De heer Weisglas:

Mevrouw de voorzitter. Op het bericht van het overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard waren wij voorbereid vanwege de leeftijd die de Prins had bereikt. Wij waren er ook op voorbereid dat de Prins, die tot voor kort telkens met grote wilskracht herstelde van ziekte en ongevallen, deze keer een ongelijke strijd aanging. Toch geeft dit overlijden ons een grote schok. In de eerste plaats omdat wij beseffen dat Hare Majesteit de Koningin, zo kort na het overlijden van haar man en haar moeder, afscheid heeft moeten nemen van haar vader. Wij wensen haar en de overige leden van de Koninklijke familie de kracht toe om dit verlies te dragen.

Het overlijden van Prins Bernhard betekent het einde van een tijdperk. De Prins is meer dan 67 jaar op velerlei manieren hecht met ons land verbonden geweest. De positie van Prins-gemaal is een zeer moeilijke en vraagt veel van alle betrokkenen. Er bestaan voor die functie geen andere leerboeken dan enkele summiere grondwettelijke bepalingen.

De jonge Prins Bernhard was opgegroeid in een land dat weliswaar ons buurland was, maar toen toch een geheel andere cultuur dan de onze kende. Voor hem waren zijn gezin, de vriendschappen en het genoten vertrouwen waarschijnlijk heel belangrijk om zich hier thuis te gaan voelen. In de eerste drie jaren na zijn huwelijk op 7 januari 1937 met Prinses Juliana ontstond, met de geboorte van de prinsessen Beatrix en Irene, een gelukkig gezin, zoals die beide voornamen – die staan voor gelukbrengster en vrede – al aangeven. Zelfs de slagschaduw van het regime dat ons buurland sinds 1933 kende, kon in die eerste jaren die vreugde niet wegnemen.

Een hechtere verbondenheid van de Prins met ons land, een verbondenheid die tot op dit moment in alle lagen van onze bevolking en in alle politieke groeperingen wordt gevoeld, werd gevestigd in de oorlogsjaren. Het sprak voor de Prins vanzelf zich volledig in te zetten in de strijd tegen het misdadige regime van de nazi's. Te weinig werd er bij stilgestaan dat dit voor de Prins de consequentie had dat hij zich ook persoonlijk met alle middelen moest keren tegen veel van zijn vroegere landgenoten.

Op 12 mei 1940 moest de Prins met zijn gezin Nederland verlaten. "Moest", omdat zijn schoonmoeder hem hiertoe opdracht gaf. Hijzelf had liever deelgenomen aan de verdediging van ons land. Op 16 mei keerde de Prins dan ook weer terug om deel te nemen aan de gevechten in het enige deel van ons land dat toen nog vrij was: Zeeland. Op 25 juni 1940 noemde de Prins voor de BBC-radio Hitler "een Duitse tiran", beseffende dat hij zijn familieleden in Duitsland hiermee aan sancties blootstelde. Toch duurde het nog enkele maanden voordat de Prins het wantrouwen overwon dat in Engeland bestond vanwege zijn Duitse afkomst. De Prins heeft daarvoor op dat moment en ook later begrip getoond. 29 juni, de verjaardag van de Prins, was overal in bezet Nederland dé gelegenheid om te demonstreren tegen de bezetting en het nationaal-socialisme, met een witte anjer in het knoopsgat of met oranje bloemen bij paleizen en standbeelden. Anjerdag was de eerste manifestatie van de vaste wens niet in één groot Germaans rijk op te gaan.

Naast en mét Koningin Wilhelmina was Prins Bernhard ook in Engeland het symbool van onze nationale soevereiniteit; voorbeeld en inspiratie voor Engelandvaarders. In maart 1941 haalde hij zijn brevet als piloot van jachtvliegtuigen en bommenwerpers. Hij fungeerde later meerdere malen als bemanningslid in een bommenwerper en als piloot in een eenpersoonsjager. Hij vloog zelf vijf maal naar zijn gezin in Canada, waar op zijn verjaardag in 1943 zijn dochter Margriet werd gedoopt.

In september 1944, toen het er naar uitzag dat Nederland spoedig geheel zou worden bevrijd, werd Prins Bernhard benoemd tot bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten. Voor het bevrijde Zuiden en voor het bezette Noorden was hij de centrale figuur. De maanden april en mei 1945 heeft de Prins later zelf aangeduid als de spannendste van zijn leven.

Het moment waarop hij ten slotte door een Duitse generaal de capitulatie zag tekenen, gaf hem immense voldoening, ook omdat hiermee de capitulatie van het Nederlandse leger, vijf jaar eerder, werd goedgemaakt.

Vele verhalen vertellen ons over zijn moed en de getoonde kameraadschap. Op 20 maart 1984 kreeg de Prins een erkenning, die hem zeer veel deed: het Verzetsherdenkingskruis, op unanieme voordracht van het Nationale Comité, waarin alle richtingen van het verzet waren vertegenwoordigd. Onder meer bij de herdenking van de slag bij Arnhem, bleek ieder jaar de gehechtheid van binnen- en buitenlandse veteranen aan de Prins. Die gehechtheid was niet het resultaat van zijn hoge positie en ook niet van zijn formele militaire rang. Die gehechtheid kwam door de uitstraling van zijn enthousiaste, hartelijke en voor zijn vrienden altijd trouwe persoonlijkheid.

Die wederzijdse gehechtheid van de Prins en de veteranen was ook ieder jaar op 5 mei te zien tijdens het défilé in Wageningen. De laatste keer in mei van dit jaar: de Prins, met de groene baret van de commando's, de duim omhoog, een brede lach, wanneer er weer een van zijn oude vrienden strak in het gelid voorbij marcheerde. Het is heel jammer dat de Prins het laatste défilé waar hij zelf bij wilde zijn, op 5 mei 2005, niet meer kan meemaken.

Het gezin van de Prinses en de Prins was in 1947 uitgebreid met een vierde dochter: Prinses Christina. De Prins was een inspirerende vader voor zijn vier dochters, die ieder zijn onverschrokkenheid, elk op hun eigen manier, in hun leven hebben getoond.

Na de inhuldiging van zijn vrouw als Koningin op 6 september 1948, kon Prins Bernhard zijn grote kwaliteiten op andere wijze voor ons land inzetten. Als inspecteur-generaal bleef Prins Bernhard zeer nauw betrokken bij de strijdkrachten. Maar vooral stond de Prins zijn vrouw terzijde, omdat hij zich zeer verantwoordelijk voelde voor de goede uitoefening van haar moeilijke grondwettelijke taak. Samen lieten zij hun verantwoordelijkheidsgevoel voor wat zich in de wereld afspeelde tot uitdrukking komen in de Bilderberg-conferenties, een forum passend in de Nederlandse traditie van geduldig werken aan de wereldrechtsorde. De Britse minister Dennis Healy heeft zich uitgelaten over de manier waarop de Prins die conferenties voorzat: onpartijdig en zodanig dat hij elk van de deelnemers volledig in hun waarde liet.

Verschillende kabinetten deden een beroep op de Prins in het kader van de economische betrekkingen van Nederland; eveneens passend bij een oude Nederlandse traditie.

Ook was hij zeer actief voor de bescherming van de natuur binnen en buiten Nederland. De Prins wás Mr World Wildlife Fund. Wie kent niet de beelden van Prins Bernhard in Afrika of Azië, waar hij, tot op bijna het laatste moment in zijn leven, opkwam voor dier en natuur. Vrijwel niemand anders kon met zoveel liefde spreken over de baby orang-oetang, de Bengaalse tijger of de olifant. Zelf zei hij in 1987 dat er bij zijn dood niet gezegd zou moeten worden: "Prins Bernhard is dood", maar: "Mr Wildlife has died".

Met zijn dynamische, charmante en bindende karakter heeft Prins Bernhard heel veel bereikt voor ons land, al is hij, zoals in 1976 werd vastgesteld, ook wel eens onvoorzichtig geweest. Het rapport van de commissie van drie over de Lockheedzaak vroeg van het kabinet en de Tweede Kamer een moeilijke afweging. Het resultaat daarvan was vooral aanvaardbaar omdat ieder heeft gezien en gevoeld hoe moeilijk die afweging ook voor de Koningin en haar gezin was. Wij kunnen niet in de harten van alle betrokkenen kijken. Het lijkt mij echter aannemelijk dat niet zozeer de sancties als wel het openbare onderzoek en het openbare debat voor de Prins van blijvende betekenis zijn geweest. Hij heeft de veerkracht getoond om de gebeurtenissen van dat jaar te verwerken, en te erkennen dat hij daarvan had geleerd. Hij verklaarde zijn eigen opstelling ook doordat hij in de Londense jaren en daarna "over het paard was getild". Opeenvolgende kabinetten en volksvertegenwoordigingen hebben er van hun kant niet veel aan gedaan om tegenwicht aan die situatie te geven!

Toen Koningin Juliana op 30 april 1980 afstand deed van de troon, brak ook voor Prins Bernhard een periode aan waarin hij op grotere afstand zijn brede belangstelling kon volgen. Zo was het elk jaar de Prins zelf die de prijzen uitreikte, toegekend door het naar hem genoemde fonds, voor uitzonderlijke culturele prestaties. Langs die weg hebben velen de erkenning voor hun verdiensten gekregen en daarbij de oprechte belangstelling van de Prins ervaren.

De media bleven aandacht houden voor de Prins, maar de Prins bleef zelf ook aandacht voor de media houden. Hij heeft de publiciteit actief gezocht toen hij, nog in februari van dit jaar, enkele hardnekkig circulerende geruchten over hem en zijn familie (in het bijzonder zijn moeder) wilde corrigeren. Het is tekenend dat vanuit de Tweede Kamer op geen enkele wijze bezwaar werd gemaakt tegen deze actie van de Prins. Velen van ons zullen in hun hart ook plezier hebben gehad over het brullen van deze oude leeuw. En het is, denk ik, heel belangrijk dat in het enkele dagen na het overlijden van de Prins verschenen boek van professor Schrage de verklaringen van de Prins worden onderschreven.

De dag na zijn overlijden werd in een krant een op straat geïnterviewde Nederlander geciteerd: "Prins Bernhard was het soort man dat tegenwoordig niet meer wordt gemaakt. Moeilijk, maar vol karakter; eigenwijs, maar kleurrijk. Zo iemand moet je koesteren." Daar sluit ik mij graag bij aan. Dat geldt ook voor de strofe uit het gedicht van Jan F. Cilliers, dat Nelson Mandela en Anton Rupert citeren in de advertentie voor de Prins van de Peace Parks Foundation:

  • "Stil broers, daar gaan 'n man verbij ...

  • daar was maar net 'n soos hij".

  • "Wees stil broeders, daar gaat een man voorbij...

  • er was er maar één zoals hij".

Wij denken met bewondering en dankbaarheid aan de grote betekenis die Prins Bernhard voor ons land heeft gehad!

(muziek)

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister-president.

Minister Balkenende:

Mevrouw de voorzitter. Prins Bernhard heeft het nog meegemaakt. In zijn prilste jeugd. Het Europa dat nog niet geschonden was door de bittere ervaring en de nasleep van twee Wereldoorlogen.

Hij werd geboren in 1911, en woonde op het landgoed Reckenwalde, in een streek die tegenwoordig in Polen ligt. Zijn eerste jaren waren onbezorgd. Maar het zou niet lang duren eer ook zijn familie werd meegezogen in de maalstroom van de Eerste Wereldoorlog. In de 93 jaar van zijn leven heeft Prins Bernhard Europa en de wereld enorm zien veranderen. Bij veel van die veranderingen was hij zelf actief betrokken, als echtgenoot van Prinses– later Koningin – Juliana, met wie hij in januari 1937 trouwde.

Hij vocht als bevelhebber van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten mee in de strijd tegen de nazi's. Hij gaf – samen met Koningin Juliana – zijn beste krachten aan de wederopbouw van ons land. Hij werkte aan versterking van de trans-Atlantische relaties, maar zette zich ook al vroeg in voor de eenwording van Europa, omdat hij geloofde dat wij alleen zó een kans zouden hebben op een stabiele vrede. Hij zag de technologie en de welvaart een hoge vlucht nemen. Hij zag ook de keerzijde daarvan: de dreigende vernietiging van waardevolle natuurgebieden en van diersoorten die de aarde juist haar rijkdom geven. En hij deed wat in zijn vermogen lag om die natuurlijke rijkdommen te helpen behouden.

In ieders leven zijn er perioden die als het ware de essentie bevatten van dat leven. Het zijn die – vaak relatief korte – perioden die later beeldbepalend zijn in de herinnering. Persoonlijke talenten, overtuigingen, daden, lijken er zich in samen te ballen. Voor de Prins was de tijd tussen september 1944 en het einde van de Tweede Wereldoorlog zo'n periode. Het was een verwarde tijd, waarin de Prins optrad als bevelhebber van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten. Achter die naam ging een zeer diverse verzameling mensen en groeperingen schuil. Mensen met zeer uiteenlopende politieke en religieuze overtuigingen. Met karakters die soms botsten. Bovendien moest men opereren onder zeer moeilijke omstandigheden, vaak zonder de broodnodige middelen.

Het is de onschatbare verdienste van de Prins geweest dat hij in die uiterst moeilijke maanden de eenheid binnen de Nederlandse gelederen wist te bewaren. Niet alleen smeedde hij een eenheid uit het veelkleurige Nederlandse verzet, hij groeide ook uit tot een symbool, een inspiratiebron voor al diegenen die hun leven in de waagschaal stelden om onze vrijheid te herwinnen. Hoe sterk de inspiratie was die de Prins aan zijn strijdmakkers gaf, weten wij allemaal. Hun trouw aan de Prins – en de onvoorwaardelijke trouw van de Prins aan hen – bleek telkens weer tijdens bijeenkomsten en herdenkingen. Die vriendschapsband werd gedurende zestig jaar hechter en hechter.

"De man heeft een ijzeren wil", zei één van hen. "Eind 1994, toen hij in kritieke toestand in het ziekenhuis lag, hebben we hem bezocht. Hij had overal slangen, kon zich niet verroeren, niet spreken. Naast zijn bed lag een leitje, waarop hij schreef: '5 mei, Wageningen'. En inderdaad, hij wás er."

Het zijn die bewijzen van levenskracht die steeds weer diepe indruk maakten. Prins Bernhard liet zijn mensen nooit in de steek. Ook niet als het moeilijk werd. Het is daarom dat velen het overlijden van de Prins beleven als een persoonlijk verlies.

De bevrijding en de eerste naoorlogse maanden in ons land verliepen beheerst. De Prins heeft zich daar met volle kracht voor ingezet. In een radiospeech vlak na de bevrijding hield de Prins zijn landgenoten voor dat bij de zojuist herwonnen vrijheid ook verantwoordelijkheid hoort. Mede door zijn optreden en zijn gezag werden onnodig geweld en nieuw onrecht zoveel mogelijk voorkomen. Daarvoor zijn wij de Prins veel dankbaarheid verschuldigd.

Na de bevrijding droeg de Prins samen met Koningin Juliana volop bij aan het herstel van ons land. De Prins nam zijn positie als echtgenoot van de Koningin bijzonder serieus en gaf er op een actieve, betrokken en talentvolle manier invulling aan, zowel binnen als buiten onze grenzen. Hij zag al snel dat samenwerking in Europa van essentieel belang was voor de toekomst van Nederland. Van die Europese samenwerking is hij altijd een hartstochtelijk voorvechter geweest, onder meer in de functie van voorzitter van de Europese Culturele Stichting. Prins Bernhard trad ook op als reizend economisch ambassadeur van Nederland. Hij was commissaris van een aantal grote Nederlandse bedrijven en maakte succesvolle reizen naar vele landen.

Een terugblik op het leven van Prins Bernhard is niet compleet zonder ook stil te staan bij het jaar 1976. In reactie op het standpunt van de regering naar aanleiding van het rapport van de commissie-Donner verklaarde de Prins dat hij niet díe zorgvuldigheid in acht had genomen die op grond van zijn kwetsbare positie vereist is. Hij betuigde daarover zijn oprechte spijt en gaf aan de volle verantwoordelijkheid voor zijn handelen te aanvaarden. Tegelijkertijd hoopte hij de gelegenheid te behouden om het land te dienen en mede daardoor het vertrouwen te herstellen. Die gelegenheid heeft de Prins gelukkig gekregen. En hij heeft daar op een indrukwekkende wijze gebruik van gemaakt. Door de energieke manier waarop Prins Bernhard na 1976 zijn werk in dienst van onze samenleving heeft voortgezet, heeft hij het vertrouwen hersteld. Dat getuigt van een sterk karakter en van doorzettingsvermogen. Wie na een zo moeilijke periode zo sterk terugkomt, verdient groot respect.

Wat Prins Bernhard deed, deed hij met volle overtuiging en inzet. Hij was een initiatiefrijk man. Het Prins Bernhard Fonds – later omgedoopt in Prins Bernhard Cultuurfonds – werd door hem opgericht. Ook de Erasmusprijs is een initiatief van Prins Bernhard. In 1961 richtte hij het World Wildlife Fund op. Prins Bernhard was een hartstochtelijk liefhebber van de natuur en heeft tot op zeer hoge leeftijd gestreden voor het behoud van flora en fauna. Zelfs in zijn laatste tv-interview vroeg hij nog aandacht voor dit onderwerp.

Ruim 67 jaar was Prins Bernhard getrouwd met Koningin Juliana. Tijdens het laatste gesprek dat ik met de Prins voerde, vroeg ik hem naar de mooiste dag van zijn leven. Zonder aarzeling antwoordde hij toen: de dag van ons huwelijk. Hij stond naast Koningin Juliana in tijden van voorspoed en in de moeilijke perioden, die er ook waren. Samen met haar wist hij die moeilijkheden te doorstaan en te overwinnen. Samen gaven zij een menselijk gezicht aan de jaren van wederopbouw. Samen hielden zij conventies tegen het licht en pasten het optreden van het Koningshuis aan nieuwe tijden aan. Samen bewezen zij dat de monarchie dynamisch is, en van grote waarde voor een veranderend Nederland.

Sinds zijn toetreding tot het Koninklijk Huis in 1937 viel de Prins onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Die ministeriële verantwoordelijkheid betekent echter niet dat een eigen, persoonlijke ruimte ontbreekt. In het bepalen van de juiste verhouding tussen ministeriële verantwoordelijkheid en eigen ruimte, hebben achtereenvolgende ministers en de Prins in de lange loop der jaren hun weg moeten vinden. Tot aan het eind stelde de Prins zich strijdbaar op tegen datgene wat hij als onrecht beleefde. In de laatste fase van zijn leven had hij de sterke behoefte om tegenover een aantal aantijgingen aan zijn adres zijn eigen verhaal te plaatsen. Ik vond uit volle overtuiging dat hij daarvoor in zijn situatie de gelegenheid en ruimte moest krijgen.

Vele tientallen operaties heeft de Prins ondergaan. Hij was er vaak ernstig aan toe. Maar telkens vond hij de kracht om door te vechten en terug te komen. "Ik heb een enorme wil om te leven. En iedere dokter kan je zeggen dat als je wilt overleven en doorvechten, dat dat vijftig procent uitmaakt." Dat zei de Prins in 2001. Zijn vitaliteit kwam voort uit puur plezier in het leven. En uit het gevoel dat zijn werk hier er nog niet opzat.

Nu is dat werk gedaan. En het werk was goed. Het leven van Prins Bernhard was een vruchtbaar en voldragen leven. Dat mag ons troosten in deze moeilijke dagen, waarin wij in dankbaarheid terugdenken aan het vele dat Prins Bernhard voor ons land heeft betekend.

Onze gedachten zijn nu bij degenen die Prins Bernhard persoonlijk missen. Bij zijn familieleden en vrienden, die hem zo lief waren.

(muziek)

De voorzitter:

Het is 1948, het jaar van de troonswisseling. Koningin Wilhelmina richt zich met een openbare brief tot Prins Bernhard. Zij schrijft: "Gelijk met de troonsbestijging van Juliana zijt gij krachtens de geldende bepalingen 'de' prins der Nederlanden. Ik doe een beroep op alle land- en rijksgenoten, en niet minder op het buitenland, u zó te noemen. Alhoewel goed bedoeld, is de vergissing vrij algemeen, dat gij in den vervolge prins-gemaal zoudt heten." Geen prins-gemaal die zich beperkt tot het vervullen van sociale en representatieve verplichtingen. Dat strookte met de zienswijze van Prins Bernhard, die niet alleen een hekel had aan de aanduiding "prins-gemaal" maar in 1963 tevens uitsprak: "Van elk lid van elke Koninklijke familie moet het uiterste gebruik worden gemaakt, naar de mate van talenten die God hun gegeven heeft." Zo heeft Prins Bernhard 17 ministers-presidenten meegemaakt; zo hebben 17 ministers-presidenten Prins Bernhard meegemaakt. Iemand die hechtte aan vrijheid. Maar niet alleen voor zichzelf.

De nacht van de bezetting was neergedaald. Kort daarna werden op de verjaardag van de Prins in ons land veelvuldig witte anjers gedragen. Deze symboliek van stil verzet manifesteerde zich, lang voordat hij kon uitgroeien tot toeverlaat van Koningin Wilhelmina in Londen en baken van hoop in ons land. Professor Cleveringa schreef op die 29ste juni 1940 in zijn dagboek: "Alles een machteloze vertoning? Ten dele ja; maar er ging een zedelijk sterkende kracht van uit. Men keek elkaar even aan; zei niets; men begreep alles van elkaar." De bezetters waren dan ook woedend. Het inspirerende optreden van de Prins als bevelhebber van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten heeft bij vele veteranen de al zo waardevolle kameraadschap verrijkt met levenslange trouw. Die trouw was wederzijds. Zo geëmotioneerd als Prins Bernhard was bij de toekenning van het Verzetsherdenkingskruis, zo unaniem was het zeer divers samengestelde Nationaal Comité bij het besluit daartoe. Prins Bernhard: de tirannie verdreven, den vaderland getrouwe.

Bij de wederopbouw heeft hij zijn talenten hernieuwd markant aangewend. Wereldwijd gingen deuren open, door zíjn toedoen, in het belang van ónze handelsbetrekkingen. De internationale contacten en het zakelijk talent: dat knooppunt is in 1976 een breekpunt geworden. De Prins heeft zich moeten voegen naar wat de ministeriële verantwoordelijkheid vereist. Dit staatsrechtelijk beginsel kan ondersteunend zijn, maar ook beperkend. De toepassing ervan behoort mee te bewegen met de souplesse van het recht dat noodzakelijkerwijze in elke concrete situatie moet worden gevonden. Zo sprak de Prins zich begin jaren zeventig uit over terughoudendheid van het parlement ten behoeve van een daadkrachtige regering. De vrijheid van díe meningsuiting werd begrensd. Het betrof immers een uitspraak van de echtgenoot van het staatshoofd, die het functioneren van ons parlementaire stelsel raakte. De vrijheid van meningsuiting voor een lid van het Koninklijk Huis is groter naarmate de afstand tot de Kroon groter is en het onderwerp dichter bij de privé-sfeer komt. Ministeriële verantwoordelijkheid werd daarom begin dit jaar gedragen voor openbaarmaking van een brief van de Prins in een dagblad, waarin hij zich verweerde tegen in zijn ogen onterechte oordelen over onder andere zijn persoon.

Met een dergelijke brief voelden velen in ons land mee. Dat was ook het geval met de uitspraak van de Prins twee jaar geleden over een eigenmachtig optreden van enkele burgers tegen een winkeldief. Dit, vanuit positieve herkenning van een eigen opvatting, maar ook vanuit waarderende herkenning van de Prins: de authenticiteit van diens overtuiging en de drang zich te uiten over wat hem, in zijn beleving, diep raakte.

Geraakt was Prins Bernhard ook door de zin en zeggingskracht van cultuur. Doordrongen was hij daarnaast van de waarde van de natuur, en dat niet alleen vanwege de door hem als ontroerend ervaren schoonheid ervan. Gegrepen door de bedreiging van die waarden gold zijn kenmerkende gedrevenheid niet alleen de krijgsmacht en het bedrijfsleven. Hij opereerde ook op het gebied van cultuur en natuur succesvol bij het nationaal, Europees en wereldwijd openen van deuren. Door innemende charme, maar tevens door inhoudelijke bekwaamheid en idealistische onvermoeibaarheid. Het feit dat hij lid was van het Koninklijk Huis bevorderde gezagsvol optreden. De ministeriële verantwoordelijkheid die terzake werd gedragen, bood hem daartoe de ruimte en ondersteuning. Daarenboven: vele kabinetten hebben zelden vergeefs een beroep op hem gedaan om voor de belangen van ons land in te staan en hebben baat gehad bij de verrichtingen van de Prins. Wij zijn dankbaar voor zijn grote betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving en zijn inzet voor ons land gedurende vele decennia.

Prins Bernhard: geen prins-gemaal, geen afgeleide, maar – aan de zijde van Koningin Juliana – "'de' Prins der Nederlanden". Met ruimte voor wat hij kon en voor wie hij was: een getalenteerde, eigenzinnige man die ademde met zijn hart. Zo heeft hij gesproken, zo heeft hij gehandeld, zo heeft hij geleefd. Wij wensen diegenen die hij zijn kostbaarste bezit noemde, kracht toe om het verlies van hun zo dierbare vader, grootvader en overgrootvader te dragen.

Ik verzoek u te gaan staan, een moment stilte in acht te nemen en eveneens stilte te betrachten tijdens het spelen van ons volkslied.

(De aanwezigen nemen staande een minuut stilte in acht)

(Volkslied)

De voorzitter:

Ik verzoek u, uw zitplaatsen weer in te nemen en dank het Residentie Blazersensemble voor zijn medewerking.

Sluiting 13.04 uur

Naar boven