dit keer zijn het kinderartsen, maar bezoek een willekeurige tandarts en die zal zeggen: ja, wij zien ook de enorme schade aan gebitten van jongeren, áls ze al bij ons komen. Jaar op jaar worden er weer afspraken gemaakt met de industrie en de industrie houdt zich er niet aan. Ik noem de afspraken rondom reclames die specifiek gericht zijn op deze jongeren en het aanpassen van bijvoorbeeld het suikergehalte in de energiedrankjes. Toen minister Schippers dreigde het zoutgehalte ...

De voorzitter:

Nu de vraag.

Mevrouw Kooiman (SP):

... in het brood aan te pakken met een wet, kon het in een keer wel. Moeten we niet eens een keer wat strenger zijn voor de industrie en eventueel maar gewoon dreigen?

Staatssecretaris Blokhuis:

Ik weet niet of dreigen mijn favoriete hobby is, maar ik neem dit signaal heel serieus. We moeten alle opties en varianten openhouden. Daarover wil ik in gesprek met de betrokkenen, niet alleen met de sector maar zeker ook met mensen die verstand hebben van gezondheidsaspecten. Het raakt wel heel veel zaken. Als je het hebt over de schade die suikers kunnen aanrichten en over producten waarin heel veel calorieën zitten, dan kunnen we nog wel een rondje maken in de supermarkten. Ik vind ook dat we moeten oppassen om niet te veel met hagel te schieten of — hoe heet het ook alweer? — met een kanon op een mug schieten. Ik denk niet dat energiedrankjes muggen zijn, maar we moeten dit wel heel gericht aanpakken. Het probleem is natuurlijk breder. Er zijn veel meer consumptieartikelen die superschadelijk voor de gezondheid zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber, namens de ...

Staatssecretaris Blokhuis:

Maar ik begon mijn antwoord door te zeggen dat ik alle opties wil openhouden.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber, namens de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik stond laatst in de rij bij de supermarkt. Voor mij was een oma die afrekende voor haar beide kleinkinderen, twee jongetjes rond een jaar of tien. Allebei een suikerdrankje. Ik weet zeker dat die oma het beste voor had met haar kleinkinderen, maar ze rekende het wel af. Ik dacht bij mezelf: "Wat zal ik nu doen? Moet ik er wel wat van zeggen of niet wat van zeggen?" Ik heb het even laten lopen, maar het gaf mij wel het idee dat mensen gewoon echt niet weten wat ze kopen. Wil de staatssecretaris, naast alle goede toezeggingen die hij al gedaan heeft, ook in het onderzoek meenemen hoe we de informatie over suikerdrankjes in de samenleving kunnen verbeteren?

Staatssecretaris Blokhuis:

Dat lijkt me een terechte vraag. Ik zeg graag toe dat we dat aspect er ook bij nemen. In mijn antwoord had ik ook willen zeggen — ik wist niet precies welke vragen ik zou krijgen — dat dit een primaire verantwoordelijkheid is van ouders, maar zeker ook van grootouders. Je kunt je als grootouder ook heel populair maken met zulk soort dingen. Ik denk niet dat die oma dat op die manier wilde doen, maar ik wil de voorlichting over de manier waarop mensen omgaan met gezondheidsaspecten en zeker ook met energiedrankjes, graag betrekken bij het onderzoek.

De voorzitter:

Niet alle oma's doen dat. Ook opa's niet, hè? Nee, hoor ik van de griffier.

Mevrouw Diertens namens D66.

Mevrouw Diertens (D66):

De zorgen zijn groot. Ik ben ook blij dat mevrouw Kuik dit agendeert. De staatssecretaris heeft onderzoek toegezegd. Ik zou het heel fijn vinden als de uitslag er iets verder voor de zomer kan komen, rondom april of zo. Dit is toch wel een heel belangrijk onderwerp. Daarnaast kan de staatssecretaris het misschien meenemen in de Europese verbinding, omdat het natuurlijk ook een belangrijk issue is voor ons hele Europa.

Staatssecretaris Blokhuis:

Ik ben doordrongen van de urgentie. Niet voor niets heb ik ook gezegd dat ik bereid ben dat onderzoek te starten. Ik wil daar wel een heel serieus onderzoek van maken. We kunnen een soort quickscan doen, maar ik hecht eraan dat wij zorgvuldig onderzoek doen. In antwoord op uw vraag zeg ik dat ik ook de urgentie zie en die wil doorvertalen in de onderzoeksopdracht. Dat wil ik graag toezeggen.

De heer Veldman (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Daarin zijn een aantal opties voorbijgekomen die hij ook wil onderzoeken. Ik heb vroeger altijd van mijn moeder geleerd dat alles waar "te" voor staat niet goed is.

Staatssecretaris Blokhuis:

Behalve "tevreden".

De heer Veldman (VVD):

Ja, behalve "tevreden". Te veel frisdrank is niet goed. Te veel suikers innemen is niet goed. Ook te veel energiedrank is dus niet goed. Even los van alle opties die nu voorbijkomen: is de staatssecretaris het met mij eens dat het primair de taak van ouders is om in de opvoeding van kinderen mee te nemen dat alles waar "te" voor staat, dus ook te veel energiedrankjes innemen, niet goed is? Is hij het met mij eens dat er dus primair een rol voor de ouders is?

Staatssecretaris Blokhuis:

Mooier kan ik het niet zeggen. Ik vind dat het een primaire verantwoordelijkheid is van ouders en overigens ook van scholen. Mevrouw Kuik refereerde er terecht aan dat scholen ook het nodige doen. Het is dus een primaire verantwoordelijkheid van de ouders. Met inachtneming van die veronderstelling, hebben we in Nederland kennelijk wel een cultuur waarin heel veel jongeren erg veel energiedrankjes tot zich nemen. Misschien zouden we iets beter moeten kijken of we een aanpak kunnen organiseren. Maar ik kom in het kader van het preventieakkoord graag bij u terug. Dan zal ik toelichten welke maatregelen wij denken te kunnen nemen en welke het meest passend zijn. Maar de primaire verantwoordelijkheid van de ouders staat voorop.

De voorzitter:

Wanneer komt dat akkoord?

Staatssecretaris Blokhuis:

Rond de zomer.

De voorzitter:

Dat komt dus in de zomer van 2018.

Staatssecretaris Blokhuis:

Ja, dit kalenderjaar.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Na de schorsing gaan we verder met de regeling van werkzaamheden. We hebben geen stemmingen, dus de staatssecretaris kan weg.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven