Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van der Ham aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht "Rek is eruit wat betreft terugdringen schooluitval mbo".

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik ben blij dat in ieder geval één CDA-Kamerlid aanwezig is, zij het in de rol van staatssecretaris.

Voorzitter. Het is mbo-week. Ik kom net van het Plein, waar leerlingen van het mbo en van roc's zichzelf presenteren. Nederlandse mbo-leerlingen uit de zorg, vormgeving en techniek dingen zelfs mee naar een Europese prijs vanwege het hoge niveau van hun vaardigheden. Wat gaat er toch veel goed in het mbo!

Het mbo leidt verreweg de meeste jongeren naar een baan. Met veel van hen gaat het hartstikke goed. Dat neemt niet weg dat een klein deel van de leerlingen wel problemen heeft: jongeren die door allerlei omstandigheden met hun opleiding stoppen zonder diploma. Doodzonde voor deze jongeren, maar ook doodzonde voor de samenleving als geheel, want wij hebben al deze jongeren hard nodig.

Op het Plein sprak ik ook de voorzitter van de MBO Raad, de heer Van Zijl. Hij gaf mevrouw Van Bijsterveldt een compliment voor haar inspanningen om de uitval in het mbo terug te dringen. Als lid van de oppositie zeg ik hem dat na. Wij zijn er echter nog lang niet. Immers, zelfs haar eigen doelstellingen haalt de staatssecretaris niet. Het wordt alleen maar moeilijker. De groep jongeren die eigenlijk heel gemakkelijk weer terug naar school gehaald kon worden, is nu wel zo'n beetje binnen boord. Maar de jongeren die nu nog zonder diploma vertrekken, zijn veel lastiger te bereiken. Bij hen spelen allerlei problemen mee; men kent ze. Hoe houden wij deze jongeren binnen boord? Het is van groot belang juist deze groep jongeren te helpen op het juiste spoor te komen: goed onderwijs geven, opdat ze later een baan kunnen vinden. Daar moet wel de portemonnee voor getrokken worden, zoals ook de heer Van Zijl zei: investeren in onderwijs, in maatwerk, juist voor dit soort leerlingen. Het mag duidelijk zijn dat mij dit als D66'er uit het hart gegrepen is.

Daarom de volgende vragen. Hoe reageert de staatssecretaris op de cijfers waaruit blijkt dat haar eigen doelstellingen wat het terugdringen van de uitval in het mbo betreft niet gehaald worden? Welke inspanningen moeten gedaan worden om deze doelstellingen wel te halen? Is de staatssecretaris het ermee eens dat de groep jongeren die nu nog binnen boord gehouden moet worden, veel lastiger te bereiken is en dat het terugdringen van schooluitval onder deze groep dus extra maatregelen vergt? De staatssecretaris is zeer ervaren op dit onderwerp; ze wordt er zelfs voor geprezen. Wat is haar inhoudelijke reactie op het feit dat in het conceptregeerakkoord van Rutte I geen extra geld uitgetrokken wordt voor het mbo? Wat zal de aangekondigde forse bezuinig op de jeugdzorg betekenen voor de schooluitval van dit soort jongeren?

Tot slot. Hoe luidt het precieze advies aangaande dit onderwerp in het overdrachtsdossier?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik heb een heugelijke mededeling, overigens niet uit een van de prachtige zalen in dit gebouw. Dat zal naar ik hoop in de loop van de middag gebeuren. Ik heb als staatssecretaris van OCW een heugelijke mededeling. Volgens mij betreft het iets waar wij trots op mogen zijn. Vandaag heeft de heer Andre Geim, bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit, namelijk de Nobelprijs voor Natuurkunde gekregen. Dat laat zien waar onderwijs uiteindelijk toe leidt: wetenschappers die zo nieuwsgierig zijn, dat ze almaar doorgaan om datgene te ontdekken dat anderen nog niet ontdekt hebben, waarmee ze een bijdrage leveren aan de samenleving. Als staatssecretaris wilde ik dit toch zeggen, want het gebeurt niet iedere dag en het is iets heel moois. Het geeft aan hoe belangrijk het is dat elke jongere daadwerkelijk een opleiding krijgt.

Dat brengt mij bij de vragen van de heer Van der Ham. Hij zegt terecht dat het ongelooflijk belangrijk is dat er kansen geboden worden en dat jongeren deze ook oppakken. Een opleiding tilt je immers uiteindelijk op en maakt dat je echt iets kunt betekenen in de samenleving. Als de voorzitter van de MBO Raad zegt, overigens iets te snel, dat de rek eruit is, dan zeg ik: de rek is er alleen uit bij scholen die geen ambitie hebben. De rek mag er niet uit zijn. Dat is ook niet nodig. Het mbo-veld levert een steeds stevigere bijdrage aan het terugdringen van de vsv-problematiek en schooluitval. Men weet steeds meer jongeren op school houden. Op dit moment is de realisatie van de doelstellingen over de hele linie, samen met het vo, keurig op orde. Het mbo heeft in de afgelopen jaren wat achteraan gelopen, maar vorig jaar heeft het toch een daling van 12,9%, meer dan een jaarschijf van 10%, weten te realiseren. In de komende tijd moet men daarmee ook doorgaan. In het mbo-veld zijn er roc's die het gewoon geweldig goed doen. Dat zijn niet alleen de roc's in de wat rustiger gebieden in Nederland, voor wie het wat makkelijker zou kunnen zijn. Juist roc's als het Albeda College, Amarantis en het ROC van Amsterdam zitten allemaal inmiddels al boven de generieke doelstelling van 20%. Dat maakt voor mij duidelijk dat het wel degelijk kan, ook in een moeilijke omgeving.

Waarom stappen jongeren eruit? Zo'n 40% stapt eruit vanwege problemen op school. Dat zijn geen problemen van de jongeren alleen, maar problemen die gerelateerd zijn aan de school. Dan heb je het over een opleiding die niet voldeed aan de verwachtingen of over iemand die van opleiding wilde wisselen, maar daar niet goed in slaagde. Je hebt het dan over problemen met leraren en de schoolleiding. Of de opleiding was te moeilijk, een leerling is gezakt voor een examen, had problemen op de werkplek of stageplek. Er ligt voor de scholen nog een forse opgave om dit op te pakken. Ik ben er dus van overtuigd dat de rek er nog lang niet uit is, dat er ambitieus onderwijs gegeven moet worden en dat jongeren op school gehouden moeten worden. Dat dat kan, bewijzen andere roc's.

De heer Van der Ham heeft gezegd dat er geen extra middelen komen. Ik sta hier als staatssecretaris van Onderwijs van het kabinet-Balkenende, maar u zult het mij niet euvel duiden dat ik kort reageer, voorzitter. Er gaat in het te vormen kabinet wel degelijk extra geld naartoe. De VVD en het CDA vinden het erg belangrijk dat het vsv-beleid wordt doorgezet. De middelen voor dit beleid blijven hetzelfde. Ook zal doorgegaan worden met de aanval op de uitval. Er komt 30 mln. extra geld om de wijk- en plusscholen die incidenteel gefinancierd waren, structureel te financieren. Daarbij gaat er ook wat gebeuren met mbo 1 en mbo 2. Ik wil het niet te lang maken, voorzitter, want dit debat gaat eigenlijk niet over de regeringsverklaring. Die moet trouwens nog gemaakt worden. Ik wil wel zeggen dat we wel degelijk extra geld uittrekken voor dit belangrijke onderwerp.

De heer Van der Ham (D66):

Nog steeds is de uitval in het mbo drie keer zo hoog als in andere delen van het onderwijs. Er zijn nog steeds duizenden leerlingen die uitvallen uit het onderwijs. De staatssecretaris heeft er gelijk in dat er een daling is ingezet, maar die daling stagneert. Dat is ook wat de heer Van Zijl van de MBO Raad zei. De groep leerlingen die wij moeten bereiken, zijn soms heel moeilijk te bereiken doordat zij allerlei problemen hebben. De staatssecretaris weet wat deze problemen zijn. Daar moet een extra inspanning voor geleverd worden, wat soms gewoon geld kost. De inspanningen worden door het nieuwe kabinet bevroren. 160 mln. wordt omgebogen. Er wordt structureel 300 mln. bezuinigd op de jeugdzorg. Je kunt je afvragen of zo'n bezuiniging niet juist voor dit soort leerlingen een probleem oplevert. Ik weet dat mevrouw Van Bijsterveldt hier staat in haar kwaliteit als staatssecretaris van het kabinet-Balkenende. Straks maakt zij een blauwe brief voor haar opvolger, die zij misschien zelf wel is. Het kan ook iemand anders zijn. Wat zet de staatssecretaris daar in op dit belangrijke dossier? Wat moet er volgens haar minimaal gebeuren om de lijn die goed is opgepakt door te trekken, zodat ze niet afbuigt naar te weinig ambitie?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik ben het ermee eens dat die moeilijke groep extra aandacht vraagt. Dat is ook de reden dat we het rapport van Winsemius buitengewoon serieus genomen hebben.

Wat zou ik schrijven aan mijn opvolger? Ik ben daar nog niet mee begonnen, want zaken moeten eerst hun beslag krijgen. Waarschijnlijk zou ik schrijven: Beste puntje puntje puntje, wat heb je geweldige mogelijkheden gekregen om dit akkoord om het middelbaar beroepsonderwijs op te pakken. Er zitten heel veel pluspunten in, zoals een extra investering van 150 mln., om meer les te kunnen geven in de in de eerste klas. Er zullen mentoren en coaches komen. Ik zou zeggen: pak dat pittig op omdat blijkt dat het buitengewoon goed werkt. Ga ook aan de slag met de mbo 3- en mbo 4-opleidingen die vaak te lang zijn en waar jongeren afhaken doordat desinteresse ontstaat. Dat kan beter, in doorlopende leerlijnen met het hbo. En pak alsjeblieft de drempelloze instroom op waar de mbo-opleidingen op dit moment zoveel last van hebben. Laat mbo 1 samen optrekken met het speciaal onderwijs en de praktijkscholen om een goede werkschool te creëren, die gericht is op integratie en participatie. Ik wens je er ontzettend veel succes bij en ben ervan overtuigd dat de randvoorwaarden buitengewoon goed zijn.

Mevrouw Smits (SP):

Als we een Nobelprijs voor het uitspreken van het woord "ambitie" zouden uitreiken, zou deze staatssecretaris daarvoor in aanmerking komen.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dank u wel!

Mevrouw Smits (SP):

Maar het onderwijs wordt er natuurlijk niet beter van als je alleen maar zo vaak mogelijk zegt dat je iets wilt.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Nee, je moet het ook doen.

Mevrouw Smits (SP):

Het kost ook geld. Wat staat er in het mooie nieuwe regeerakkoord? Dat er 300 mln. bezuinigd wordt op alle kinderen die extra zorg nodig hebben in ons onderwijs. Hoe denkt de staatssecretaris al die ambities waar te kunnen maken als er zo keihard bezuinigd wordt op deze kinderen, die juist heel hard aandacht nodig hebben?

De voorzitter:

Mevrouw Smits, het regeerakkoord staat hier echt niet ter discussie.

Mevrouw Smits (SP):

De staatssecretaris was er zojuist heel enthousiast over, dus ik mag er best wat over vragen.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik kreeg er vragen over en dan antwoord ik daarop.

Mevrouw Smits (SP):

Ik zal het anders formuleren. Hoe verhoudt deze bezuiniging zich tot de schooluitval?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Wij zijn nu bij het onderwerp "passend onderwijs" beland en dat is toch iets anders dan voortijdig schoolverlaten. Ik wil er echter toch wat over zeggen, want daar valt zeker een heel goed verhaal over te houden. Wat is er aan de hand? Vanaf 2002 is het budget voor passend onderwijs met zo'n 560 mln. gegroeid. Ik vraag mij af of die kinderen wel gelukkiger van een etiketje. Ik kan mij heel goed voorstellen dat wij afspreken dat wij scherper kijken of het echt wel nodig is dat een kind een stempel krijgt. Wij gaan ook scherper bekijken of het wel nodig is dat in een regio in het zuiden de aantallen omhoog vliegen, terwijl de ontwikkelingen elders veel gedempter zijn. Daar valt een slag te maken. Gezien het bedrag van 300 mln. zijn wij ongeveer terug op het niveau van 2004/2005. Ik had niet het gevoel dat wij het toen zo slecht deden in Nederland. Het lijkt mij heel goed om het budget op dat niveau te stabiliseren. Anders is het eind zoek. Bovendien worden kinderen er niet gelukkiger van als zij een stempel krijgen opgedrukt of een plakkertje op krijgen. Laat kinderen zo veel mogelijk in het regulier onderwijs aan de slag gaan.

De heer Çelik (PvdA):

Voorzitter. De PvdA ziet het beroepsonderwijs als de slagader van de Nederlandse economie. Ik ben het met de staatssecretaris eens dat het de core business van de scholen zelf is om schooluitval tegen te gaan. Ziet zij de oproep van de heer Van Zijl echter ook niet als signaal dat de sector wordt ondergewaardeerd? Kan die oproep ook niet in die zin worden vertaald dat er veel meer middelen moeten worden vrijgemaakt om het beroepsonderwijs een extra dimensie te geven?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik begrijp elke directeur van een koepel die om meer geld vraagt. Ik heb dat gevoel zelf ook. Hoe meer geld ik krijg, des temeer denk ik te kunnen doen. Wij weten natuurlijk dat elke euro maar één keer uitgegeven kan worden. Met begrensde middelen moet uiteindelijk het optimale worden gedaan. Ik noem in dit verband het Albeda College, maar ook het ROC van Twente, dat in middels al 23% gerealiseerd, of het roc Drenthe College, waar men al 41% heeft gerealiseerd. Op het Mondriaan College is dat percentage 24. Alle scholen zouden nu op 20% moeten zitten. Het is dus geen kwestie van geld, maar van slim beleid. De instellingen moeten bij elkaar in de keuken kijken naar de wijze waarop dit probleem wordt opgepakt. Besteed aandacht aan de bedrijfsvoering. Zorg voor voldoende lessen en heldere roosters. Kortom, organiseer je school. Tegen de colleges van bestuur zeg ik altijd dat zij gewoon de directeur zijn.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik hoop dat de heer Van Zijl hard wordt aangepakt door studenten en bestuurders uit het mbo voor het gebrek aan ambitie dat hij toont. Ik ben blij dat de staatssecretaris die ambitie wel heeft. Er vliegen allerlei cijfers over tafel. De staatssecretaris zegt dat het mbo er relatief op vooruit gaat. Laten wij daar nu niet de strijd over aangaan. Relatief gaat het mbo er qua geld op vooruit en zijn de randvoorwaarden goed. Alles is relatief beter, maar daar gaat het nu niet om. Zijn de randvoorwaarden die nu zijn geschapen, zijn de stappen die het huidige kabinet heeft gezet voldoende om schooluitval echt tegen te gaan? Dat is wat mij echt interesseert.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dat is een terechte vraag. De doelstellingen ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten behoorden tot de mooie groene punten van het beleid van het kabinet-Balkenende. Die doelstellingen kwamen er eigenlijk altijd netjes uit. Wij hebben het altijd gered. Ik ben blij dat er mensen zijn die zeggen: goed dat je eraan getrokken hebt. Ik moet daarbij echter opmerken dat het echt teamwork is geweest. Het zijn met name de scholen, de gemeenten en de jeugdzorg met alles wat daar omheen zit die het met elkaar op lokaal niveau hebben gerealiseerd. Wij zijn via de directie VSV slechts activistisch aanwezig geweest. Het zijn geweldige mensen die het uiteindelijk hebben gedaan. Dat is de gouden formule: teamwork.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik kom even terug op de MBO Raad. Volgens die raad is er 150 mln. nodig om dezelfde ondersteuning te geven als die aan leerlingen in het vmbo. Deelt de staatssecretaris die mening?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Die mening deel ik niet zo een, twee, drie. Het vmbo heeft rugzakjes gekregen en het mbo heeft de afgelopen jaren IBO-gelden gekregen, interdepartementale beleidsontwikkelingsgelden. Dat was een heel fors bedrag van, ik meen, zo'n 150 mln. of 200 mln. Dat bedrag was daarvoor beoogd, omdat er zorg was dat er te weinig geld was. Dat geld moet daarvoor goed worden aangewend. Daarnaast komen er intensiveringen, nu wij op de scheidslijn van oud en nieuw zitten. Ook die kunnen worden benut om jongeren te stimuleren om op school te blijven en om intensief onderwijs te bieden, zodat zij geboeid blijven. Dat is dus een extra investering bovenop hetgeen ik reeds aan de heer Van der Ham, partijgenoot van mevrouw Dijkstra, heb genoemd.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden.

Naar boven