Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 27 november 2003 over de achterstand bij het implementeren van Europese richtlijnen.

De heer Van Dijk (CDA):

Voorzitter. Op 27 november hebben wij een algemeen overleg gehouden over de achterstanden die de Nederlandse regering heeft bij de implementatie van richtlijnen. Op dat moment hadden wij net een kwartaaloverzicht gekregen waaruit bleek dat de Nederlandse regering op het terrein van 61 richtlijnen niet op tijd was. Verder hebben wij toen ervaren dat sommige richtlijnen heel laat worden aangeboden aan het parlement. Die moeten onder druk van de implementatietermijn heel snel geïmplementeerd worden en dus ook heel snel behandeld worden door de Kamer, waardoor er eigenlijk geen zorgvuldige raadpleging kan plaatsvinden. Om die reden hebben dat algemeen overleg gehouden. Wij hebben ook gevraagd of wij meer informatie konden krijgen. Het liefste hadden wij een implementatiedocument gehad. Het argument dat de staatssecretaris daar op dat moment tegen inbracht, was dat hij geen behoefte had aan een derde informatiestroom. Om die reden wees hij ons verzoek dan ook af. Op basis van de argumenten die de staatssecretaris verder naar voren heeft gebracht, heb ik in overleg met anderen een motie opgesteld, waarin in ieder geval tegemoet wordt gekomen aan dat bezwaar van de staatssecretaris.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de implementatieachterstand van de Europese regelgeving in Nederlandse wetgeving oploopt;

  • - het parlement op basis van de huidige informatie onvoldoende inzicht heeft in het implementatieproces binnen de Nederlandse overheid, Van Dijkwaardoor de Kamer haar controlerende taak onvoldoende kan uitoefenen;

  • - de implementatie van de Europese regelgeving in de Nederlandse wetgeving geen aanleiding mag zijn om additionele elementen in de aan te passen wetten toe te voegen;

verzoekt de regering om de huidige vorm van het kwartaaloverzicht aan te passen door de volgende elementen eraan toe te voegen:

  • - datum aanbieding aan het Nederlands parlement;

  • - desbetreffende Nederlandse en/of Koninkrijkswetgeving;

  • - verwijzing naar BNC-fiche;

  • - of en, zo ja, welke additionele elementen in de te implementeren wet zijn opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dijk, Van Baalen, Van der Laan, Van der Staaij, Rouvoet, Karimi, Van Bommel en Herben.

Zij krijgt nr. 118(21109).

Staatssecretaris Nicolaï:

Voorzitter. Ik juich toe de betrokkenheid die de Kamer aan de dag legt middels deze motie, bij de implementatie van richtlijnen. Dat is een zorg die wij in het kabinet bespreken. Ik speel daar mijn aanjagende en stimulerende rol tegenover de vakministers. De Kamer speelt daarbij ook een rol. Ik juich ook toe de alertheid die blijkt uit de motie wat betreft het onderscheid tussen wat de noodzakelijke uitvoering van de richtlijn is en wat daar ter gelegenheid van de uitvoering van de richtlijn aan wordt toegevoegd aan andere wensen. Ook dat is een punt dat wij op ministerraadniveau scherper in beeld willen krijgen. Ik juich ook toe dat dit niet zou moeten in de vorm van een extra stukkenstroom naast de BNC-fiches, de toelichtende brief van de vakminister die ik heb toegezegd, het kwartaaloverzicht, de geannoteerde agenda en de verslagen van de raden die wij aan de Kamer toezenden, maar dat het zich richt op een verbetering van de bestaande stukkenstroom. Daarmee juich ik deze motie toe.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, vanavond over de ingediende motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven