5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming en tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (34088) en de daarbij ingediende motie.

Ik stel voor om het debat over het Stabiliteitsprogramma en het Nationaal Hervormingsprogramma toe te voegen aan de agenda van volgende week en daarbij vijf minuten spreektijd per fractie te hanteren.

Ik stel voor om de tijdelijke commissie ICT decharge van haar werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel de Kamer mee dat de vaste commissie voor Economische Zaken tot haar ondervoorzitter heeft gekozen het lid De Caluwé.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Madlener tot lid in plaats van het lid Fritsma en het lid Fritsma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Madlener.

Ik stel voor, aan de agenda toe te voegen:

  • -het VAO Boeken, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 april, met als eerste spreker het lid Van Veen van de VVD.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben de uitspraak van de Raad van State gehoord over de gaswinning in Loppersum. Ik wil graag op korte termijn met de minister van Economische Zaken een debat daarover. Hoe gaat hij die uitspraak uitvoeren en wat zijn de consequenties voor de gaswinning op de overige locaties in Groningen? Wij hebben van het bedrijf gehoord dat het de uitspraak uiteraard respecteert. Ik wil dus ook weten of er na die uitspraak van de Raad van State onmiddellijk veranderingen hebben plaatsgevonden in de gaswinning in Groningen. Dus op korte termijn een debat met de minister van Economische Zaken over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State voor de gaswinning in Groningen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Natuurlijk van harte steun voor dit debat, want het moet voor de Groningers volstrekt helder zijn dat de gaskraan op andere plekken hierdoor niet verder wordt geopend. Die toezegging willen wij op heel korte termijn van de minister ontvangen. Dus van harte steun voor dit verzoek, want dit geeft in Groningen nog heel veel onrust. Hoe wordt hiermee omgegaan?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook van de fractie van de Partij voor de Dieren van harte steun voor dit debat en ook voor de brief, want dit kan bij de Groningers heel veel vragen oproepen. Gaat er nog geboord worden in andere gebieden en neemt de gaswinning daar toe? Dus graag een debat hierover.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ook namens de ChristenUnie van harte steun voor het debat en voor de brief. Wij zouden het ook op prijs stellen als het kabinet nu gewoon voor het hele kalenderjaar 2015 duidelijkheid biedt over de gaswinning. Misschien zou u ook dat verzoek willen doorgeleiden.

De heer Schouw (D66):

Er is gisteren een belangrijk besluit genomen. Wij stellen een brief van het kabinet zeer op prijs. Die willen wij eigenlijk krijgen voor volgende week dinsdag. Mijn fractie doet ook een beroep op u, voorzitter, om te bekijken of wij het debat al volgende week kunnen voeren, want onze fractie denkt dat het belangrijk is om zo snel mogelijk politieke duidelijkheid hierover te hebben.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun van de PVV voor een debat en ook voor het verzoek van de ChristenUnie om snel duidelijkheid te geven over de gaswinning voor de rest van het kalenderjaar 2015.

De heer Van Dekken (PvdA):

Steun voor het debat en voor de brief. Vanochtend heb ik in de procedurevergadering trouwens ook een brief gevraagd over 43 ontruimingen in het bevingsgebied rond Loppersum. Ook daarop krijg ik graag heel snel een kabinetsreactie.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP steunt de brief en het debat. Graag zo snel mogelijk zo veel mogelijk duidelijkheid.

De heer Van Gerven (SP):

Er is al een debat gepland over het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. We steunen het verzoek, maar we zouden het graag bij dat debat betrekken. Dat willen we dan volgende week houden.

De heer Bosman (VVD):

Ook van de VVD steun voor de brief en het debat.

De voorzitter:

Ik constateer dat er een meerderheid is voor het houden van dit debat. De spreektijd is vier minuten. Het verzoek is om het debat volgende week te houden. We zullen kijken of dat in de planning kan worden ingeregeld.

De heer Van Gerven (SP):

Ik had een aanvullend voorstel gedaan, dus om het debat te houden en het te combineren met het andere debat. De vraag is of dat kan. Ik kijk ook naar de indiener van het verzoek.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Van Tongeren om te zien of ze daarmee akkoord gaat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

In de procedurevergadering hebben we gezegd dat we het debat over de kabinetsreactie op het onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid in de laatste week voor het meireces willen houden. Dit is urgent. Het is een voorlopige voorziening, die onmiddellijk in werking moet treden. Ik heb van sommige commissieleden de volgende suggestie gekregen. We hebben een debat over de Mijnbouwwet op de plenaire agenda staan. Als dat de enige gelegenheid zou zijn, is in ieder geval een aantal woordvoerders het ermee eens om de debatten om te wisselen, als dat een mogelijkheid is. Dan is immers minister Kamp beschikbaar en in elk geval het gros van de energiewoordvoerders.

De voorzitter:

U stelt dus voor om het debat dat u nu hebt aangevraagd, te houden en het debat dat al gepland is voor de laatste week van het meireces, door te laten gaan. Twee debatten dus.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja.

De voorzitter:

Goed, we zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. We zullen bekijken of dit debat volgende week kan worden ingepland.

Het woord is aan de heer Krol.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Na mijn mondelinge vragen gisteren over de nadelige fiscale gevolgen van langer doorwerken moet 50PLUS constateren dat er toch nog onvoldoende duidelijkheid is over een aantal zaken. Er moet zo snel mogelijk worden toegewerkt naar harmonisering van pensioendata en de AOW-datum, want de gisteren besproken fiscale problematiek ontstaat vooral door het uiteenlopen van die data. PvdA-collega Vermeij heeft dit punt gisteren terecht nog eens benadrukt. 50PLUS constateert verder dat er geen oplossing voorhanden is voor het doorwerkvereiste voor oudere werklozen en mensen geboren na 1 januari 1950. De financiële gevolgen kunnen groot zijn. Vooral werklozen hebben door het doorwerkvereiste geen mogelijkheid om het aanvullend pensioen later te laten ingaan. Voor een en ander moet spoedig een oplossing komen en ...

De voorzitter:

Mijnheer Krol, u moet nu alleen een debat aanvragen en niet …

De heer Krol (50PLUS):

Ik kom bij mijn vragen, mevrouw de voorzitter. 50PLUS vraagt een brief vóór 15 mei van de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën gezamenlijk waarin wordt ingegaan op deze knelpunten en een oplossingsrichting wordt aangegeven, met tijdpad. Afhankelijk van die brief wil ik vervolgens al dan niet een debat aanvragen.

De voorzitter:

Dat is een beetje lastig, want een brief wordt over het algemeen niet via de regeling van werkzaamheden aangevraagd. U bent eigenlijk bezig met een soort sluiproute. Ik kijk even wat de andere leden hiervan vinden.

Mevrouw Lodders (VVD):

Het is misschien niet helemaal de gebruikelijke route, maar volledige steun voor het verzoek voor de heer Krol. Dus een brief, het liefst zo snel mogelijk. Laten we daarna met elkaar bekijken of er nog een algemeen overleg dan wel een ander debat gepland moet worden, als het maar zo snel mogelijk daarna besproken kan worden. Dus: steun voor de brief en daarna bepalen of er een debat nodig is.

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 zou ook een debataanvraag hebben gesteund, maar de brief lijkt me een goed begin. Ik wil ook graag weten hoe het staat met de afspraken die het kabinet met bijvoorbeeld verzekeraars gaat maken. Dat is immers een belangrijk onderdeel van de oplossing.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb van mijn collega Vermeij van de PvdA-fractie, mijn fractie dus, begrepen dat er al een brief is toegezegd. In ieder geval steun voor een brief. Daarna bekijken we wel of er een debat nodig is.

De heer Omtzigt (CDA):

Die brief is toegezegd, maar daar zit nog geen deadline op. Het is heel verstandig van de heer Krol om die nu te vragen. Uit ervaring weten we immers wat hier met brieven zonder deadline gebeurt. Steun dus voor het hele verzoek, inclusief de sluiproute. Ik wil eigenlijk een korte inventarisatie hebben voor een of twee aanvullende vragen. We hebben vragen over de verzekeraars en dat zijn heel precieze vragen. De heer Krol was heel precies in zijn vraagstelling, terecht. Kunt u dat regelen, bijvoorbeeld voor morgen, via de commissie?

De heer Slob (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek om de toegezegde brief snel te mogen ontvangen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor een snelle brief.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een deadline op een brief, maar nog niet voor een debat.

De voorzitter:

Ik constateer dat er brede steun is voor de vraag om een brief van het kabinet. Ik zal het stenogram doorgeleiden. Ik hoor ook dat er een inventarisatie moet worden opgesteld van de vragen die moeten worden gesteld. De griffier van de commissie zal dit via de e-mail aan u doorgeleiden.

De heer Krol (50PLUS):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Krol.

Ik geef het woord aan mevrouw Siderius van de SP.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Ik heb een aantal verzoeken. Het eerste heeft betrekking op de fraude met de kinderopvangtoeslag. Gisteren werden wij opgeschrikt door een onderzoek van RTL Nieuws over grootschalige fraude met de kinderopvangtoeslag en dan met name door gastouderbureaus. Wij hebben hier al eerder geconstateerd dat het toezicht daarop niet altijd even best is. Ook bij de Belastingdienst lijkt de chaos nog steeds niet voorbij te zijn. Het is wat mij betreft in ieder geval tijd voor een brief en een debat met minister Asscher. Ik weet dat mijn collega's in de Kamer ook de staatssecretaris van Financiën daarvoor willen uitnodigen. Dit lijkt mij een goede suggestie. Ik doe dus een verzoek om een debat.

De voorzitter:

Voor alle duidelijkheid: in afwijking van uw aankondigde vraag voor de regeling van werkzaamheden — u vroeg om een debat met de staatssecretarissen van Sociale Zaken en van Financiën — vraagt u nu om een debat met de minister?

Mevrouw Siderius (SP):

Nee, voorzitter, ik heb om een debat met de minister van Sociale Zaken gevraagd, maar ik weet dat er ook de roep is om de staatssecretaris van Financiën daarbij aanwezig te laten zijn.

De voorzitter:

Excuses. Ik leg uw verzoek nu voor aan de leden.

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 steunt dit van harte. Het lijkt echt kinderlijk eenvoudig om via een soort balletje-balletjeconstructie te frauderen met de kinderopvangtoeslag en de belastingbetaler voor miljoenen te benadelen. Het lijkt mij heel goed dat wij dit debat voeren met de beide bewindslieden die mevrouw Siderius noemt.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Steun voor een debat, ook met staatssecretaris Wiebes daarbij. Wel ontvangen wij daaraan voorafgaand graag een brief.

De heer De Graaf (PVV):

Ik spreek ook graag steun uit voor een debat en voor de vraag om vooraf een brief te mogen ontvangen met een overzicht van de fraude, waarin de regering zo gedetailleerd mogelijk ingaat op de problematiek, cijfermatig en onderbouwd.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Fraude moet keihard worden bestreden. Daarom van onze zijde steun voor een debat en een brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun van de SGP.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voor beide steun van de ChristenUnie.

De heer Anne Mulder (VVD):

Geen steun voor een debat, maar volgens mij is er al een meerderheid. Mijn fractie stelt een brief in ieder geval op prijs.

De voorzitter:

Ik concludeer dat er een meerderheid is voor een brief en dat er steun is voor een debat. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. De spreektijd is 4 minuten.

Mevrouw Siderius, u hebt nog een tweede verzoek.

Mevrouw Siderius (SP):

Morgenavond is er een debat over de participatie van mensen met een licht verstandelijke beperking in Nederland. Dat zijn ongeveer 1,4 miljoen mensen. Uit een rapport van het SCP blijkt dat het voor deze mensen steeds moeilijker is om te participeren, onder andere door alle bezuinigingen van het kabinet. De premier heeft de Koning laten zeggen dat wij naar een participatiesamenleving toe moeten. Dit vormt ook het hart van het regeerakkoord, maar nu heeft de premier laten weten dat hij morgen niet wil komen opdagen in de Tweede Kamer om met ons hierover te spreken. De SP hecht eraan dat de premier komt om tekst en uitleg te geven. Wij willen graag de premier bij dit debat hebben. Verder krijgen wij graag de brief met een reactie op dit rapport die in december is toegezegd. Die hebben wij nog steeds niet ontvangen. Blijkbaar is het allemaal niet zo belangrijk voor de premier, maar het zou toch goed zijn als hij zich hier komt verantwoorden.

De voorzitter:

Een rappel voor de brief en een uitbreiding van de aanwezigheid van de kant van de regering met de minister-president, want dit debat staat gepland met de minister van VWS en de staatssecretaris van Sociale Zaken.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Het is geen uitbreiding van de aanwezigheid met de minister-president, want dit debat is oorspronkelijk aangevraagd met de minister-president en zo ook gesteund. Het lijkt mij niet meer dan normaal dat dit gebeurt als dit is toegekend door een aantal partijen. Steun voor de brief; het lijkt mij dat die er morgen voor 12.00 uur moet zijn.

De heer Potters (VVD):

Mijn fractie steunt dit verzoek niet. Volgens mij gaat het kabinet over zijn eigen vertegenwoordiging. Het lijkt mij veel handiger als de verantwoordelijke bewindspersoon, bijvoorbeeld de heer Van Rijn, aanwezig is. Mijn fractie steunt dit verzoek voor de aanwezigheid van de minister-president niet.

De heer Van der Staaij (SGP):

De Kamer mag haar wensen uiten, maar de regering gaat inderdaad over de eigen vertegenwoordiging. De SGP-fractie vindt het niet nodig dat de minister-president dit debat bijwoont.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Mevrouw Gerbrands heeft gelijk als zij zegt dat dit debat expliciet was aangevraagd met de premier. Het gaat over een onderwerp waar hij de mond van vol heeft, dan zou het toch wel heel raar zijn als hij hier nu opeens bij wegblijft. Volgens mij hebben we nog niet een meerderheid die zegt dat het verzoek niet is ingewilligd. Mijn fractie steunt dit verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik geef er de voorkeur aan om de minister-president bij het debat te hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik moet toch constateren dat er geen meerderheid is voor dit verzoek. Het debat blijft staan zoals het is gepland.

Mevrouw Siderius (SP):

Mag ik daar nog wat over zeggen?

De voorzitter:

Mevrouw Siderius, u mag daar nog wat over zeggen, maar ik heb mijn conclusie al getrokken.

Mevrouw Siderius (SP):

Het zou mooi zijn als de PvdA zich hier ook over uitspreekt. Nu komen minister Schippers — ik vind dat altijd heel gezellig — en de staatssecretaris van Sociale Zaken naar de Kamer, maar het debat gaat over veel meer onderwerpen. Het gaat ook over het pinnen van geld en over de mobiliteit in het openbaar vervoer. Het is bijvoorbeeld de vraag hoe je met de bus gaat als je een licht verstandelijke beperking hebt. Ik wil graag dat in ieder geval de premier komt. Hij mag zelf weten wie hij meeneemt van zijn kabinet, maar het is echt belangrijk — dit is het hart van het regeerakkoord — dat de premier, die toch de mond vol heeft met zijn participatiepropaganda, hier verantwoording komt afleggen.

De voorzitter:

Uw punt is duidelijk.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Het verzoek van de SP is heel begrijpelijk. Het gaat om heel kwetsbare mensen die echt onze aandacht en steun verdienen. Ik sluit mij zeer aan bij de warme woorden van mevrouw Siderius voor deze doelgroep, maar wij hebben graag het debat met de bewindslieden die het meeste verstand van zaken hebben en dat zijn de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid. Het lijkt ons daarom het beste om met hen het debat te voeren.

De voorzitter:

Dat betekent toch dat u geen meerderheid hebt voor het verzoek om de minister-president bij dit debat aanwezig te laten zijn. Het is wel helder dat uw rappel voor de brief nadrukkelijk effect moet hebben. Die brief moet er morgen voor het debat zijn.

Mevrouw Siderius (SP):

Voor het debat vind ik wel wat laat. De premier heeft er al vier maanden over kunnen doen om die brief te schrijven.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden en het verzoek doen om de brief er morgen voor 12.00 uur te laten zijn.

Dan geef ik u het woord voor uw derde verzoek.

Mevrouw Siderius (SP):

Dan hebben we ook nog staatssecretaris Dekker die vragen niet heeft beantwoord. Het gaat om de volgende vragen. We hebben een maand geleden vragen ingediend over het aanstellen van conciërges en klassenassistenten. We hebben bovendien in maart al vragen ingediend over het passend onderwijs voor leerlingen met diabetes. Daarnaast hebben we vragen gesteld aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de aanhoudende onzekerheid voor kinderen met een meervoudige beperking en over intensieve zorg in de klas. Het zou toch mooi zijn als deze vragen beantwoord worden.

De voorzitter:

We zullen ook het stenogram hiervan doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Karabulut van de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Gisteren kwam de NOS naar aanleiding van een onderzoek met het nieuws dat steeds meer mensen met spoed een woning zoeken. Zij worden de urgente woningzoekers genoemd. Deze mensen krijgen voorrang, waardoor de wachtlijsten voor de andere mensen die wachten op een woning, ook groeien. De druk op de woningmarkt neemt toe. De woningnood groeit. Daarover wil ik graag een debat voeren met de minister voor Wonen.

De heer Fritsma (PVV):

Het kabinet laat helaas tienduizenden asielzoekers toe, met grote steun overigens van de SP. Dat is de kern van het probleem. Die tienduizenden toegelaten asielzoekers krijgen allemaal voorrang bij het verkrijgen van een sociale huurwoning. Dat gaat ten koste van andere woningzoekenden. Dat is de PVV een doorn in het oog. Vanuit dat oogpunt steunen wij het verzoek.

Mevrouw Karabulut (SP):

De PVV heeft de huurders net zo goed gepakt. Daardoor hebben we nu die lange wachtlijsten.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, we gaan hier niet discussiëren. De orde van de vergadering is aan mij.

Mevrouw Karabulut (SP):

Pardon, voorzitter.

De heer Verhoeven (D66):

Los van de vraag voor wie het tekort geldt: alle Nederlanders die recht hebben op een sociale huurwoning, moeten er een krijgen. Als er te weinig sociale huurwoningen zijn, moet er wat aan gebeuren. Mevrouw Karabulut heeft dus groot gelijk dat ze hierover een debat aanvraagt. D66 steunt dit verzoek dan ook.

De heer Monasch (PvdA):

Steun voor een debat, maar wel graag voorafgegaan door een brief. Het kabinet spreekt altijd met één mond, maar het lijkt mij gelet op de berichtgeving ook verstandig dat de meest betrokken bewindspersonen die vaak met dit onderwerp van doen hebben en onder wiens portefeuille dit valt, nauw betrokken worden bij de beantwoording van deze vragen. Ik wil graag dat dit wordt meegegeven aan het kabinet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik kan mij geheel aansluiten bij hetgeen de heer Verhoeven heeft gezegd. Ook steun van GroenLinks dus.

De heer Van Helvert (CDA):

Ik kan mij ook aansluiten bij de woorden van de heer Verhoeven. Ook steun voor het debat dus.

De heer Van der Linde (VVD):

Het gaat om een belangrijk onderwerp. Daar moeten wij dus over praten. Nu weet ik dat de VNG hier op dit moment nog over praat met het kabinet. Wat ons betreft, komt het dus wel een beetje vroeg. Ik zou zeggen: eerst een brief.

De voorzitter:

Ik constateer dat er in ieder geval een meerderheid voor een brief is. Ook is er een meerderheid voor het debat. Wij gaan dus een debat inplannen, met vier minuten spreektijd per fractie, en zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Karabulut (SP):

Mag ik dan ook vragen of het kabinet de schriftelijke vragen die ik samen met collega Gesthuizen heb gesteld, voor dat debat beantwoordt?

De voorzitter:

Dat komt ook in het stenogram te staan. Wij gaan er dus vanuit dat u voor die tijd antwoord krijgt.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben in diverse media kunnen vernemen dat er weer 400 migranten zijn verdronken voor de kust van Italië. De zomer komt eraan en de verwachting is dat steeds meer mensen de overtocht zullen wagen met dus ook het risico dat zij dat niet zullen overleven. Een tijd geleden hadden wij een debat over dit onderwerp. Toen is de motie-Voortman/Kuiken aangenomen waarin onder andere staat dat het kabinet zich ervoor moet inzetten dat er een missie komt die ook gericht is op het redden van mensen. De brief die ik daarover gevraagd heb, is er nog niet. Ik wil het kabinet dus vragen om die brief alsnog te sturen. Dan kunnen we aan de hand van die brief, daar een debat over voeren.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun, ook voor de lijn die mevrouw Voortman hier uitzet. Ik vraag mij wel af of er ook al andere debatten op de lijst staan rond dit onderwerp. Zo ja, dan lijkt het mij heel raadzaam om die zo snel mogelijk in te plannen, maar in ieder geval steun ik dit verzoek om een debat, want we moeten het daar zeker over hebben.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is vreselijk dat er weer 400 mensen zijn omgekomen, ook doordat de missie veranderd is in de Triton-missie die alleen maar de grenzen bewaakt. Het is dus terecht dat mevrouw Voortman hier aandacht voor vraagt. Ik steun dus het verzoek om een debat. Als het sneller kan via een AO, dan moeten we dat misschien op die manier doen. Ook steun ik het verzoek om de brief.

De heer Fritsma (PVV):

Ongelukken gebeuren omdat mensensmokkelaars nog steeds vrij spel hebben. Zij hebben vrij spel, omdat de Europese buitengrenzen juist niet worden bewaakt. Daarom blijft het probleem bestaan. Daar kan over gesproken worden. Dat is prima. Ik steun dus het verzoek.

De heer Schouw (D66):

Steun voor het verzoek. Mijn fractie zou het op prijs stellen om in elk geval die brief voor volgende week dinsdag te ontvangen.

De heer Oskam (CDA):

Steun voor het verzoek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij is het nog niet eens zo lang geleden dat wij hierover in de Kamer gedebatteerd hebben en terecht, want het is vreselijk wat er gebeurt. Volgens mij staat er echter nog een debat op de agenda dat door de heer Fritsma is aangevraagd. Ik steun daarom het verzoek om er een nieuw, afzonderlijk debat over te houden niet, want er staat al een debat hierover op de agenda.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het is inderdaad vreselijk. Het is dus terecht dat mevrouw Voortman hier aandacht voor vraagt. Ik steun graag het verzoek om die brief naar aanleiding van de motie die wij samen hebben ingediend. Daarna wil ik graag even bekijken wat een handig moment is voor een debat en of we dat hier doen, of aansluitend op het verzoek dat er al ligt of in een algemeen overleg dat we spoedig kunnen inplannen. Ik steun dat dus niet nu direct, maar wil vanmiddag graag even bekijken wat handig is.

De voorzitter:

Ik concludeer dat er brede steun is voor een brief. Er is nog geen brede steun voor een debat, maar wel voor de mogelijkheid om aan te sluiten bij het debat dat gepland staat. Wat heeft uw voorkeur, mevrouw Voortman?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik was blij met de toevoeging van de heer Schouw om te verzoeken de brief, waarom al een hele tijd geleden is gevraagd, voor dinsdag 12.00 uur naar de Kamer te sturen. Wat mij betreft, kan dan aangesloten worden bij het debat dat de heer Fritsma heeft gevraagd. En dat zouden we dan volgende week kunnen houden. Volgens mij zijn de PVV en GroenLinks het op dit punt eens!

De voorzitter:

Dan concludeer ik dat de brief er voor dinsdag 12.00 uur zou moeten zijn. We zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Verder is het verzoek om het debat dat door de heer Fritsma is aangevraagd, zo snel mogelijk te laten plaatsvinden en daar dan ook dit punt aan toe te voegen. We zullen de Voorzitter vragen om dat tijdig in te plannen.

De heer Azmani (VVD):

Ik concludeer toch iets anders over wat de meerderheid van de Kamer wil, namelijk dat na ommekomst van de brief bepaald wordt welke mogelijkheid er is om het debat te voeren. Ik concludeer nog niet vanuit de Kamer dat we "z.s.m." dat debat plenair moeten gaan voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Kuiken liet het een beetje in het midden. Dus heb ik gesteld dat we eerst het verzoek doen aan het kabinet om voor dinsdag 12.00 uur de brief naar de Kamer te sturen. Dat debat van de heer Fritsma moet toch nog gepland worden. Mevrouw Voortman heeft gezegd dat ze het prima vindt om haar verzoek daarop te laten aansluiten. Mijn conclusie was dan ook dat het op die manier zou kunnen plaatsvinden. Als dat debat wat langer uitblijft, kan via de procedurevergadering alsnog een algemeen overleg worden gepland.

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het is een beetje uitzonderlijk om iets te vragen over een uitzending die nog moet plaatsvinden, maar het is al uitgebreid in het nieuws geweest dat psychiatrische patiënten als proefpersonen zijn gebruikt zonder dat ze daarvoor toestemming hebben gegeven. Ik verzoek dan ook om een brief van de minister met een zo goed mogelijke reconstructie van wat er precies is voorgevallen. Tevens zou ik graag zien dat in die brief wordt aangegeven wat de rol van de toezichthouders daarbij precies is geweest en of bijvoorbeeld de inspectie of het Openbaar Ministerie erbij betrokken is geweest. Voor dinsdag 12.00 uur zou ik dan die brief willen ontvangen met daarin datgene wat redelijkerwijs op papier te zetten is over wat hier gaande is of gaande was. Dan kunnen we dinsdag kijken hoe we dit onderwerp kunnen behandelen en of het een debat moet worden.

De voorzitter:

Ook u gebruikt weer een sluiproute, merk ik. Ik kijk even naar de interruptiemicrofoons. De heer Rutte stond er als eerste. Ga uw gang.

De heer Rutte (VVD):

Aanvankelijk wilde mevrouw Leijten een debat. Ik ben heel blij dat zij deze route kiest, niet omdat ik principieel tegen een debat ben, maar omdat het in deze zaak vooral belangrijk is dat wij dit ophelderen. Het klinkt heel ernstig. De uitzending is nog niet geweest, dus als we inderdaad in een brief, zoals door mevrouw Leijten gevraagd is, opheldering kunnen krijgen, dan vind ik dat heel goed. Dan kunnen we op grond daarvan opnieuw beoordelen of de brief tot een debat moet leiden. Ik weet niet of de termijn van dinsdag te halen is. Dat is aan de minister. Zij zit wel in de zaal, maar zij kan hier nu niet op reageren. Er moet wel even worden beoordeeld of het kan. Als er iets meer tijd nodig is voor een goede brief, dan moet die tijd ook genomen worden.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Mevrouw Leijten kent haar pappenheimers, dus zij heeft wel aangevoeld wat voor reactie hierop zou komen. Ik zou hetzelfde voorgesteld hebben als mevrouw Leijten heeft gedaan, dus steun daarvoor. Ik vind het wel heel belangrijk dat de beantwoording zorgvuldig gebeurt. Dus als een goede beantwoording iets meer tijd in beslag neemt, heb ik daar geen bezwaar tegen.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Ik steun het verzoek. Het is een heel belangrijk onderwerp. Het gaat tenslotte om zeer kwetsbare mensen. Wij ontvangen de brief het liefst dinsdag, maar als er meer tijd nodig is om alle informatie op tafel te krijgen dan is dat natuurlijk akkoord. De inzet is echter ook voor mij om de brief dinsdag te ontvangen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Mijn fractie verleent steun aan het verzoek van de SP. Misschien is volgende week donderdag een goed tijdstip voor de brief, dan is er ruim een week de tijd om het op papier te zetten.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV-fractie verleent steun aan het verzoek om een brief en het lijkt me prima om die brief dinsdag te ontvangen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De GroenLinks-fractie steunt het verzoek.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP-fractie steunt het verzoek om een brief. Wat ons betreft mag dat wel iets langer duren dan dinsdag als dat helpt om de antwoorden helder te krijgen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ook de fractie van de ChristenUnie steunt het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Ik concludeer dat er brede steun is voor het verzoek om een brief. Het moet een goede brief zijn, met een goede reconstructie. Als het mogelijk is, ontvangt de Kamer die graag voor dinsdag. Als er iets meer tijd nodig is om het verzoek te beantwoorden, dan bespeur ik daar hier ook eigenlijk wel een meerderheid voor.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat is zo, maar stel dat er zaken zijn waarover wij wel geïnformeerd kunnen worden terwijl andere zaken nog worden uitgezocht, dan kan het ook een middenweg worden. Het komt wat mij betreft niet op één dag aan. Dinsdag leek mij een praktisch moment, want dan hebben we de dag erna een procedurevergadering. Eén of twee dagen later maakt mij dus niet uit. Het gaat mij er natuurlijk vooral om te weten of er nu wordt opgetreden, indien de situatie zich nog steeds voordoet. Dat zijn dingen waarvan ik graag snel zou willen weten hoe het zit. Als de reconstructie wat langer duurt, dan zij dat zo.

De voorzitter:

Prima. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Het is alweer een aantal maanden geleden dat het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft geadviseerd aan Nederland om een goede regeling te maken voor bed, bad en brood om uitgeprocedeerde asielzoekers op te vangen. Vandaag zal het Comité van Ministers waarschijnlijk komen met een resolutie hierover. Vanmorgen zagen wij een preview in De Telegraaf — u hebt het waarschijnlijk ook gelezen — waarin wordt gesteld dat het vooral een nationale verantwoordelijkheid is om die regeling te maken. De Kamer heeft hier heel vaak en uitvoerig over gesproken. Mede namens de fractie van de ChristenUnie doe ik twee verzoeken. Ten eerste verzoek ik het kabinet, zo snel mogelijk een inhoudelijke reactie te geven op die resolutie van het Comité van Ministers. Ten tweede hechten de fracties van de ChristenUnie en D66 eraan om dan ook zo snel mogelijk, nog voor het meireces, daarover het debat te voeren met de regering.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Deze verzoeken zijn mede namens mij ingediend, maar ik heb een kleine toevoeging. Gisteren is in de Kamer een motie over de Pauluskerkbenadering aangenomen. Deze voorzag ook in opvang voor uitgeprocedeerden die niet terug kunnen. Misschien kan bij de gevraagde brief ook de uitvoering van die motie worden betrokken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Terwijl de heer Schouw naar het spreekgestoelte liep, is ook het bericht binnengekomen dat het inderdaad klopt wat vanochtend in De Telegraaf stond. Dit is des te meer reden om dit debat te laten voeren en de brief van het kabinet te vragen. Dit heeft de steun van GroenLinks.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik geef van harte steun, maar ook nu vraag ik mij af of er niet al een debat over een soortgelijk onderwerp op de lijst staat. Als dat zo is, dan zouden wij dat volgens mij inderdaad met de urgentie die de heer Schouw aangeeft, naar voren moeten halen. Ik geef nogmaals van harte steun aan de debataanvraag.

De voorzitter:

Even voor alle duidelijkheid: er staat niets meer op de lijst.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV wil zo snel mogelijk de garantie van het kabinet dat er geen illegalenopvang komt. Als die garantie ons per brief bereikt, is dat mooi. Wij wachten die brief dus even af.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek om een debat?

De heer Fritsma (PVV):

Inderdaad.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het is logisch dat het kabinet, zodra de resolutie er is, zo spoedig mogelijk met een kabinetsreactie komt. Ik steun dat verzoek dus. Afhankelijk daarvan wil ik nog even bekijken op welk moment er een debat kan volgen.

De voorzitter:

Dus nog geen steun voor een debat?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Even in volgorde der dingen, voorzitter.

De heer Oskam (CDA):

We hebben lang op die resolutie gewacht. Dus steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook wij zijn benieuwd naar het kabinetsstandpunt hierover. Aan de hand daarvan zullen wij bepalen of we ook het verzoek om een debat steunen.

De heer Azmani (VVD):

Laten wij allereerst de kabinetsreactie afwachten die volgt nadat er daadwerkelijk een resolutie ligt en pas daarna bekijken wat we gaan doen. We verlenen nu dus nog geen steun aan een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, er is brede steun voor een brief, maar er is nog geen meerderheid die op dit moment al een debat wil plannen.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Zou ik dan het volgende met u mogen afspreken? We krijgen die brief voor dinsdag 12.00 uur. Ik spreek dan nu via u af — ik weet niet hoe ik dat anders moet doen — dat ik hier dinsdag bij de regeling weer sta om dat debat aan te vragen. Ik vind het namelijk wel belangrijk dat we dat voor het meireces met elkaar opklaren.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden. En of u er dinsdag wel of niet staat, daar gaat u zelf over.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik wil mijn opvatting hierover nog even kenbaar maken. Ik zie er zelf geen reden voor dat er dinsdag al een standpunt over zou moeten zijn. Het is een ingewikkelde kwestie waar goed naar gekeken moet worden. Er loopt op dit moment een regeling. Wij hechten in ieder geval niet aan dat hier met stoom en kokend water een kabinetsstandpunt over wordt geformuleerd.

De voorzitter:

Dat is helder. Ik concludeer dat er geen anderen zijn die daar bezwaar tegen hebben. Mijn conclusie wordt dus gehandhaafd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven