Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 25 januari 2000 het haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstel van wet, gedrukt onder nummer 26800-III, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over het voornemen tot het sluiten van een uitvoeringsverdrag (23908, R1519, nr. 43);

  • een, ten geleide van de geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 24 en 25 januari 2000 (21501-02, nr. 323);

een, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van het verslag van de JBZ-raad en enkele documenten (23490, nr. 148);

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over aanvullende beurs uit de prestatiesystematiek (26800-VIII, nr. 68);

  • een, over de macrorapportage kwaliteitszorgverslagen exameninstellingen (26800-VIII, nr. 71);

vier, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over Arbeidsmarktbeleid onderwijs (23328, nr. 61);

  • een, over het kunstvakonderwijs (25802, nr. 20);

  • een, over de voortgang in de uitvoering van het Werkplan LFG 1999-2001 (26629, nr. 5);

  • een, over de tweede fase havo/vwo (26800-VIII, nr. 70);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, inzake de conclusies omtrent een gedragscode voor de overheid als ondernemer en over initiatieven inzake verslaglegging door bedrijven (26485, nr. 5);

drie, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de extra gelden voor de regionale patiënten-consumentenplatforms (25424, nr. 26);

  • een, over het behoud van verworvenheden (25674, nr. 72);

  • een, ten geleide van de Zorgnota 2000 (26801, nr. 34).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het advies van de Onderwijsraad inzake het voorstel van wet houdende voorschriften ten behoeve van de instroom van leraren in primair en voortgezet onderwijs (Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over verlenging overeenkomst op hoofdlijnen tussen de Staat en de NV Nederlandse Spoorwegen;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de KOA-regeling;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake Smit Vlootbeheer BV;

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over biotechnologie.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. een brief van M.A.H. Jeukens, over het uitsluiten van de voorzieningen van de AWBZ voor in het buitenland verblijvende Nederlanders.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie;

5. een brief van drs. J.J.C. van den Berk, over brieven aan de Nationale ombudsman inzake fraude met belastingpapieren.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage.

Naar boven