Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de Zorgverzekeringswet, te weten:

- de motie-Vendrik/Kant over een Waarborgfonds Onverzekerden (29689, nr. 66);

- de motie-Heemskerk/Vendrik over netto-inkomenseffecten van de Zorgverzekeringswet (29689, nr. 67).

(Zie vergadering van 2 februari 2006.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. De motie op stuk nr. 67 van collega's Heemskerk en Vendrik vraagt met name aandacht voor de inkomensverschillen bij ambtenaren en geprepensioneerden. Mijn fractie hecht eraan om hieraan toe te voegen de militaire ambtenaren en gepensioneerde militairen. Met dien verstande wordt mijn fractie geacht voor te stemmen.

In stemming komt de motie-Vendrik/Kant (29689, nr. 66).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Heemskerk/Vendrik (29689, nr. 67).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven