3 Vogel- en Habitatrichtlijn

Aan de orde is het VSO Rapport bevindingen verbeteren implementatie Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) in Nederland (33576, nr. 100). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom. Het woord is allereerst aan de heer Grashoff. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Het is goed dat er aandacht voor is op Europees niveau. Het is ook goed dat er een set Raadsconclusies ligt die besproken en, als het goed is, vastgesteld worden in de Milieuraad van 19 juni. Maar alles bijeen, moeten we toch vaststellen dat het hele action plan en de Raadsconclusies bij elkaar betrekkelijk algemeen en vaag blijven. Daarom dien ik de volgende motie in om de staatssecretaris een duidelijke richting vanuit de Kamer mee te geven. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de doelen van de EU-biodiversiteitsstrategie 2020 gehaald dienen te worden en dat daar nog grote inspanningen voor nodig zijn; 

constaterende dat tijdens de aankomende Milieuraad van 19 juni de Raadsconclusies zullen worden vastgesteld, waarin wordt gesteld dat het actieplan eraan moet bijdragen, de uitvoering van de natuurrichtlijnen te verbeteren en dat moet worden gestimuleerd dat de doelstellingen ervan worden verwezenlijkt; 

verzoekt de regering, bij de aankomende Milieuraad van 19 juni te pleiten voor een aanvulling en concretisering van het action plan van de Europese Commissie en/of eventuele nadere Raadsconclusies ten aanzien van: 

  • -de integratie van biodiversiteitsmaatregelen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het gemeenschappelijk visserijbeleid, conform Raadsconclusie 19; 

  • -het in de richtsnoeren, zoals genoemd in Raadsconclusie 6, opnemen van kwantitatieve tussendoelen voor biodiversiteit, om daarmee sturing op en monitoring van de resultaten te versterken; 

  • -de gevraagde concrete inspanningen van de lidstaten om nationale invulling te geven aan het action plan, conform het gestelde in Raadsconclusie 27, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Grashoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 109 (33576). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Nederland heeft afgesproken om het verlies aan plant- en diersoorten te stoppen. Daar zijn verschillende instrumenten voor. Het slechte nieuws is dat dit nog niet erg lukt. Het goede nieuws is dat als we problemen bij de bron aanpakken, we niet alleen boeren helpen om te werken op manieren die ze zelf ook prettiger vinden, maar het ook een stuk gemakkelijker wordt om de natuur te beschermen. In de toekomst kan dat zelfs betekenen dat we de regels niet zo strikt en op de millimeter hoeven te handhaven als nu het geval is. Vandaar de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Nederland heeft afgesproken het verlies van plant- en diersoorten te stoppen; 

overwegende dat onder andere het huidige gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw en de grote aantallen dieren in de intensieve veehouderij zorgen voor een (dreigend) verlies aan plant- en diersoorten, waaronder belangrijke bestuivers als de bij; 

overwegende dat veel boeren wel zouden willen omschakelen naar meer dier- en natuurvriendelijke vormen van landbouw, maar dat zij vaak niet zomaar los kunnen komen uit het huidige systeem; 

overwegende dat de subsidies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingezet kunnen worden om boeren te helpen omschakelen naar natuurinclusieve en/of biologische landbouw; 

verzoekt de regering, in te zetten op omschakelsubsidies voor boeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 110 (33576). 

We wachten even op de laatste motie. 

De vergadering wordt van 13.35 uur tot 13.41 uur geschorst. 

Van Dam:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de twee moties, gericht op de behandeling van het actieplan Vogel- en Habitatrichtlijn tijdens de Milieuraad. 

In de motie van de heer Grashoff op stuk nr. 109 wordt de regering verzocht om te pleiten voor een aanvulling en concretisering van het actieplan en/of eventuele nadere Raadsconclusies. Hij noemt drie punten waarin hij verwijst naar Raadsconclusies. Ik neem aan dat hij doelt op de concept-Raadsconclusies die aanstaande maandag voorliggen. De punten waarin hij vraagt om aanpassingen conform de geformuleerde Raadsconclusies, namelijk het eerste en het derde punt, zijn eigenlijk ondersteuning van beleid. Ik ben namelijk van plan om die Raadsconclusies over te nemen en te steunen. Het eerste punt, de integratie van biodiversiteitsmaatregelen, staat inderdaad in concept-Raadsconclusie 19. Het derde punt betreft de gevraagde concrete inspanningen van de lidstaten, conform het gestelde in Raadsconclusie 27. Daarin wordt overigens vooral de Europese Commissie gevraagd om verdere ondersteuning. Dat is dus ondersteuning van beleid. 

In het tweede punt vraagt de heer Grashoff om het opnemen van kwantitatieve tussendoelen. Dat staat niet in de concept-Raadsconclusies en dat gaat er ook niet meer in komen voor aanstaande maandag. Ik wil ook wel schetsen wat het actieplan precies inhoudt. Het actieplan ligt niet voor ter besluitvorming. Het is een mededeling van de Europese Commissie, die al vastgesteld is. Ik kan dus niet pleiten voor aanpassing van dat actieplan. Wij kunnen hooguit in de bespreking de nadruk leggen op bepaalde onderdelen. Ik vind dat de concept-Raadsconclusies, zoals ze nu geformuleerd zijn voor aanstaande maandag, goed uitdrukking geven aan de punten die het Nederlandse kabinet voor ogen heeft en eigenlijk ook ongeveer aan de punten die de heer Grashoff in deze motie verwoord heeft. Maar hij vraagt hierin concreet om een aanvulling en concretisering van het actieplan en eventuele nadere Raadsconclusies. Daaraan kan ik niet tegemoet komen. Ik moet deze motie dus ontraden. 

In de motie van mevrouw Ouwehand op stuk nr. 110 wordt de regering verzocht in te zetten op omschakelsubsidies voor boeren. Dat kost geld, en deze motie voorziet niet in een dekking daarvan. Ik kan dus niet anders dan haar ontraden. Als de Kamer deze motie toch zou aannemen, zie ik dat maar als een oproep aan het volgende kabinet, want dat zal er dan budget voor beschikbaar moeten stellen. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik denk niet dat we in een soort semantische discussie terecht moeten komen over wat bedoeld wordt met het woord "conform". Er wordt evident gesproken van en gevraagd om een aanscherping en aanvulling. Ik heb dat daarnet ook heel kort toegelicht; in een VSO moet dat nou eenmaal heel kort. We vinden het een goede richting, maar te algemeen en te vrijblijvend. Daar zou de Nederlandse regering op moeten inzetten. Dat is wat we van de staatssecretaris vragen. 

De staatssecretaris zegt: ik kan daar niet aan voldoen. Maar ik neem aan — dat hoor ik graag van hem — dat hij zegt: ik wil daar niet aan voldoen. 

Van Dam:

Nee, dat bedoel ik niet. De heer Grashoff wil — hij verduidelijkt dat nu ook — dat ik of het Nederlandse kabinet gaat bepleiten om het actieplan aan te scherpen. Dat past niet in deze procedure, want het actieplan is al vastgesteld door de Europese Commissie. Het is ook een bevoegdheid van de Europese Commissie. Het gaat niet om een besluit van de Raad daarover; de Commissie besluit daar zelf toe. Het is dus ook een mededeling van de Commissie en geen voorstel. Pleiten voor het verder aanscherpen, aanvullen of concretiseren van een actieplan behoort helemaal niet tot de mogelijkheden. Als de heer Grashoff bedoelt te vragen of ik in de inbreng de nadruk kan leggen op de punten die hier staan, dan is dat in lijn met wat het kabinet zal doen. Alleen het opnemen van kwantitatieve tussendoelen, waarom hij in het tweede punt vraagt, zie ik gewoon niet gebeuren in de Europese besprekingen. Het is dus niet zo heel zinvol om daar in dit stadium voor te pleiten. Het gaat er nu om dat we aan de slag gaan met wat er voorligt en dat de Commissie aan de slag gaat met haar actieplan. Ik wil de Commissie maandag dus vooral aanmoedigen om het actieplan ter hand te nemen en daar ambitieus mee verder te gaan. Zoals ik al zei zullen we de punten die de heer Grashoff verder noemde, onderlijnen in de inbreng van aanstaande maandag. 

De voorzitter:

Tot slot. Het hóéft niet, mijnheer Grashoff. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Nee, maar ik doe het wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dat dacht ik al. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dit is nou net het punt. Wij willen dat de staatssecretaris op deze punten concreet een ambitieuze aanpak van de Europese Commissie vraagt en dat hij dit onderstreept in de Raad. Dat is precies wat wij vragen. Als hij hier echt mee aan de slag wil, heeft hij hier drie concrete punten waarop dit aan de orde is. Hij zou moeten zeggen: die neem ik over en dat ga ik doen. Anders moet de staatssecretaris hier klip-en-klaar zeggen dat hij het niet wil. 

Van Dam:

Pleiten voor een aanpassing van het actieplan kan niet. Dat heb ik nou al een paar keer gezegd. Het actieplan is een mededeling van de Commissie. Het ligt niet voor ter instemming. Het is geen voorstel. Ik vind ook niet dat de Europese Commissie niet ambitieus genoeg is. De Europese Commissie legt een ambitieus actieplan neer. Ik zou haar willen oproepen om daar vol mee aan de slag te gaan. De heer Grashoff refereerde al aan Raadsconclusie 19. In de Raadsconclusies staan belangwekkende dingen, die ook van belang zijn voor de discussie over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ik zou dat aanstaande maandag graag willen onderstrepen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb mijn motie ingediend omdat je al het natuurbeleid van de wereld kunt optuigen, maar omdat het water naar de zee dragen is als je niet ook aan de bronnen zorgt dat de natuur niet al te zwaar bedreigd wordt. Misschien leest de staatssecretaris de motie verkeerd. Ik heb het gehad over het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid. Daarin gaan miljarden om. Die pot met geld is er dus al. Daarbinnen kun je pleiten voor omschakelsubsidies, zodat boeren makkelijker kunnen omschakelen, zoals zijzelf vaak ook willen. Daarmee borgen we de onderlaag voor een beter natuurbeleid. Daartoe roept deze motie op. Ik vraag de staatssecretaris om de motie in dat licht te bekijken. 

Van Dam:

Dus de motie gaat over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, dat overigens niet op de agenda van de Milieuraad van aanstaande maandag staat, maar waarover we binnenkort wellicht nader met elkaar spreken. Ik heb al veel vaker gezegd dat de inzet van dit kabinet is om te komen tot veel meer doelgerichte besteding met doelsubsidies, waarbij het juist gaat om het versterken van de maatschappelijke opgave. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan natuurbescherming, natuurbehoud, klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Dat soort maatschappelijke doelen moeten een heel nadrukkelijke plek krijgen in het toekomstige GLB. Zoals ik net al zei, staat in de concept-Raadsconclusies voor aanstaande maandag dus ook dat biodiversiteitsdoelen een nadrukkelijke plek moeten krijgen in het toekomstige GLB. Dat is een belangwekkende uitspraak. Het is te vroeg in de discussie om te zeggen hoe dat concreet uitpakt en of je dat vertaalt in omschakelsubsidies of op een andere manier. We moeten eerst maar eens zien dat we het doel bereiken en dat we de omzetting van directe inkomenssteun naar zo veel mogelijk doelsubsidies überhaupt voor elkaar krijgen. Als dat de intentie van mevrouw Ouwehand is, zou ik zeggen: de motie is qua richting ondersteuning van beleid, maar komt qua concreetheid een jaar of twee te vroeg in dit debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat zie ik als een aanmoediging. Als deze Kamer zegt dat we voor het helpen omschakelen van de boeren de grote subsidiepot van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid kunnen gebruiken, zou dat een steuntje in de rug zijn van dit kabinet. Nogmaals, ik dien de motie hier in, terwijl ik weet dat het gaat over het Europese natuurbeleid. Maar ons punt is dat je de bescherming van de natuur die je voor ogen hebt, niet kunt realiseren als je de boeren ook niet helpt om te schakelen naar een manier waarop ze zelf liever willen werken en die ook nog eens beter is voor de natuur. Daarom hecht ik eraan om die koppeling te leggen. En het zou een steun in de rug van de staatssecretaris zijn als de Kamer deze motie aanneemt. 

Van Dam:

Ik wacht gewoon af wat de Kamer daarmee doet. Het is dezelfde richting als die het kabinet voor ogen heeft. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan om 14.00 uur over de twee ingediende moties stemmen. 

De vergadering wordt van 13.50 uur tot 14.00 uur geschorst. 

Naar boven