6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van bepalingen op het gebied van jeugdverblijven (Wet op de jeugdverblijven) (34053); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met een regeling voor het elektronische berichtenverkeer (Wet elektronisch berichtenverkeer belastingdienst) (34196); 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 21 mei 2014 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (Trb. 2014, 146) (34155); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146); 

  • -het wetsvoorstel Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PbEU L 151/1) (34081); 

het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het verbeteren van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging, alsmede het voorkomen van faillissementsfraude (herziening strafbaarstelling faillissementsfraude) (33994). 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik: 

  • -in de contactgroep Duitsland het lid Veldman tot lid. 

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik: 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Ronnes tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Ronnes tot lid in plaats van het lid Bruins Slot en het lid Bruins Slot tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Ronnes tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Knops. 

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Grashoff tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Grashoff tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Grashoff tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Klaver; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Grashoff tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Grashoff tot lid in plaats van het lid Klaver en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Grashoff tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Grashoff tot lid in plaats van het lid Klaver en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Klaver tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Grashoff tot lid in plaats van het lid Klaver; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Voortman tot lid in de bestaande vacature en het lid Grashoff tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Voortman; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Van Tongeren tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Klaver; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Klaver tot lid in de bestaande vacature en het lid Grashoff tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Klaver; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Van Tongeren tot lid in plaats van het lid Voortman en het lid Voortman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Tongeren. 

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 34000-XV-21; 28286-789; 28286-790; 28286-792; 28286-793; 28286-794; 31135-35; 34000-XVI-27; 21501-33-527; 29282-216; 33410-60; 28286-689; 32563-42;33900-9; 25657-140; 25657-143. 

Het woord is aan mevrouw Ypma van de PvdA-fractie. 

Mevrouw Ypma (PvdA):

Voorzitter. Wij verwachten in Nederland van kinderen die een minder rooskleurige jeugd hebben gehad en van wie de weg naar 18 jaar er een was met vele hindernissen, toch dat ze op hun 18de volledig op eigen benen staan. Ik weet niet hoe het u is vergaan, maar op mijn 18de ging ik nog regelmatig naar hotel Mama om wat bij te tanken of om hulp te vragen. In de jeugdzorg is 18 jaar echter de deadline. Ik zou daarover graag een debat willen voeren, omdat sommige kinderen daar echt nog niet klaar voor zijn en daar hulp bij nodig hebben. We kunnen ook meer verwachten van instellingen: die moeten op tijd een goed toekomstplan en een risico-inschatting maken. 

Het gaat ons allemaal aan het hart en ik hoop dan ook op brede steun van mijn collega's te kunnen rekenen. 

De heer Verhoeven (D66):

Op zichzelf steun ik dit verzoek voor een debat. Ik wil wel graag eerst een brief met een reactie op het betreffende rapport. Ik zeg er ook bij dat ik eerst wat meer zou willen weten over de uitvoering van het amendement-Bergkamp. Dat amendement heeft namelijk een vrij grote overlap met dit voorstel voor een debat. Ik zou toch wel graag die dingen gezien hebben, voordat we dit debat inplannen. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

De heer Verhoeven (D66):

Nee, ik wil eerst een brief. Ik wil eerst weten hoe het met die andere twee zaken staat, voordat we hierover een debat houden. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wel steun voor het debat. Het is prima dat D66 aanvullende informatie wil hebben. Dat is een terecht verzoek, maar laten we het debat ook inplannen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Wij zijn het eens met de vraag van D66 om aanvullende informatie. Dus steun voor zowel de brief als het debat. 

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij goed om eerst die informatie binnen te hebben en daarna te bepalen of er een debat moet plaatsvinden. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

De heer Bisschop (SGP):

Vooralsnog geen steun voor dit debat, maar wel voor de brief. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ben een beetje verbaasd over dit voorstel van de PvdA-fractie. We hebben voor het reces, dus eind april, een algemeen overleg gehad over de transitie van de jeugdzorg. Daarin hebben wij expliciet gesproken over de vraag wat er moet gebeuren met kwetsbare jongeren die 18 jaar worden. De PvdA-staatssecretaris heeft toen toegezegd dat hij het gaat bekijken en dat hij … 

De voorzitter:

Dus geen steun? 

Mevrouw Keijzer (CDA):

… naar de Kamer komt met informatie. Ik ben dus een beetje verbaasd hierover. 

De voorzitter:

Steun of geen steun? 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, ik geef geen steun aan dit verzoek. Ik begrijp dat u mij afkapt, maar dan moet u dat ook wel bij iedereen doen. Anders is het een beetje oneerlijk. 

De voorzitter:

Dat doe ik ook bij iedereen, maar soms begin ik ook even … 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik steun het verzoek. Ik heb er net als mevrouw Keijzer gemengde gevoelens bij, maar ik steun het verzoek wel, want het is belangrijk om het erover te hebben. Het is zeker ook belangrijk om zaken te wijzigen die bij de Jeugdwet fout zijn gegaan. 

De heer De Graaf (PVV):

Steun van de PVV-fractie. 

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Zoals al door collega's is gezegd, hebben wij het hier eind april over gehad. Dit onderwerp moet wel steeds terugkomen, want het is een belangrijk onderwerp. 

De voorzitter:

Ook voor u geldt: steun of geen steun? Anders wordt mevrouw Keijzer boos. 

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik vind dat het ook in een algemeen overleg kan in samenhang … 

De voorzitter:

Dus geen steun. 

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Geen steun op dit moment, maar wel steun voor de brief. 

De voorzitter:

Mevrouw Ypma, er is geen steun voor het houden van een debat, maar wel voor het vragen van een brief met informatie over de motie van mevrouw Bergkamp. 

Mevrouw Ypma (PvdA):

Als in die brief dan ook een reactie kan worden gegeven op het rapport van de Kinderombudsman, dat gisteren verschenen is en dat de aanleiding hiervoor is, en op de aanbevelingen uit dat rapport, dan zal ik tijdens de procedurevergadering hierop terugkomen. Wellicht is er dan wel steun voor een algemeen overleg. 

De heer Verhoeven (D66):

De bijdrage van mevrouw Bergkamp betrof overigens een amendement. 

De voorzitter:

Een amendement. Goed. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Als je geen landbouwwoordvoerder bent, zul je je nu afvragen wat al die technische termen betekenen, maar de melkveesector schiet door zijn zelfopgelegde fosfaatproductieplafond heen, zo blijkt vandaag uit cijfers van het CBS. De staatssecretaris heeft gezegd dat er extra maatregelen komen als wij door het landelijk plafond schieten, maar ook het landelijk plafond is al binnen bereik. Dat konden wij zien aankomen, maar belangrijk is vooral dat de staatssecretaris maatregelen heeft aangekondigd. Daarover zal zij een brief sturen. Het lijkt mij goed om het debat dat wij hierover zullen moeten voeren, alvast in te plannen. Dan kunnen wij spreken over de derogatie die wij dreigen te verliezen en de maatregelen die de staatssecretaris dan voorstelt. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De Kamer heeft bijna of helemaal unaniem mijn motie over alternatieven voor dierrechten aangenomen. De staatssecretaris moet die motie nu gaan uitwerken. Als die uitwerking er is — wat mij betreft gebeurt dat op heel korte termijn — kunnen wij dit debat inplannen. Ik steun dus het verzoek om een debat, maar wil wel eerst de uitvoering van de motie zien. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Eens. 

De heer Verhoeven (D66):

Als de melkveesector door zijn eigen fosfaatproductieplafond heen dreigt te schieten, is het echt tijd voor een debat. Steun dus van D66 voor het verzoek van mevrouw Ouwehand. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Hierover hebben wij nog niet zo heel lang geleden nog gesproken, mede naar aanleiding van de motie van mevrouw Dik-Faber, waarover zij zojuist sprak. De VVD-fractie wil een brief van de staatssecretaris waarin zij ingaat op de planning: wanneer zal die motie zijn uitgevoerd? Als die informatie hier is, bepalen wij of er een debat dan wel iets anders nodig is. 

De heer Bisschop (SGP):

Dat lijkt mij de aangewezen weg. Wij vragen een brief met informatie van de staatssecretaris. Op het moment dat die informatie binnen is, bepalen wij of er een debat moet komen of niet. 

De heer De Graaf (PVV):

Geen steun vanuit de PVV-fractie. 

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Wij steunen het verzoek om een brief, want dit bericht komt niet onverwachts. Wij kijken uit naar de brief. Wellicht kunnen wij daarna nog een debat voeren. 

De heer Geurts (CDA):

Eerst maar de brief. Verder sluit ik mij aan bij wat mevrouw Dik-Faber aangaf. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb op dit moment nog geen steun voor het debat. Ik voorspel u dat wij door het landelijke fosfaatplafond heen zullen gaan. Op dat moment sta ik hier opnieuw om het debat aan te vragen. Het lijkt mij beter om dat debat alvast in te plannen, omdat wij weten wat er aankomt en omdat de sector duidelijkheid wil. Ik zie dat de heer Verhoeven alle steun heeft voor het debat over derogatie en fosfaatplafonds. Ik reken dus op zijn steun als ik hier de volgende keer sta. 

De voorzitter:

Dank u. Er is wel steun voor een brief. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven