Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer) (30312);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling en invoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek (30448);

  • - het verslag van de Nationale ombudsman over 2005 (30530);

  • - voorstel van wet van het lid Crone houdende regels inzake de toegankelijkheid, veiligheid, bereikbaarheid en redelijke prijsstelling van basisbetaaldiensten (Wet toegankelijkheid en bereikbaarheid basisbetaaldiensten) (re- en dupliek) (29688);

  • - brief van het Presidium over een adviesaanvraag aan de Raad voor Werk en Inkomen over de verdere uitwerking van het advies "Huis houden op de markt" (29544, nr. 73);

  • - brief van het Presidium over beëindiging van de status van groot project van het project Westerschelde Oeververbinding (17741, nr. 50);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met vereenvoudiging van die wet (30532).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil ik namens de commissie vragen de behandeling van het wetsvoorstel Bezuiniging rijksomroepbijdragen (30402) te heropenen. Aanleiding voor deze vraag is de brief die wij recent van de minister hebben gekregen. Het kan een korte heropening zijn met korte spreektijden. Het zal echter wel volgende week moeten gebeuren, want anders is er een probleem met de invoeringsdatum.

De voorzitter:

Aangezien u spreekt namens de commissie, neem ik aan dat de Kamer hiermee akkoord gaat. Ik stel voor om te proberen dit punt volgende week op de agenda te zetten, met spreektijden van twee minuten.

De heer Aptroot (VVD):

U zegt dat u het zult proberen, maar er is een probleem als het niet volgende week op de agenda staat.

De voorzitter:

Wij zullen proberen het debat begin volgende week te houden. Daar sloeg dat "proberen" op. Het zal in ieder geval volgende week worden gehouden.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik heb op 31 maart van dit jaar vragen gesteld aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over het gebruik bij uitzetting van asielzoekers van luchtvaartmaatschappijen die op de zwarte lijst staan van onveilige luchtvaartmaatschappijen. Daar is nog steeds geen antwoord op gekomen, ondanks een uitstelbriefje. Datzelfde geldt voor vragen die ik op 12 mei van dit jaar heb gesteld aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het verrichten van arbeid door vreemdelingen die inmiddels een vergunning tot voorlopig verblijf hebben. Ook in die kwestie heb ik geen antwoord gekregen, ondanks een uitstelbrief. Mijn vraag aan de minister is om per omgaande in beide gevallen te antwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Haan.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Economische Zaken wil ik u verzoeken het verslag van het net beëindigde algemeen overleg over de stopzetting van de MEP-subsidies voor volgende week op de plenaire agenda te zetten. De heer Van der Staaij wil in ieder geval een motie indienen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit punt volgende week te agenderen. De week daarop kan dan worden gestemd over de eventueel ingediende moties.

De heer De Haan (CDA):

Dat is in dit geval geen probleem.

Naar boven