Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik deel mede dat het voor morgen geagendeerde VAO Bergingsproblematiek
zal worden verplaatst naar volgende week.
Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 24493, R1447, nr. 16,
29403 en 29418 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer
betreft de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn
goedgekeurd.
Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 311 en 312, 29286 en 29406 de termijnen
zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Bos.
De heer Bos (PvdA):
Voorzitter. Gisteren heeft prof.dr. F. van der Ploeg zich direct gewend
tot de minister-president met het verzoek in aanmerking te komen voor de opvolging
van eurocommissaris Frits Bolkestein. Dat is in een uitvoerig schrijven gebeurd,
zij het elektronisch. Ik zou het kabinet en met name de minister-president
willen vragen om een brief waarin hij uiteenzet hoe hij om zal gaan met deze
sollicitatie en hoe hij zich meer in zijn algemeenheid de procedure voorstelt
met betrekking tot de benoeming van een opvolger van de heer Bolkestein, de
transparantie waarvan daarbij sprake zal zijn en de mogelijkheid
voor de Tweede Kamer om zich een oordeel te vormen over de geschiktheid van
de verschillende kandidaten die zich reeds aangemeld hebben dan wel van zins
zijn zich nog aan te melden voor de vervulling van die komende vacature.
De heer Van der Vlies (SGP):
Voorzitter. U merkt dat ik sta te aarzelen. Het is een volstrekt serieuze
kwestie, maar mijn partij had nog niet begrepen dat er een vacature was opengesteld.
Ik lees de Staatscourant nauwlettend, maar ik heb dat nog niet gezien. De
heer Van der Ploeg heeft kennelijk een goede neus.
De heer Van Aartsen (VVD):
Dat vind ik eigenlijk wel een heel goede opmerking van de heer Van der
Vlies. Wat leidt u hiertoe, mijnheer Bos?
De heer Bos (PvdA):
Precies wat ik zeg. Een gekwalificeerd, bekwaam en geïnteresseerd
burger heeft zich tot de minister-president gewend met het verzoek om in aanmerking
te komen voor deze mogelijke vacature. Mijn verzoek is breder gesteld. Ik
wil graag informatie over de precieze procedure die gevolgd zal worden. Als
blijkt dat de brief te vroeg is gestuurd en beter over een paar weken of maanden
gestuurd had kunnen worden, dan neem ik aan dat dit onderdeel zal zijn van
de beantwoording van mijn vraag.
De heer Van Aartsen (VVD):
Voor de volledigheid: mijn fractie heeft geen behoefte aan een dergelijke
brief. Wij hebben een uitstekende man in Brussel en wat mij betreft, blijft
hij.
De heer Van der Ham (D66):
Ik vind het heel interessant dat iemand solliciteert naar een dergelijke
functie en ik zou daar wel een brief van de minister-president over willen
ontvangen. Het lijkt mij goed dat zich heel veel goede mensen voor een dergelijke
post melden. De heer Bolkestein, de heer Van der Ploeg, misschien zijn er
nog meer mensen. Ik wil dat wel van de minister-president weten en steun de
heer Bos.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb begrepen dat de beste man zelf twijfelt over doorgaan
in Brussel. Eens temeer lijkt het mij dan van belang dat de Kamer in de gelegenheid
wordt gesteld om na te gaan hoe de procedure rond de mogelijke vacature loopt,
dus alle steun voor het voorstel van de heer Bos.
De heer Marijnissen (SP):
Voorzitter. Het is een publiek geheim dat de heer Bolkestein eurocommissaris
heeft kunnen worden omdat daarover afspraken zijn gemaakt bij de formatie
van Paars 2.
Ik ben het geheel met de heer Bos eens dat wij dit soort dingen in de
toekomst moeten voorkomen. Een belangrijke les van de recente geschiedenis
is dat als het kan, dingen in openbaarheid moeten en dat als het kan, dingen
via een open en eerlijke verkiezing moeten. Ik ben er dus erg voor dat het
kabinet een brief stuurt. Mijn fractie zal overwegen om eventueel ook een
kandidaat te stellen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president, minister
van Algemene Zaken.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw De Pater-van der Meer.
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Mijnheer de voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft gisteren
met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een algemeen overleg
gevoerd over het landenbeleid. Mijn verzoek is om volgende week een VAO over
dit onderwerp te agenderen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en om dit onderwerp toe te voegen
aan de agenda van volgende week.