5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: de motie-Paulus Jansen (32757, nr. 86), de motie-Ouwehand (33400-XVI, nr. 87), de motie-Ouwehand (33400-XII, nr. 44) en de motie-Ouwehand (21501-32, nr. 660). Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de moties zoals ingediend bij het wetgevingsoverleg over het onderdeel Politie van de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor het jaar 2014.

Ik stel tevens voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van diverse andere onderwerpen (33597);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel, het verlengen van de terugbetalingsperiode en het efficiënter maken van het stelsel van studiefinanciering (Wet sociaal leenstelsel masterfase) (33680);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het Voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het onderwijs in de Friese taal (33618);

  • -het wetsvoorstel Regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet EFRO) (33735).

Dan stel ik voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Bedrijfslevenbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 19 november 2013, met als eerste spreker mevrouw Lucas van de VVD;

  • -het VSO The Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB) (26407, nr. 86)— je zou bijna denken dat dit een ander parlement is dan het Nederlands parlement — met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Het Europese Hof in Luxemburg heeft gevonnist dat vanwege "de ernstige en plotselinge verslechtering van de economische en sociale toestand van de Europese Unie" de ambtenaren daar geen recht hebben op een loonsverhoging. Dit betekent dat de Raad van Ministers in het gelijk is gesteld.

Ik wijs erop dat nog een aantal vragen van de Tweede Kamer over dit onderwerp openstaan. Ik som ze kort op. Hoeveel ambtenaren verdienen er meer dan de minister-president? Hoe is het met de pensioenvoorziening van de ambtenaren gesteld? Is de premie daarvan verlaagd en komen er grote tekorten in de toekomst die worden afgewenteld op de lidstaten? De pensioenpremie is dit jaar immers met 1,6% gedaald.

Ik zou graag een brief van het kabinet ontvangen met de precieze details en een appreciatie van de manier waarop de lidstaten ervoor zullen zorgen dat de ambtenarensalarissen in Brussel op een redelijk niveau komen. Naar aanleiding van die brief zou ik graag een debat voeren met de minister van Buitenlandse Zaken en van Europese Zaken.

De voorzitter:

De heer Omtzigt heeft twee verzoeken. Het eerste verzoek is om een brief en het tweede om het houden van een debat.

De heer Van Bommel (SP):

U zult het niet vaak horen van een SP'er, maar "geen loonsverhoging voor Europese ambtenaren" klinkt mij als muziek in de oren. Heb ik het toch maar even gezegd. Ik geef graag steun aan het verzoek om een brief over de achtergronden van dit wijze besluit en de gevolgen voor het loongebouw met inachtneming van de vragen die er nog liggen. Ik steun daarnaast het verzoek om een debat hierover.

De heer Madlener (PVV):

Het zal u niet verbazen dat de PVV hierover natuurlijk een debat wil voeren. Het is een schande wat er gebeurt in Brussel. Er wordt daar feest gevierd met salarisverhogingen terwijl in Nederland de broekriem wordt aangehaald. Het wrange is dat de Nederlandse belastingbetalers meebetalen aan die enorme salarissen en aan de pensioenregelingen. Dus steun voor een brief, maar zeker ook steun voor een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie heeft, net als de CDA-fractie, herhaaldelijk haar zorg uitgesproken over de loonontwikkelingen in Brussel. Steun voor het verzoek om een brief en steun voor het verzoek om een debat.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik steun het verzoek om een brief niet. Ik denk dat wij dit mooi bij het eerste overleg over de Raad Algemene Zaken kunnen betrekken.

De voorzitter:

Mij blijkt dat ik kan aannemen dat u de brief ook niet blokkeert.

De heer Verheijen (VVD):

Wij hebben hierover al vaak gediscussieerd. Volgens mij zijn wij het in Nederland eens over de opstelling tegenover de ambtenarensalarissen in Brussel. Gisteren hebben wij schriftelijke vragen gesteld. De aanvullende brief zullen wij niet blokkeren. Wij hebben op dit moment geen behoefte aan een debat, want volgens mij zijn wij het eens. Dit kan prima bij de Raad Algemene Zaken aan de orde komen. Dus ja voor de brief en nee voor het debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor de brief, voor het debat en voor de aanvullende vragen van de heer Omtzigt.

De heer Schouw (D66):

De fractie van D66 is gek op brieven en gek op debatten, mevrouw de voorzitter, dus twee keer ja.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt brede steun voor de brief. U hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan zal ik mijn verzoek omzetten in een verzoek tot het houden van een dertigledendebat. Wij zouden de brief graag binnen een week of twee ontvangen.

De voorzitter:

Binnen twee weken?

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, binnen twee weken vanaf nu.

De voorzitter:

Dan zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. We zullen het dertigledendebat toevoegen aan de lijst met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal mij ervoor inspannen om dit debat snel in te plannen.

Dan geef ik het woord aan de heer Schouw van D66.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. De Kamer heeft gisteren van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een samenvatting ontvangen van een onderzoeksrapport over de medische zorg die is verleend in een individueel geval in de asielketen. Na deze samenvatting heeft mijn fractie grote behoefte aan het onderzoeksrapport. Wij vragen de staatssecretaris dan ook vriendelijk maar wel indringend om te bevorderen dat dit rapport nog hedenmiddag aan deze Kamer beschikbaar wordt gesteld. Daarin zitten immers mogelijk een aantal knelpunten die van betekenis zijn voor de medische zorg in de asielketen. Als dat het geval is, willen wij dat natuurlijk graag weten.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Uiteraard van harte steun. Dit punt heb ik vanochtend ook al kort aangestipt in mijn eerste termijn van de begrotingsbehandeling. Het lijkt mij heel goed om dit verzoek nog een keertje door te geleiden naar het kabinet. Ik wens de rapporten — volgens mij gaat het om twee inspectierapporten — uiteraard zo snel mogelijk te ontvangen van het kabinet.

De heer Van Hijum (CDA):

Mijn fractie was blij dat de staatssecretaris vrij resoluut opdracht gaf tot het uitvoeren van deze onderzoeken, maar nu de rapporten er zijn, lijkt het mij goed voor het uitvoeren van onze controlerende taak dat ze ook openbaar worden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Uiteraard steun voor het verzoek. De rapporten dienen uiteraard zo snel mogelijk naar de Kamer te worden gestuurd.

Mevrouw Maij (PvdA):

In de brief staat dat de inspectie het rapport niet wil delen omdat daarin privacygevoelige gegevens staan. Misschien kan de staatssecretaris daar nog uitleg over geven, maar het is kennelijk aan de inspectie om de Kamer het rapport wel of niet toe te sturen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek.

De heer Azmani (VVD):

Ik wil de woorden van mevrouw Maij herhalen. In de brief die wij van de inspectie zelf hebben gekregen, staat dat in het rapport privacygevoelige medische gegevens staan. Daar moet de Kamer ook zorgvuldig mee omgaan.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. De privacygevoelige gegevens kunnen er misschien uitgehaald worden of vertrouwelijk ter inzage worden gelegd. Het kan echter niet zo zijn dat het hele rapport bestaat uit privacygevoelige gegevens.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar de regering.

De heer Schouw (D66):

Ik ga ervan uit dat dit vandaag gebeurt en, als dat niet gebeurt, dat ons vandaag wordt uitgelegd waarom het niet gebeurt.

De voorzitter:

Ook deze opmerking wordt toegevoegd aan het stenogram.

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven