9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden. Ik geef het woord aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Wij vroegen als Kamer bij de regeling eerder op deze dag een appreciatie van het kabinet over de vluchtelingenproblematiek. Wij waren als Kamer vooral geïnteresseerd — volgens mij was dat Kamerbreed — in een appreciatie van het getal dat Europa landen wil toewijzen om vluchtelingen op te vangen.

Mag ik een appreciatie uitspreken over het briefje dat wij van het kabinet hebben gekregen? Dat beantwoordt niet aan het verzoek van de Kamer, want nu net over dat belangrijke punt dat wij vanavond willen bespreken, wordt — en daar moet ik het kabinet om prijzen — eerlijk gezegd dat het nu niet beschikbaar is. Nu snap ik heel goed dat gezien de problematiek die voorligt, de actualiteit er is om hierover te spreken, maar ik vind dat waar dit het springende punt is, we vanavond als Kamer toch echt met een hand op de rug staan te debatteren als het kabinet dat standpunt niet heeft ingenomen. Dus — ik gaf dat vanmiddag al enigszins aan — verzoekt mijn fractie om uitstel van het debat. Het wordt vanzelf ook breder. Ik vind ook dat de spreektijd uitgebreid zou moeten worden en ik vind dat we — en dat is mijn hoofdpunt — die appreciatie nodig hebben om een volwaardig debat te kunnen voeren.

Mijn voorstel is om het debat uit te stellen, uit te breiden en ook de spreektijd uit te breiden.

De voorzitter:

Het voorstel is uitstel en uitbreiding van spreektijd.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt wederom beide voorstellen. Het gaat hier om een heel belangrijk EU-plan waarover het kabinet gewoon geen duidelijkheid wil geven wat betreft inzet en standpunt. Dan heeft een debat inderdaad niet veel zin. Dus steun ..

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik hield vanmiddag nog eventjes een slag om de arm, maar we hebben inmiddels de brief kunnen lezen. Die is nogal nietszeggend. Dus ik steun het voorstel van de heer Pechtold.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Van harte steun voor beide voorstellen. Mocht het debat vanavond wel doorgaan, dan zou ik degenen die daarvoor zorgen — het zou kunnen dat de coalitie het namelijk toch vanavond wil laten doorgaan — willen verzoeken om in ieder geval het tweede deel van het verzoek van de heer Pechtold te steunen, namelijk een uitbreiding van de spreektijden. Gezien alle extra brieven die we de afgelopen dagen hebben gekregen, kan ik mijn inbreng over zo veel belangrijke punten echt niet in vier minuten proppen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De CDA-fractie steunt beide voorstellen van de heer Pechtold.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor beide voorstellen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik begrijp het voorstel van D66, maar ik zie tegelijkertijd dat we het debat al een week hebben uitgesteld. We zouden kunnen praten over de brief van 26 mei die voorligt. Ik verwacht dat we over twee weken, wanneer we de geannoteerde agenda hebben van de Europese top, hier weer zullen staan om over hetzelfde onderwerp te praten. Dus wat mij betreft vanavond een eerste aftrap en over twee weken gaan we plenair verder.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Zoals ik al zei, hebben we vorige week de optie besproken om het debat niet deze week te plannen maar later, zodat het gedeelte waar de heer Pechtold om vraagt ook meegenomen kan worden in de brief. Dat wilde hij nadrukkelijk niet. Dus wat mij betreft houden we vanavond gewoon het debat. Ik heb geen bezwaar tegen het uitbreiden van spreektijden, maar dat is uiteraard aan u, voorzitter.

De heer Azmani (VVD):

Wat mij betreft kunnen we gewoon vanavond het debat voeren. Er ligt een Europese migratieagenda en er ligt een eerste appreciatie van het kabinet. Daar kunnen we met elkaar het debat over voeren. We hebben nog een debat voorafgaand aan de JBZ-Raad, het eerste moment waarop men in Brussel samenkomt om over de voorstellen te spreken. Ik vind het prima om de spreektijd uit te breiden, maar dat is aan u, voorzitter.

De voorzitter:

Mijnheer Pechtold, dan moet ik constateren dat er geen meerderheid is voor uw voorstel.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Dat kan ik ook constateren, maar ik wil dan wel mijn collega's voorhouden en ook even de vinger erop leggen dat dit betekent dat we in de laatste weken voor het reces waarschijnlijk meerdere debatten gaan houden. Ik voorzie zomaar dat het volgende debat dan ook niet voldoende is. Ik voorzie echter ook dat andere landen allemaal hun mening gaan vormen en dat wij als Nederland dadelijk een debat voeren — hoe je daar ook in zit — waarin het hele kabinetsstandpunt er eigenlijk niet meer toedoet, omdat wij dan ingehaald zijn door de actualiteit. Ik denk dus dat er tempo moet worden gemaakt met de appreciatie. Ik vind dat er een volwaardig debat moet worden gevoerd over alles. Ik ben het met mevrouw Kuiken eens dat dit vorige week ook tot inzicht bij de oppositie had kunnen leiden. Dat geef ik toe. Ik heb dat vanmiddag ook al gezegd. Ik doe echter voor de laatste keer een dringend beroep. Laten we niet twee dezelfde debatten gaan voeren. Dat geeft een hoop chagrijn, terwijl we het, met een beetje uitstel en druk op het kabinet om met een appreciatie te komen, volgende week waarschijnlijk goed kunnen doen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik probeer een oplossing te verzinnen. Als we nu niet gaan voor een plenair debat volgende week, maar voor een uitgebreid algemeen overleg, zoals we dat altijd hebben voorafgaand aan een JBZ-Raad, waarbij deze brief er ook ligt en als we dat vervolgens plenair afronden, zoals ook gebruikelijk is. Dan doen we niets dubbelop en komen we tegemoet aan de wens van de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Ik kan alleen voor mijzelf spreken, dus ik kijk even naar de mimiek van mijn collega's. Ik hecht niet aan de zaal waarin het debat plaatsvindt. Een plenaire afronding zou wat mij betreft goed zijn. Ik laat de inhoud prevaleren boven de zaal. Ik heb het dan liever volgende week, maar ik wil dan wel van de coalitie willen vragen — ik ga nu even onderhandelen via de voorzitter — om ervoor te zorgen dat die appreciatie er volgende week is, want dat vind ik het allerallerbelangrijkste.

De voorzitter:

Even weer terug. Mevrouw Kuiken heeft een voorstel gedaan. De heer Pechtold zegt: dat is prima. Daar wordt zijn voorstel dus door overruled. Ik kijk even naar de leden. Wat vinden zij van dit nieuwe voorstel?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dan gaat het nog wel over de timing. De JBZ staat in principe gepland over twee weken. We wachten nog op een aantal stukken. Ik zou dus zeggen: laten we over twee weken een uitgebreider AO voeren dan we normaal doen met een plenaire afronding. Dat is mijn tegenvoorstel.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het zijn allemaal interessante procedurele voorstellen. Ik ben hier vanavond aanwezig om een debat met de minister-president te voeren. We zitten een beetje met die brief. Die wordt dan uitgesteld. Dat vind ik een probleem, maar ik hecht wel aan een debat met de minister-president over dit belangrijke onderwerp. Ik heb geen zin in een AO met een minister over twee weken, als we allemaal zien dat dit een punt is dat na uitstel op uitstel zo langzamerhand wel met de premier moet worden besproken. Ik wil dat toch even neerleggen bij de heer Pechtold. Hoe zou hij dat wegen?

De heer Pechtold (D66):

De zaal doet er voor mij niet toe, maar ik ben het geheel met de heer Buma eens dat de inhoud moet kloppen en dat de appreciatie er dus moet zijn. Als we het voorstel van mevrouw Kuiken overnemen, kunnen we daar ook andere dingen bij betrekken. Dat vind ik ook prettig. Ik ben het met de heer Buma eens dat de inhoud en de personen centraal staan. Dat is voor mij ook de minister-president. Ik hoorde mevrouw Kuiken echter niet voorstellen dat de minister-president daar niet bij is.

De voorzitter:

Daar was ik ook van uitgegaan. We hebben het over het omzetten van dit plenaire debat met de minister-president in een algemeen overleg. Dat is dan opnieuw met de minister-president.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Er is misschien nog wel een idee dat ik de heer Pechtold wil voorhouden. Hij zei net in zijn inleidende woorden dat hij wil voorkomen dat we straks mosterd na de maaltijd krijgen en dingen gaan bespreken, terwijl andere lidstaten hun positie al hebben ingenomen. Als we meegaan in het voorstel van de coalitie om het AO pas over twee weken te houden, dan zitten we tegen de Europese top aan. Dan staan we hier weer plenair, want dan krijgen we gewoon de geannoteerde agenda van de Europese top. Dan kunnen we dus pas over twee weken voor het eerst over de brief van 26 mei spreken. Dat zou wel erg laat zijn.

De heer Pechtold (D66):

Ik hoorde mevrouw Kuiken toch zeggen "uiterlijk twee weken". Ook de coalitie is er immers bij gebaat — dat hoor ik die partijen ook zeggen — dat al die stukken, voor zover menselijk mogelijk is, er liggen. Dat is waarschijnlijk over twee weken. We hopen dat dit op de dinsdag is. Dan kost het zo min mogelijk tijd. Ik ben het met de heer Voordewind eens, maar ik denk dat we er reëel over moeten zijn dat we vanavond ook door de tijd worden ingehaald. Als de brief zo helder is als die nu is, komt er vanavond ook niet ineens een standpunt uit vak-K. Die tijd is verloren.

De voorzitter:

Ik ga weer terug naar het voorstel. Geen debat vanavond, maar een algemeen overleg ter voorbereiding van de JBZ-Raad op donderdagochtend 11 juni, met de minister-president en met uitbreiding van de spreektijden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik ben genegen het voorstel zoals u het formuleert te steunen, mits de bewindspersonen die wij vanavond in vak-K zouden verwelkomen daar dan ook bij zijn en wij ruime spreektijden hebben.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dit voorstel kan ik ook steunen maar wel met de expliciete opmerking dat het kabinet dan ook helder positie kiest. De heer Pechtold heeft dat ook aangegeven. Dat is de reden waarom wij nu geen nuttig debat kunnen hebben. De brief van het kabinet met zijn positie ten opzichte van de voorstellen van de Europese Commissie moet er dan ook echt liggen.

De heer Pechtold (D66):

En niet op die woensdag.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Precies.

De voorzitter:

Uit de mimiek van mevrouw Kuiken maak ik op dat die brief er dan wel zal liggen. Ik zie echter dat zij het daar niet mee eens is. Ik zal het anders formuleren. Wij gaan ervan uit dat die brief er tijdig ligt, anders staat de heer Pechtold hier ongetwijfeld weer.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV kan ook met het compromis leven. Tijdig een kabinetsappreciatie en dan een ruim AO met de minister-president en met ruime spreektijden. Daarna een plenaire afronding.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Laten wij het zo maar doen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik ben nog even aan het zoeken. Als die brief er komt, sluit ik niet uit dat die toch reden kan zijn voor een plenair debat. We hebben het nu over een algemeen overleg over twee weken, maar het is een kwestie waar wij nu al een debat over zouden hebben zonder brief. Ik hecht eraan om op het moment dat de brief er is een afweging te kunnen maken over de manier waarop wij dat debat gaan houden. Mevrouw Kuiken heeft daar nog voor ik mijn zin had afgerond al een vraag over, zie ik.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik wil een opmerking maken. Het is nu wel kiezen. Ik doe een handreiking, maar op een gegeven moment moet het klaar zijn met alles wat je er nog bovenop wilt leggen. Of wij houden vanavond een debat met de minister-president en de staatssecretaris of wij houden over twee weken een uitgebreid algemeen overleg met een plenaire afronding. Beide mogelijkheden mogen van mij, maar het is niet zo dat wij er vervolgens een heel keuzemenu aan toevoegen.

De voorzitter:

Dat gaan wij dan ook niet doen. Ik constateer dat er een meerderheid is voor het compromisvoorstel. Het AO over de JBZ-Raad is sowieso gepland. Mocht er tegen die tijd behoefte zijn aan een plenair debat, dan komt u ongetwijfeld allen weer terug in deze zaal.

Ik concludeer dat het debat van vanavond niet doorgaat. Op 11 juni is er voorafgaand aan de JBZ-Raad een algemeen overleg gepland met de minister-president en met ruimere spreektijden dan wij gewoon zijn. Dit moet in feite overigens in een procedurevergadering van de commissie worden afgewikkeld. Maar met deze brede ondersteuning kan dat haast niet misgaan.

Mijnheer Voordewind, ik wil eigenlijk de regeling hiermee afsluiten. Wij zitten middenin een debat dat om 18.00 uur afgerond moet zijn. Wij moeten de tweede termijn nog houden. U krijgt heel kort het woord.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb nog een korte opmerking. Mevrouw Kuiken geeft de Kamer de optie: of vanavond of over twee weken. Ik wil nu nog een appel op de Kamerleden doen om toch voor vanavond te gaan. Het debat over twee weken staat er al.

De voorzitter:

Die discussie hebben wij zojuist gevoerd. Het voorstel van de heer Pechtold is geamendeerd. Dat geamendeerde voorstel heeft een meerderheid. Ik concludeer dus zoals ik zojuist geconcludeerd heb.

De heer Pechtold (D66):

In uw bijna volledige samenvatting mist nog een klein ding, namelijk de plenaire afronding.

De voorzitter:

Dat klopt, maar die zat in het voorstel van mevrouw Kuiken, mijnheer Pechtold.

Na een korte schorsing hervatten wij het debat met beide staatssecretarissen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven