Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, vast te stellen dat voorzover het deze Kamer betreft, instemming
is verkregen met de ontwerpbesluiten Unieverdrag, toegezonden bij brieven
23490, nrs. 103 en 104.
Ik stel verder voor, de stukken 23490, nrs. 100 t/m 104 voor kennisgeving
aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Defensie
het lid Van der Knaap tot lid in plaats van het lid Visser-van Doorn.
Het woord is aan de heer Rabbae.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Voorzitter! Via u wil ik de staatssecretaris van Justitie vragen of deze
bereid is ons een brief te doen toekomen over de problematiek van de opvang
van asielzoekers. Dit aspect dreigt een explosief karakter te krijgen als
wij niet vroegtijdig komen met maatregelen. Wil hij in zijn brief ingaan op
de volgende aspecten?
De voorzitter:
Het kan dat de noodzaak aanwezig is om daar een aparte brief over te vragen.
Maar is het onmogelijk om dat te doen via feitelijke vragen bij de behandeling
van de begroting van Justitie?
De heer Rabbae (GroenLinks):
Liever eerder, omdat het een acuut probleem is. Afhankelijk van de brief
van de staatssecretaris van Justitie kunnen wij deze zaak eventueel laten
rusten tot de behandeling van de justitiebegroting, dan wel hierover spoedig
een debat voeren.
De voorzitter:
Oké. Gaat u verder.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Ik vraag de staatssecretaris van Justitie of hij het een deel van de oplossing
vindt als mensen die drie jaar wachten in een asielzoekerscentrum, een verblijfsstatus
krijgen. Verder vraag ik hem wat hij vindt van de zogenaamde zelfarrangementen,
waarbij asielzoekers zelf op zoek gaan naar huisvesting. Wij krijgen veel
signalen dat dit leidt tot veel problemen in de praktijk. Vindt de staatssecretaris
dat dit arrangement is omgeven met voldoende waarborgen, zodat de asielzoekers
en hun kinderen niet in de problemen komen?
De heer Cornielje (VVD):
Voorzitter! Wij willen natuurlijk ook graag een reactie van de minister
daarop, maar via feitelijke vragen van collega Henk Kamp hebben wij dat punt
vanmorgen al aan de orde gesteld. Misschien kunnen deze vragen daarbij worden
gevoegd.
De heer Van Oven (PvdA):
Voorzitter! De PvdA-fractie heeft geen bezwaar tegen het stellen van vragen.
Maar de vaste commissie voor Justitie heeft vanmiddag een procedurevergadering.
Dat is de aangewezen plek voor deze vragen.
De voorzitter:
Dat ben ik met de heer Van Oven eens. Ik stel de Kamer daarom voor, het
daarheen te leiden dat dit punt in de vaste commissie voor Justitie wordt
besproken, waarna een procedure wordt vastgesteld. Dat betekent dat ik even
niet in kan gaan op het voorstel van de heer Rabbae.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Voorzitter! Ik heb daar geen problemen mee. Ik was even vergeten dat de
vaste commissie vanmiddag vergadert.